21.09.2013 Views

Van visie naar uitdaging - PBR

Van visie naar uitdaging - PBR

Van visie naar uitdaging - PBR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>visie</strong> <strong>naar</strong> <strong>uitdaging</strong><br />

Analyse van maatschappelijke<br />

<strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam<br />

en oplossingsrichtingen<br />

www.pbr.nu


2<br />

Colofon<br />

Dit is een uitgave van het Platform Buitenlanders Rijnmond (<strong>PBR</strong>)<br />

Onderzoek: PricewaterhouseCoopers (in opdracht van het <strong>PBR</strong>)<br />

Tekst: Pauline Mbundu en Mohammed Essafi<br />

Vormgeving: OJO Communications<br />

Drukkerij: Flyers Online<br />

April 2011<br />

Gebouw De Heuvel<br />

Grotekerkplein 5<br />

3011 GC Rotterdam<br />

T: 010 412 20 57<br />

F: 010 411 17 39<br />

@: info@pbr.nu<br />

W: www.pbr.nu<br />

Inhoudsopgave<br />

Colofon 2<br />

Voorwoord 4<br />

Samenvatting 5<br />

Platform Buitenlanders Rijnmond 8<br />

1. Achtergrond & Aanleiding 10<br />

1.1. Bezuinigingen en meer eigen verantwoordelijkheid 10<br />

2. Rotterdamse ambities 14<br />

2.1. Toekomstperspectief tot 2030 14<br />

2.2. Focus door bezuinigingen 15<br />

3. Analyse maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam 16<br />

3.1. Kenmerken Rotterdam 16<br />

3.2. Maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en Rotterdam 18<br />

3.2.1. Opvoeding & Onderwijs 18<br />

3.2.2. Veel jongeren met probleemgedrag en weinig toekomstperspectief 22<br />

3.2.3. Mismatch arbeidsmarkt 25<br />

3.2.4. Integratie & Participatie 28<br />

3.2.5. Rotterdam als aantrekkelijke woonstad? 32<br />

4. Rollen van verschillende Rotterdamse partners in de toekomst 36<br />

4.1. Visie voor toekomstige samenwerking 37<br />

4.2. Rollen van diverse stakeholders in Rotterdam 37<br />

4.2.1. Gemeente: filosofie van ‘los laten’ is geen sinecure 37<br />

4.2.2. Maatschappelijk middenveld: ondernemerschap en op eigen benen<br />

staan, wordt de grote <strong>uitdaging</strong> 39<br />

4.2.3. Burgers: eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht 41<br />

4.2.4. Bedrijfsleven: meer maatschappelijke betrokkenheid en minder ‘ieder<br />

voor zich en god voor ons allen’ 44<br />

5. Slotwoord 46<br />

5.1. Enkele concrete acties <strong>naar</strong> aanleiding van deze publicatie 47<br />

A. Lijst van geïnterviewde personen 51<br />

B. Literatuurlijst 52<br />

Dankwoord 53<br />

3


4<br />

Voorwoord<br />

Rotterdam bevindt zich in een uitdagende periode. Een tijd waarin we als<br />

samenleving voor een groot aantal maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en staan.<br />

Als stad scoren we bovengemiddeld op een aantal van deze <strong>uitdaging</strong>en,<br />

waaronder: het percentage inwoners met lage sociaal economische scores,<br />

achterstanden in het onderwijs, schooluitval en kwetsbare gezondheid.<br />

Rotterdam is een jonge stad, boordevol talent, maar nog te vaak laten inwoners hun<br />

kansen liggen, zodat deze talenten onontwikkeld blijven. Ook zijn er veel kwetsbare<br />

Rotterdammers die dreigen achter te blijven en een duwtje in de rug nodig hebben.<br />

In deze tijden van bezuinigingen zullen we als Rotterdammers allemaal een tandje<br />

bij moeten schakelen om werk te maken van deze knelpunten.<br />

Na het verschijnen van deze publicatie zullen de nieuwe beleidsregels en de nieuwe<br />

<strong>visie</strong> over de toekomst van onze stad bekend worden gemaakt door het college<br />

van Rotterdam. Binnen deze <strong>visie</strong> komt de rol van de burgers centraal te staan.<br />

Hun kracht en talent zal worden ingezet om de stad te versterken. Daardoor zal de<br />

rol van zowel burgers, de overheid als het maatschappelijk middenveld veranderen.<br />

Het is dus voor deze partijen van belang om opnieuw te kijken <strong>naar</strong> de Rotterdamse<br />

samenleving en hun rol daarin.<br />

Het Platform Buitenlanders Rijnmond (<strong>PBR</strong>) heeft de handschoen opgepakt<br />

en heeft PricewaterhouseCoopers (PwC) gevraagd een analyse te maken van de<br />

maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en waar we als stad voor staan. Uit interviews met<br />

Rotterdamse partners uit het bedrijfsleven, het onderwijs, de wetenschap, het<br />

maatschappelijk middenveld en burgers zelf, zijn de belangrijkste <strong>uitdaging</strong>en<br />

gedestilleerd. Ook is er gekeken <strong>naar</strong> de rollen die verschillende partners hebben<br />

bij de aanpak van deze <strong>uitdaging</strong>en.<br />

In deze publicatie vindt u de resultaten van dit onderzoek.<br />

Het <strong>PBR</strong> wil hiermee een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie<br />

rondom de <strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam en aangeven hoe we daar mee om kunnen<br />

gaan. Het is belangrijk om even een pas op de plaats te maken en te bepalen of<br />

we op de goede weg zijn, of we bereiken wat we willen en of de juiste partners<br />

betrokken zijn bij het oplossen van de Rotterdamse vraagstukken.<br />

<strong>PBR</strong> april 2011<br />

Samenvatting<br />

Deze publicatie richt zich op maatschappelijke vraagstukken in Rotterdam en biedt<br />

oplossingsrichtingen voor kern<strong>uitdaging</strong>en in de stad. Mede gelet op de roerige<br />

economische tijden en de toenemende bezuinigingen is het goed om scherp inzicht<br />

te krijgen in de belangrijke Rotterdamse maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en. In het kader<br />

van deze publicatie is daarom met verschillende Rotterdammers/sleutelfiguren<br />

gesproken. Het gaat om personen die onder andere werkzaam zijn in de<br />

wetenschap, het onderwijs, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld.<br />

Er is ook bewust gesproken met ‘gewone Rotterdammers’. Met vaders, moeders<br />

en jongeren. Dit ook om vooral vanuit de praktijk te horen wat er leeft in de stad.<br />

De verschillende gesprekken hebben geleid tot een totaalbeeld dat beschreven<br />

is in deze publicatie. De publicatie dient vooral te worden beschouwd als een<br />

discussiestuk dat aangrijpingspunten biedt voor oplossingsrichtingen van<br />

specifieke Rotterdamse vraagstukken. De verschillende Rotterdamse organisaties<br />

en instellingen kunnen op basis hiervan met elkaar het gesprek aangaan<br />

en desgewenst gezamenlijk optrekken om de <strong>uitdaging</strong>en aan te pakken.<br />

Door de gemeente Rotterdam zijn reeds keuzes gemaakt in het kader van<br />

de bezuinigingen. De gemeente heeft haar ambities voor de toekomst in 2011<br />

bijgesteld en beoogt haar toekomst<strong>visie</strong> tot 2030 gefaseerd te realiseren.<br />

De gemeente richt zich op korte termijn op het creëren van kansen voor<br />

bewoners en het versterken van de economische vitaliteit van de stad.<br />

Kosten voor inburgeringcursussen worden niet meer vergoed en<br />

taallesvoorzieningen worden verminderd. Voor een groot aantal maatschappelijke<br />

organisaties zal de subsidiekraan dicht worden gedraaid, veel voorzieningen<br />

voor bewoners worden stopgezet. De gemeente Rotterdam roept bewoners en<br />

maatschappelijke organisaties op om meer eigen verantwoordelijkheid te nemen<br />

en op eigen benen te gaan staan.<br />

<strong>PBR</strong> heeft deze handschoen opgepakt en heeft een bijdrage willen leveren aan het<br />

maatschappelijk debat om scherp te krijgen wat nu de komende jaren belangrijke<br />

sociaal maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en zijn voor de stad. In opdracht van <strong>PBR</strong> heeft<br />

PwC in beeld gebracht waar maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en liggen die de nodige<br />

aandacht behoeven. Om inzicht te krijgen in de praktijk zijn zoals eerder beschreven<br />

gesprekken gevoerd met diverse Rotterdammers. In totaal is met 50 personen (deels<br />

ook in groepsbijeenkomsten) gesproken om een beeld te krijgen van de zorgen,<br />

behoeften, onzekerheden en oplossingsrichtingen van deze Rotterdammers.<br />

5


6<br />

Op basis van de gesprekken is inzicht verkregen in een grote hoeveelheid<br />

vraagstukken. Deze vraagstukken zijn in deze publicatie teruggebracht <strong>naar</strong><br />

5 hoofdthema’s op het gebied van:<br />

• Opvoeding & Onderwijs<br />

• Jongeren<br />

• Arbeidsmarkt<br />

• Integratie & Participatie<br />

• Rotterdam als woonstad.<br />

Per maatschappelijk vraagstuk zijn diverse kern<strong>uitdaging</strong>en en kernoplossingen<br />

benoemd, die in het overzicht op de volgende pagina zijn opgenomen.<br />

De kernvraagstukken kunnen niet enkel door één partij worden opgelost. Het is van<br />

belang dat diverse partijen hierin met elkaar samenwerken. Dit vraagt van partijen,<br />

zoals de gemeente, bewoners, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties<br />

dat zij meer dan voorheen, over hun eigen schaduw heen moeten stappen en elkaar<br />

de hand moeten reiken. De wijze waarop de verschillende partijen vanuit hun eigen<br />

rol een bijdrage kunnen leveren, komt in deze publicatie eveneens aan bod.<br />

Wat centraal staat in deze publicatie is dat Rotterdam veel potentie heeft,<br />

vooral omdat het een jonge stad is. Deze potentie moet en kan in de toekomst<br />

nog effectiever worden benut. Het vakmanschap vanuit het verleden biedt een<br />

stevige basis. Rotterdammers hebben een ‘werkersmentaliteit’ en daar kan men<br />

trots op zijn. Naast vakmanschap en de potentie van de haven, is er ook veel<br />

ondernemerschap bij de jonge generatie (allochtone) Rotterdammers. Kortom,<br />

Rotterdam heeft een rijke historie en zou van haar kenmerk haar handelsmerk<br />

moeten maken.<br />

Maatschappelijk<br />

vraagstuk<br />

Opvoeding &<br />

Onderwijs<br />

Veel jongeren met<br />

probleemgedrag<br />

en weinig<br />

toekomstperspectief<br />

Veel jongeren met<br />

probleemgedrag<br />

en weinig<br />

toekomstperspectief<br />

Mismatch op de<br />

arbeidsmarkt<br />

Integratie &<br />

Participatie<br />

Rotterdam als<br />

aantrekkelijke<br />

woonstad?<br />

Kern<strong>uitdaging</strong> Kernoplossing Mogelijke acties<br />

1. (Taal)achterstand<br />

2. Beperkte<br />

ouderbetrokkenheid<br />

3. Aansluiting primair<br />

onderwijs, voortgezet<br />

onderwijs, beroepsonderwijs,<br />

arbeidsmarkt<br />

1. Te veel korte termijn<br />

denken en weinig<br />

toekomstperspectief<br />

2. Weinig focus op talentvolle<br />

jongeren<br />

3. Jonge generatie heeft<br />

moeite om met geld om te<br />

gaan<br />

1. Mismatch onderwijs –<br />

arbeidsmarkt<br />

2. Rotterdamse arbeiders<br />

die niet mee kunnen met de<br />

ontwikkelingen in de stad<br />

3. Ondernemerschap wordt<br />

onvoldoende gestimuleerd<br />

1. Zich niet welkom en<br />

geaccepteerd voelen<br />

2. Individualisering en<br />

verharding<br />

3. Vereenzaming en relatief<br />

geïsoleerde positie van<br />

allochtone vrouwen<br />

1. Behouden en aantrekken<br />

van hoogopgeleiden<br />

2. Werken in Rotterdam, maar<br />

er niet wonen<br />

3. Centrum als belangrijke<br />

focus, maar de stad heeft<br />

meer te bieden<br />

1. Taalachterstand<br />

beperken door intensieve<br />

betrokkenheid ouders<br />

2. Kwetsbare gezinnen<br />

ondersteunen bij opvoeding<br />

en wegwijs maken over<br />

mogelijke toekomstperspectieven<br />

voor hun kinderen<br />

3. Gemixte scholen<br />

(financieel) prikkelen<br />

1. Meer focus op de toekomst<br />

en het individu in het<br />

onderwijs<br />

2. Minder bureaucratie voor<br />

talentvolle jongeren die<br />

ondernemend willen zijn in<br />

Rotterdam<br />

3. Stimuleren van<br />

nevenactiviteiten d.m.v. extra<br />

studiepunten en voorlichting<br />

over omgaan met geld<br />

1. Rotterdamse pool<br />

creëren van ondernemers<br />

en vakmensen die les gaan<br />

geven<br />

2. Nieuwkomers een<br />

Rotterdamse welkomststage<br />

laten lopen<br />

3. Buddy systeem voor<br />

ondernemers onderling<br />

1. Buddysysteem op<br />

gezinsniveau ‘wederzijdse<br />

inburgering’<br />

2. Voorbij de dialoog, tijd<br />

voor actie: maatschappelijke<br />

organisaties als verbindende<br />

factor en ambtenaren het<br />

veld in<br />

3. Kwetsbare groepen mee<br />

(laten) doen<br />

1. Nog meer levensfase<br />

bewust wijken inrichten<br />

2. Rotterdams Arbeids<br />

Incentive: medewerkers<br />

binden aan de stad<br />

3. Benutten van de Maas<br />

Organiseren van een<br />

strategische sessie om<br />

verkokering binnen onderwijs<br />

en opvoeding tegen te gaan.<br />

Bundeling krachten scholen,<br />

ouders en ondersteuners<br />

Carrièremogelijkheden<br />

en toekomstperspectief<br />

ingebed in het onderwijs,<br />

nog stevigere koppeling,<br />

onderwijs, arbeidsmarkt<br />

en evt. maatschappelijke<br />

organisaties als ‘linking pin’<br />

Opstellen van een convenant<br />

van het Rotterdamse<br />

bedrijfsleven,<br />

maatschappelijke<br />

organisaties,<br />

onderwijsinstellingen<br />

en de gemeente om<br />

specifieke jongeren<br />

toekomstperspectief en<br />

vooral begeleiding op de<br />

arbeidsmarkt te bieden<br />

Opzetten grootschalig<br />

project ‘Niemand buiten de<br />

boot’ door maatschappelijke<br />

organisaties,<br />

welzijnsinstellingen en<br />

bewoners<br />

Rotterdams Arbeids Incentive<br />

om werknemers te stimuleren<br />

in Rotterdam te gaan wonen.<br />

7


Platform Buitenlanders Rijnmond<br />

Het Platform Buitenlanders Rijnmond (<strong>PBR</strong>) is al 30 jaar dé koepelorganisatie voor<br />

migrantenzelforganisaties in Rotterdam. De <strong>visie</strong> op de multiculturele samenleving<br />

vormt de basis van het werk van het <strong>PBR</strong>. Het <strong>PBR</strong> beschouwt de multiculturele<br />

samenleving als een dynamische samenleving waarin bewoners van verschillende<br />

culturele, religieuze en etnische achtergronden allen in gelijke mate de kans krijgen<br />

hun mogelijkheden te benutten en in staat zijn zowel aan de maatschappij bij te<br />

dragen als van die maatschappij te ontvangen. Het evenwicht tussen rechten en<br />

plichten, ongeacht etnische achtergrond, beschouwt het <strong>PBR</strong> nadrukkelijk als basis<br />

van het burgerschap. De diversiteit van Rotterdam wordt door het <strong>PBR</strong> gezien als<br />

een kracht. Het <strong>PBR</strong> is zelf als organisatie sterk geworden vanuit haar diversiteit en<br />

haar achterban straalt deze kracht uit.<br />

Het <strong>PBR</strong> draagt bij aan de verbetering van de maatschappelijke positie van<br />

allochtonen in Rotterdam door migrantenorganisaties actief te ondersteunen<br />

bij het bevorderen van de participatie van hun achterban en door activiteiten<br />

te ondernemen die organisatievorming, participatie en stadsburgerschap van<br />

allochtonen op alle terreinen van de Rotterdamse samenleving ten goede komen.<br />

