Toespraak van de heer Herman De Croo, Voorzitter van de Kamer ...

DE VOORZITTER
Toespraak van de heer Herman De Croo, Voorzitter van de
Kamer van volksvertegenwoordigers
Koningsdag
Maandag 15 november 2004
_________
Mevrouw,
Koninklijke Hoogheden,
Mijnheer de Kardinaal,
Mijnheer de Nuntius,
Mevrouw de Voorzitter van de Senaat,
Mijnheer de Eerste Minister,
Dames en heren in uw ambten en hoedanigheden,
Waarde collega's,
Dames en heren,
Het is voor mijn collega van de Senaat en mijzelf een buitengewone
eer om de Koninklijke Familie ter gelegenheid van Koningsdag voor
de vierde keer in het Paleis der Natie te mogen ontvangen.
Mevrouw,
Koninklijke Hoogheden,
Mag ik U verzoeken, in naam van alle aanwezigen, Zijne Majesteit de
Koning veel geluk en een goede gezondheid toe te wensen in de
uitoefening van Zijn hoog ambt en in Zijn familieleven.
1

Voorts begroet ik ook de vertegenwoordigers van de gestelde
staatslichamen en al diegenen die de Natie in haar diversiteit
belichamen.
Dames en Heren
Op 22 november 1830 besliste het Belgische Nationaal Congres bij
decreet dat de regeringsvorm van ons land een representatieve
constitutionele monarchie zou zijn met een staatshoofd dat zijn
hoedanigheid bij erfopvolging verwerft.
Toen Leopold I in 1831 de troon besteeg, kon Hij zich, ter
rechtvaardiging van zijn kroonrechten in België, slechts beroepen op
zijn verkiezing door het Nationaal Congres en op de inschrijving van
zijn naam in de Grondwet. België is dus een geaccepteerde
constitutionele monarchie.
Mag ik u herinneren aan een aantal stellingen die ik, in 2001, in deze
zaal formuleerde tijdens de eerste Koningsdag in het Paleis der
Natie ?
Een gekozen koningschap – zoals het presidentiële systeem ook wel
wordt genoemd – strookt niet met onze nationale ingesteldheid.
De bevolking staat nog altijd in grote meerderheid achter de
monarchie.
2

De monarchie heeft de ontwikkeling van onze instellingen nooit in de
weg gestaan – noch uit een democratisch, noch uit een federaal
oogpunt.
Een moderne monarchie kan alleen maar goed functioneren daar
waar ze zich de gemeenschappelijke waarden van de moderne
democratie eigen maakt. In België is dat zeer zeker het geval.
Naarmate de macht van de Staat vervaagt, België steeds meer een
deel van Europa wordt en de maatschappelijke veelvormigheid
toeneemt, groeit de behoefte aan een persoon – de Koning – die de
eenheid zichtbaar maakt en de continuïteit waarborgt.
Een monarchie die respect opbrengt voor de grondwettelijke
beginselen, is de beste waarborg voor een stabiel en sterk België
waarin zeer diverse gemeenschappen harmonieus samenleven.
Het huldebetoon van vandaag breng ik in naam van iedereen in dit
land. Ik zie het dan ook als mijn taak eveneens de tolk te zijn van
onze Duitstalige landgenoten, die – als Gemeenschap – mee uiting
geven aan de rijkdom van onze verscheidenheid.
Dames en Heren,
Dit jaar is het thema van Koningsdag, in het licht van de nakende
175 ste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid en de 25 ste
verjaardag van het federalisme: "Tijd voor ontmoetingen". Naar
aanleiding hiervan hebben de Kamer en de Senaat twee Belgen
willen huldigen die misschien minder bekend zijn bij het grote publiek,
3

maar onze jongeren daarom niet minder tot voorbeeld kunnen
dienen, en die in hun respectieve vakgebied excelleren.
Laat ik het eerst even hebben over de uitzonderlijke vindingrijkheid
die onze landgenoot Robert Cailliau, momenteel hoofd van de dienst
External Communication bij het CERN, aan de dag gelegd heeft bij
de totstandkoming en de ontwikkeling van het "World Wide Web",
waardoor het internet is kunnen uitgroeien tot de alomtegenwoordige
technologie die het vandaag is. Mijn collega, Senaatsvoorzitter Anne-
Marie Lizin, zal daarna de merites van een andere internationaal
gerenommeerde Belg, meteoroloog Luc Trullemans, onder uw
aandacht brengen. Beiden hebben wereldomspannend werk
geleverd. Ten slotte zal premier Guy Verhofstadt de krachtlijnen
uiteenzetten van de evenementen die in 2005 georganiseerd zullen
worden in het kader van de 175 ste verjaardag van de Belgische
onafhankelijkheid.
Amper een paar jaar na zijn uitvinding in 1990 in het CERN, het
Europese onderzoekscentrum voor deeltjesfysica in Genève, had het
"World Wide Web" het hele internet al omsponnen. Het web omvat
vandaag honderdduizenden servers, en in 2005 zou het aantal
internauten tegen het miljard lopen. Het web heeft de economie
ingrijpend gewijzigd, sommigen hebben er fortuinen mee verdiend, en
het is vandaag een onmiskenbaar maatschappelijk verschijnsel.
Men denkt nogal snel dat de grote uitvindingen in de informatica
steevast het werk zijn van Amerikaanse vorsers of ingenieurs. Het
tegendeel is waar, zoals uw aanwezigheid vandaag in ons midden
bewijst, mijnheer Cailliau.
4

