26.09.2013 Views

scheepsbouw te amsterdam in vroeger eeuwen - theobakker.net

scheepsbouw te amsterdam in vroeger eeuwen - theobakker.net

scheepsbouw te amsterdam in vroeger eeuwen - theobakker.net

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SCHEEPSBOUW TE<br />

AMSTERDAM IN<br />

VROEGER EEUWEN<br />

door F.G.M. Douwes<br />

Overdruk van een artikel <strong>in</strong> Ons Ams<strong>te</strong>rdam Jg.13 (1961)


Het is een lust voor het oog op de kaart-schilderij van<br />

Corn. Antonisz. het dorpse gedoe <strong>te</strong> aanschouwen<br />

der bedrijvige arbeidslui, hun ambacht uitoefenend<br />

<strong>in</strong> de open lucht. De werkbenodigdheden liggen alom<br />

verspreid langs grach<strong>te</strong>n, stra<strong>te</strong>n en sloppen en een<br />

gemoedelijke eerlijkheid vertoont de gehele openbare<br />

weg. Dit openluchtbedrijf was reeds <strong>eeuwen</strong> lang<br />

een dw<strong>in</strong>gende noodzakelijkheid door het gebrek<br />

aan de benodigde werkgelegenheid. De beschikbare,<br />

zo beperk<strong>te</strong> levensruim<strong>te</strong>n werden volgestouwd met<br />

woongelegenheden en voor apar<strong>te</strong> bedrijfsruim<strong>te</strong>n<br />

was zo goed als geen onderdak <strong>te</strong> v<strong>in</strong>den, zodat de<br />

werkplaats de straat op moest. En deze toestanden<br />

werden met de jaren ernstiger, zodat rampen onvermijdelijk<br />

waren en <strong>in</strong>derdaad <strong>in</strong> verschillende vormen<br />

ook plaats hadden.<br />

Wat was de aanleid<strong>in</strong>g tot al dat drukke gedoe?<br />

Ons voormalige vissersdorpje breidde zich s<strong>te</strong>eds uit<br />

en nam voortdurend toe <strong>in</strong> be<strong>te</strong>kenis, door de opkomende<br />

bloei van handel en scheepvaart. De Oostzeehandel,<br />

ontstaan na ±1250, eis<strong>te</strong> schepen en deze<br />

moes<strong>te</strong>n komen van reders. Daarom is het zeer waarschijnlijk<br />

geweest, dat <strong>in</strong> die en la<strong>te</strong>re perioden een<br />

aantal personen of samen een schip bouwden of dat<br />

lie<strong>te</strong>n doen, het met hun koopwaren belaadden en er<br />

op uit trokken naar de noordelijke wa<strong>te</strong>ren. Door het<br />

Gedeel<strong>te</strong> van de uit 1536 da<strong>te</strong>rende pen<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g van<br />

Cornelis Anthonisz. met de Lastage op de voorgrond<br />

(Atlas Splitgerber, GAA)<br />

gezamenlijk <strong>in</strong>brengen van “par<strong>te</strong>n” was het risico<br />

gedeeld en kon men aan uitbreid<strong>in</strong>g denken. Talrijke<br />

Ams<strong>te</strong>rdammers kregen zodoende “scheepspar<strong>te</strong>n”<br />

met burgers uit andere, voornamelijk Hanzes<strong>te</strong>den<br />

als Dantzig. Daar was men ech<strong>te</strong>r niet zo gebrand<br />

op de verkoop van eigen schepen, want dat gaf voet<br />

aan concurrentie en daarom werden eerst verboden<br />

uitgevaardigd voor bui<strong>te</strong>nlanders schepen <strong>te</strong> leveren.<br />