Met de ondersteuning van zelforganisaties versterkt het <strong>PBR</strong> het zelfoplossend<br />

vermogen van de Rotterdamse inwoners door de zelforganisaties die zich vooral<br />

gebiedsgericht inzetten te versterken. Deze organisatie versterken vervolgens het<br />

stadsburgerschap en de participatie van hun achterban.<br />

Het <strong>PBR</strong> ontwikkelt en voert projecten uit die stadsburgerschap<br />

en binding in de stad bevorderen<br />

Het <strong>PBR</strong> werkt frontlijngericht en vraaggestuurd. De projecten richten zich op<br />

mensen als burgers van deze stad, als opvoeders, als medeverantwoordelijken, als<br />

rolmodellen, als mentoren en als stadsburgers. De projecten worden gebiedsgericht<br />

uitgevoerd, vooral in wijken die laag scoren op de sociale index, en in samenspraak<br />

met de wijkorganisaties en deelgemeenten. Als een sociaal makelaar brengt het<br />

<strong>PBR</strong> verschillende partijen bij elkaar om gezamenlijk een vitale coalitie te vormen<br />

om zwakkere groepen in de samenleving te versterken. Een voorbeeld is het project<br />

‘Ontmoet en Doe Goed’, waarin <strong>PBR</strong> samen met zelforganisaties en zorginstellingen<br />

de participatie van allochtone vrouwen na hun inburgeringtraject probeert te<br />

verankeren. Met haar werk richt het <strong>PBR</strong> zich op het vergroten van de capaciteiten<br />

van de inwoners van Rotterdam. De projecten richten zich dan vooral op educatie,<br />

participatie, WMO, opvoeding, emancipatie, bewustwording en stadsburgerschap.<br />

Naast deze activiteiten, houdt het <strong>PBR</strong> zich bezig met belangenbehartiging en<br />

beleidsbeïnvloeding. Deze signaleringsfunctie van het <strong>PBR</strong> is gericht op diverse<br />

maatschappelijke thema’s, die voor migranten van belang zijn. Daar waar het<br />

<strong>PBR</strong> signalen opvangt over bijvoorbeeld knelpunten en negatieve beeldvorming,<br />

probeert het <strong>PBR</strong> het beleid en de samenleving te beïnvloeden ten gunste van een<br />

leefbare en sociale multiculturele samenleving.<br />

Het <strong>PBR</strong> heeft contacten met meer dan 70 migrantenorganisaties van meer dan<br />

30 etniciteiten in bijna alle deelgemeenten van Rotterdam. <strong>Van</strong>uit de contacten<br />

die en het vertrouwen dat over de afgelopen jaren zijn opgebouwd met deze<br />

organisaties is een sterke band ontstaan met de verschillende gemeenschappen<br />

in de stad. <strong>Van</strong>uit haar diversiteit is het <strong>PBR</strong> in staat om de binding tussen de<br />

diverse gemeenschappen in Rotterdam te versterken. Zowel in het verleden als<br />

tegenwoordig organiseert het <strong>PBR</strong> verschillende dialogen op zowel stedelijk als<br />

deelgemeentelijk niveau.<br />

8 9


10<br />

1. Achtergrond & Aanleiding<br />

1.1. Bezuinigingen en meer eigen verantwoordelijkheid<br />

Nederland staat aan de vooravond van grootschalige bezuinigingen.<br />

In de Miljoenennota 2011 zijn de kabinetsplannen bekend gemaakt waarin<br />

tot 2015 €18 miljard bezuinigd dient te worden. De Nederlandse overheid<br />

staat voor de <strong>uitdaging</strong> om in 2011 al €1,8 miljard te bezuinigen 1 . Dit heeft<br />

grote gevolgen voor de wijze waarop landelijk met overheidsgelden wordt<br />

omgegaan en de beleidskeuzes die op nationaal en lokaal niveau worden<br />

gemaakt. Om de samenleving nu, maar ook in de toekomst, houdbaar<br />

te maken, kiest het nieuwe kabinet ervoor om zich te beperken tot de<br />

kerntaken. Er wordt gesneden in taken en subsidies. Daarnaast wordt de<br />

bestuurlijke druk verminderd door te komen tot een heldere verdeling van<br />

verantwoordelijkheden en bevoegdheden 2 . In het regeerakkoord staan<br />

gelijke kansen voor alle burgers centraal, maar van alle burgers wordt ook<br />

een bijdrage aan de samenleving verwacht. Zo worden migranten in het<br />

kader van een betere integratie geacht om zelf een financiële bijdrage te<br />

leveren aan hun inburgering en wordt iedereen geacht om <strong>naar</strong> vermogen te<br />

participeren in de samenleving. Ook de gemeente Rotterdam zal vanaf 2011<br />

fors gaan bezuinigen.<br />

De gemeente komt voor een dubbele opgave te staan. Enerzijds zal als gevolg<br />

van de economische recessie en vermindering van de rijksbijdrage, €224,8 miljoen<br />

bezuinigd moeten worden tot 2014 3 . Een groot deel van dit bedrag zal gerealiseerd<br />

worden door te snijden op het ambtelijk apparaat (€ 72 miljoen en 1000<br />

ambtenaren minder). Het resterende bedrag zal onder andere gerealiseerd moeten<br />

worden door te bezuinigen op subsidies. De gemeente Rotterdam heeft diverse<br />

instellingen, verenigingen, stichtingen en organisaties tegen het licht gehouden en<br />

heeft besloten dat een groot deel van deze organisaties op eigen kracht moeten<br />

opereren. De focus van de gemeente Rotterdam zal komen te liggen op het leveren<br />

van een bijdrage aan de oplossing van de grootste problemen waarvoor ook de<br />

gemeente (mede)verantwoordelijk is 4 . Anderzijds wil Rotterdam dat bewoners<br />

zoveel mogelijk op eigen kracht meedoen aan de samenleving door actief te zijn<br />

en zichzelf te ontwikkelen. De gemeente Rotterdam wil daarvoor investeren in<br />

talent en actieve bewoners faciliteren.<br />

Door de landelijke en lokale bezuinigingen komen maatschappelijke organisaties<br />

voor nieuwe <strong>uitdaging</strong>en te staan en moeten ook zij zich bezinnen op hun<br />

toekomstige rol. Dit geldt ook voor Rotterdamse maatschappelijke instellingen,<br />

die een bijdrage moeten gaan leveren aan de focus van de gemeente om<br />

oplossingen te vinden voor de grootste problemen in de stad. Eén van deze<br />

maatschappelijke organisaties, Platform Buitenlanders Rijnmond (<strong>PBR</strong>), heeft het<br />

initiatief genomen om een analyse te maken van de belangrijkste maatschappelijke<br />

<strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam rondom vraagstukken als integratie, burgerschap<br />

en participatie. In deze tijden van bezuinigingen is het belangrijk om de<br />

maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en op een effectieve manier op te lossen. De overheid<br />

kan maatschappelijke problemen niet alleen oplossen, maar heeft hiervoor<br />

verschillende (lokale) partners nodig. Een goede onderlinge samenwerking tussen<br />

overheid, maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en de burger is hiervoor<br />

cruciaal. <strong>PBR</strong> heeft PwC gevraagd om in beeld te brengen wat volgens diverse<br />

partijen uit de Rotterdamse samenleving de belangrijkste maatschappelijke<br />

<strong>uitdaging</strong>en zijn in Rotterdam. Een beter zicht op de <strong>uitdaging</strong>en moet ertoe<br />

bijdragen dat de diverse partijen samen op zoek gaan <strong>naar</strong> oplossingen waarbij<br />

zij de krachten bundelen om een gezamenlijke ambitie te formuleren. Voor het in<br />

beeld brengen van maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en zijn gesprekken gevoerd met<br />

sleutelfiguren uit het onderwijs, bedrijfsleven, wetenschap, het maatschappelijk<br />

middenveld, maar vooral ook gesprekken met gewone Rotterdammers van jong<br />

tot oud, van vaders tot moeders en van autochtoon tot allochtoon.<br />

11


12<br />

Aan de diverse geïnterviewden is gevraagd wat vanuit hun beleving de meest<br />

urgente Rotterdamse vraagstukken zijn, welke rol de desbetreffende partijen zelf<br />

kunnen vervullen en hoe andere partners daar een bijdrage aan kunnen leveren.<br />

In sommige gevallen komen de vraagstukken overeen met het beeld dat wij<br />

terugzien in de beleidsdocumenten van de gemeente Rotterdam. In andere<br />

gevallen worden net iets andere accenten gelegd.<br />

In de resterende hoofdstukken wordt stil gestaan bij de ambities van de gemeente<br />

Rotterdam voor de stad (hoofdstuk 2), de beelden en ervaringen uit de praktijk<br />

gebaseerd op de gesprekken met verschillende sleutelfiguren/Rotterdammers in<br />

de stad (hoofdstuk 3) en de verschillende rollen van de Rotterdamse partners om<br />

een bijdrage te leveren aan Rotterdam (hoofdstuk 4). Hoofdstuk 5 eindigt met een<br />

slotbeschouwing.<br />

1 Samenvatting Miljoenennota 2011, op weg <strong>naar</strong> financieel herstel, Ministerie van Financiën (21.09.2010), p. 2.<br />

2 Vrijheid en Verantwoordelijkheid, Regeerakkoord VVD-CDA (07.10.2010), p. 3.<br />

3 Rotterdam Begroting 2011, gemeente Rotterdam (oktober 2010), p. 7.<br />

4 Vrijheid en Verantwoordelijkheid, Regeerakkoord VVD-CDA (07.10.2010), p. 7.<br />

13


14<br />

2. Rotterdamse ambities<br />

2.1. Toekomstperspectief tot 2030<br />

De gemeente Rotterdam heeft ambities voor de toekomst van Rotterdam<br />

tot 2030 geformuleerd in diverse beleidsdocumenten (Sociale Strategie,<br />

Stads<strong>visie</strong> 2030, Economische Visie en Meerjarenprogramma Veilig). De<br />

gemeente Rotterdam ziet zichzelf in 2030 als: “een schone, kleurrijke<br />

havenstad aan de monding van de Maas. De stad met haar herkenbare<br />

skyline ademt een handelsgeest en heeft een open en internationaal<br />

karakter. Er wonen en werken meer dan 600.000 mensen van meer dan 170<br />

nationaliteiten. Al deze Rotterdammers hebben volop contact met elkaar<br />

– via hun relaties met familie, collega’s en klanten – ook met de rest van de<br />

wereld […] 5 .”<br />

In het integrale toekomstperspectief voor 2030 is Rotterdam een sociale<br />

stad in stijging, duurzaam, vitaal en internationaal 6 . Rotterdam als een<br />

stad in stijging is een jonge, dynamische, veelkleurige stad vol variatie; een<br />

broedplaats van talent, een studentenstad. Rotterdam is een stad van en<br />

voor de mensen, Rotterdammers doen mee en horen erbij. Rotterdam biedt<br />

volop mogelijkheden aan bewoners om zichzelf te ontwikkelen en daarvan<br />

maken zij op eigen kracht en met steun van anderen gebruik.<br />

Om een duurzame, vitale stad te zijn, is Rotterdam in 2030 een leefbare, veilige,<br />

schone en gezonde stad. Voor mensen van verschillende inkomensgroepen<br />

en diverse gezinssamenstellingen is er een passend woonmilieu en is er een hoog<br />

voorzieningen niveau. Als internationale stad zoekt Rotterdam verbinding<br />

en samenwerking met omliggende grote steden als Amsterdam en Den Haag.<br />

<strong>Van</strong>uit de internationale handelsrol levert de mainport Rotterdam met de aan de<br />

haven gerelateerde logistieke en industriële bedrijvigheid een specifieke bijdrage<br />

aan de nationale economie.<br />

2.2. Focus door bezuinigingen<br />

Door de bezuinigingen zullen bovenstaande ambities gefaseerd gerealiseerd<br />

worden en zal er nog meer een focus moeten worden aangebracht 7 . De gemeente<br />

Rotterdam erkent dat er op dit moment nog sprake is van een hoge instroom van<br />

mensen met een laag inkomen en een laag opleidingsniveau, terwijl er sprake is<br />

van een hoge uitstroom van sociaal economische stijgers. Er is geen goede balans<br />

tussen instroom, doorstroom en uitstroom, waardoor de liftfunctie van Rotterdam<br />

en economische kansen niet voldoende kunnen worden benut. Daarom wil de<br />

gemeente Rotterdam op korte termijn de liftfunctie versnellen via het creëren van<br />

een passende kansenstructuur en het versterken van de economische vitaliteit van<br />

de stad. Prioriteit zal worden gegeven aan de gebieden Binnenstad, Stadshavens en<br />

(delen van) Zuid. Er zal worden gestopt met een groot aantal grote projecten om het<br />

hoofd te kunnen bieden aan de economische bezuinigingen.<br />

Op alle beleidsvelden vinden accentverschuivingen plaats, onder andere op<br />

de beleidsvelden cultuur & sport, veiligheid, onderwijs en participatie en zaken<br />

die vanuit de Wmo worden gefinancierd. Op het gebied van maatschappelijke<br />

participatie zullen diverse instellingen in het kader van stadsburgerschap minder<br />

subsidies ontvangen, terwijl burgers en vrijwilligers meer aan zet komen om zich<br />

actief in te zetten voor aandachtsvelden als discriminatie, emancipatie,<br />

homo-emancipatie en diversiteit. Er zal niet worden geïnvesteerd in kleine<br />

initiatieven, maar in grote initiatieven die impact hebben op en beeldbepalend zijn<br />

voor de stad Rotterdam. Daarnaast zullen kosten voor inburgering vanaf 2012 niet<br />

meer worden vergoed en zullen taalkennisvoorzieningen worden verminderd.<br />

Op het gebied van onderwijs zijn er relevante veranderingen in het terugdringen<br />

van het aantal ouderconsulenten. Er zal blijvend geïnvesteerd worden in het<br />

realiseren van twee vakscholen (Rotterdams Offensief). Dit zijn enkele voorbeelden<br />

van accentverschuivingen en bezuinigingstaken in Rotterdam.<br />

5 Stads<strong>visie</strong> Rotterdam, samenvatting ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, gemeente Rotterdam (januari 2008).<br />

6 Bijlage 1: Ambitie Rotterdam 2030 en Toekomstperspectief, bijlage bij agendapost Uitvoeringsstrategie Stads<strong>visie</strong>,<br />

gemeente Rotterdam (8 december 2009), p.2.<br />

7 Rotterdam Begroting 2011, gemeente Rotterdam (oktober 2010), p. 19.<br />

15


16<br />

3. Analyse maatschappelijke<br />

<strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam<br />

3.1. Kenmerken Rotterdam<br />

De gemeente Rotterdam heeft op 1 januari 2011 ruim 611.000 inwoners,<br />

verspreid over 14 deelgemeenten. De stad wordt gekenmerkt door de<br />

jonge bevolkingsopbouw (24% van de bevolking is jonger dan 24 jaar<br />

oud) en de multiculturele achtergrond van haar inwoners (37% is<br />

niet-westerse allochtoon, in totaal is 48% allochtoon) 8 . Het merendeel<br />

van de bevolking heeft een laag opleidingsniveau.<br />

Rotterdam is van oudsher een stad van vaklieden en mensen die in de<br />

haven werken. In het verleden kwamen mensen vanuit Limburg, Brabant<br />

en Zeeland <strong>naar</strong> Rotterdam om zich te vestigen om in de haven te gaan<br />

werken. Later kwamen Chinezen en Grieken <strong>naar</strong> Rotterdam en daarna<br />

de rest van de huidige allochtonen. In de jaren ’80 werd Rotterdam<br />

gekenmerkt door veel drugsoverlast. Er waren veel drugsverslaafden<br />

en daklozen. Veiligheid was in die tijd een groot probleem, mede door<br />

een relatief beperkt aantal politiemensen. Omstreeks 2002 zijn steeds<br />

meer welvarende mensen in Rotterdam komen wonen. In diezelfde<br />

periode is onder invloed van Pim Fortuyn en Leefbaar Rotterdam de<br />

roep <strong>naar</strong> een veiligheid en leefbaarheid toegenomen.<br />

In de loop der tijd is de veiligheid in de stad aanzienlijk verbeterd en de politieke<br />

aandacht is verlegd <strong>naar</strong> de fysieke ontwikkeling van de stad. De laatste 2 decennia<br />

is Rotterdam steeds meer van een arbeidersstad veranderd in een ‘cultuurstad’.<br />

Sinds 2002 is sprake van een verharding en bepaalde ‘tweedeling’ in de<br />

Nederlandse samenleving. Dit geldt ook voor Rotterdam. Aan de ene kant<br />

bevinden zich burgers die minder tevreden zijn met de zogenoemde ‘multiculturele<br />

samenleving’, en mede in het verlengde daarvan ook een voorkeur uitspreken voor<br />

hardere straffen en ook minder tolerant zijn ten opzichte van migranten en moslims.<br />

Er is een verharding die duidelijk zichtbaar is in de samenleving. Anderzijds zijn er<br />

mensen die geloven in de kracht van meer diversiteit in de samenleving. Vrijheid en<br />

verdraagzaamheid voor iedereen is het adagium van deze groep mensen. De uitslag<br />

van de Provinciale Statenverkiezingen op 2 maart 2011 laten een soortgelijk beeld<br />

zien waarbij de aanhang van de PVV (Geert Wilders) in de regio Rijnmond vanuit<br />