U bent geboren in Tongeren in 1947, en studeerde van 1964 tot 1969
voor burgerlijk werktuigkundig en elektrotechnisch ingenieur aan de
Rijksuniversiteit Gent. Diezelfde universiteit verleende u in maart
2000 trouwens ook het doctoraat honoris causa. In 1971 behaalde u
het diploma van Master of Science in Computer, Information and
Control Engineering aan de universiteit van Michigan in Ann Arbor.
In december 1974 trad u in dienst van het CERN, en kwam u meer
bepaald terecht bij het team dat instond voor de volledige
vernieuwing van het controlesysteem van de Proton Synchrotron-
versneller. In 1989 stapte u over naar de Electronics & Computing for
Physics Division. Zonder uw onderzoekswerk, dat u in 1989 in deze
dienst met uw Britse collega Tim Berners-Lee op de rails zette, zou
het internet, het netwerk dat computers met elkaar verbindt, nooit
zo'n hoge vlucht genomen hebben. Bij het CERN was er een enorme
behoefte aan een oplossing om de over de hele wereld verspreid
werkende vorsers toegang te verschaffen tot dezelfde
wetenschappelijke documentatie die opgeslagen lag in computers. In
die optiek werkten u en uw collega Berners-Lee een
gemeenschappelijk voorstel uit waarbij de uitwisseling van en de
toegang tot informatie door middel van hypertekst vergemakkelijkt
werd. Jullie bedachten twee instrumenten, waarvan de letterwoorden
elke websurfer intussen meer dan bekend in de oren klinken, en
waarmee via hypertekststructuren op het internet genavigeerd kan
worden: HTML, wat staat voor "Hypertext Markup Language", en http
of "Hypertext Transfer Protocol". Jullie hadden het geniale idee om
een reeds bestaand netwerk, het internet, en een goed
5

functionerende technologie, de hyperteksttechnologie, aan elkaar te
koppelen.
Dames en heren,
In een in 1999 verschenen boek stipt Tim Berners-Lee aan dat
sommige collega's bij het CERN ervan overtuigd waren dat deze
uitvinding, met zijn onuitspreekbaar lange afkorting (9 lettergrepen in
het Engels), nooit zou aanslaan. Maar het web zou veel meer worden
dan een instrument voor de vorsers van het CERN. Door het
inbouwen van actieve hyperlinks in een elektronisch document kan
verwezen worden naar een ander document, ook al bevindt dat
document zich op een andere server aan het andere eind van de
wereld. De gebruiker kan websites raadplegen van op afstand en van
de ene site naar de andere surfen door links tussen de documenten
te activeren.
Waarde heer Cailliau,
U bewoog hemel en aarde om het CERN van het belang van uw
voorstel te overtuigen en de ontwikkeling ervan mogelijk te maken.
In december 1990 draaide de eerste website, info.cern.ch. op de
centrale CERN-computer. De eerste website buiten het CERN zag
het levenslicht in december 1991 in de Verenigde Staten.
In 1992 breidde het web zich gestaag uit van universiteit naar
onderzoekscentrum, maar het niet voorhanden zijn van browsers
remde de expansie ervan fel af.
6

De ontwikkeling, in februari 1993, van de gebruiksvriendelijke en
gemakkelijk te installeren browser Mosaic door twee vorsers van het
NSCS (National Center for Supercomputing Applications) was een
mijlpaal in de uitbreiding van het web. Daarna werden er bij het
CERN geen browsers meer ontwikkeld. Op uw initiatief werd alle
CERN-software in april 1993 publiek domein, en kon iedereen er vrij
en zonder royalty's te hoeven betalen gebruik van maken. U heeft
nooit munt willen slaan uit het web, want zoals u onderstreepte moest
het web een open en voor iedereen bruikbare standaard worden, die
niemand in eigendom kon hebben. Anders had het web wellicht nooit
op volle toeren kunnen komen.
U heeft veel gereisd in Europa om het web bij de informatica-industrie
te promoten. In datzelfde jaar, 1993, was u bij de Europese
Commissie de spil van het eerste volledig op het web gebaseerde
Europese project, WISE, voor de verspreiding van informatie onder
KMO's.
Eind 1993 was het web goed voor 1% van het internetverkeer. De
aandacht van de media was gewekt. Providers boden hun abonnees
nu een internetaansluiting via de lokale telefoonlijnen aan.
In mei 1994 organiseerde u de eerste internationale conferentie over
het web in het CERN. Die conferentie is de annalen ingegaan als het
"Woodstock van het web". In augustus 1994 legde u mee de
grondslag van het International WWW Conference Committee, dat de
conferenties daarna in goede banen zou leiden.
1994 was werkelijk het jaar van het web, dat toen 2.500 servers en
10 miljoen gebruikers omvatte. Het onderzoek naar e-
commercetoepassingen en veiligheidsissues ging van start. Het
7