La<strong>te</strong>r, <strong>in</strong> 1434, werd bepaald dat een nieuw gebouwd<br />

schip <strong>te</strong>n m<strong>in</strong>s<strong>te</strong> één jaar voor eigen land moest hebben<br />

gevaren onder eigen schippers, alvorens het naar<br />

het bui<strong>te</strong>nland mocht worden verkocht. Deze bepal<strong>in</strong>g<br />

werd tot <strong>in</strong> 1453 gehandhaafd.<br />

Het is begrijpelijk, dat bij ons <strong>te</strong> lande de dr<strong>in</strong>gende<br />

noodzaak ontstond zelf schepen <strong>te</strong> bouwen. Dit<br />

<strong>te</strong> meer, omdat tal van kle<strong>in</strong>e en gro<strong>te</strong> schepen na<br />

opgedane schade reeds alhier hers<strong>te</strong>ld werden, ‘t zij,<br />

<strong>te</strong>gen de bui<strong>te</strong>ndijk, bij eb op een droge zandplaat, ‘t<br />

zij b<strong>in</strong>nen de stad, b.v. aan de Westhoek van het Spui,<br />

waar de samenloop der grach<strong>te</strong>n een kom vormde.<br />

Deze hers<strong>te</strong>lplaatsen waren ook noodzakelijk, omdat<br />

<strong>in</strong> 1413 <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam een zeerechtbepal<strong>in</strong>g werd<br />

uitgevaardigd, waar<strong>in</strong> het verplicht werd ges<strong>te</strong>ld om<br />

beschadigde schepen alhier <strong>te</strong> repareren of <strong>te</strong> vernieuwen.<br />

Langzamerhand kreeg Ams<strong>te</strong>rdam een uitmun<strong>te</strong>nde<br />

naam op <strong>scheepsbouw</strong>gebied, zodat een afzonderlijke<br />

buurt voor ‘t uitoefenen van dit bedrijf noodzakelijk<br />

werd. B<strong>in</strong>nen de oude grach<strong>te</strong>n en b<strong>in</strong>nen<br />

de palen van ‘t IJ werd het bouwen en hers<strong>te</strong>llen van<br />

schepen verboden bij keur van 1430: “nyemant en sal<br />

scepe maken noch scip noch touwe <strong>te</strong>eren, noch scip<br />

peken b<strong>in</strong>nen der Ouder graf<strong>te</strong> b<strong>in</strong>nen den poerthuyzen,<br />

noch b<strong>in</strong>nen der pal<strong>in</strong>ghe van der s<strong>te</strong>de”. Aanleid<strong>in</strong>g<br />

daartoe waren het gro<strong>te</strong> aantal branden <strong>in</strong> de<br />

van hou<strong>te</strong>n huizen gebouwde stad, de laats<strong>te</strong> nog <strong>in</strong><br />

1422, waarbij één derde der bebouwde ruim<strong>te</strong> b<strong>in</strong>nen<br />

de ves<strong>te</strong> verloren g<strong>in</strong>g. Maar nog erger was het<br />

<strong>in</strong> 1452 toen op St.-Urbaansdag – 25 mei – vanuit<br />

de buurt der Oude Kerk een brand zich verspreidde<br />

over het Damrak, dat vol schepen lag, deze aanstak<br />

en de W<strong>in</strong>dmolenzijde aantast<strong>te</strong> tot <strong>in</strong> het N.W. der<br />

stad, die voor twee derde <strong>in</strong> de as werd gelegd. Nu<br />

moest de brandgevaarlijke <strong>scheepsbouw</strong> toch wel<br />

<strong>te</strong>n strengs<strong>te</strong> geweerd worden en werd een vas<strong>te</strong><br />

vestig<strong>in</strong>g en bewon<strong>in</strong>g voor <strong>scheepsbouw</strong> bui<strong>te</strong>n de<br />

± 1480 ommuurde stad verplicht. Toen vestigde men<br />

de z.g. “breeuwwerven” op de meest geschik<strong>te</strong> plaatsen<br />

: de verzand<strong>in</strong>gen en ondiep<strong>te</strong>n aan de N.O.- en<br />

aan de N.W.-kant der stad, de z.g. “Waalen” en brak<br />

de tweede periode <strong>in</strong> de Ams<strong>te</strong>rdamse Scheepsbouw<br />

aan. Op de kaart van Corn. Antonisz. kan men de<br />

Walen zeer goed onderscheiden. De Oudezijds Waal


De Oost-Indische Compagnie had haar scheepswerf van 1608 tot 1660 op Rapenburg<br />

(Ets door Re<strong>in</strong>ier Zeeman, ±1623-±2667. Atlas GAA)<br />

werd ± 1500 aangelegd en we kunnen hem <strong>in</strong> drie delen<br />

onderscheiden, n.l. de Gro<strong>te</strong> Waal, de ligplaats<br />

van allerlei meest gro<strong>te</strong> schepen, de middels<strong>te</strong> of<br />