0 zetels is gestegen (16,4%) 9 . Vergeleken met Amsterdam, een gemeente met een<br />

soortgelijke bevolkingssamenstelling, heeft in Amsterdam 8,4% van de bewoners<br />

op de PVV gestemd 10 .<br />

In het kader van deze verkennende studie zijn er diverse interviews geweest.<br />

Op basis van de gevoerde interviews is een aantal belangrijke maatschappelijke<br />

<strong>uitdaging</strong>en gedistilleerd. Zo kenmerkt Rotterdam zich door een aanzienlijk aantal<br />

probleemcumulatiegebieden met veel achterstand en meervoudige problemen bij<br />

bewoners. Door de hoge concentratie van sociaal zwakkere wijken (Vogelaarwijken)<br />

groeien kinderen van jongs af aan op in kwetsbare gebieden.<br />

De welzijnsvoorzieningen lijken veel bewoners met problemen niet te bereiken.<br />

Door economische, sociale en culturele achterstand raakt een deel van de bewoners<br />

geïsoleerd. Een groot aantal bewoners is nauwelijks betrokken bij de stad. Ook veel<br />

ouders zijn nog onvoldoende betrokken bij de opleiding en vrije tijdbesteding van<br />

hun kinderen. Er is tevens nog steeds sprake van onevenredig veel (taal)achterstand<br />

onder een deel van de allochtone bevolking (zowel 1e als 2e generatie).<br />

De <strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam staan niet op zichzelf en zijn min of meer met elkaar<br />

verbonden. In het boek ‘Rotterdam Vakmanstad/Skillcity 2007-2009, Woorden als<br />

daden’ van Henk Oosterling wordt gereflecteerd op de Rotterdamse samenleving<br />

en het nemen en geven van verantwoordelijkheid. Aan het boek ligt de<br />

pijlerstructuur ten grondslag waarin vier pijlers voor integrale gebiedsontwikkeling<br />

als samenlevingsopbouw (fysiek, economie, sociaal en cultuur) kunnen worden<br />

onderscheiden. Vraagstukken en problemen zijn niet eendimensionaal van<br />

aard, maar intrinsiek met elkaar verbonden. Het blijft daarom van belang om de<br />

verschillende maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en in de oplossingensfeer zoveel mogelijk<br />

met elkaar te verbinden. In de volgende paragraaf zullen wij vanuit verschillende<br />

invalshoeken stilstaan bij de belangrijkste <strong>uitdaging</strong>en voor Rotterdam.<br />

17


3.2. Maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en Rotterdam<br />

In deze paragraaf zetten wij de maatschappelijke vraagstukken uiteen die steeds<br />

terugkeerden in de gesprekken met de diverse gesprekspartners. Per thema zullen<br />

wij steeds ingaan op het volgende:<br />

• Drie belangrijkste kern<strong>uitdaging</strong>en<br />

• Drie belangrijkste oplossingsrichtingen.<br />

3.2.1. Opvoeding & Onderwijs<br />

Vraagstukken rondom Opvoeding & Onderwijs worden door alle partijen unaniem<br />

onderkend. Bewoners, ouders onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven maken zich<br />

zorgen over de ontwikkelingen rondom opvoeding en onderwijs in Rotterdam.<br />

De drie belangrijkste <strong>uitdaging</strong>en die op dit gebied terugkeren, zijn:<br />

1. (Taal)achterstand<br />

2. Beperkte ouderbetrokkenheid<br />

3. Aansluiting primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs,<br />

arbeidsmarkt<br />

(Taal)achterstand<br />

Taalachterstand is gerelateerd aan diverse factoren, die in de volgende alinea’s<br />

worden behandeld. In het Rotterdamse onderwijs heeft een groot deel van de<br />

kinderen een achterstand. Ongeveer 50% van de Rotterdamse schoolkinderen is<br />

van allochtone afkomst en een aanzienlijk deel van deze kinderen/jongeren heeft<br />

een achterstand in taal, rekenen en soms ook een sociaal-culturele achterstand.<br />

Deze achterstanden worden voor een groot deel veroorzaakt door het lage<br />

opleidingsniveau van de ouders, de taalachterstand van de ouders en de financiële<br />

achterstand van het gezin. Omdat ouders de taal niet machtig zijn en/of zelf een<br />

laag opleidingsniveau hebben, kunnen zij vaak zelf geen gesprekken voeren<br />

met leerkrachten en hun kinderen onvoldoende ondersteunen bij onder andere<br />

huiswerk. De vooropleiding van de ouders is doorgaans bepalend voor de toekomst<br />

van kinderen.<br />

Het komt in Rotterdam nog te vaak voor dat kinderen tussen 0-4 jaar geen<br />

Nederlands spreken, omdat de moedertaal thuis anders is. Ondanks het feit dat<br />

er inmiddels al 2e soms 3e generatie allochtonen in Nederland wonen, komt door<br />

steeds nieuwe migratiestromen één van de ouders nog regelmatig rechtstreeks uit<br />

het land van herkomst en is die persoon de Nederlandse taal niet machtig. Dit geldt<br />

echter niet voor alle migrantengezinnen. Er zijn genoeg migrantengezinnen waar<br />

thuis naast een vreemde taal ook Nederlands wordt gesproken.<br />

Desondanks blijft de woordenschat van deze kinderen achter bij die van autochtone<br />

kinderen omdat in de thuissituatie niet alle Nederlandse uitdrukkingen en woorden<br />

dagelijks worden gebruikt.<br />

Omdat de beheersing van de Nederlandse taal vaak niet op orde is, is ook weinig<br />

oog voor de potentiële toegevoegde waarde van het beheersen van een extra<br />

taal. De meertaligheid van kinderen wordt daarom door de samenleving niet per<br />

definitie gezien als een toegevoegde waarde, maar eerder als een belemmering.<br />

Er zou naast aandacht voor taal ook aandacht moeten zijn voor de ‘kwaliteiten’<br />

die de kinderen in huis hebben. Dat dit in de praktijk lastig is, moge duidelijk<br />

zijn. Door de fundamentele tekortkomingen in de taalbeheersing krijgen<br />

migrantenkinderen vaak een laag advies wanneer zij van het basisonderwijs moeten<br />

doorstromen <strong>naar</strong> het voortgezet onderwijs. Dit staat vaak los van de intelligentie<br />

van de kinderen. Voor de kinderen en ouders werkt dit dikwijls demotiverend,<br />

omdat er een spanningsveld ontstaat tussen de verwachtingspatronen van ouders<br />

en die van leerkrachten.<br />

De taalachterstand wordt niet alleen beïnvloed door de taal van de ouders, maar<br />

ook door de taal die jongeren in de vrije tijd op straat spreken met vrienden of<br />

wanneer zij sms’en of ping-berichten versturen met hun BlackBerry. Kinderen lijken<br />

niet meer het onderscheid te kunnen maken in wat ‘goed’ Nederlands is en wat<br />

‘sms’ taal is, vooral wanneer zij door hun ouders niet gecorrigeerd (kunnen) worden.<br />

Het feit dat Rotterdam een hoge concentratie heeft van achterstandswijken met<br />

‘zwarte’ scholen, belemmert contacten met autochtone kinderen. Dit houdt de<br />

taalachterstand in stand.<br />

Beperkte ouderbetrokkenheid<br />

Het vertrouwen tussen ouders en de school blijkt over en weer onvoldoende te zijn.<br />

Scholen klagen over het feit dat de ouderbetrokkenheid met name van allochtone<br />

ouders laag is. De ouders weten vaak niet waar de kinderen op school mee bezig<br />

zijn, ondersteunen de kinderen onvoldoende bij het maken van huiswerk en komen<br />

nauwelijks opdagen tijdens ouderavonden. Aan de andere kant geven ouders aan<br />

dat zij door scholen onvoldoende geïnformeerd worden over de voortgang en/of de<br />

problemen van hun kinderen (veel ouders weten niet hoe zij hun kinderen moeten<br />

helpen).<br />

Andere factoren die bijdragen aan lage ouderbetrokkenheid zijn de volgende.<br />

Ouders voelen zich door de scholen niet altijd serieus genomen. Daarnaast zijn<br />

ouders om verschillenden redenen teleurgesteld in scholen onder andere omdat<br />

het niveau van hun kinderen volgens hen opzettelijk laag wordt gehouden<br />

(door te lage verwachtingspatronen).<br />

18 19


Een deel van de ouders is tevens niet tevreden met het niveau van de leerkrachten<br />

en het feit dat kinderen hun (huis)werk zelf mogen beoordelen. Allochtone ouders<br />

geven aan uit een cultuur te komen waarin de wil van de docent wet is, zij hebben<br />

daardoor moeite om de discussie aan te gaan met docenten, terwijl ze wel het<br />

gevoel hebben dat de docent niet goed handelt (bijvoorbeeld door een te laag<br />

advies te geven). Men geeft aan dat allochtone ouders nog te veel respect hebben<br />

voor docenten, waardoor zij in vergelijking met autochtone ouders, de discussie<br />

niet aangaan met docenten als zij het oneens zijn met docenten. Allochtone ouders<br />

raken soms gefrustreerd en minder betrokken, omdat zij het gevoel hebben niet<br />

serieus genomen te worden.<br />

Aansluiting primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs,<br />

arbeidsmarkt<br />

Zoals bij de <strong>uitdaging</strong> rondom taalachterstand al is aangegeven, begint de<br />

taalachterstand al op jonge leeftijd in het basisonderwijs. Deze achterstand is<br />

door scholen nauwelijks meer weg te werken. In het onderwijs wordt doorgaans<br />

aandacht besteed aan het wegwerken van taalachterstand door het geven van<br />

extra begeleiding, maar dit blijkt niet altijd voldoende te zijn. De beoordeling die<br />

migrantenkinderen na het primaire onderwijs ontvangen, is mede afhankelijk van<br />

hun taalniveau. Meer dan de helft van de allochtone kinderen in Rotterdam krijgt<br />

mede door het lage taalniveau een vmbo-advies.<br />

De uitval van leerlingen in het voortgezet onderwijs (vooral vmbo) is hoog<br />

en uit zich in spijbelen, verzuim en voortijdig schoolverlaten. Een grote groep<br />

leerlingen heeft extra ondersteuning en aandacht nodig door de vele problemen<br />

die zij hebben. Docenten hebben echter onvoldoende tijd om die aanvullende<br />

begeleiding te kunnen geven. Bovendien is het ook niet hun primaire rol/expertise.<br />

Het vmbo kan in Rotterdam deze problemen niet alleen oplossen en heeft behoefte<br />

aan een betere aansluiting tussen basisonderwijs, vmbo en mbo. In het bijzonder<br />

gaat het vooral om de vangnetten die in het primair onderwijs bestaan.<br />

Voorts blijkt dat het niveau van de vmbo-leerlingen niet altijd goed aansluit bij<br />

de behoefte van de arbeidsmarkt en het mbo. In Rotterdam is vraag <strong>naar</strong> goede<br />

vakmensen. De geïnterviewden geven aan dat het huidige onderwijssysteem<br />

leerlingen onvoldoende opleidt tot een vak. Het huidige systeem voorziet in het<br />

leren van basisvaardigheden, vakmanschap blijft echter onderbelicht en sluit niet<br />

goed aan bij de wensen op de arbeidsmarkt. Een positieve ontwikkeling in het<br />

voortgezet onderwijs is dat er steeds meer leerlingen van allochtone afkomst zijn<br />

die een havo of vwo diplom halen. Ook het aandeel allochtonen dat op het hbo<br />

of aan de universiteit studeert neemt toe. Desondanks blijkt een deel van deze<br />

leerlingen eveneens een (taal)achterstand heeft.<br />

Tot slot is een maatschappelijke <strong>uitdaging</strong> is dat de studiekeuze van jongeren op<br />

het mbo niet aansluit bij de vraag op de arbeidsmarkt. De Rotterdamse<br />

kernsectoren zijn logistiek (haven), zorg en techniek. Deze sectoren blijken bij met<br />

name allochtone jongeren niet populair te zijn. De sectoren worden door ouders<br />

en jongeren geassocieerd met fysiek zwaar werk, niet wetende dat er<br />

technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die het werk verlichten.<br />

Drie belangrijkste oplossingsrichtingen opvoeding & onderwijs<br />

Voor de drie kern<strong>uitdaging</strong>en die wij hebben genoemd, kunnen de volgende<br />

kernoplossingen worden aangedragen:<br />

1. Taalachterstand beperken door intensieve betrokkenheid ouders<br />

2. Kwetsbare gezinnen ondersteunen bij opvoeding en wegwijs maken in<br />

mogelijke toekomstperspectieven voor hun kinderen<br />

3. Gemixte scholen (financieel) prikkelen<br />

Taalachterstand beperken door intensieve betrokkenheid ouders<br />

De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het wegwerken van taalachterstand,<br />

zowel bij leerlingen als bij hun ouders. Helaas blijkt dat dit niet voldoende effect<br />

heeft en dat er nog steeds sprake is van een grote achterstand onder leerlingen.<br />

Om de taalachterstand, schooluitval en andere problemen aan te pakken, is het<br />

van belang dat ouders zich meer verantwoordelijk voelen voor de toekomst van<br />

hun kinderen en daardoor meer betrokken worden bij het onderwijs van hun<br />

kinderen. Scholen moeten ouders consequenter en frequenter voorlichten over<br />

wat er gebeurt en welke problemen er concreet zijn. Inzicht in de consequenties<br />

van de achterstand, moet er bij de ouders toe leiden dat zij beter de schoolcarrière<br />

van hun kinderen gaan volgen. Het initiëren van ‘taalcontracten’ tussen ouders,<br />

school en leerlingen moet vastleggen dat meertalige ouders een x-aantal uren<br />

thuis Nederlands spreken met hun kinderen en dat er concrete afspraken worden<br />

gemaakt met de ouders om met hun kinderen <strong>naar</strong> de bibliotheek te gaan.<br />

Aan de kant van de school worden ouders meer gestimuleerd door docenten door<br />

hen te wijzen op goede leesboeken en hen waar nodig te begeleiden. Begeleiding<br />

en ondersteuning kan ook komen van maatschappelijke organisaties, die<br />

bijvoorbeeld ouders kunnen stimuleren om bijvoorbeeld in een grotere groep <strong>naar</strong><br />

de bibliotheek te gaan. Om de drie maanden wordt het contract geëvalueerd om te<br />

bezien of het kind op het niveau van de taal nog op schema ligt en of de school, de<br />

ouders en het kind zich aan de afspraken houden. Dit is een illustratief voorbeeld<br />

van hoe scholen op een urgentere wijze met ouders het gesprek aan moeten gaan<br />

over de taalachterstand en dat ouders ook gecommitteerd worden aan afspraken<br />

die gemaakt zijn.<br />

20 21


Kwetsbare gezinnen ondersteunen bij opvoeding en wegwijs maken in mogelijke<br />

toekomstperspectieven voor hun kinderen<br />

Gezinnen die moeite hebben met het opvoeden van hun kinderen,<br />

moeten daarvoor ondersteuning krijgen door een opvoedingsconsulent.<br />

Deze opvoedingsconsulent / bemiddelaar levert een bijdrage om de relatie<br />

en communicatie tussen ouders, school, en kinderen te verbeteren. Daarnaast<br />

kunnen maatschappelijke organisaties moeilijk te bereiken ouders in contact<br />

brengen met scholen en hen helpen bij het op gang zetten van ouderparticipatie.<br />

Voor ouders met oudere kinderen is het belangrijk dat zij door docenten en<br />

het bedrijfsleven worden voorgelicht over de arbeidsmarkt en uiteenlopende<br />

studiemogelijkheden en de bijbehorende mogelijkheden op de arbeidsmarkt.<br />

Met name allochtone ouders hebben hier weinig inzicht in. Maatschappelijke<br />

organisaties kunnen daarbij een verbindende rol spelen en partijen bij elkaar<br />

brengen.<br />

Voor toekomstige docenten is het belangrijk dat op de pabo meer aandacht komt<br />

voor ouderbetrokkenheid en het omgaan met allochtone kinderen. Op die manier<br />

kunnen deze toekomstige docenten de kloof tussen ouders en scholen en tussen<br />

docenten en leerlingen makkelijker overbruggen. Het werven van meer allochtone<br />

docenten zal er toe bij kunnen dragen dat de drempel tussen docenten<br />

en allochtone ouders verminderd wordt.<br />

Gemixte scholen (financieel) prikkelen<br />

Scholen die diversiteit en meertaligheid stimuleren, zouden daarvoor moeten<br />

worden beloond, in tegenstelling tot ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen. In de afgelopen<br />

jaren zijn in Rotterdam verschillende initiatieven geweest om meer gemixte<br />

scholen te creëren en zwarte scholen tegen te gaan. Een belangrijk deel van de<br />

geïnterviewden geeft echter aan dat er stevigere (financiële) prikkels moeten<br />

komen om gemixte scholen te realiseren.<br />

3.2.2. Veel jongeren met probleemgedrag en weinig<br />

toekomstperspectief<br />

Rotterdam beschikt over een groot aantal jongeren. Het hebben van jonge<br />

bewoners biedt enorm veel kansen. Tegelijkertijd zijn er nog aanzienlijke<br />

<strong>uitdaging</strong>en rondom jongeren. Wij onderscheiden de volgende kern<strong>uitdaging</strong>en:<br />

