Bedieningshandleiding ECHO™/Virtuele terminal - Norac

7.5 Verder voor de spuitboom voelen
Een vaak voorkomende misvatting is dat de spuitboom beter zal presteren als de sensor verder
vóór de spuitboom wordt verplaatst. Door de sensor verder vóór de spuitboom te verplaatsen
wordt de afstand tussen de spuitdop en de sensor groter. Daardoor komt de sensor op een
andere plaats binnen het veld dan de veldspuits terecht, zodat er een hoogtefout aan de
sproeidoppen wordt ingevoerd. Op zwaar terrein kunnen de veldspuits door deze hoogtefout
dicht bij de grond komen, aangezien de sensor een meting uitvoert over de kam van de heuvel
of onderin een greppel.
7.6 Mogelijkheden en beperkingen van de hoogtesensors
De UC5 sensoren zijn speciaal ontworpen en geconstrueerd voor gebruik in de landbouw.
Wel moet de ultrasone transducer schoon en droog zijn om optimaal te kunnen presteren. De
schuimen schijf die onderin de sensor is gemonteerd beschermt de transducer tegen stof. Als
de beschermende schuimstukken nat worden door regen of afgedreven vloeistofdruppels uit de
spuitdoppen kunnen de sensoren het moeilijk hebben om metingen uit te voeren. Als de
transducer bovendien zelf nat wordt, laat u het UC5 systeem aan, maar dan in de handmatige
modus. De trillingen van de transducer zullen ervoor zorgen dat het water vanzelf verdwijnt en
na enkele minuten zal deze opnieuw beginnen te functioneren.
De hoogtesensoren zullen onder normale omstandigheden hoogtemetingen geven van 22 tot
300 cm.
Om de sensor optimaal te laten presteren heeft de UC5 sensor een minimale afstand nodig
waarbinnen hij een meting kan verrichten, ook wel het blindbereik genoemd. Daarom is de
UC5 sensor ontworpen om doelen te negeren die binnen de 20cm vanaf de onderkant van
de sensorbehuizing liggen.
16