Timmerwaal, waar de schepen op zijde gebracht gebreeuwd<br />

en hers<strong>te</strong>ld werden en de Dok- of Hokwaal<br />

voor ‘s Lands oorlogsschepen, die op de stadstimmerwerf<br />

gemaakt, vertimmerd of opgelegd werden<br />

voor reken<strong>in</strong>g van de overheid. De Nieuwezijds Waal<br />

was <strong>in</strong> tweeën verdeeld, n.l. de Nieuwe Waal <strong>in</strong> het<br />

Noorden en de Rommelhaven <strong>in</strong> het Zuiden.<br />

De Walen dreigden s<strong>te</strong>eds <strong>te</strong> verzanden en daarom<br />

moes<strong>te</strong>n zij geregeld uitgediept worden om er de<br />

schepen <strong>te</strong> kunnen ontvangen. Tussen de Haarlemmerdijk<br />

en de mond van de Karthuizer We<strong>te</strong>r<strong>in</strong>g vestigden<br />

bui<strong>te</strong>ndijks de scheepstimmerlieden Gerryt<br />

Jansz. en Jan Symons nog twee scheepswerven.<br />

Aanvankelijk waren al deze werven z.g. breeuwwerven,<br />

die werden beheerd door een mees<strong>te</strong>r-breeuwer,<br />

omdat hoofdzakelijk het hers<strong>te</strong>llen, br<strong>eeuwen</strong> en re<strong>in</strong>igen<br />

van schepen werd uitgeoefend. Maar daar<strong>in</strong><br />

kwam verander<strong>in</strong>g. Vele Ams<strong>te</strong>rdammers lie<strong>te</strong>n eerst<br />

nog hun schepen bouwen <strong>in</strong> andere plaatsen, zelfs <strong>in</strong><br />

het bui<strong>te</strong>nland, aangezien men daar vaak alleen schepen<br />

toeliet, die aldaar gebouwd waren. Maar toen <strong>in</strong><br />

het beg<strong>in</strong> der 16e eeuw de handel <strong>in</strong> de Noordelijke<br />

wa<strong>te</strong>ren zo toenam, moest de <strong>scheepsbouw</strong> wel uitgebreid<br />

worden en werd het particuliere <strong>in</strong>itiatief<br />

zeer aangemoedigd door het scheppen van goede<br />

gelegenheden. Ook werden goede vaklui aangetrok-<br />

ken met extra voorwaarden o.a. door het verstrekken<br />

van vrij bier. Bij een keur van 10 nov. 1512 werd dit<br />

aldus nader geregeld : “soe heeft men verclaert ende<br />

verclaert mits desen, dat deghene, die nuwe scepen<br />

tymmeren, vrij excyse hoer bier dr<strong>in</strong>cken zullen<br />

moghen, mit<strong>te</strong>r conditie, dat men vrij excyse hebben<br />

zal van elcke voet, soeveel die kiellanck is, een tonne<br />

Aems<strong>te</strong>rdammer byer ende nyet meer,” enz. Omdat<br />

er ongeregeldheden en frauden gepleegd werden en<br />

de accijnsopbrengst der stad ernstig werd geschaad,<br />

werd de vrijheid <strong>in</strong> 1539 enigsz<strong>in</strong>s beperkt.<br />

Zo groeide langzamerhand <strong>te</strong>n Oos<strong>te</strong>n van de Gelderse<br />

Kaai, tussen IJ en Ams<strong>te</strong>l, <strong>in</strong> een bui<strong>te</strong>ndijkse<br />

voorstad een belangrijk <strong>scheepsbouw</strong>centrum met<br />

pakhuizen, lijnbanen, scheepstimmerwerven, houtzagerijen,<br />

<strong>te</strong>erkokerijen, ankersmederijen, enz. met<br />

langs de wa<strong>te</strong>rkant tal van door balken gestut<strong>te</strong> rompen<br />

van schepen en massa’s balken ongezaagd hout.<br />

Dit nieuwe gebied, de Lastage gehe<strong>te</strong>n, begon meer<br />

en meer het middelpunt <strong>te</strong> worden der nu zich s<strong>te</strong>eds<br />

meer uitbreidende <strong>scheepsbouw</strong>, vooral ook toen na<br />

1516 aan de Oostzijde een gracht werd gegraven, de<br />

Nieuwe Gracht, de <strong>te</strong>genwoordige Oude Schans. Van<br />

deze gracht werd spoedig een druk gebruik gemaakt<br />

om schepen <strong>te</strong> timmeren, <strong>te</strong> br<strong>eeuwen</strong> en <strong>te</strong> kalefa<strong>te</strong>ren.<br />