1. Te veel korte termijn denken en weinig toekomstperspectief<br />

2. Weinig focus op talentvolle jongeren<br />

3. Moeilijkheden met betrekking tot het omgaan met geld<br />

Te veel korte termijn denken en weinig toekomstperspectief<br />

In Rotterdam zijn relatief veel hangjongeren, tienermoeders en voortijdige<br />

schoolverlaters. Door de waan van alledag waarbij geld, aanzien en een sociaal<br />

netwerk centraal staan, richt een grote groep jongeren zich niet op het verbeteren<br />

van de eigen toekomst. Het volgen van onderwijs lijkt minder belangrijk te zijn<br />

en is voor een deel van de jongeren een probleem van latere zorg. De korte<br />

termijngerichtheid en het verwerven van materiële zaken staat bij hen centraal<br />

en het ontbreekt nog te vaak aan lange termijndenken. Ook ontbreekt het in het<br />

verlengde hiervan aan voldoende zichtbare rolmodellen die kunnen laten zien dat<br />

er volop kansen zijn en dat je die moet pakken om zelf aan je toekomst te werken.<br />

Zichtbaar moet zijn dat dit (op de lange termijn) ook daadwerkelijk tot succes kan<br />

leiden. <strong>Van</strong> belang is ook dat meer gebruik wordt gemaakt van rolmodellen (die<br />

dichtbij de jongeren staan) en bijvoorbeeld succesvol hun mbo-,hbo,-of<br />

wo-opleiding hebben afgerond en aansprekende carrières hebben gemaakt.<br />

Weinig focus op talentvolle jongeren<br />

Er is veel talent en ondernemerschap onder (allochtone) jongeren in Rotterdam,<br />

maar de focus ligt vooral op probleem- en hangjongeren. Jongeren zonder<br />

problemen zijn vanzelfsprekend minder zichtbaar, maar worden om die reden ook<br />

minder gefaciliteerd en begeleid, terwijl zij juist een extra steuntje in de rug nodig<br />

hebben om niet af te glijden <strong>naar</strong> het verkeerde pad. Jongeren die betrokken zijn<br />

bij de stad Rotterdam willen een actieve bijdrage leveren maar weten niet hoe. Het<br />

is voor hen een <strong>uitdaging</strong> om hun weg te vinden in de wereld van de ‘subsidies<br />

en initiatieven’. De jongeren vinden dat de gemeente hun initiatieven meer zou<br />

moeten ondersteunen. Voor talentvolle jongeren is het van belang dat zij meer<br />

ondersteund en uitgedaagd worden om over hun toekomst na te denken, eventueel<br />

ook in relatie tot de stad. Het zijn immers deze talentvolle jongeren die voor de stad<br />

behouden moeten worden.<br />

Moeilijkheden met betrekking tot het omgaan met geld<br />

Andere <strong>uitdaging</strong>en die door jongeren zelf worden aangekaart, is dat<br />

leeftijdsgenoten vaak niet weten hoe zij met geld moeten omgaan. In de<br />

gesprekken met jongeren wordt aangegeven dat een deel van de allochtone<br />

kinderen opgroeit met dure merkkleding en dure gadgets. Ouders kunnen zich<br />

dit soort zaken permitteren zolang de kinderen nog jong zijn. Maar <strong>naar</strong>mate de<br />

kinderen ouder worden, wordt het voor ouders met een laag inkomen lastig om in<br />

de (aangeleerde) behoefte te voorzien. Voor de inmiddels jeugdige kinderen blijft<br />

echter de behoefte om erbij te horen en mooie dure kleding/telefoons etc.<br />

te hebben, bestaan. Dit creëert spanningen. Jongeren gaan andere mogelijkheden<br />

verkennen om aan geld te komen (soms legaal via studiefinanciering, of illegaal<br />

door de criminaliteit in te gaan). <strong>Van</strong> hun ouders krijgen zij niet altijd goed mee hoe<br />

verantwoord met geld om te gaan.<br />

22 23


Sommige ouders hebben zelf geldproblemen en zijn om die reden niet<br />

de aangewezen personen om hun kinderen in het omgaan met geld te<br />

begeleiden. Gezinnen zouden ook in het verlengde van de eerder beschreven<br />

opvoedondersteuning ook op dit vlak begeleiding moeten krijgen.<br />

Drie belangrijkste oplossingsrichtingen veel jongeren met probleemgedrag en<br />

weinig toekomstperspectief<br />

De volgende drie oplossingsrichtingen worden gezien voor de jongeren:<br />

1. Meer focus op de toekomst en het individu in het onderwijs<br />

2. Minder bureaucratie voor talentvolle jongeren die ondernemend willen zijn<br />

in Rotterdam<br />

3. Stimuleren van nevenactiviteiten door middel van extra studiepunten en<br />

voorlichting over omgaan met geld<br />

Meer focus op de toekomst en het individu in het onderwijs<br />

De school is bij uitstek de plek waar jongeren getraind moeten worden om<br />

over hun toekomst na te denken en hoe zij zich als individu in de samenleving<br />

moeten ontwikkelen. Er zijn in het onderwijs vakken als maatschappijleer en<br />

levensbeschouwing waarin <strong>naar</strong> de samenleving als geheel wordt gekeken.<br />

Er wordt echter nog te weinig stilgestaan bij wat de desbetreffende leerling met zijn<br />

of haar leven wil. Het inrichten van lesuren waarin niet alleen de leerstof, maar ook<br />

de leerling meer centraal staat, moet ertoe leiden dat jongeren zich in een vroeg<br />

stadium bewust worden van de keuzes die zij zelf kunnen maken en hoe zij zelf hun<br />

toekomst zien en kunnen bepalen. Daarnaast moeten dergelijke vakken stimuleren<br />

dat jongeren zich bewust worden van hun rol en bijdrage aan de samenleving.<br />

Voorlichting over mogelijke opleidingen en kansrijke beroepen in Rotterdam<br />

(bijvoorbeeld in de haven of de zorg) kan jongeren helpen om de juiste (kansrijke)<br />

keuzes te maken. Ook na schooltijd zou er meer aandacht besteed moeten worden<br />

aan de ontwikkeling van jongeren. Maatschappelijke organisaties hebben de<br />

belangrijke taak om jongeren daarin te begeleiden en voorlichting te geven.<br />

Het aanbieden van korte workshops solliciteren, personal branding moet<br />

jongeren helpen om zichzelf te ontwikkelen en hun talenten te benutten.<br />

Minder bureaucratie voor talentvolle jongeren die ondernemend willen zijn in<br />

Rotterdam<br />

Talentvolle jongeren worden nu nog onvoldoende gestimuleerd en weten de weg<br />

vaak niet goed te vinden. De overheid, het bedrijfsleven, culturele instellingen<br />

en maatschappelijke organisaties hebben de belangrijke taak om deze jongeren<br />

te stimuleren en aan zich te binden. Overbodige bureaucratie bij initiatieven<br />

die van jongeren komen, moet worden opgeheven. Jongeren die een eigen<br />

onderneming willen opzetten of vrijwilligerswerk willen doen, moeten bij één<br />

centraal punt terecht kunnen met al hun vragen. Het bedrijfsleven zou vervolgens<br />

meer open moeten staan om dit soort talentvolle jongeren te begeleiden, zodat<br />

zij in de toekomst van waarde kunnen zijn voor de Rotterdamse arbeidsmarkt.<br />

Maatschappelijke organisaties zouden initiatieven van jongeren niet als<br />

concurrerend moeten beschouwen, maar jongeren juist daarin moeten stimuleren<br />

door het bieden van huisvesting en begeleiding. Op die manier komen<br />

de organisaties ook met een nieuwe doelgroep in aanraking.<br />

Om te voorkomen dat de probleemjongeren verder afglijden, is het van belang dat<br />

zij een positieve positie krijgen in hun wijk of buurt. Hangjongeren zouden meer<br />

moeten worden ingezet als straatcoaches en meer ondersteuning moeten krijgen<br />

om hun scholing af te ronden.<br />

Stimuleren van nevenactiviteiten door middel van extra studiepunten en<br />

voorlichting over omgaan met geld<br />

Voor jonge kinderen worden buitenschoolse activiteiten georganiseerd, dit zou ook<br />

meer moeten gebeuren voor jongeren op de middelbare school. Leerlingen zouden<br />

voor het bijwonen van buitenschoolse activiteiten extra studiepunten kunnen<br />

krijgen. <strong>Van</strong>af mbo-niveau zouden nevenactiviteiten verplicht gesteld moeten<br />

worden om studiepunten te behalen. Daarbij kan gedacht worden aan het doen<br />

van vrijwilligerswerk of het vervullen van een bestuursfunctie bij een stichting/<br />

vereniging. Dit creëert ook meer betrokkenheid bij de stad. Ouders moeten hun<br />

kinderen daarnaast meer stimuleren om al op jongere leeftijd een bijbaantje te<br />

zoeken. Op deze manier zullen zij beter om leren gaan met geld en zal er ook eerder<br />

een ‘werkdiscipline’ worden aangeleerd. <strong>Van</strong>uit maatschappelijke organisaties en<br />

het onderwijs is het wenselijk dat voorlichting wordt gegeven over het omgaan met<br />

geld. Ook moeten maatschappelijke organisaties jongeren de mogelijkheid bieden<br />

om een bestuursfunctie te vervullen, vrijwilligerswerk te doen of een rol te vervullen<br />

in een commissie.<br />

3.2.3. Mismatch arbeidsmarkt<br />

Op het gebied van de arbeidsmarkt zijn er diverse <strong>uitdaging</strong>en in Rotterdam,<br />

de drie belangrijkste zijn:<br />

1. Mismatch onderwijs – arbeidsmarkt<br />

2. Arbeiders die niet mee kunnen komen met de ontwikkelingen in de stad<br />

3. Ondernemerschap wordt onvoldoende gestimuleerd<br />

24 25


Mismatch onderwijs - arbeidsmarkt<br />

In de economische <strong>visie</strong> 2020 voor Rotterdam zijn de volgende drie kernsectoren 11<br />

aangewezen voor de stad:<br />

• Het haven- en industriecomplex (HIC);<br />

• De creatieve industrie;<br />

• Het medische- en zorgcluster.<br />

In de paragraaf over opvoeding en onderwijs is reeds opgemerkt dat de kwaliteit<br />

van de studenten die een vmbo- of mbo-opleiding doen, niet aansluit bij de<br />

behoefte van de arbeidsmarkt. Zelfs een afgestudeerde mbo’er op niveau 4 lijkt<br />

onvoldoende te functioneren in een professionele organisatie. Daarnaast kiezen<br />

onvoldoende studenten voor de kernsectoren, waarin in Rotterdam de meeste<br />

werkgelegenheid is. De Rotterdamse arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door<br />

laagopgeleiden, maar deze zijn geen vakspecialisten. Het onderwijs voorziet nu nog<br />

niet in de behoefte om studenten op te leiden tot vakmensen. Daarnaast willen veel<br />

ouders niet dat hun kinderen voor bepaalde beroepen kiezen, omdat zij daar in het<br />

verleden zelf erg zwaar werk hebben moeten doen (met arbeidsongeschiktheid als<br />

resultaat).<br />

Het bedrijfsleven in Rotterdam vreest dat door de mismatch tussen onderwijs<br />

en arbeidsmarkt en de toenemende vergrijzing in de stad er onvoldoende<br />

gebruik gemaakt kan worden van het potentieel van jonge mensen die hun<br />

beroepsopleiding hebben afgerond. Door de mismatch zullen vele van deze<br />

jongeren alsnog langs de kant komen te staan en zullen er vakmensen van buiten<br />

de stad moeten worden geworven. Op een hoger opleidingsniveau voldoet het<br />

niveau weliswaar, maar trekken veel afgestuurde hbo’ers en wo’ers uit Rotterdam<br />

weg, omdat zij de stad geen aantrekkelijke woon- en/of leefstad vinden.<br />

De voorkeur gaat bijvoorbeeld uit <strong>naar</strong> Amsterdam (bedrijfsleven Zuidas)<br />

of Den Haag (ministeries).<br />

Arbeiders die niet mee kunnen komen met de ontwikkelingen in de stad<br />

Rotterdam ontwikkelt zich steeds meer van arbeidersstad <strong>naar</strong> cultuurstad.<br />

De stad wil meer hoogopgeleiden en ‘middenklasse inkomens’ aantrekken.<br />

Opvallend is volgens enkele geïnterviewden dat Rotterdam zich steeds wil<br />

vergelijken met andere grote steden in de strijd om de kenniseconomie en de<br />

laagopgeleiden onvoldoende waardeert. Datgene wat onderscheidend is voor<br />

Rotterdam, vakmanschap, wordt onvoldoende benut. Desalniettemin geldt<br />

dat de laagopgeleide studenten niet voldoende ‘vaklieden’ zijn en de huidige<br />

laagopgeleide werknemers (en werklozen) onvoldoende mee kunnen komen met<br />

de technologische ontwikkelingen in de haven en het feit dat Rotterdam steeds<br />

meer bezig is om zich te ontwikkelen tot een creatieve stad.<br />

Een andere <strong>uitdaging</strong> is dat veel nieuwkomers nog onvoldoende de Nederlandse<br />

taal beheersen. Zij hebben de basiskennis van de Nederlandse taal, maar dit blijkt<br />

bij sollicitatiegesprekken onvoldoende te zijn. Veel nieuwkomers hebben in het land<br />

van herkomst al diploma’s, maar komen desondanks niet aan de bak.<br />

Dit is frustrerend voor deze groep.<br />

Ondernemerschap wordt onvoldoende gestimuleerd<br />

Ondernemerschap onder allochtonen is alom bekend. Er zijn veel allochtonen die<br />

een eigen bedrijf opzetten. De beweegredenen voor allochtonen om een eigen<br />

onderneming te beginnen variëren: van een specialistische dienst kunnen leveren<br />

tot geen baan kunnen vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Het gemeentelijke<br />

beleid in Rotterdam lijkt dit eigen initiatief echter onvoldoende te stimuleren.<br />

Rotterdamse ondernemers hebben meer behoefte aan economie als speerpunt<br />

voor de stad en in het verlengde daarvan aandacht voor meer veiligheid en sociale<br />

aspecten, dan andersom. Op diverse plekken in de stad is er sprake van veel<br />

leegstand, vooral kleine ondernemers hebben het in deze economische recessie<br />

zwaar. Voor ondernemers is het van belang dat de winkelstrips en winkelgebieden<br />

worden gerevitaliseerd.<br />

Drie belangrijkste oplossingsrichtingen mismatch arbeidsmarkt<br />

Om de mismatch op de arbeidsmarkt te voorkomen, zijn de volgende<br />

oplossingsrichtingen denkbaar:<br />

1. Rotterdamse pool creëren van ondernemers en vakmensen die les gaan geven<br />

2. Nieuwkomers een Rotterdamse welkomststage laten lopen<br />

3. Buddysysteem voor ondernemers onderling<br />

Rotterdamse pool creëren van ondernemers en vakmensen die les gaan geven<br />

Om het onderwijs en de arbeidsmarkt beter op elkaar aan te laten sluiten, is het aan<br />

te bevelen om een Rotterdamse pool te creëren van ‘professionals’. In deze pool zijn<br />

ondernemers en vakmensen uit Rotterdam vertegenwoordigd die les gaan geven<br />

op met name mbo en hbo scholen in Rotterdam. Deze professionals kunnen tijdens<br />

de lessen exact uitleggen wat men in de praktijk nodig heeft om als vakman aan de<br />

slag te gaan. Ook kunnen zij vanuit hun praktijkervaring aangeven welke opleiding<br />

kansrijk is in Rotterdam en waar veel vraag <strong>naar</strong> is.<br />

Het lesgeven zou vanuit een maatschappelijke betrokkenheid van de bedrijven<br />

en instellingen in Rotterdam gefinancierd moeten worden (lees: gratis werknemers<br />

vrij maken om 1 uur in de week les te geven). Het is daarnaast van belang dat<br />

meer bedrijven in de stad studenten een stageplek of een bijbaantje aanbieden,<br />

waardoor de studenten werkervaring kunnen opdoen.<br />

26 27


Nu wordt er nog te vaak met de vinger <strong>naar</strong> het onderwijs gewezen, maar het<br />

bedrijfsleven moet ook meer verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst<br />

van de stad. Kortom het bedrijfsleven zal hier ook haar maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid in moeten nemen. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een<br />

overeenkomst tussen de ROC’s/hbo-instellingen en het bedrijfsleven waarin een<br />

