1976 Struktuurschets Reeshof 1978 Autostuktuur Reeshof 1978 Fietsstruktuur Reeshof 1989 Stadsbeheerplan 1992 Groenstructuurplan 2001 Groene Mal 4 1996 Groenstructuurplan Plus 2003 Structuurplan 2020
1. Inleiding De <strong>Karel</strong> Boddenweg is een bekende straat in Tilburg. Het crematorium en de gemeentelijke begraafplaats van Tilburg zijn er gevestigd en bijna alle Tilburgers moeten hier eens in de zoveel jaar (helaas) wel eens naar toe. Deze rapportage bevat een visie op de toekomst van het gebied rond de <strong>Karel</strong> Boddenweg. [[ De <strong>Karel</strong> Boddenweg ligt in de groene buffer tussen Tilburg-West en de Reeshof die circa 20 jaar als stadsrand fungeerde. Er zijn stadsrandfuncties gevestigd zoals een begraafplaats en volkstuintjes. Later zijn er een crematorium, rouwinstellingen, een politiebureau en een school bijgekomen. In de late jaren ‘70 werden schetsen gemaakt voor de aanleg van een nieuwe, grote woonwijk westelijk van het gebied. Om autoverkeer van en naar de Reeshof te beperken, werd besloten om in de toevoerweg een paar bochten te leggen, om het de auto ‘moeilijk’ te maken en het fietsen te stimuleren. De <strong>Karel</strong> Boddenweg was geboren. Later werd de busbaan Jozef Platteweg alsnog voor auto’s toegankelijk gemaakt. De <strong>Karel</strong> Boddenweg bleef behouden om de functies die eraan liggen te ontsluiten. Doordat alle functies aan de <strong>Karel</strong> Boddenweg in de loop der jaren drukker en talrijker zijn geworden, is de verkeersveiligheid behoorlijk afgenomen. De aansluiting van de <strong>Karel</strong> Boddenweg op de Jozef Platteweg bij de school is onveilig, De schoollocatie wordt doorsneden door een rijbaan, welke regelmatig volgeparkeerd staat. Het crematorium kent een parkeertekort. Veel bezoekers van het crematorium parkeren in de berm van de <strong>Karel</strong> Boddenweg. De parkeerproblematiek kan alleen in samenwerking met de andere bedrijven en instellingen goed verholpen worden. De parkeer- en verkeersproblematiek vormen de directe aanleiding voor het opstellen van deze visie. In de binnenbocht van de <strong>Karel</strong> Boddenweg ligt een voor de houtproductie aangeplant populierenbos dat bijna kaprijp is. Het populierenbos maakt onderdeel uit van de EHS. De instellingen in het gebied hebben hun maximale bouwcapaciteit bereikt en zouden op de plek van dit bos graag uitbreiden. In 2004 is in het populierenbos een uitbreiding van school De Bodde gebouwd. Monuta heeft -buiten het bos- een opbouw gerealiseerd die in het recente beheerbestemmingsplan is meegenomen. Ook Dela heeft toekomstplannen. Elke nieuwe bouwinitiatief dat niet in het beheerbestemmingsplan past, moet ad hoc worden beoordeeld en kan niet meer gehonoreerd worden zonder complexe procedures. De instellingen in het gebied, al hebben ze een eigen bedrijfsvoering, hebben er baat bij dat er een transformatie komt waarbij zowel de individuele bedrijfsbelangen tot hun recht komen als de collectieve uitstraling verbeterd wordt. De grond van het populierenbos e.o. is in eigendom van de gemeente Tilburg. De vraag van het gebiedsteam West aan het planteam Noord-West van Stedenbouw is om de ontwikkelingspo- tenties van de <strong>Karel</strong> Boddenweg (en het populierenbos) e.o. in beeld te brengen. Deze ontwikkelingsvisie moet bijdragen aan het creëren van synergie. Een andere aanleiding voor het opstellen van de visie is de beleidsstatus van de groene buffer tussen stad en Reeshof. In de achtereenvolgende beleidsdocumenten wordt het plangebied wisselend rood of groen beschouwd, , of gemengd, of zelfs als een witte, lege vlek op de kaart weergegeven. In 2001 moest er een ecologische verbinding komen, die in 2004 alweer als onrealistisch is betiteld (Alterra, Noordzuidstudie). In het vigerende bestemmingsplan heeft het populierenbos een EHS-status. Deze EHS-status is momenteel weer verwijderd uit de provinciale verordening Ruimte terwijl in de Nota Biodiversiteit (vastgesteld 19 juli 2010) weer gesproken wordt over een “Ecologische Corridor”. Deze visie moet, behalve over ontwikkelingspotenties, een kansrijke, houdbare uitspraak doen over de omvang en het karakter van het groen en de ecologie in het gebied. In 2009 is in opdracht van Gebiedsontwikkeling, afdeling Beheer en Onderhoud, een onderzoek uitgevoerd (door Genius Loci) naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de gemeentelijke begraafplaats. Aanleiding voor dit onderzoek zijn de uitbreidingswensen van het crematorium, afgezet tegen de begraafbehoefte op de begraafplaats, nieuwe ontwikkelingen in de uitvaartbranche en beheers- en organisatieaspecten van de royaal opgezette begraafplaats. De visievorming door Stedenbouw en de uitkomsten van het onderzoek van Beheer en Onderhoud zijn onderling niet strijdig. Het onderzoek bevestigt de uitgangspunten van deze visie en is aanvullend ten aanzien van de toekomst van de gemeentelijke begraafplaats. Links is te zien hoe het gebied in de afgelopen 35 jaar beleidsmatig is beschouwd. Ooit bedoeld voor verkeer en stadsrandfuncties. Later voor gemengde functies, zelfs wonen. Daarna weer groen en eco- logie. De gemeentelijke perceptie over het gebied wisselt dus behoorlijk en soms wordt er bewust of onbewust ‘niets’ over het gebied gezegd. 5