Bovendien trok men de Corn. Boomensloot door<br />

om een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>te</strong> hebben met de S<strong>in</strong>gelgracht<br />

en hier werden lijnbanen en werven aangelegd. Zo<br />

strek<strong>te</strong> zich van de Nieuwe Gracht tot de St. Anto-


Spiegel van het model “Hollandia”, 1665<br />

(Nat. Scheepvaartmuseum, Ams<strong>te</strong>rdam)<br />

nispoort uit de 200 m lange lijnbaan van Burchman<br />

Wou<strong>te</strong>rsz. Benoorden de Boomsloot waren een viertal<br />

lijnbanen van 300 m leng<strong>te</strong>, waarvan de Zuidelijks<strong>te</strong><br />

aan Corn. Boom behoorde, welke baan ech<strong>te</strong>r <strong>in</strong><br />

Gezicht op het<br />

Bickerseiland<br />

met <strong>in</strong> het midden<br />

de Eilandskerk,<br />

1761.<br />

(Gravure<br />

door Paul van<br />

Liender, 1703-<br />

1797, naar een<br />

<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g van<br />

Jan de Beyer,<br />

1703-1785.<br />

Rijkspren<strong>te</strong>nkab<strong>in</strong>et.<br />

Foto<br />

Rijksmuseum)<br />

1554 werd opgeheven. De baan langs het IJ behoorde<br />

aan Olfert <strong>in</strong> de Fuyck, de andere aan Jan Dammers<br />

en de gebr. van Campen, <strong>te</strong>rwijl Pie<strong>te</strong>r Bicker er ook<br />

een werf had. Honderden arbeiders werk<strong>te</strong>n daar op<br />

de werven en banen en maak<strong>te</strong>n “kogghen, hulcken,<br />

crayers en evers”, allen schepen die “buy<strong>te</strong>n duynen”<br />

voeren.<br />

Tot de eers<strong>te</strong> uitleg van Ams<strong>te</strong>rdam <strong>in</strong> 1585 waren<br />

deze werven bui<strong>te</strong>n de stadsmuur gelegen, doch<br />

daarna werd de Lastage ommuurd en omgracht en<br />

zodoende b<strong>in</strong>nen de stad getrokken. De jarenlange<br />

twis<strong>te</strong>n met het stadsbestuur waren uit, de werven<br />

werden of verplaatst of opgeruimd, de Burchmansbaan<br />

<strong>in</strong> 1597 en na de uitleg van 1593 begon de vierde<br />

periode <strong>in</strong> de <strong>scheepsbouw</strong> op Uilenburg, enz.<br />

Aan de Oostzijde der stad waren <strong>in</strong> de loop der tijden<br />

bui<strong>te</strong>ndijkse eilanden ontstaan. Twee dier eilanden,<br />

door een brede en diepe gracht gescheiden, strek<strong>te</strong>n<br />

zich naast elkander noordwaarts uit en een derde<br />

lag dwars ach<strong>te</strong>r die beiden <strong>te</strong>gen het IJ. Het waren<br />

Marken of Valkenburg, Uilenburg en Rapenburg. Na<br />

de stadsuitbreid<strong>in</strong>g van 1593 werden door het stadsbestuur<br />

“seckere bequaeme erven” aangekocht om<br />

aldaar schepen en schui<strong>te</strong>n <strong>te</strong> timmeren of <strong>te</strong> vertimmeren<br />

en werden de eilanden <strong>in</strong>gericht tot plaats<br />

voor scheepswerven. Een lange, rech<strong>te</strong> straat liep<br />

over de gehele leng<strong>te</strong> van het eiland en aan weerszijden<br />

maak<strong>te</strong> men de toegangen tot de werven en de<br />

huisjes der werklieden. De Lastage werd ontruimd<br />

en ‘t was voortaan alleen toegestaan <strong>in</strong> de Nieuwe<br />

Waal <strong>in</strong> het Wes<strong>te</strong>n en <strong>in</strong> de beide timmergrach<strong>te</strong>n<br />

langs Uilenburg en Marken schepen <strong>te</strong> timmeren,


alsmede ze <strong>te</strong> br<strong>eeuwen</strong>, overhalen, verlengen of vertimmeren.<br />