Rotterdamse Pool voor Professionals wordt opgetuigd: voor 1 jaar 1 uur per week<br />

voor 500 professionals. Na 1 jaar kan dit geëvalueerd worden.<br />

Nieuwkomers een Rotterdamse welkomststage laten lopen<br />

Specifiek voor nieuw- en oudkomers die de Nederlandse taal onvoldoende<br />

beheersen, moet in organisaties tijd vrij worden gemaakt om hen een stageplek<br />

aan te bieden. De nieuwkomers krijgen dan geen salaris, eventueel een vergoeding,<br />

maar kunnen op deze manier werkervaring opdoen en de ‘vaktaal’, die ze nu nog<br />

onvoldoende beheersen, leren. Dat betekent voor het Rotterdamse bedrijfsleven<br />

dat het open zal moeten staan voor mensen die de taal niet voldoende goed<br />

spreken, maar wel praktijkervaring kunnen gaan opdoen. De nieuwkomers en<br />

oudkomers moeten niet worden gezien als een last, maar als een toegevoegde<br />

waarde voor het bedrijf op lange termijn (mede in het kader van de uitstroom<br />

van personeel, bijvoorbeeld in de haven). Bij de werving van stagiaires kunnen<br />

maatschappelijke organisaties ondersteunen, ook bij de aanvullende begeleiding<br />

van de stagiaires.<br />

Buddysysteem voor ondernemers onderling<br />

In deze slechte economische tijden is het belangrijk dat kleine ondernemers extra<br />

steun en begeleiding krijgen. Deze steun moet niet alleen van de overheid komen,<br />

maar ook vanuit het bedrijfsleven zelf. Er kan gedacht worden aan een buddy<br />

systeem waarin diverse ondernemers zich aan elkaar verbinden en elkaar helpen om<br />

de eigen situatie te verbeteren. In overleg met diverse ondernemersverenigingen,<br />

de KvK, EDBR en de gemeente zou hier nader over van gedachte kunnen worden<br />

gewisseld. Een dergelijk buddy systeem zou ook voor het maatschappelijke<br />

middenveld geïntroduceerd kunnen worden, waarbij maatschappelijke organisaties,<br />

welzijnsinstellingen etc. onderling van elkaar leren en ervaringen uitwisselen.<br />

3.2.4. Integratie & Participatie<br />

Een andere belangrijke maatschappelijke <strong>uitdaging</strong> voor Rotterdam zijn de<br />

vraagstukken op het gebied van integratie en participatie. Rotterdam wordt onder<br />

andere gekenmerkt door een hoge concentratie van allochtone bewoners en<br />

duizenden illegale bewoners. De kern<strong>uitdaging</strong>en voor Rotterdam zijn:<br />

1. Zich niet welkom en geaccepteerd voelen<br />

2. Individualisering en verharding<br />

3. Vereenzaming en relatief geïsoleerde positie van allochtone vrouwen<br />

Zich niet welkom & geaccepteerd voelen<br />

Integratie en participatie van allochtonen is een ‘hot item’. De Nederlandse<br />

samenleving is veranderd van ‘tolerant en gastvrij’ <strong>naar</strong> een samenleving waarin de<br />

‘multiculturele samenleving is mislukt’ en er hardere straffen moeten komen. Het<br />

huidige politieke klimaat waarin tegenstellingen tussen groepen worden benadrukt,<br />

belemmert integratie. De RMO heeft hierover diverse publicaties uitgebracht waarin<br />

aandacht wordt besteed aan polarisatie en radicalisering in de samenleving 12 .<br />

Veel migranten voelen zich niet meer thuis en geaccepteerd in Nederland, dit geldt<br />

voor een grote groep niet-westerse allochtonen en nieuwe groepen zoals de<br />

Oost-Europeanen (Polen, Bulgaren, etc.). Met name hoogopgeleide migranten<br />

vertrekken uit Nederland om zich elders te vestigen. Voorkomen zou moeten<br />

worden dat een negatief migratiebeleid gevoerd wordt, waardoor talent vertrekt.<br />

Tijdens de interviews met bewoners kwam <strong>naar</strong> voren dat ook mensen met een<br />

islamitische achtergrond en daarbij vooral vrouwen die een hoofddoek dragen,<br />

zich niet altijd welkom voelen in Nederland en in Rotterdam. Zij hebben het gevoel<br />

dat zij beperkt worden in het belijden/uitoefenen van hun geloof.<br />

Diverse geïnterviewden geven aan dat een aanzienlijk deel van de allochtonen in<br />

Rotterdam zijn of haar weg gevonden heeft. Maar als specifiek gekeken wordt <strong>naar</strong><br />

de contacten tussen autochtonen en allochtonen blijkt nog steeds dat met name bij<br />

de oudere generaties de contacten beperkt, vluchtig en oppervlakkig zijn.<br />

Individualisering en verharding<br />

Rotterdam wordt door de geïnterviewden ervaren als een stad waarin men sociale<br />

samenhang en ondersteuning mist. Bewoners leven langs elkaar heen en een ieder<br />

is op zichzelf aangewezen. Allochtone bewoners ervaren Rotterdam als een stad<br />

waarin een ik-cultuur heerst, iedereen individualistisch is en er geen onderlinge<br />

band is. De bewoners die wij hebben gesproken komen doorgaans uit een<br />

collectivistische cultuur waarbij er sprake is van sociale controle door buren, ouders,<br />

familieleden en de gemeenschap waartoe men behoort. In Nederland ontbreekt<br />

deze collectivistische cultuur en is men op zichzelf aangewezen.<br />

De laatste jaren is er steeds meer sprake van intolerantie en een ‘tweedeling’ in de<br />

samenleving, zoals in §3.1 is beschreven. Het verschil tussen ‘links’ en ‘rechts’ wordt<br />

steeds groter met een duidelijke tendens van een groot deel van de Rotterdammers<br />

dat ‘rechtse’ standpunten aanhangt. Verschillen tussen autochtonen en allochtonen<br />

worden uitvergroot wat tot verharding en polarisatie leidt. Er is in sommige gevallen<br />

steeds meer sprake van een ‘wij-zij’ gevoel, waardoor het zoeken <strong>naar</strong> hetgeen dat<br />

men bindt minder vanzelfsprekend is geworden. Allochtonen zien zichzelf vaak<br />

negatief afgeschilderd in de media 13 . Geïnterviewden geven aan dat er nauwelijks<br />

positief nieuws is over allochtonen dat de media haalt.<br />

28 29


De stigmatiserende sfeer leidt ertoe dat er onder een bepaalde groep allochtonen<br />

steeds meer een anti-Nederlandse houding ontstaat, met name onder jongeren.<br />

Ook tussen migranten is er sprake van tegenstellingen en groepen die nauwelijks<br />

met elkaar omgaan. Het gebeurt nog te vaak dat allochtonen te veel over één kam<br />

worden geschoren.<br />

Een andere groep die lijdt onder de verharding, is die van de illegalen.<br />

Het klimaat bevordert niet dat illegalen hulp gaan zoeken voor hun problemen.<br />

Bij maatschappelijke organisaties en religieuze instellingen zijn deze groepen wel in<br />

beeld, maar de aangekondigde veranderende wetgeving, waarbij het hulp bieden<br />

aan illegalen strafbaar wordt gemaakt, werkt hulpverlening aan deze groepen<br />

tegen.<br />

Vereenzaming en relatief geïsoleerde positie van allochtone vrouwen<br />

Een andere <strong>uitdaging</strong> in Rotterdam is dat bepaalde culturen veelal naast elkaar<br />

leven en niet met elkaar. Rotterdam is een grote stad, waarin het makkelijk is om<br />

je af te sluiten en in je eigen vertrouwde cirkel van bekende mensen te blijven.<br />

Een steeds grotere groep Rotterdammers leeft in een sociaal isolement door<br />

ouderdom. Het feit dat men geen familie heeft of de taal niet spreekt versterkt het<br />

isolement. De kans om depressief te raken stijgt hierdoor aanzienlijk. Met name veel<br />

allochtone vrouwen hebben moeite om hun weg te vinden in Rotterdam, vooral als<br />

ze jarenlang thuis hebben gezeten en hierdoor in een sociaal isolement raken.<br />

De eerder genoemde taalbarrière weerhoudt hen om deel te nemen aan het sociale<br />

leven in Rotterdam. Deze vrouwen weten vaak ook niet bij welke instanties zij voor<br />

hulp terecht kunnen. Moeders die graag een opleiding willen volgen, hebben<br />

vaak het gevoel dat zij van het kastje <strong>naar</strong> de muur worden gestuurd. Allochtone<br />

vrouwen met wie gesproken is, geven aan dat zij (degenen die op eigen kracht<br />

de weg <strong>naar</strong> het onderwijs hebben gevonden) niet altijd door docenten worden<br />

gemotiveerd. Zij worden eerder gedemotiveerd over de kansen die zij op de<br />

arbeidsmarkt zullen hebben. Men geeft aan dat allochtone vrouwen die psychische/<br />

depressieve klachten hebben, ook de weg <strong>naar</strong> hulpverlening moeizaam vinden.<br />

Drie belangrijkste oplossingsrichtingen<br />

1. Buddysysteem op gezinsniveau: ‘wederzijdse inburgering’<br />

2. Voorbij de dialoog, tijd voor actie: maatschappelijke organisaties als<br />

verbindende factor en ambtenaren het veld in<br />

3. Kwetsbaren groepen mee (laten) doen<br />

Buddysysteem op gezinsniveau: ‘wederzijdse inburgering’<br />

Onder allochtone bewoners is er behoefte aan meer sociale cohesie en sociale<br />

contacten met autochtone bewoners.<br />

Het onderlinge contact lijkt niet vanzelfsprekend te ontstaan door naast elkaar<br />

te wonen of op dezelfde plek te werken. Door bewoners is voorgesteld om te<br />

experimenteren met gezinnen die elkaar ondersteunen (en elkaar helpen om<br />

te integreren in de veranderende Rotterdamse samenleving). Je zou kunnen<br />

denken aan buddysysteem op gezinsniveau. Door het contact tussen autochtone<br />

en allochtone gezinnen raken zij bekend met elkaars achtergrond. Ook de<br />

positie van de vrouw in het gezin wordt hiermee minder geïsoleerd. Er kunnen<br />

experimenten worden bedacht die na bijvoorbeeld drie maanden worden<br />

geëvalueerd. Maatschappelijke (migranten)organisaties zouden hier op wijkniveau<br />

een intermediaire rol in kunnen vervullen. Het gaat hier in principe om wederzijdse<br />

inburgeringactiviteiten in de praktijk. Autochtone en allochtone gezinnen komen<br />

met elkaar in aanraking en maken elkaar wegwijs in de veranderende<br />

Rotterdamse samenleving.<br />

Voorbij de dialoog, tijd voor actie: maatschappelijke organisaties als<br />

verbindende factor en ambtenaren het veld in<br />

Tussen 2007 en 2009 zijn in Rotterdam diverse dialoogsessies gehouden met<br />

ruim 15.000 inwoners om met elkaar in gesprek te komen en te stimuleren dat<br />

Rotterdammers meer binding met en betrokkenheid bij elkaar en de stad voelen 14 .<br />

Daarbij is een groot aantal onderwerpen aan de orde gekomen, die ook in deze<br />

publicatie zijn aangestipt. Wat wij echter als advies meegeven is dat de stad<br />

voorbij de dialoog moet komen. Het is niet voldoende om alleen met elkaar in<br />

gesprek te gaan. Veel belangrijker is om met elkaar dingen te doen en problemen<br />

aan te pakken. Daarbij moeten bewoners meer initiatief tonen en hun eigen<br />

verantwoordelijkheid nemen, maar is het ook van belang dat maatschappelijke<br />

organisaties een andere positie innemen. Maatschappelijke organisaties,<br />

welzijnsinstellingen en religieuze instellingen bereiken een grote groep<br />

bewoners die de overheid doorgaans niet kan bereiken. De diverse partijen in<br />

het maatschappelijk middenveld moeten meer samenwerken om bewoners<br />

met elkaar te verbinden en met elkaar in contact te brengen. Gezamenlijk<br />

zouden de partijen afspraken moeten maken om individualisering en verharding<br />

aan te pakken. Niet door het onderwerp te bespreken, maar door iets aan het<br />

onderwerp te doen. Zo kan ter illustratie worden gedacht aan een bijeenkomst<br />

waarbij ‘linkse’ en ‘rechtse’ Rotterdamse jongeren met elkaar in contact worden<br />

gebracht doordat zij uitgenodigd worden om <strong>naar</strong> een interessante film te kijken<br />

of <strong>naar</strong> een inspirerende spreker te luisteren. Daarvoor is het van belang dat het<br />

maatschappelijk middenveld zich nog beter verdiept in wat er bij de achterban<br />

leeft en speelt om deze te kunnen bereiken door aansprekende bijeenkomsten<br />

te organiseren.<br />

30 31


Bewoners hebben ook aangekaart dat gemeenteambtenaren te veel achter<br />

hun bureau blijven zitten en dat zij vaak niet <strong>naar</strong> initiatieven en activiteiten van<br />

bewoners komen kijken en daardoor onvoldoende zicht hebben op de praktijk van<br />

hun beleid. Er worden allerlei subsidies verstrekt, maar er is niet altijd even goed<br />

zicht op wie nu exact wat doet, en wat de specifieke toegevoegde waarde is van de<br />

ene maatschappelijke instelling ten opzichte van de ander. Bewoners geven aan dat<br />

zij soms de indruk hebben dat de verkeerde instanties de middelen krijgen en dat zij<br />

als bewoners daar vaak ook niets van merken.<br />

Kwetsbare groepen mee (laten) doen<br />

Om vereenzaming en sociaal isolement te voorkomen, is het van belang dat<br />

bewoners, maatschappelijke organisaties en andere instellingen nog meer gebruik<br />

maken van hun voelsprieten in de samenleving om signalen op te pikken van<br />

kwetsbare groepen. Maatschappelijke organisaties moeten zich daarbij meer<br />

gaan focussen op hun sociale rol. Het bieden van een luisterend oor, het mogelijk<br />

maken om een kopje koffie te drinken zijn al kleine voorbeelden die mensen<br />

uit het isolement kunnen halen. In feite doen maatschappelijke organisaties en<br />

religieuze instellingen dit al, maar vooral met mensen die de weg <strong>naar</strong> hen weten<br />

te vinden. Mensen die de weg niet weten te vinden, worden door maatschappelijke<br />

organisaties niet voldoende bereikt. Dit vraagt een actieve en open houding<br />

<strong>naar</strong> groepen die nog niet goed in beeld zijn. Aansluiting zoeken bij<br />

WMO-voorzieningen, biedt daarvoor een goede ingang. WMO-loketten waar<br />

bewoners nu terecht kunnen met hulpvragen moeten nog meer worden benut<br />

om andere problemen als vereenzaming in beeld te brengen en op te lossen.<br />

De loketten dienen daarbij meer een doorverwijsfunctie te hebben <strong>naar</strong><br />

maatschappelijke organisaties en vice versa.<br />

3.2.5. Rotterdam als aantrekkelijke woonstad?<br />

Rotterdam wordt door velen gezien als een belangrijke handelsstad, maar niet per<br />

definitie als een aantrekkelijke woonstad. Kern<strong>uitdaging</strong>en voor Rotterdam zijn:<br />

1. Behouden en aantrekken van hoogopgeleiden<br />

2. Werken in Rotterdam, maar er niet wonen<br />

3. Centrum als belangrijke focus, maar de stad heeft meer te bieden<br />

Behouden en aantrekken van hoogopgeleiden<br />

De gemeente Rotterdam probeert bovenmodale inkomens <strong>naar</strong> de stad te trekken<br />

om in Rotterdam te gaan wonen. In de praktijk blijkt dit niet altijd even gemakkelijk<br />

te gaan. De stad heeft nog relatief veel ‘probleemwijken’. Deze wijken trekken<br />

mensen aan (bijvoorbeeld uit de MOE-landen) die bepaalde wijken in de stad nog<br />

minder aantrekkelijk maken. Daarmee de stad als geheel ook minder uitnodigend<br />

en leefbaar.<br />

Een ander gegeven is dat het lastig is gebleken om de afgestudeerde<br />

hbo-/wo-studenten te blijven binden aan de stad. Studenten trekken weg uit<br />

de stad. Verder is er ook een ontwikkeling dat studenten die oorspronkelijk<br />

uit Rotterdam komen, vaker blijven werken in de stad, maar vervolgens in de<br />

omliggende regio of dorpen gaan wonen. Een van de belangrijkste redenen lijkt te<br />

zijn, het ontbreken van een ‘aantrekkelijke wooncarrière’ (met eengezinswoningen<br />

en kindvriendelijke woonwijken in de stad).<br />

Werken in Rotterdam, maar er niet wonen<br />

In Rotterdam werkt een groot aantal forenzen. Zij wonen in de omliggende regio<br />

of dorpen. Ook hier speelt de problematiek dat de probleemwijken voor deze<br />

mensen niet aantrekkelijk zijn. Het zou voor deze groep echter interessant zijn<br />

om in Rotterdam te wonen en op deze manier te ontkomen aan het fileleed.<br />

Daarvoor is het van belang dat Rotterdam ook voor forenzen een aantrekkelijke<br />

woonstad wordt.<br />

Centrum als belangrijke focus, maar de stad heeft meer te bieden<br />

Rotterdam wordt gezien als een belangrijke winkelstad, met het winkelcentrum<br />

als kloppend hart. Andere gebieden die de stad te bieden heeft, zijn bij<br />

buitenstaanders minder bekend en worden onvoldoende gepromoot. Daarnaast<br />

zijn veel culturele activiteiten geconcentreerd in het centrum, waardoor andere<br />

plekken onderbelicht zijn. In de gesprekken komt <strong>naar</strong> voren dat Rotterdammers<br />

meer trots mogen zijn op de stad en dit ook meer moeten uitdragen. De rivier de<br />