CERN deed een beroep op de Europese Commissie om een
internationaal consortium op te richten dat het web moest beheren en
moest voorkomen dat het web voor commerciële doeleinden zou
worden ingepalmd.
Het World Wide Web Consortium (W3C) werd opgericht in januari
1995, met als doel "het Web tot zijn volle potentieel te ontwikkelen".
Het consortium opereert wereldwijd, en bedenkt en promoot
universele protocollen en webtalen die de interoperabiliteit en een
gelijkvormige, gedecentraliseerde en gestandaardiseerde groei van
het web garanderen.
In februari 1996 ontving u in Philadelphia de Software System Award
1995 van de Association for Computing, een van de belangrijkste
onderscheidingen in de informaticasector.
In het boek "How the Web was Born", dat gepubliceerd werd in 2000,
beschrijft u de gebeurtenissen die deze buitengewone uitvinding
mogelijk gemaakt hebben. Het CERN wees er terecht op dat nooit
eerder een uit fundamenteel onderzoek voortvloeiende uitvinding zo'n
verstrekkende impact heeft gehad. Met één muisklik kan iedereen
leren, spelen en dialogeren met anderen. Het web, met alle
verwachtingen die het schept en alle teleurstellingen die het in zich
draagt, is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven.
U betreurt dat het web, in vergelijking met de reuzenschreden in de
jaren '60 en '70 in de informatica, momenteel minder snel evolueert.
Ook het feit dat de commercie van het web een substituut voor de
televisie gemaakt heeft, en de manier waarop bepaalde bedrijven
misbruik proberen te maken van het vertrouwen van de gebruiker,
hebben u ontgoocheld. In de toename van het aantal standaarden
8

schuilt ook een gevaar. Het zijn immers de bedrijven en niet de
universitaire wereld die de meeste innovaties op hun conto schrijven.
Uw hoop berust nu grotendeels op de ontwikkeling van een "web of
trust", waar de gebruiker vertrouwen kan hebben in de informatie op
de door hem bezochte sites en ook op microbetalingen waardoor tal
van nieuwe diensten zouden kunnen ontstaan wanneer het mogelijk
zal worden te factureren bij de raadpleging van de site.
U bent persoonlijk betrokken bij de toepassing van het web op het
gebied van onderwijs. Het onderwijs, dat steeds meer gebruik maakt
van het world wide web, moet in de eerste plaats kritische geesten
vormen die de informatie kunnen uitfilteren. In het debat over de
reglementering van het internet heeft u voorgesteld een
"internetrijbewijs" in te voeren, waarin de rechten en plichten van de
internetgebruiker duidelijk worden omschreven.
Waarde heer Cailliau,
De drie w's die de afkorting van world wide web vormen, ziet u in de
kleur groen. Dat heeft niets uit te staan met het feit dat het web een
"groene" of milieuvriendelijke technologie is, want dat is het
ontegensprekelijk, maar met het gegeven dat u letters associeert met
kleuren. U bent namelijk een van die zeldzame mensen met
synesthesie. Zoals u zonder twijfel zal hebben gemerkt, is groen ook
alomtegenwoordig in onze Assemblee. De Leeszaal van de Kamer
van volksvertegenwoordigers is dan ook bij uitstek de geschikte
plaats om een van de vaders van het web te huldigen.
9

Brussel, 15 november 2004.
10

Toespraak van de heer Herman De Croo, Voorzitter van de Kamer
van volksvertegenwoordigers (DEEL 2)
Koningsdag
Maandag 15 november 2004
_________
In de geesten van onze landgenoten bekleedt u niet de plaats die u
verdient. U stond immers mee aan de wieg van een van de meest
spectaculaire uitvindingen van de twintigste eeuw. Mijn collega van
de Senaat en ik danken derhalve de Eerste Minister die aan Zijne
Majesteit de Koning heeft voorgesteld U tot Commandeur in de
Leopoldsorde te benoemen.
Mijnheer Cailliau,
“Op voordracht van de Eerste Minister heeft het Zijne Majesteit
Koning Albert II behaagd, als blijk van erkentelijkheid voor bewezen
diensten, bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 2004, u het burgerlijk
ereteken van Commandeur in de Leopoldsorde te verlenen”.
Brussel, 15 november 2004.
11