4 woonbedrijvigheid <strong>De</strong> <strong>uitdaging</strong>: zo zou de woningmarkt anders en beter kunnen Stapels rapporten van het Centraal Plan Bureau en andere experts vertellen ons dat de huur- en koopmarkt vast zitten, dat marktmechanismes weer zichtbaar moeten worden. <strong>Woonbedrijf</strong>collega’s directeur Marc Eggermont en adjunct-directeur Paul Tholenaars wisselden op een terrasje van gedachten. Woonbedrijvigheid luisterde mee. Geen tekort Paul poneert de eerste stelling: “Er is geen woningtekort”. Marc is het met hem eens: “Precies, er is geen reden om te veronderstellen dat er in Nederland nu een tekort aan woningen is of in de toekomst zal zijn. <strong>De</strong> sector is wel op een structureel tekort ingericht, want vlak na de tweede wereldoorlog was er inderdaad woonruimte te weinig.” Paul voegt toe: “Er is wel een kwali- tatief tekort. Studenten willen liever een eigen appartementje dan op kamers, de samenstelling van huishoudens verandert en dus ook hun woonwensen, om maar enkele oorzaken te noemen. <strong>De</strong> ontwikkelingen in de maatschappij gaan sneller dan de markt nu bijhoudt, dat wringt.” En met het huidige beleid wordt dat niet aangepakt, merkt Marc gedecideerd op: “Overheidsmaatregelen zijn erop gericht iedereen van een woning te voorzien. Maar zijn ze nodig? Nee, vind ik. Omdat maatregelen niet meer werken, wordt er eentje bovenop gezet om het beleid te repareren.” Wat nou, scheef? Paul oppert: “We zouden eigenlijk als samen- leving het lef moeten hebben om ons af te vragen of maatregelen nog wel nodig zijn.” Marc: “En niet meteen met het vingertje klaarstaan. Neem scheefwonen, daar vindt iedereen wel iets van. Het is van onze klanten toch goed te begrijpen wanneer ze met een prima inkomen in een betaalbare woning blijven waar ze tevreden over zijn? <strong>De</strong> norm van 20% van het inkomen verwonen is ook maar verzonnen; zit je daaronder, dan doe je volgens mij niets verkeerd, fout of onwenselijk. Dat ga je toch niet betuttelen met een extra financiële heffing?” Marktwerking Gewoon de markt zijn werk laten doen, dat kan nu niet, aldus Marc: “Wij worden gezien als verlengstuk van de overheid, omdat we overheidsmaatregelen dienen uit te voeren. Onze klanten hebben er belang bij dat wij ons werk goed doen. Dus kiezen we de kant van de klant. Daarom zijn we veel aan het renoveren in onze voorraad. Dat is wat onze klant wil. Dat vertellen ze ons als wij het hen vragen. Ze willen liever niet naar - vaak duurdere - nieuwbouw.” Toch baart het oppikken van signalen van de klant wel zorgen, aldus Paul: “Elk aanbod creëert zijn eigen vraag. Onderzoek wijst uit dat er weinig vraag zou zijn naar goedkope woningen, maar in dat segment wordt juist veel verhuurd. Ik heb net de meest recente cijfers opgevraagd: op een vrijkomende woning krijgen wij 180 reacties binnen. Dát wordt dan weer gezien als een probleem voor starters. Daarom wordt er weer een maatregel bovenop gezet - bijvoorbeeld de koopsubsidie om het voor starters mogelijk te maken om een woning te kopen. Maar een oorzaak - als de hypotheekrenteaftrek - blijft intact.” En dat hoeft niet, daagt Marc uit: “Iedereen is gewoon geïnteresseerd in de netto totaalkosten per maand. Hogere rente, lagere belasting? Niet boeiend, wat telt staat onder de streep. Eigenlijk moet je gewoon uitgaan van een woning van, zeg, 200.000 euro die een bepaald bedrag per maand moet kosten. Mensen betalen hypotheekrente of huur, dat kiezen ze zelf. Renteaftrek en huurtoeslag zijn sigaren uit eigen doos en kunnen beter afgeschaft. Dan is tenminste duidelijk wat wonen kost.” Reageren of meer weten? Mail met m.eggermont@woonbedrijf.com of p.tholenaars@woonbedrijf.com Even voor de duidelijkheid: de meesten van onze klanten kunnen zich prima redden en kiezen verstandig. Maar we hebben ook kwetsbare huurderdoelgroepen die we extra willen beschermen. Voor die maatschappelijke taak zijn en blijven we 100% verantwoordelijk.
<strong>Woonbedrijf</strong>collega’s directeur Marc Eggermont en adjunct-directeur Paul Tholenaars “Wij kiezen de kant van onze klant.” woonbedrijvigheid 5