Maas is prominent aanwezig in Rotterdam en kenmerkend voor de stad. Hiervan<br />

wordt echter relatief weinig gebruik gemaakt, aldus diverse gesprekspartners.<br />

De laatste jaren zijn er wel ontwikkelingen waarbij meer aandacht wordt besteed<br />

aan culturele activiteiten en festiviteiten langs de Maas, maar het wordt nog niet<br />

voldoende uitgebuit en benut zoals in andere steden (onder andere Maastricht of<br />

Amsterdam met de grachten).<br />

Drie belangrijkste oplossingsrichtingen<br />

1. Wijken nog meer levensfasebewust inrichten<br />

2. Rotterdams Arbeids Incentive: medewerkers binden aan de stad<br />

3. Benutten van de Maas<br />

Wijken nog meer levensfasebewust inrichten<br />

Rotterdam moet zichzelf meer profileren als ‘hippe, fashionable’ stad waar het goed<br />

wonen is. Dit wordt mogelijk gemaakt door gebruik te maken van het ‘culturele’<br />

ontwerperskapitaal dat de stad rijk is.<br />

32 33


In samenwerking met vooraanstaande architecten zal er in de toekomst meer<br />

rekening moeten worden gehouden met de verschillende levensfasen waarin<br />

verschillende mensen zich bevinden (alleenstaand, samenwonend, stel met<br />

kinderen etc.).<br />

Rotterdams Arbeids Incentive: medewerkers binden aan de stad<br />

Enkele grote onderwijsinstellingen in Rotterdam zijn bezig of voornemens om een<br />

Rotterdams Arbeids Incentive te ontwikkelen. Dit Arbeids Incentive houdt in dat<br />

docenten gevraagd wordt om in Rotterdam te gaan wonen voor een minimaal<br />

aantal jaren en ook actief te zijn bij het maatschappelijk reilen en zeilen van de stad.<br />

In ruil voor x jaar wonen in Rotterdam en minimaal 2 maatschappelijke activiteiten<br />

te doen voor de stad, kunnen medewerkers versneld carrière maken (salarisopslag<br />

krijgen). Ook wordt er bemiddeld bij het vinden van een woning. Dit Rotterdams<br />

Arbeids Incentive zou ook door andere instellingen overgenomen kunnen worden<br />

door bijvoorbeeld het bedrijfsleven, de zorg- en welzijnssector om de stad<br />

aantrekkelijker te maken voor mensen om te komen werken én wonen.<br />

Benutten van de Maas<br />

Rotterdam moet nog meer gebruik maken van haar unieke positie aan de Maas.<br />

De stad zou meer recreatie-, winkel- en culturele voorzieningen rondom de rivier<br />

kunnen ontwikkelen om zich te onderscheiden van andere steden. Het creëren van<br />

meer ‘gezellige’ plekken en pleinen moet de beeldvorming over de stad in positieve<br />

zin beïnvloeden.<br />

8 COS Bevolkingsmonitor januari 2011, Feitenkaart Bevolkingsmonitor, gemeente Rotterdam Centrum voor<br />

Onderzoek & Statistiek (januari 2011).<br />

9 Persbericht 2011 18, Rotterdamse einduitslag provinciale Statenverkiezing 2011, (4 maart 2011), gemeente Rotterdam.<br />

10 Verkiezingen 2011 Provinciale Staten, Definitieve uitslag Amsterdam, (4 maart 2011). Dienst Onderzoek en Statistiek ,<br />

gemeente Amsterdam<br />

11 Koers houden, doorpakken en uitvoeren. Update economische <strong>visie</strong> Rotterdam 2020, EDBR (oktober 2008).<br />

12 Polarisatie bedreigend en verrijkend, Willem Schinkel, Afshin Ellian, Evelien Tonkens, Jan Willem Duyvendak,<br />

Andreas Kinneging e.a. (2009), Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.<br />

13 Allemaal Rotterdammers! Eindrapportage dialoog over stadsburgerschap 2007-2009, (januari 2010),<br />

gemeente Rotterdam, Jeugd, Onderwijs en Samenleving, p. 46.<br />

14 Allemaal Rotterdammers! Eindrapportage dialoog over stadsburgerschap 2007-2009, (januari 2010),<br />

gemeente Rotterdam, Jeugd, Onderwijs en Samenleving.<br />

34 35


36<br />

4. Rollen van verschillende<br />

Rotterdamse partners in de<br />

toekomst<br />

In de voorgaande hoofdstukken is achtereenvolgens uiteengezet wat<br />

de bestuurlijke Rotterdamse ambities, wat Rotterdam als stad kenmerkt<br />

en wat de belangrijkste maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en zijn voor de stad.<br />

In de afgelopen jaren zijn bijzonder veel analyses gemaakt en daarmee<br />

zijn de Rotterdamse problemen niet van de ene op de andere dag<br />

opgelost. Dit is ook logisch omdat deze maatschappelijke vraagstukken<br />

zich in de afgelopen decennia hebben ontwikkeld en qua problematiek<br />

ingewikkeld van aard zijn. Voor de toekomst is het belangrijk om goed<br />

na te denken over de oplossingsrichtingen, maar vooral ook over de<br />

rol van de verschillende partners hierin. Met name in deze tijden van<br />

bezuinigingen is het belangrijk om effectief en efficiënt te handelen en<br />

is het van belang om zoveel mogelijk gezamenlijk de schouders er onder<br />

de zetten.<br />

Rotterdam heeft alle Rotterdammers en Rotterdamse instellingen nodig<br />

om de vraagstukken op te lossen. Hieronder zullen wij achtereenvolgend<br />

ingaan op de verschillende stakeholders.<br />

Alvorens wij dat doen, wordt kort ingegaan op een aangescherpte <strong>visie</strong> voor<br />

toekomstige samenwerking.<br />

4.1. Visie voor toekomstige samenwerking<br />

De <strong>visie</strong> van PwC is dat voor het realiseren van eigen verantwoordelijkheid<br />

en eigen kracht van de burgers de rollen van verschillende partijen niet op<br />

zichzelf staan. Uit het oogpunt van burgerschap hangen de belangen van burgers,<br />

maatschappelijke organisaties, bedrijven en de overheid samen. Iedere partij<br />

dient zijn verantwoordelijkheid te nemen. De ene partij kan in de optimale situatie<br />

niet zonder de andere. De partijen hebben elkaar nodig om verantwoordelijk<br />

burgerschap te kunnen realiseren en moeten elkaar in evenwicht houden.<br />

Bij maatschappelijke vraagstukken zijn doorgaans zoveel partijen betrokken, dat<br />

het speelveld daaromtrent complex wordt. Feitelijk bepaalt het maatschappelijke<br />

vraagstuk (het onderwerp) welke partners op welk moment met elkaar moeten<br />

samenwerken. De ene keer is een coalitie van onderwijsinstellingen, overheid<br />

of bewoners meer aanzet, de andere keer wordt van bewoners, bedrijven of<br />

onderwijsinstellingen gevraagd om samen te werken zodat problemen kunnen<br />

worden opgelost.<br />

<strong>Van</strong> diverse stakeholders wordt gevraagd om zich bewust te zijn van het<br />

maatschappelijk speelveld en om de juiste partners te kunnen mobiliseren bij<br />

uiteenlopende vraagstukken. Het is in deze tijden niet meer mogelijk om als losse<br />

eenheden aandacht te besteden aan hetzelfde vraagstuk. Dit is gezien de grote<br />

bezuinigingsopgaven ook niet meer realistisch en wenselijk. Samenwerking in<br />

tijdelijke samenwerkingsverbanden en een goede analyse is het devies om te<br />

komen tot kernoplossingen en concrete acties.<br />

4.2. Rollen van diverse stakeholders in Rotterdam<br />

In de volgende subparagrafen geven wij onze <strong>visie</strong> op de rollen van verschillende<br />

stakeholders <strong>naar</strong> aanleiding van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen<br />

in Rotterdam. Wij gaan respectievelijk in op de rol van de gemeente Rotterdam,<br />

maatschappelijke organisaties, burgers en het bedrijfsleven in Rotterdam.<br />

4.2.1. Gemeente: filosofie van ‘loslaten’ is geen sinecure<br />

In het samenspel tussen diverse partijen zijn alle partijen even belangrijk,<br />

maar niet alle partijen hebben evenveel macht en invloed. De gemeente is daarom<br />

een zeer belangrijke speler omdat de invloed op de samenleving aanzienlijk is.<br />

De gemeente fungeert in onze optiek als kadersteller, regisseur, facilitator, initiator<br />

en toezichthouder. Alle partijen zijn het meest verbonden aan de gemeente.<br />

37


Daarom is het van belang dat de gemeente haar positie optimaal benut om partijen<br />

bij elkaar te brengen en aan elkaar te verbinden. Het ambtelijk apparaat zal ook<br />

doordrongen moeten zijn van de nieuwe <strong>visie</strong> en handelwijze.<br />

De komende jaren zullen subsidies wegvallen en zullen maatschappelijke<br />

organisaties worden uitgedaagd om op eigen benen te staan.<br />

Duidelijk is dat deze <strong>visie</strong> van bezuinigingen en het ‘op eigen benen staan’<br />

van sommige maatschappelijke instellingen op bestuurlijk niveau manifest is,<br />

maar de vraag is of de overheid echt in staat is om zaken los te laten. In het<br />

bijzonder zal het voor het ambtelijk apparaat niet gemakkelijk zijn om na jarenlange<br />

aanzienlijke subsidieverstrekking, in een korte periode de samenwerkingsrelaties<br />

met het maatschappelijk middenveld in één keer los te laten of geheel anders in<br />

te vullen. Een grote organisatie die jarenlang gewend is aan bepaalde procedures,<br />

samenwerkingsprocessen en besluitvorming is niet van de één op de andere dag<br />

geheel anders in te richten.<br />

Het gevaar bestaat dus dat de ‘bestuurders nieuwe stijl’, te ver voor de troepen<br />

uit lopen en dat ‘het ambtenarenapparaat oude stijl’ te veel blijft hangen in de<br />

oude werkmodus en onvoldoende flexibel en snel meebuigt met het nieuwe<br />

beleidsperspectief.<br />

Om deze transformatie daadwerkelijk te realiseren, zal er bewust een verandering<br />

in gang moeten worden gezet in het ambtelijk apparaat.<br />

Overheid moet stapsgewijs loslaten en hernieuwde relaties aangaan met<br />

Rotterdamse partners<br />

Er is de afgelopen jaren door de veelzijdige inzet van het maatschappelijk<br />

middenveld bijzonder veel expertise opgebouwd bij het maatschappelijk<br />

middenveld. Dit is uiteraard heel goed, maar tegelijkertijd is er ook een<br />

afhankelijkheidsrelatie opgebouwd met die organisaties vanuit de gemeente die<br />

niet in één keer is ‘af te stoten’. Kortom, de overheid moet zich bewust zijn van de<br />

eigen beperking, de toegevoegde waarde van het maatschappelijk middenveld,<br />

en zich richten op de eigen kerntaken.<br />

<strong>Van</strong> belang is dat er meer verantwoordelijkheid wordt gegeven aan de partners,<br />

zodat deze zich ook bewust worden van de eigen verantwoordelijkheid,<br />

en deze verantwoordelijkheid ook oppakken en serieus nemen.<br />

Overheid terug <strong>naar</strong> kerntaken: faciliteren en regievoering<br />

Doordat de overheid in deze tijden van bezuinigingen ook goed nadenkt over<br />

de vragen: “Wat zijn mijn kerntaken?” en “Wat kan ik aan de markt c.q. het<br />

maatschappelijk middenveld overlaten?” zal er goed nagedacht moeten worden<br />

over opdrachtgever- en opdrachtnemersrelaties, in het bijzonder richting het<br />

maatschappelijk middenveld.<br />

De gemeente zal zich in het verlengde hiervan ook bewust moeten zijn van<br />

de eigen beperking. Dit houdt in dat er vooral gezocht zal moeten worden<br />

<strong>naar</strong> maatschappelijke partners die een toegevoegde waarde hebben. Er zijn<br />

bijvoorbeeld vele maatschappelijke instellingen die specifieke doelgroepen<br />

kunnen bereiken die de overheid niet of nauwelijks bereikt. Deze maatschappelijke<br />

instellingen zouden dus vanuit hun kracht ingezet moeten worden. De overheid zou<br />

in dit verband vooral moeten faciliteren en waarnodig de regie moeten voeren.<br />

Overheid moet draagkrachtige bewoners faciliteren en kwetsbaren<br />

ondersteunen<br />

Nu de overheid meer los laat, vraagt het van bewoners dat zij zoveel mogelijk<br />

participeren en op eigen kracht deelnemen aan de samenleving. Actief burgerschap<br />

en zelfredzaamheid zal door de overheid moeten worden gestimuleerd<br />

en gefaciliteerd. Er is echter ook een groep kwetsbare bewoners die niet zelfstandig<br />

op eigen benen kan staan en aan wie ondersteuning moet worden geboden.<br />

Dit impliceert ook hier dat de overheid niet in één keer moet loslaten en sommige<br />

kwetsbare groepen zoveel mogelijk zal moeten blijven ondersteunen.<br />

4.2.2. Maatschappelijk middenveld: ondernemerschap en op<br />

eigen benen staan, wordt de grote <strong>uitdaging</strong><br />

Het maatschappelijk middenveld is een brede groep. Hier vallen onder meer<br />

de welzijnsinstellingen, buurt- en jongerenwerk, bewonersorganisaties,<br />

migrantenorganisaties, onderwijsinstellingen, religieuze instellingen etc. onder.<br />

Maatschappelijke organisaties moeten weer aan hun legitimiteit werken<br />

De afgelopen jaren hebben deze organisaties zich op hun beurt (vanuit hun<br />

financiële afhankelijkheid) erg gericht op de overheid en de subsidiekaders.<br />

Dit geldt uiteraard niet uitsluitend voor Rotterdam, maar is een landelijke trend<br />

geweest, zoals ook blijkt uit de studie van de Raad voor de Maatschappelijke<br />

Ontwikkeling (Terug <strong>naar</strong> de Basis, 2010). Hieruit blijkt dat de legitimiteit van<br />

maatschappelijke instellingen onder druk is komen te staan. Veel van deze<br />

organisaties zijn min of meer los komen te staan van hun achterban en te veel<br />

op de overheid gericht geweest.<br />

38 39


Het vraagt van maatschappelijke organisaties dat zij zich weer focussen op datgene<br />

wat speelt in de samenleving en dat zij zich niet laten afleiden door de agenda<br />

van de overheid. Alleen op die manier kunnen zij legitimiteit <strong>naar</strong> hun achterban<br />

realiseren en worden zij door de overheid gezien als relevante, onafhankelijke<br />

samenwerkingspartner.<br />

Door de bomen het bos niet meer zien: maatschappelijke organisaties moeten<br />

vanuit hun eigen toegevoegde waarde een bijdrage leveren aan de stad en<br />

effectiever samenwerken<br />

Het is belangrijk om deze trend ook in Rotterdam te keren. Voor de stad is het<br />

belangrijk om één totaaloverzicht te hebben van maatschappelijke organisaties<br />

en op basis van dat totaaloverzicht inzicht te krijgen in de toegevoegde waarde<br />

van de afzonderlijke instellingen. <strong>Van</strong> de gesprekspartners uit het veld hebben<br />

wij begrepen dat men door de veelheid aan Rotterdamse organisaties het<br />

overzicht kwijt is. Ook bestaat er een gevoel dat er veel overlappen zijn en dat<br />

de verschillende organisaties veel van hetzelfde doen, niet effectief met elkaar<br />

samenwerken, elkaar vaak eerder beconcurreren. Kortom, het kaf van het koren<br />

scheiden door te kiezen voor organisaties die waarde toevoegen is van belang.<br />

In feite moet er opnieuw worden gekeken <strong>naar</strong> het maatschappelijk middenveld<br />

‘nieuwe stijl’ en zal er gekeken moeten worden <strong>naar</strong> de toegevoegde waarde<br />

van de uiteenlopende partners.<br />

Ondernemerschap is het adagium voor de toekomst<br />

Maatschappelijke instellingen moeten opereren vanuit hun kracht. Zij zullen een<br />

belangrijke signaalfunctie, een kanaliserende en een emancipatoire functie moeten<br />

vervullen. <strong>Van</strong> belang is dat deze organisaties ook meer pro-actief optreden en als<br />

sparringpartner van de Rotterdamse gemeente, maar ook van het onderwijs en het<br />

bedrijfsleven optreden.<br />

Een maatschappelijke organisatie heeft vooral een toegevoegde waarde als deze als<br />