De eilanden Marken en Uilenburg werden<br />

nu goeddeels met particuliere werven bezet en<br />

op Rapenburg aan de IJ-oever vestigde zich de pas<br />

opgerich<strong>te</strong> Compagnie van Verre. Spoedig nam deze<br />

als Oost-Indische Compagnie met de “Peperwerf”<br />

een groot deel van Rapenburg <strong>in</strong> beslag (van 1608 tot<br />

1660). Op de Z.-W.-hoek van Uilenburg werd de Admirali<strong>te</strong>itswerf<br />

gevestigd en – omdat het haar daar <strong>te</strong><br />

bekrompen werd – la<strong>te</strong>r ook <strong>te</strong>n dele op Rapenburg.<br />

Op Marken kwam de “stadswerf” welke eerst diende<br />

voor oorlogsschepen doch la<strong>te</strong>r voor stadsvaartuigen,<br />

schui<strong>te</strong>n en pramen.<br />

Nog vestigden zich op Uilenburg de werven De Engel<br />

Gabriël van H. Harnay, De Wit<strong>te</strong> Fortuyn, De<br />

dubbele Arend <strong>in</strong> de Ach<strong>te</strong>rstraat, De Coopman en<br />

De Deense Koopman, op Rapenburg De Wit<strong>te</strong> Haan<br />

en op Marken Het Gro<strong>te</strong> Jacht en de Werf van B.<br />

Jan Snel. Deze werven waren particuliere eigendom.<br />

Bekend is dat de werf “De Engel Gabriël” met twee<br />

huizen daarvoor <strong>in</strong> oktober 1703 door de erfgenamen<br />

van Harman Harnay verkocht werden aan Jan Gruul<br />

en Pie<strong>te</strong>r van Duyn voor ƒ 4000, <strong>te</strong>rwijl Pie<strong>te</strong>r Gerritsz.<br />

Affelschee, eigenaar van de werf “Het gro<strong>te</strong><br />

Jacht” aan de bewoner dier werf, zijn zwager Claes<br />

Jacobus de Vries, 1/10 van genoemde erf en woonhuis<br />

<strong>in</strong> jan. 1703 verkocht. Ach<strong>te</strong>r deze werven, <strong>in</strong> de<br />

Werf “De Walvis” op het Bickerseiland, 1836<br />

(Gekl. <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g door J. Sp<strong>in</strong>, 1806-1875. Ned. Hist.<br />

Scheepvaartmuseum, Ams<strong>te</strong>rdam)<br />

Schepen op de werf S<strong>in</strong>t Jago,<br />

Gro<strong>te</strong> Bickersstraat 70. Op<br />

de ach<strong>te</strong>rgrond de loods van<br />

scheepswerf De Nach<strong>te</strong>gaal<br />

met een schip <strong>in</strong> aanbouw.<br />

(Atlas GAA)<br />

Foeliestraat en de Foeliedwarsstraat vestigden zich<br />

tussen de scheepslieden ook zeilenmakers en blokmakers,<br />

<strong>te</strong>rwijl daar ook de werkplaatsen kwamen<br />

der scheepsbeeldhouwers, die de kostbare en smaakvolle<br />

spiegels der 17e eeuwse zeekas<strong>te</strong>len zo prachtig<br />

wis<strong>te</strong>n <strong>te</strong> versieren, alle orders tot bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van<br />

de bew<strong>in</strong>dhebbers <strong>te</strong>n spijt.<br />

Nadat de uitgebreide <strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en die pas b<strong>in</strong>nen de stad<br />

waren getrokken, volgebouwd waren en er voor de<br />

– door de open<strong>in</strong>g der eigen vaart op Oost-Indië –<br />

benodigde schepen en werven spoedig geen plaats<br />

meer was aan de Lastage en de daarach<strong>te</strong>r gewonnen<br />

eilanden, wat bouwruim<strong>te</strong> elders nodig maak<strong>te</strong>. De<br />

vijfde periode <strong>in</strong> de Ams<strong>te</strong>rdamse <strong>scheepsbouw</strong> was<br />

aangebroken en nieuwe <strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en voor de scheeps<strong>in</strong>dustrie<br />

moes<strong>te</strong>n gevonden worden. Aan de N.W.e<strong>in</strong>dpunt<br />

der Nieuwe Waal, dus <strong>in</strong> het Wes<strong>te</strong>n der


De scheepstimmerwerf der Admirali<strong>te</strong>it op Kat<strong>te</strong>nburg<br />

