Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Coda<br />
door Prof. dr. Claire van Damme<br />
Wat een drukte op de ES<br />
Het schilderij Wat een drukte op de ES, <strong>be</strong>hoort<br />
tot het hyperrealistische werk van de Vlaamse<br />
kunstenaar Antoon De Clerck. Het hyperrealisme dat<br />
zijn internationale doorbraak dankt aan de Documenta<br />
5-tentoonstelling te Kassei in 1972, kende in België<br />
<strong>be</strong>halve Antoon De Clerck ook Marcel Maeyer en<br />
Roger Wittevrongel als <strong>be</strong>langrijke vertegenwoordigers.<br />
Wat een drukte op de ES laat toe een aantal specifieke<br />
kenmerken van De Clercks interpretatie te<br />
verduidelijken. Zijn <strong>be</strong>geestering voor de vooruitgang<br />
van wetenschap en techniek blijkt uit het onderwerp:<br />
twee jonge kerels-fietsers?- die plots halt houden om<br />
het doorstromend verkeer op de autosnelweg gade te<br />
slaan en wellicht zinnens zijn kort nadien opnieuw te<br />
vertrekken. Een triviaal gegeven dat ook nu nog actueel<br />
is maar door zijn schilderkunstige conceptie een extra<br />
dimensie verkrijgt.<br />
De thematiek sluit aan bij de hyperrealistische<br />
<strong>be</strong>langstelling voor het alledaagse en ligt in het<br />
verlengde van zijn vroegere oeuvre vertrokken uit de<br />
Nieuwe Visie. De visuele trefkracht en het klaarblijkelijk<br />
accidentele zijn opvallend. Beeldafsnijding en<br />
i lussionisme evoceren fotografische verwantschap. To ch<br />
spreekt uit dit schilderij een uitgesproken zin voor<br />
compositie, evenwicht en spanning tussen vertikalen en<br />
horizontalen, tussen hoekige en curvilineaire elementen.<br />
Ook de sfeer is treffend. Het ge<strong>be</strong>uren speelt zich af bij<br />
hevig licht dat deels concreet is en schaduwen afWerpt,<br />
maar ook deels abstract is en vanuit de intensiteit van<br />
de monochrome schildering vlakmatig naar voor treedt.<br />
Dergelijk spel tussen concreet en abstraherend idioom<br />
komt ook voor in de figuratieve componenten die op<br />
een rustige en weloverwogen wijze het <strong>be</strong>eldvlak<br />
<strong>be</strong>volken. Er grijpen tevens confrontaties plaats tussen<br />
geometrische en organische structuren, tussen kleurige<br />
stofdifferentiatie en abstract koloriet.De meest<br />
anekdotische objecten als het fietswiel en het metalen<br />
embleem verliezen door hun grafische zuiverheid aan<br />
concrete en tactiele aanwezigheid en anekdotiek. Ook<br />
de afWezigheid van een persoonlijke toets verhoogt de<br />
abstracte dimensie van banale objecten.<br />
Dit werk is tevens op ruimtelijk vlak bijzonder<br />
complex. De ruimte die aan elke zijde van het schilderij<br />
uitbreidbaar is, grenst wegens haar inconsequente<br />
conceptie aan het irreële. Zij oefent bovendien een<br />
enorme zuigingskracht uit naar de toeschouwer.<br />
Enerzijds haalt de blik van de jongeman deze van de<br />
kijker binnen in de schilderkunstige ruimte. Anderzijds,<br />
laat de figuur op rugzijde wegens zijn analoge positie<br />
met de toeschouwer een gemakkelijke identificatie met<br />
de kijker toe en nodigt zij deze uit samen met hem,<br />
over de reling, in een ijle on<strong>be</strong>paaldheid te staren.<br />
Alle voornoemde elementen dragen bij tot het<br />
<strong>be</strong>vreemdende karakter van het schilderij waar tijd en<br />
ruimte onvatbaar zijn en een spontane<br />
lichaams<strong>be</strong>weging gestatufieerd lijkt; waar de evocatie<br />
van rust en verstilling in schril contrast staat met de<br />
