AZART-alfabet van Guy Rombouts - Storm op komst
AZART-alfabet van Guy Rombouts - Storm op komst
AZART-alfabet van Guy Rombouts - Storm op komst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
FILOSOFEREN OVER<br />
HET ALFABET<br />
DOELSTELLINGEN<br />
MATERIALENLIJST<br />
LESDUUR<br />
LESINFO<br />
In onderstaande lessuggestie wordt gewerkt aan leergebiedoverschrijdende<br />
eindtermen 1.2, 1.6, 1.9, 2 & 3 <strong>van</strong><br />
sociale vaardigheden <strong>van</strong> het basisonderwijs.<br />
In onderstaande lessuggestie wordt gewerkt aan de leergebieden<br />
1.3, 6.1, 6.4, 6.5 <strong>van</strong> muzische vorming .<br />
Verschillende talen/<strong>alfabet</strong>ten<br />
Inkt/verf<br />
Papier<br />
Potlood<br />
Ongeveer 30 minuten<br />
Filosofie begint met verwondering. Daarbij is het belangrijk<br />
om geen vooroordelen te hebben, maar zelf te denken en<br />
te oordelen. We mogen niet voldaan zijn na het eerste het<br />
beste antwoord, we stellen dingen in vraag. Bij filosoferen<br />
gaat het om argumenten en ideeën. Je bedenkt en argumenteert,<br />
bouwt een gedachte <strong>op</strong> <strong>van</strong> iemand anders, of<br />
breekt er eentje af met <strong>op</strong>bouwende gedachten waarom dat<br />
niet zou kunnen of hoe het beter zou lukken. Filosoferen<br />
is altijd taal en komt het best tot stand in een dialoog of<br />
discussie.<br />
Zeg aan de leerlingen dat iedere gedachte gerespecteerd<br />
wordt. Alles mag gezegd worden: alle antwoorden zijn<br />
goed. Als je iets niet durft te zeggen, moet je dit ook niet.<br />
Wie het woord ‘filosoferen’ te zwaar vindt, kan kiezen voor<br />
een alternatief als ‘denken over denken’.<br />
Een kring lijkt de meest geëigende vorm voor het filosofisch<br />
gesprek. Ook als het enige organisatie in de klas vergt,<br />
is dit functioneel.<br />
Als je een grote groep hebt en er is de mogelijkheid om met<br />
een halve groep te werken in afwisseling met een andere<br />
activiteit, dan kan dat zeker helpen om het gesprek te ontwikkelen.<br />
Het is evenwel niet onmogelijk om met de hele<br />
groep een goed gesprek te voeren.<br />
Wie spreekt tegen wie? In het begin spreken de leerlingen<br />
vooral tegen de leerkracht. Dit zijn ze gewend. Stimuleer<br />
toch je leerlingen om ook tegen elkaar te praten. In<br />
het begin moet je je als leerkracht dwingen om niet te veel<br />
aan het woord te zijn. Hoe minder je zegt, hoe belangrijker<br />
het wordt wanneer je wat zegt en wat je zegt. Dit kan je<br />
bijvoorbeeld <strong>op</strong>lossen door een algemene vraag te stellen<br />
5