‘spin in het web’ verschillende partijen aan elkaar verbindt. Om creatieve allianties<br />

vorm te geven is het van belang dat deze organisaties meer ‘ondernemerschap’<br />

uitstralen. Het gaat om ondernemerschap in brede zin: creatieve allianties formeren,<br />

pro-actief vraagstukken in de stad helpen agenderen, sluimerende problemen aan<br />

het daglicht brengen, Rotterdamse sleutelfiguren strategisch inzetten. Maar ook<br />

vanuit de inhoud op basis van goede plannen alternatieve financieringsbronnen<br />

aanboren (fondsen, bedrijfsleven, rijksoverheid etc.). Kortom, handelen vanuit<br />

ambitie en ondernemerschap en niet vanuit de angst om gekort te worden op<br />

subsidies die men vanuit het verleden gewend is om te ontvangen.<br />

Belangrijke schakelfunctie<br />

Maatschappelijke (migranten)organisaties dienen hun intermediaire rol tussen<br />

de doelgroep en de Rotterdamse brede organisaties effectief vorm te geven.<br />

Zo kunnen zij bijvoorbeeld richting het onderwijsveld een bijdrage leveren aan<br />

het verbeteren van ouderbetrokkenheid van specifieke allochtone doelgroepen.<br />

Of kunnen zij met name in het kader van personeelswerving een rol vervullen<br />

richting bijvoorbeeld de bedrijven in de Rotterdamse haven, waarin de<br />

nabije toekomst veel vraag zal zijn <strong>naar</strong> nieuw personeel. Daarnaast hebben<br />

maatschappelijke organisaties een belangrijke rol bij het signaleren van<br />

vraagstukken die spelen in de stad en het doorbreken van taboes (psychische<br />

problemen, zedenzaken, huiselijk geweld etc.).<br />

Trots op de stad en overstijgend vermogen<br />

De afgelopen jaren zijn veel maatschappelijke organisaties te veel gericht geweest<br />

op hun ‘eigen postzegel’. Hierdoor ontstonden te veel eilandjes, met allerlei<br />

subbelangen die de stad als geheel niet dienen. De focus van de maatschappelijke<br />

organisaties dient te liggen bij de stad Rotterdam als geheel. <strong>Van</strong>uit deze ambitie<br />

dienen de maatschappelijke organisaties samen te werken en zich bezig te houden<br />

met datgene wat nodig is om van Rotterdam een stad te maken waarop men trots<br />

kan zijn. Dit vraagt van de maatschappelijke organisaties dat zij hun eigen belang<br />

opzij zetten en zich richten op vraagstukken die voor grote groepen Rotterdammers<br />

van belang zijn. Een professionele houding van maatschappelijke organisaties is<br />

noodzakelijk om samenwerkingsverbanden te sluiten om de stad<br />

en de Rotterdammers optimaal te dienen.<br />

4.2.3. Burgers: eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht<br />

<strong>Van</strong> burgers wordt in toenemende mate verwacht dat zij eigen<br />

verantwoordelijkheid nemen en op eigen kracht functioneren in deze samenleving.<br />

PwC heeft op basis van eerder onderzoek bij 24 gemeenten een model ontwikkeld<br />

voor burgerrollen in het kader van burgerschap. PwC onderscheidt een viertal rollen<br />

die kenmerkend zijn voor burgers die dan wel actief of passief betrokken zijn bij de<br />

samenleving. De betrokkenheid kan zowel positief als negatief zijn en uit zich in de<br />

rollen van ‘consument’, ‘binder’, ‘toeschouwer’ en ‘klager’. Onderstaande figuur laat<br />

de verschillende rollen van burgers zien.<br />

40 41<br />

Positieve<br />

Consument Binder<br />

bijdrage<br />

Passief Actief<br />

PwC model verantwoordelijk burgerschap<br />

Negatieve<br />

Toeschouwer Klager<br />

bijdrage


Vier rollen van burgers<br />

Burgers als ‘consument’ zijn burgers die alleen meedoen aan de samenleving als<br />

iemand anders of de overheid het initiatief neemt. Zij tonen geen eigen initiatief,<br />

maar wonen wel bijeenkomsten bij van anderen. De ‘binder’ neemt actief deel aan<br />

de samenleving door zelf bijeenkomsten te organiseren, vrijwilligerswerk te doen en<br />

mensen bij elkaar te brengen. Dit is het type burger die daadwerkelijk een actieve<br />

bijdrage levert aan de samenleving. De ‘binder’ neemt zijn verantwoordelijkheid<br />

en toont initiatief. De ‘klager’ is een burger die vanuit een negatieve drijfveer<br />

deelneemt aan de samenleving. Deze burger kenmerkt zich door vooral te klagen<br />

over het gedrag van anderen en het overheidsbeleid. Verantwoordelijkheid wordt<br />

op anderen afgeschoven. Tot slot onderscheiden wij de rol van de burger als<br />

‘toeschouwer’. Deze burger wil niet, kan niet of heeft geen interesse of tijd om<br />

betrokken te zijn bij wat er in de eigen omgeving gebeurt. Daarnaast neemt deze<br />

burger geen eigen verantwoordelijkheid om op enige wijze zichtbaar te zijn in<br />

de (directe) leefomgeving en de samenleving.<br />

Benutten van de rollen van burgers voor co-creatie<br />

Inzicht in de verschillende rollen die bewoners kunnen innemen, helpt bij de wijze<br />

waarop Rotterdammers door verschillende partijen kunnen worden betrokken om<br />

samen initiatieven te nemen. De ideale situatie zou zijn dat alle Rotterdammers<br />

actief betrokken zijn en een eigen verantwoordelijkheid nemen. Dit is niet voor<br />

iedereen haalbaar. De verschillende stakeholders moeten zich bewust worden<br />

van de uiteenlopende rollen van bewoners en hen betrekken bij die onderwerpen<br />

waarvoor zij makkelijk te benaderen zijn. Een bewoner die klaagt, kan als een<br />

lastpost worden gezien, maar heeft ook positieve eigenschappen. Deze bewoner<br />

maakt zich druk om datgene wat er in zijn buurt gebeurt. Het is aan de gemeente,<br />

maatschappelijke organisaties en andere bewoners om de energie van zo iemand<br />

om te zetten <strong>naar</strong> een positieve bijdrage. De burger als ‘consument’ maakt sneller<br />

en op een constructieve wijze gebruik van de diensten van de overheid. Zo komt<br />

deze eerder op ‘gezelligheidsbijeenkomsten’. De ‘binder’ is min of meer de ideale<br />

burger, die zelf erg actief is en bij wijze van spreken eigen positieve projecten<br />

initieert voor de buurt of anderszins. De ‘klager’ komt vooral af op bijeenkomsten<br />

(over bijvoorbeeld zwerfvuil) om zijn ongenoegen te uiten.<br />

De verschillende rollen maken het mogelijk om als overheid of als maatschappelijke<br />

instelling goed na te denken over de eigen rol en positie. In de ene situatie zal de<br />

overheid vooral drempels en vooroordelen ten opzichte van de overheid moeten<br />

wegnemen. In het andere geval zal de overheid op een vrij gemakkelijke manier<br />

gebruik kunnen maken van de inzet en het enthousiasme van de burger (‘de<br />

binder’). De kunst en vooral de <strong>uitdaging</strong> zal zijn om met de verschillende ‘soorten’<br />

burgers het gesprek aan te gaan en deze vanuit hun kracht in te zetten.<br />

Met name bij bijvoorbeeld ‘klagers’ en de ‘toeschouwers’ zal er extra inzet<br />

gepleegd moeten worden om de burgers in de goede richting mee te krijgen.<br />

Maatschappelijke organisaties kunnen hier een belangrijke rol in vervullen.<br />

<strong>Van</strong> belang is dat de verschillende stakeholders zich bewust moeten worden van de<br />

uiteenlopende rollen die burgers aannemen. <strong>Van</strong> belang is dat Rotterdamse burgers<br />

zodanig worden betrokken (worden geïnspireerd of worden aangesproken op hun<br />

verantwoordelijkheid) zodat zij op hun eigen manier en vanuit hun eigen kracht in<br />

beweging komen.<br />

Op eigen benen staan en talent benutten<br />

Bewoners van Rotterdam moeten nog meer op eigen benen staan. Dit vraagt dat<br />

zij een actieve en betrokken houding aannemen in de samenleving door te laten<br />

zien dat zij verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven, maar ook voor de<br />

samenleving. Talenten moeten door bewoners meer worden benut en kansen<br />

moeten worden gegrepen. Een afwachtende houding alleen is niet voldoende.<br />

De bewoners moeten zich bewust worden van het feit dat de overheid wel helpt,<br />

maar niet alle problemen voor hen gaat oplossen. Het is wel van belang dat de<br />

overheid faciliteert en inzicht biedt in de mogelijkheden om met steun van de<br />

overheid initiatief te tonen.<br />

Ondernemerschap stimuleren op school<br />

Al in een vroeg stadium zouden jonge Rotterdamse kinderen moeten leren om<br />

assertief en ondernemend te zijn. Scholen en ouders moeten kinderen daarin<br />

stimuleren. Wanneer jongeren vroeg beginnen om ondernemend te zijn, leren zij<br />

eigen initiatief te tonen en verantwoordelijkheid te nemen. Zij hebben dan vanaf<br />

jonge leeftijd een andere mindset die op oudere leeftijd uiterst belangrijk is.<br />

In de oplossingsrichtingen hebben wij al uiteengezet dat het belangrijk is om in het<br />

onderwijs vakken op te nemen waarin de leerling als ‘individu’ meer centraal staat<br />

en werkt aan de eigen ontwikkeling.<br />

Trots om Rotterdammer te zijn<br />

Bewoners moeten meer uitdragen dat zij trots zijn om Rotterdammer te zijn en<br />

dat zij er het beste van willen maken in deze stad. Daarvoor moeten Rotterdamse<br />

organisaties (bedrijfsleven, of maatschappelijke instellingen) kansen creëren en<br />

initiatieven tonen die bewoners energie en inspiratie geven om mee te doen en<br />

trots te zijn op de eigen stad. Gezamenlijk werken aan het uitdragen van positiviteit<br />

in de stad, kan ervoor zorgen dat bewoners zich (nog) trotser gaan voelen om<br />

Rotterdammer te zijn. Met de enorme diversiteit in de stad is dit een mooi streven<br />

om vooral de verbondenheid met elkaar te benadrukken en op zoek te gaan <strong>naar</strong><br />

hetgeen de Rotterdammers bindt.<br />

42 43


4.2.4. Bedrijfsleven: meer maatschappelijke betrokkenheid en<br />

minder ‘ieder voor zich en god voor ons allen’<br />

Maatschappelijke betrokkenheid tonen door ontwikkelen van Rotterdams talent<br />

Het bedrijfsleven kan niet langer de problemen in de stad negeren en moet<br />

zijn maatschappelijke betrokkenheid meer tonen door zelf ook een stevige<br />

maatschappelijke bijdrage te leveren. De toenemende vergrijzing zal binnen nu en<br />

5 jaar ertoe leiden dat er een grote krapte komt op de arbeidsmarkt. Het erkennen<br />

en benutten van Rotterdams talent moet één van de speerpunten worden voor<br />

het Rotterdams bedrijfsleven. Dit om te voorkomen dat men later zonder geschikt<br />

personeel komt te staan, dit is immers ook vooral in het belang van het bedrijfsleven<br />

zelf. Dit vraagt in de toekomst nog meer een actieve samenwerking met het<br />

onderwijs in Rotterdam en interesse voor datgene wat er in de stad gebeurt.<br />

Eigen medewerkers inzetten en binden aan Rotterdam<br />

Het bedrijfsleven kan, naast het ontwikkelen van talent, ook op andere manieren<br />

een bijdrage leveren aan de stad. Dit kan onder andere door medewerkers in<br />

de gelegenheid te stellen om vrijwilligerswerk te doen in Rotterdam. Dit kan<br />

bijvoorbeeld door de kennis van de eigen medewerkers/professionals in te zetten<br />

voor maatschappelijke doelen in de stad. Dit kunnen hele concrete bijdragen<br />

zijn: bijvoorbeeld het geven van huiswerkbegeleiding, coaching van jongeren,<br />

ondernemers, etc. De medewerkers van de Rotterdamse bedrijven zullen hierdoor<br />

meer binding met de stad krijgen (meer dan dat het alleen een stad is waarin<br />

zij werken).<br />

Het bedrijfsleven is daarnaast bij uitstek de partij die ervoor kan zorgen dat<br />

medewerkers in Rotterdam gaan wonen. In samenwerking met de overheid en<br />

woningcorporaties kan het bedrijfsleven huisvesting creëren voor medewerkers die<br />

buiten Rotterdam wonen. Het initiatief dat binnen de onderwijssector in Rotterdam<br />

al eerder is genoemd rondom ‘Rotterdams Arbeids Incentive’ is hier een goed<br />

voorbeeld van.<br />

44 45


46<br />

5. Slotwoord<br />

In deze rapportage is gekeken <strong>naar</strong> de ambities van Rotterdam voor<br />

en na de bezuinigingen, de maatschappelijke vraagstukken die door<br />

diverse partijen worden genoemd en de oplossingsmogelijkheden om<br />

problemen aan te pakken. Vervolgens hebben wij onze <strong>visie</strong> gegeven<br />

op de manier waarop de verschillende stakeholders vanuit hun eigen rol<br />

een bijdrage kunnen leveren aan Rotterdam.<br />

De economische crisis vraagt van alle partijen om zich opnieuw te<br />

bezinnen op de eigen rol en met minder middelen meer te doen.<br />

Eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief worden daarin<br />

gewaardeerd. Om de problemen op te lossen is het echter van belang<br />

dat wordt samengewerkt. Er dient duidelijkheid en inzicht te komen<br />

in het maatschappelijke speelveld van Rotterdam, waarin partijen<br />

(tijdelijke) samenwerkingsverbanden aangaan om problemen op<br />

te lossen.<br />

Veel maatschappelijke vraagstukken hangen met elkaar samen,<br />

waardoor er behoefte is aan het maken van keuzes en het stellen van<br />

prioriteiten. De gemeente Rotterdam heeft al een aantal keuzes gemaakt<br />

in de begroting voor 2011. Enkele bezuinigingen raken echter juist die<br />

vraagstukken waar de kernproblemen van Rotterdam liggen.<br />

Het negeren van de problemen kan tot gevolg hebben dat deze in de toekomst<br />

nog groter en onoplosbaar worden. <strong>Van</strong> belang is daarom om ondanks de<br />

bezuinigingen, belangrijke vraagstukken niet uit het oog te verliezen en toch op<br />

zoek te blijven gaan <strong>naar</strong> oplossingen.<br />

Dit vraagt erom dat ook in de samenwerking met diverse partijen keuzes moeten<br />

worden gemaakt. Wordt de taal- en leerachterstand in het basisonderwijs eerst<br />

aangepakt of wordt er op korte termijn geïnvesteerd in jongeren die bijna klaar zijn<br />

met hun opleiding om hen klaar te stomen voor de toekomst en de aansluiting met<br />

de arbeidsmarkt te verbeteren? Kiest Rotterdam ervoor om eerst veel mensen van<br />

buiten de stad in Rotterdam te laten komen wonen? Of worden op korte termijn de<br />

huidige huisvestingsproblemen en problemen rondom integratie aangepakt?<br />

Voor alle keuzes zijn er argumenten voor en tegen. Belangrijk is niet wát men kiest,<br />

maar dat heldere keuzes worden gemaakt en dat de verschillende Rotterdamse<br />

partners daar achter staan en gezamenlijk besluiten om de schouders er onder<br />

te zetten.<br />

Rotterdam zal zich in de toekomst nog beter op de eigen kracht en talent<br />

moeten richten. Rotterdam is een stad met een rijke historie. Gebruik deze mooie<br />

historie als stevig fundament voor de toekomst. Vakmanschap, de haven, en het<br />

doorzettingsvermogen van Rotterdammers horen hierbij. Rotterdam moet van haar<br />

kenmerk daarom een handelsmerk maken!<br />

5.1. Enkele mogelijke acties <strong>naar</strong> aanleiding van deze publicatie<br />

De belangrijkste partij die in deze publicatie centraal staat is de Rotterdammer<br />

zelf, de bewoner van deze stad. In het vorige hoofdstuk is kort aangegeven welke<br />

rollen burgers (bewust of onbewust) kunnen vervullen. Het betreft dan de rol van<br />