verwachting door de titel van het werk gewekt: de<br />
autosnelweg waar in een hels tempo en onder<br />
motorengeluid, auto's in grote getale en kleurige<br />
verscheidenheid voorbij razen. Deze aspecten wijzen<br />
duidelijk op een specifiek realisatieproces waarbij<br />
persoonlijke perceptie, eigenhandige schetsen en<br />
fotografische opnames tot het uiteindelijk kunstwerk<br />
voeren. Het schilderij Wat een drukte op de ES laat niet<br />
zien wat het <strong>be</strong>loofd. Het suggereert door middel van<br />
negatie. Compositorische discipline, <strong>be</strong>eld- en<br />
kleur<strong>be</strong>heersing verlenen het werk een tijdloos en<br />
meditatief karakter.<br />
Bibliografie<br />
M.C. Laleman, D. Lievois. 7 <strong>Bruggen</strong>: historiek & restauratie van zeven<br />
Gentse Leiebruggen. Gent. 1987<br />
H. Van Royen. G. Vandegoor, <strong>Bruggen</strong> I Patrimonium over Vlaamse<br />
waterwegen, Leer<strong>be</strong>ek. 1994<br />
Tijdschriften<br />
A Plus, nr. 84, novem<strong>be</strong>r 1983 (themanummer Kunstwerken)<br />
A Plus, nr. 131, decem<strong>be</strong>r 1994-januari 199S (themanummer<br />
René Greisch)<br />
Herkomst van de illustraties<br />
Anvers Urbanisme: blz. 170 (boven)<br />
Chr. Bastin & J. Evrard: blz. 142 (midden), IS6- IS7 (onder).<br />
164 (onder)<br />
Buerman Communications: blz. 14 3 (boven)<br />
Commissariaat-Generaal voorToerisme van België,<br />
Sergeysels: blz. 14 7 (onder)<br />
Daylight. Luik blz. 148. 149 (boven), IS6- IS7 (boven)<br />
Luc De Rammelaere: blz. 161 (boven links), 161 (onder links)<br />
A. De Vogelaere: blz. 14 7 (boven)<br />
Marc Devos: blz. 162 (tweede foto onder)<br />
To m D'Haenens: blz. 141<br />
Marc Dubois: blz. 139 (midden), IS2 (midden). ISS (boven),<br />
IS7 (boven), 164 (boven)<br />
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. Brussel: blz. 169 (onder)<br />
Joris Luyten: blz. 129, 130, 136 (boven). 137 (boven), 137 (onder),<br />
139 (boven). 140-141 (boven), 140-141 (onder links), 142 (onder),<br />
143 (onder). 144, 144- 14S. IS2- IS3 (boven), IS2 (onder),<br />
IS3 (midden), IS4 (boven), IS4- ISS (onder), IS8- IS9 (boven).<br />
IS8 (onder). 162 (onder), 16S, 166 (onder)<br />
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en<br />
Infrastructuur, Brussel: blz. 143 (midden), 149 (onder)<br />
Museum voor Hedendaagse Kunst, Gent: blz. 171, 172<br />
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen: blz. IS I<br />
Greet Paulissen: blz. 139 (onder), ISO (boven), ISO (midden).<br />
ISO (onder), IS2 (boven), IS3 (onder), IS9 (onder links),<br />
IS9 (onder rechts). 161 (boven rechts), 161 (onder rechts),<br />
168 (links boven). 168 (links onder). 168 (rechts)<br />
Provincie<strong>be</strong>stuur Antwerpen, Archief Léon Stynen: blz. 169 (boven)<br />
Provincie<strong>be</strong>stuur Oost-Vlaanderen, Dienst Kunstpatrimonium: blz. 163<br />
Provincie West-Vlaanderen, Provinciale Bibliotheek en Cultuurarchief:<br />
blz. 146 (boven), blz. 146 (onder)<br />
M. Seresia: blz. 170 (midden)<br />
Sint-Lukas-Stichting, Lieve Vandenplancke, Brussel: blz. 13S (rechts)<br />
Sint-Lukasarchief. Brussel: blz. 131, 132 (boven), 132 (onder), 133, 134,<br />
13S (boven). 13S (links). 136 (onder), 162 (boven), 162 (tweede foto<br />
bovenaan). 166- 1 67. 167<br />
Riemens Wim: blz. 170 (onder)<br />
Uitgeverij Lannoo, Tielt: blz. I 38, 14 2 (boven)<br />
Van den Bogaerde: blz. I 61 (boven rechts)<br />
Vlaamse Vereniging voor Industrieel Erfgoed: blz. 146 (onder)<br />
171