download PDF 2003-3 - Stemerdink Registeraccountants BV
download PDF 2003-3 - Stemerdink Registeraccountants BV
download PDF 2003-3 - Stemerdink Registeraccountants BV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VENNOOTSCHAPSBELASTING<br />
20. Aftrek fictieve rente<br />
Van een internationaal concern is de holding in Ierland<br />
gevestigd. Dit is een beursgenoteerde vennootschap. In<br />
Nederland is een dochtermaatschappij gevestigd, die als<br />
tussenholding fungeert. Deze tussenholding heeft een<br />
aantal eveneens in Nederland gevestigde<br />
(klein)dochtermaatschappijen. De tussenholding koopt<br />
een meerderheidsbelang in een vennootschap die deel<br />
uitmaakt van een ander concern. De koopsom bedraagt<br />
ongeveer ƒ 60 miljoen. Deze wordt gefinancierd door<br />
een lening van de Ierse Holding. Deze heeft het aan de<br />
Nederlandse vennootschap geleende geld door uitgifte<br />
van eigen aandelen verkregen. Over de geldlening kan<br />
rente worden gevraagd. In het boekjaar 1993/1994 heeft<br />
de holding geen rente berekend. De Nederlandse<br />
vennootschap brengt fictieve rente ten laste van het<br />
resultaat en verwerkt deze als informele kapitaalstorting.<br />
In geschil is of de Nederlandse vennootschap recht<br />
heeft op renteaftrek. De inspecteur heeft renteaftrek<br />
geweigerd omdat die naar zijn mening in strijd is met<br />
doel en strekking van de wet. Hof Arnhem stelt vast dat<br />
de verwerving van het belang in de vennootschap een<br />
zakelijk belang dient, namelijk de uitbreiding van het<br />
concern. De financiering van de koopsom voor het<br />
aandelenpakket hangt daarmee samen en is dus<br />
eveneens zakelijk. Binnen het concern was geen vrij<br />
vermogen beschikbaar voor de financiering van de<br />
overname. Alleen de Ierse Holding kon, als beursgenoteerde<br />
vennootschap, eenvoudig tot uitgifte van<br />
aandelen komen en zo de koopsom financieren.<br />
Vervolgens kon de holding dit bedrag als eigen<br />
vermogen in de Nederlandse vennootschap storten of<br />
aan de Nederlandse vennootschap lenen.Voor de lening<br />
werden de volgende argumenten aangevoerd:<br />
- de positie van de schuldeiser is flexibeler, want<br />
aflossing van een lening is eenvoudiger dan<br />
terugbetaling van kapitaal;<br />
- er is geen kapitaalsbelasting verschuldigd;<br />
- een lening is minder risicodragend dan eigen<br />
vermogen.<br />
Volgens het hof was belastingbesparing of-vermijding<br />
niet het doorslaggevende motief om te kiezen voor een<br />
lening. Daarom had de Nederlandse vennootschap<br />
recht op aftrek van rente ten laste van de winst,<br />
ondanks het feit, dat deze in Ierland niet is belast.<br />
Ierland heft alleen belasting over werkelijk ontvangen<br />
rente.<br />
21. Waardering van schulden<br />
Bij de waardering van verplichtingen hoeft geen<br />
rekening gehouden te worden met de mogelijkheid dat<br />
de crediteur af zal zien van het recht op nakoming. Pas<br />
als bijna zeker is dat een schuld niet geheel hoeft te<br />
worden voldaan, is er aanleiding tot een lagere<br />
waardering dan de nominale waarde van de schuld,<br />
aldus de Hoge Raad in het cassatieberoep van<br />
Financiën tegen de gelijkluidende uitspraak van Hof Den<br />
Bosch. De procedure betrof een pensioenvoorziening<br />
die was ondergebracht bij een tot een fiscale eenheid<br />
behorende pensioen-<strong>BV</strong>, waarvan de zetel in 1993 was<br />
verplaatst naar de Antillen. In 1994 vond een<br />
aanpassing van de pensioenvoorziening plaats vanwege<br />
een verhoging van de salarissen. Eind 1994 zagen de<br />
pensioengerechtigden af van hun pensioenaanspraken.<br />
Hoewel de constructie naar de mening van het hof was<br />
opgezet om de pensioenvoorziening laag belast uit te<br />
kunnen keren, was de <strong>BV</strong> niet verplicht in<br />
1993 de pensioenvoorziening lager te waarderen. In de<br />
procedure over de aanslag vennootschapsbelasting<br />
1994 stelde het hof vast dat de feitelijke leiding van de<br />
pensioen-<strong>BV</strong> niet naar de Antillen was verplaatst.<br />
Daardoor was de vrijval van de voorziening alsnog in<br />
Nederland belast.<br />
22. Liquidatieverlies<br />
Na het staken van haar onderneming heeft een <strong>BV</strong> de<br />
vordering, die zij heeft op een 100%-dochtermaatschappij,<br />
afgewaardeerd wegens de slechte<br />
vermogenspositie van de dochter. Dat leidt tot een<br />
verlies bij de <strong>BV</strong>. De afgewaardeerde vordering wordt<br />
vervolgens in hetzelfde jaar gestort op een nieuw<br />
uitgegeven aandeel van de dochter. Daardoor realiseert<br />
de <strong>BV</strong> winst tot het bedrag van de afwaardering, zodat<br />
per saldo het resultaat van deze transacties neutraal is.<br />
Als gevolg van deze handelingen is het opgeofferde<br />
bedrag voor de deelneming in de dochter verhoogd<br />
met de nominale waarde van de vordering tot een<br />
bedrag van ƒ 107 miljoen.Vervolgens worden de<br />
aandelen in de <strong>BV</strong> verkocht. Enkele jaren later wordt<br />
de dochter-<strong>BV</strong> geliquideerd. De <strong>BV</strong> wil het<br />
liquidatieverlies, bestaande uit het opgeofferde bedrag<br />
verminderd met de liquidatie-uitkering, ten laste van<br />
haar resultaat brengen. Dat wordt, volgens Hof Den<br />
Haag terecht, geweigerd. De enige waarde van de<br />
dochtermaatschappij, die geen activiteiten meer ontplooide,<br />
was het opgeofferde bedrag en de mogelijkheid<br />
een liquidatieverlies te claimen. De <strong>BV</strong> zelf<br />
verrichtte al enkele jaren geen activiteiten meer. Dat<br />
betekent dat het verlies op de dochter toen al<br />
aanwezig was. Oude verliezen van <strong>BV</strong>'s met stilgelegde<br />
ondernemingen zijn na overdracht van de aandelen<br />
niet verrekenbaar met nieuwe winsten. Dat gold ook<br />
voor het liquidatieverlies op de deelneming.<br />
23. Waardering pensioenverplichting<br />
De feitelijke leiding van een <strong>BV</strong> is verplaatst naar de<br />
Nederlandse Antillen. Na deze zetelverplaatsing wordt<br />
de pensioenverplichting, die de <strong>BV</strong> heeft jegens de<br />
directeur-grootaandeelhouder, overgedragen aan een<br />
nieuw opgerichte Antilliaanse vennootschap.