‘consument’, ‘klager’, ‘toeschouwer’ en/of ‘binder’. Voor alle stakeholders die in deze<br />

publicatie zijn genoemd (gemeente, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties<br />

en bewoners) is het raadzaam om deze vier rollen in ogenschouw te nemen<br />

en deze bij hun handelen te betrekken. Vooral gemeenten en maatschappelijke<br />

organisaties moeten zich meer bewust worden van het feit dat er niet één of twee<br />

typen bewoners zijn (actief vs. niet actief), maar dat er meer gradaties en verschillen<br />

zijn tussen burgers. Uiteraard beseffen wij ook dat deze vierdeling niet uitputtend<br />

is, maar het doet wel meer recht aan de diversiteit van de positie (en houding) van<br />

verschillende burgers, dan we nu vaak in discussies terugzien komen.<br />

In deze studie zijn vijf thema’s behandeld. <strong>Van</strong> belang is dat er per thema een<br />

contract komt tussen partners waarin zij met elkaar afspraken maken over de wijze<br />

waarop zij Rotterdamse burgers betrekken.<br />

47


Wij kunnen ons voorstellen dat om die reden per thema een burgerbijeenkomst<br />

wordt georganiseerd om burgers mee te laten denken. In de afgelopen jaren is<br />

er in Rotterdam bijzonder veel gepraat en zijn ook diverse initiatieven opgezet.<br />

Tegelijkertijd bemerken wij dat de initiatieven nog te veel gedragen worden door de<br />

overheid. Dit kan veel meer neergelegd worden bij de burgers zelf. <strong>Van</strong>zelfsprekend<br />

zijn niet alle burgers in staat om zelfstandig projecten en activiteiten te leiden en<br />

te coördineren. Burgers hebben daar overigens ook niet altijd de tijd voor. In deze<br />

beide gevallen zouden burgers gefaciliteeerd en ondersteund moeten worden door<br />

maatschappelijke instellingen of de overheid. Kortom, van belang is dat burgers<br />

steeds meer de medeverantwoordelijkheid gaan dragen voor de vraagstukken in<br />

de stad en dat de overheid hier niet alleen over gaat.<br />

Het zou eerder omgedraaid moeten worden. De burgers zijn actief, betrokken en<br />

dragen medeverantwoordelijkheid. De overheid faciliteert en voert waar nodig<br />

de regie. Maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven dienen hierin ook<br />

hun verantwoordelijkheid te nemen. Daarom is het van belang om per thema de<br />

burgers erbij te betrekken, maar vooral ook om afspraken te maken over de rollen<br />

en verantwoordelijkheden van de verschillende partners (burgers, maatschappelijke<br />

instellingen, (bedrijfsleven indien nodig) en overheid. Wij hebben hieronder per<br />

thema een voorzet gemaakt voor mogelijke afspraken. Uiteraard is deze voorzet<br />

(en de publicatie als geheel) te beschouwen als een discussienotitie (ter inspiratie)<br />

waarover verder gesproken moet worden en waar de voorgestelde ideeën verder<br />

aangescherpt moeten worden.<br />

1. Opvoeding en Onderwijs<br />

Gemeenten zullen samen met het primair onderwijs, maar vooral ook de<br />

allochtone ouders serieuze plannen moeten gaan maken over het bereiken van<br />

kwetsbare (allochtone) Rotterdamse gezinnen. Met name het overwinnen van de<br />

taalbarrière zal hier een belangrijke stap moeten zijn. Er zal een strategische sessie<br />

georganiseerd moeten worden waarin alle relevante Rotterdamse spelers aanwezig<br />

zijn om met name de verkokering aan te pakken. De volgende partijen zullen hierbij<br />

aanwezig moeten zijn: jeugdzorg, Centra voor jeugd en gezin, maatschappelijke<br />

organisaties, primair onderwijs, voortgezet onderwijs. Ouders dienen in een vroeg<br />

stadium te worden betrokken bij de oplossingsrichting en te worden gezien als<br />

een serieuze gesprekspartner. Tot nu toe zijn ouders nog te veel als ‘slachtoffer’<br />

gezien, terwijl zij de sleutel zijn voor een oplossing. Het belang van eigen<br />

verantwoordelijkheid van ouders voor de ontwikkeling van hun kinderen,<br />

zal nog duidelijker moeten worden gecommuniceerd. Hier zullen concrete<br />

afspraken gemaakt moeten worden met bijvoorbeeld ouderraden van scholen,<br />

moskeeën en andere vrijwilligersorganisaties, die ouders relatief makkelijker<br />

kunnen bereiken.<br />

Scholen, ouders, ondersteuners en maatschappelijke organisaties zullen op het<br />

gebied van opvoeding en onderwijs nog meer de krachten moeten bundelen om<br />

samen actie te ondernemen.<br />

2. Jongeren<br />

Jongeren kenmerken Rotterdam en zijn de toekomst van de stad. Het voortgezet<br />

onderwijs, de Rotterdamse arbeidsmarkt, maatschappelijke organisaties<br />

en de gemeente moeten daarom samen met jongeren werken aan de toekomst<br />

van deze jongeren. Jongeren worden vaak nog onvoldoende meegenomen en<br />

bewust gemaakt van de eigen toekomstmogelijkheden. Er zou bijvoorbeeld<br />

per deelgemeente afspraken gemaakt moeten worden over de begeleiding van<br />

jongeren <strong>naar</strong> stageplekken, over het uitleg geven over carrièremogelijkheden in<br />

Rotterdam en over het wegwijs maken bij het maken van de juiste beroepskeuze<br />

(onder andere hulp bij solliciteren, kijken <strong>naar</strong> wat jongeren willen en kunnen en<br />

hoe de kloof daartussen overbrugd kan worden). Extra aandacht dient besteed te<br />

worden aan carrièremogelijkheden in de haven, de zorg en de creatieve industrie<br />

om de mismatch tussen vraag en aanbod te verkleinen. Toekomstgerichtheid/<br />

persoonlijke ontwikkeling zal een vast onderdeel moeten worden van het<br />

onderwijssysteem in Rotterdam. Maatschappelijke organisaties begeleiden<br />

jongeren in hun vrije tijd bij het maken van de juiste keuzes. Het Rotterdamse<br />

onderwijs zal het volgen van nevenactiviteiten onder jongeren extra<br />

moeten stimuleren.<br />

3. Arbeidsmarkt<br />

Naast het bieden van stageplekken aan jongeren wordt vanuit het bedrijfsleven<br />

in Rotterdam nauwer samengewerkt met het onderwijs in de stad om de inhoud<br />

van het onderwijs meer af te stemmen aan de behoefte op de arbeidsmarkt.<br />

De partijen gaan een convenant opstellen waarin zij afspraken maken om<br />

toekomstperspectief te bieden aan jongeren en om de talenten van Rotterdamse<br />

jongeren verder te ontwikkelen. Tijdens een eerste sessie wordt in beeld gebracht<br />

aan welk profiel de toekomstige werknemers in Rotterdam dienen te voldoen<br />

en op welke wijze het onderwijs daaraan een bijdrage kan leveren. <strong>Van</strong>uit het<br />

bedrijfsleven worden werknemers vrijgemaakt om in het kader van maatschappelijk<br />

verantwoord ondernemen les te geven op scholen. Tevens worden de personen<br />

die nu langs de kant staan en onvoldoende een kans maken op de arbeidsmarkt<br />

in samenwerking met de gemeente en het bedrijfsleven ingezet om tijdelijk stage<br />

te lopen en beroepservaring op te doen. Met name nieuwkomers kunnen door<br />

maatschappelijke organisaties worden begeleid tijdens hun stage in<br />

het bedrijfsleven.<br />

48 49


4. Integratie & Participatie<br />

Maatschappelijke organisaties, welzijnsinstellingen en de gemeente gaan<br />

nauwer samenwerken om sociale cohesie te bevorderen. Een trendbreuk is als de<br />

verschillende partijen geen afwachtende houding nemen, maar zelf op bewoners<br />

afstappen en nieuwe groepen proberen te bereiken en met elkaar proberen te<br />

verbinden. Dit doen de partijen niet ieder vanuit de eigen koker, maar vanuit een<br />

gezamenlijke aanpak. Nagedacht moet worden over een grootschalig project dat<br />

in het teken staat van ‘Niemand buiten de boot’. Met dit project worden met name<br />

de kwetsbare jongeren, vrouwen, ouderen, allochtonen geactiveerd om iets te<br />

betekenen voor de stad en samen een bijdrage te leveren aan Rotterdam.<br />

Dit kan zich uiten in het stimuleren van ‘gemengde’ vrijetijdsbesteding van<br />

jongeren (autochtoon/allochtoon) door sport- en spelactiviteiten te organiseren.<br />

Er zal zo goed mogelijk aangesloten moeten worden bij bestaande best practises<br />

op buurt en wijkniveau. Tot slot kan het opstellen van een Rotterdam-positief’ krant<br />

bijdragen aan de positieve berichtgeving in de stad. In de krant is wekelijks positief<br />

nieuws uit de stad te lezen. Bewoners mogen wekelijks zelf stukken aandragen met<br />

positieve berichten. Maandelijks wordt het meest positieve nieuws of de meest<br />

positieve activiteit in de stad beloond door een bloemetje of andere compensatie<br />

van de betrokken partijen of de verantwoordelijke bestuurder. Hierdoor worden<br />

burgers in het zonnetje gezet en gestimuleerd om vooral ook op een positieve wijze<br />

betrokken te zijn bij de stad.<br />

5. Rotterdam als woonstad<br />

Een ‘Rotterdams Arbeids Incentive’ kan een eerste stap zijn voor Rotterdamse<br />

werkgevers om hun medewerkers te stimuleren in Rotterdam te gaan wonen.<br />

Goede afstemming tussen de Rotterdamse werkgevers, woningcorporaties,<br />

onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties is hiervoor van belang.<br />

De werknemers worden gestimuleerd om in Rotterdam te gaan werken én<br />

wonen, doordat de Rotterdamse werkgevers extra gunstige arbeidsvoorwaarden<br />

aanbieden. In overleg met het onderwijs (mbo, hbo, wo) kan nagedacht worden<br />

om jongeren bijvoorbeeld na hun studie een baangarantie te geven bij Rotterdamse<br />

werkgevers. Dit alles met als doel om (talentvolle) jongeren te behouden voor<br />

de stad. Daar tegenover staat wel dat deze nieuwe Rotterdamse werknemers<br />

en bewoners, wel iets terug moeten doen voor de stad. Dit kan bijvoorbeeld<br />

door concrete afspraken/contracten te maken over de inzet voor vrijwilligerswerk<br />

(minimaal twee maatschappelijke nevenfuncties of zoveel uur per week).<br />

Hierdoor leren zij direct ook de stad op een andere manier kennen en ontstaat<br />

er ook vanzelfsprekend meer betrokkenheid bij de stad. Hierdoor wordt de stad<br />

Rotterdam stap voor stap een stad voor alle Rotterdammers . Oude en nieuwe<br />

Rotterdammers, jonge en volwassen Rotterdammers, autochtone en allochtone<br />

Rotterdammers. Kortom Rotterdam, voor alle Rotterdammers.<br />

A. Lijst van geïnterviewde personen<br />

• Bewoners: groepsinterview jongeren, 7 jongeren uit Rotterdam<br />

• Bewoners: groepsinterview mannen, 17 mannen en 6 vrouwen uit Rotterdam<br />

• Bewoners: groepsinterview vrouwen, 14 vrouwen uit Rotterdam<br />

• Dhr. Dr. Henk (H.A.F.) Oosterling, Hoofddocent Faculteit Wijsbegeerte, Erasmus<br />

Universiteit Rotterdam<br />

• Dhr. Henk de Bruijn, Directeur Strategie, Havenbedrijf Rotterdam N.V.<br />

• Dhr. dr. Rienk Janssens, algemeen secretaris, Raad voor Maatschappelijke<br />

Ontwikkeling (RMO)<br />

• Dhr. Farid Darkaoui, directeur adviesbureau Zaken Expert B.V.<br />

• Mw. Nathalie Backx, adviseur corporate strategy, Havenbedrijf Rotterdam N.V.<br />

• Dhr. drs. Henri van Vlodrop, voorzitter College van Bestuur, Zadkine College<br />

• Dhr. Oktay Yuksel, voorzitter, Turkse Ouders Rijnmond<br />

• Dhr. Sander de Iongh, sectretary general, EDBR (Economic Development Board<br />

Rotterdam)<br />

• Dhr. Hans Visser, oud-dominee Pauluskerk<br />

• Mw. Madelon Grant coördinator, SKIN Rotterdam migrantenkerken in Nederland<br />

• Mw. Anja van Gorsel, voorzitter College van Bestuur, Albeda College<br />

• Mw. Carolien Dieleman, Projectmanager Externe Relaties, Hogeschool Rotterdam<br />

• Mw. Crista Vonkeman-Karaca, Raad van Bestuur Hefgroep, voorzitter<br />

Brancheorganisatie Sociale Sector Rotterdam<br />

50 51


B. Literatuurlijst<br />

• Bijlage 1: Ambitie Rotterdam 2030 en Toekomstperspectief, bijlage bij agendapost<br />

Uitvoeringsstrategie<br />

• COS Bevolkingsmonitor januari 2011, Feitenkaart Bevolkingsmonitor, (januari 2011),<br />

gemeente Rotterdam Centrum voor Onderzoek & Statistiek.<br />

• Koers houden, doorpakken en uitvoeren. Update economische <strong>visie</strong> Rotterdam<br />

2020, (oktober 2008), EDBR.<br />

• Persbericht 2011 18, Rotterdamse einduitslag provinciale Statenverkiezing 2011,<br />

(4 maart 2011), gemeente Rotterdam.<br />

• Polarisatie bedreigend en verrijkend, Willem Schinkel, Afshin Ellian, Evelien<br />

Tonkens, Jan Willem Duyvendak, Andreas Kinneging e.a. (2009), Raad voor<br />

Maatschappelijke Ontwikkeling.<br />

• Rotterdam Begroting 2011, (oktober 2010), gemeente Rotterdam.<br />

• Rotterdam Vakmanstad/Skillcity 2007-2009, Woorden als daden, (november 2009),<br />

Henk Oosterling.<br />

• Samenvatting Miljoenennota 2011, op weg <strong>naar</strong> financieel herstel, (21.09.2010),<br />

Ministerie van Financiën.<br />

• Stads<strong>visie</strong>, (8 december 2009), gemeente Rotterdam.<br />

• Stads<strong>visie</strong> Rotterdam, samenvatting ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030,<br />

(januari 2008), gemeente Rotterdam.<br />

• Terug <strong>naar</strong> de Basis, over legitimiteit van maatschappelijke dienstverlening<br />

(september 2010), Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.<br />

• Verantwoordelijk burgerschap, de grenzen van verantwoordelijk burgerschap<br />

op gemeentelijk niveau (conceptversie), (maart 2011), Mohammed Essafi, Pauline<br />

Mbundu & Mathijs Winter, PwC.<br />

• Verkiezingen 2011 Provinciale Staten, Definitieve uitslag Amsterdam,<br />

(4 maart 2011). Dienst Onderzoek en Statistiek , gemeente Amsterdam<br />

• Vrijheid en Verantwoordelijkheid, (07.10.2010), Regeerakkoord VVD-CDA.<br />

Dankwoord<br />

Tot slot willen we graag onze dank uitspreken aan de mensen die bij hebben<br />

gedragen aan dit onderzoek en deze publicatie:<br />

PwC voor het doen van het onderzoek en het schrijven van de publicatie;<br />

De vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, bedrijfsleven, wetenschap,<br />

welzijnsinstellingen, religieuze instellingen die via de interviews hun <strong>visie</strong><br />

met ons hebben willen delen;<br />

En de Rotterdammers die in verschillende sessies hun <strong>visie</strong> op de stad met ons<br />

gedeeld hebben.<br />

52 53


54<br />

55


We leven als maatschappelijke organisaties in een roerige tijd van<br />

bezuinigingen, veranderende beleidsregels en een nieuwe <strong>visie</strong> (van<br />

overheidswege) over participatie voor de toekomst van Rotterdam.<br />

Het Platfom Buitenlanders Rijnmond (<strong>PBR</strong>) is niet stil blijven zitten en<br />

heeft aan PricewaterhouseCoopers de opdracht gegeven een analyse te<br />

maken van de grootste maatschappelijke <strong>uitdaging</strong>en waar we als stad<br />

voor staan. Uit interviews met Rotterdamse partners uit het bedrijfsleven,<br />

het onderwijs, de wetenschap, het maatschappelijk middenveld en<br />

burgers zelf, zijn de belangrijkste <strong>uitdaging</strong>en gedestilleerd. Ook is<br />

gekeken <strong>naar</strong> de rollen die verschillende partners hebben bij de aanpak<br />

van deze <strong>uitdaging</strong>en. In deze uitgave wordt uiteengezet wat deze<br />

<strong>uitdaging</strong>en, maar vooral ook wat de oplossingsrichtingen zijn.<br />

Gebouw De Heuvel<br />

Grotekerkplein 5<br />

3011 GC Rotterdam<br />

T: 010 412 20 57<br />

F: 010 411 17 39<br />

@: info@pbr.nu<br />

W: www.pbr.nu<br />

www.pbr.nu

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!