Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lente 2013 Wetenschap<br />
Transcraniële magnetische stimulatie<br />
Uit onderzoek is gebleken dat men met magneetvelden<br />
de hersenactiviteit kan beïnvloeden. Bij TMS<br />
wordt er een grote, platte, vlindervormige magnetische<br />
spoel op de schedel geplaatst. De precieze locatie<br />
waar men gaat stimuleren dan wel remmen wordt<br />
bepaald aan de hand van scans, die werden gemaakt<br />
tijdens een eerdere MRI scansessie, terwijl patiënten<br />
en controles specifieke opdrachten krijgen, die deze<br />
betrokken gebieden in kaart brengen. ‘Met behulp<br />
van neuronavigatie kan dan vervolgens steeds naar<br />
deze gebieden worden gezocht om die te manipuleren.<br />
Afhankelijk van de frequentie van de magnetische<br />
impulsen kan een hersengebied gestimuleerd of<br />
juist geremd worden. Een lage frequentie (1 Hz) remt<br />
de hersenactiviteit en een hoge frequentie (10 Hz) stimuleert<br />
de activiteit. Bij dit onderzoek is een eenmalige<br />
TMS behandeling gebruikt, met dus een tijdelijk<br />
effect. Wanneer TMS veelvuldig herhaald wordt,<br />
kunnen langer durende effecten optreden’.<br />
Het onderzoek<br />
‘Het onderzoek vond plaats van medio 2008 tot eind<br />
2012. Er zijn ruim 40 patiënten en 40 controlepersonen<br />
onderzocht. De patiënten kregen hoogfrequente<br />
(stimulerende) TMS; de controles kregen laagfrequente<br />
(remmende) TMS. In beide groepen kreeg 50%<br />
de echte stimulatie en de andere helft een placebostimulatie.<br />
We hebben gekeken naar het verschil<br />
tussen de groepen in activatie van het ventrale en<br />
dorsale circuit tijdens de uitvoering van een emotieregulatie-taak,<br />
bij baseline en na stimulatie of remming<br />
middels TMS. Tijdens de emotieregulatie-taak<br />
een uitgave van de ADF stichting<br />
werden de deelnemers geconfronteerd met plaatjes<br />
uit vijf verschillende condities: een algemene angstconditie,<br />
een smetvreesconditie, een symmetrieconditie,<br />
een checkconditie en een neutrale conditie. Wij<br />
vroegen de mensen in twee verschillende toestanden<br />
naar die plaatjes te kijken, namelijk enerzijds hun<br />
natuurlijke manier van kijken - zoals ze dat altijd<br />
gewend waren - en anderzijds een manier waarbij ze<br />
tijdens het bekijken van de plaatjes hun gedachten<br />
bijsturen, zoals bekend vanuit de cognitieve gedragstherapie,<br />
waarbij je de gedachte over de situatie zó<br />
verandert dat je minder angstig wordt. Bijvoorbeeld<br />
in het geval van het zien van een plaatje met een<br />
vieze tampon. Dan kan je denken, ‘nou die ligt daar<br />
maar en ik hoef die niet aan te raken en zolang ik de<br />
tampon niet aanraak, gebeurt er niks’. We weten dat<br />
als je dit zo bijstuurt, het je dorsale circuit stimuleert<br />
en de angstrespons in het ventrale systeem onderdrukt’.<br />
Bevindingen<br />
De bevindingen van de baselinemeting:<br />
‘Eén van onze eerste bevindingen is dat patiënten<br />
met OCD in het dagelijks leven deze ‘regulatietechniek’,<br />
het bijsturen van het gevoel met behulp van<br />
corrigerende gedachten, minder vaak gebruiken, met<br />
name als de OCD ernstiger is, maar dat ze tijdens het<br />
experiment wél in staat waren de techniek toe te<br />
passen. Wel waren de angstscores tijdens het experiment<br />
in patiënten veel hoger dan in controles en liet<br />
de amygdala (de angstkern in de hersenen) een<br />
andere activatiepatroon zien. Dit bevestigt de hypothese<br />
dat het bijsturen van de angstrespons verstoord<br />
is. Wat we daarnaast vonden bij de baselinemeting is<br />
dat als je patiënten naar bijvoorbeeld smetvreesplaatjes<br />
laat kijken terwijl zij hun gedachten bijsturen,<br />
ze vooral een hersengebied stimuleren, de<br />
premotor cortex, een gebied dat eigenlijk meer richting<br />
de motorcortex ligt. Terwijl de gezonde controles,<br />
zoals verwacht echt hun dorsolaterale prefrontale<br />
cortex stimuleren, dus het gebied dat je nodig hebt<br />
om goed te reguleren. Wat we ook vonden is dat hoe<br />
beter gezonde controles dit dorsale circuit stimuleren,<br />
hoe beter ze het gevoel van angst kunnen onderdrukken,<br />
dus hoe beter ze in staat zijn om goed te<br />
reguleren. Wat we verder vonden is, en dat was ook<br />
onze hypothese, dat als je mensen twee keer meet en<br />
ze krijgen twee keer verschillende plaatjes te zien,<br />
maar je brengt ze toch twee keer in zo’n situatie<br />
waarin je angst provoceert, dat bij de gezonde controles<br />
(na placebo TMS) op dag twee, dus de tweede<br />
keer dat ze dat ondergingen, ze minder angstig<br />
waren, minder reactie hadden op die plaatjes. De<br />
23