(Schilderij door Ludolf Bakhuysen, 1630-1708, Rijksmuseum Ams<strong>te</strong>rdam)<br />

stad, werd een nieuwe wijk aangelegd, bui<strong>te</strong>n de<br />

Haarlemmerdijk, <strong>te</strong>rwijl de Brouwersgracht werd<br />

gegraven. Het Vooreiland bleef voorlopig een onbewoonde<br />

wildernis, doch hier en daar werden houttu<strong>in</strong>en<br />

aangelegd. Men maakt na 1615 meer voortgang<br />

met het aanplempen van grond en ongeveer 1635<br />

waren er drie eilanden ontstaan, n.l. ‘t Bickerseiland<br />

met werven en houttu<strong>in</strong>en, ‘t Realeneiland met touwslagerijen,<br />

houttu<strong>in</strong>en en enige werven en <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> ‘t<br />

Pr<strong>in</strong>seneiland met pakhuizen en houtwallen.<br />

Reeds bestonden <strong>in</strong> de nabijheid sedert ongeveer<br />

1550 een tweetal werven van Geryt Jansz. en Jan<br />

Symonsz. aan de mond van de Karthuizer We<strong>te</strong>r<strong>in</strong>g,<br />

maar nu verrezen hier <strong>in</strong> een kort tijdsbes<strong>te</strong>k<br />

tal van nieuwe werven. Als eers<strong>te</strong> noemen we De<br />

dry gekroonde Har<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> 1625 spoedig gevolgd<br />

door anderen. Op het Bickerseiland raak<strong>te</strong>n bekend<br />

de werf De Fortuyn van L. Stoet, De Nag<strong>te</strong>gaal van<br />

Dirk Fuyk, De Jachtmackerswerf van Klaas Swaan,<br />

De Hollandse Tu<strong>in</strong> van Haverkamp, De Valckoog, De<br />

Walvis van Haverkamp, Het Wapen van Aalsmeer,<br />

Werf lJsbrand Rogh, een <strong>scheepsbouw</strong>er uit Zaan-<br />

dam, die zich hier ±1680 vestigde, De St. Jago van<br />

Haverkamp, De Haan van J. Boelen, de werf d’ Risico<br />

<strong>in</strong> de Vierw<strong>in</strong>denstraat, bekend uit de geschiedenis<br />

van Griet Manshande, werf ‘t Avontuur, werf<br />

De Oranjeboom en anderen.<br />

Op het Realeneiland geno<strong>te</strong>n bekendheid de werf De<br />

drie Broertjes van An<strong>net</strong>je Jansse, De Schol van C.<br />

J. van Dalen op het Smalle pad en de werf De Engel,<br />

<strong>te</strong>rwijl op het Pr<strong>in</strong>seneiland aangelegd werd de werf<br />

van Gebr. Rijsbergen.<br />

Nog zijn <strong>te</strong> vermelden de werf Nach<strong>te</strong>gaal van gebr.<br />

Meurs<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Blekerstraat, de werf De Omwerp op<br />

het e<strong>in</strong>d van de Nieuwe Teertu<strong>in</strong>en aan het Smalle<br />

pad, de werf De Roode Galy <strong>in</strong> de Teertu<strong>in</strong>en, werf<br />

De Valk, werf De Har<strong>in</strong>gen, <strong>te</strong>rwijl <strong>in</strong> 1700 bezuiden<br />

de We<strong>te</strong>r<strong>in</strong>gspoort de werf Op de Stadswal werd gevestigd.<br />

In tal van notariële bescheiden zijn berich<strong>te</strong>n<br />

over deze en andere werven <strong>te</strong> v<strong>in</strong>den, welke gegevens<br />

onze kijk op het <strong>scheepsbouw</strong>bedrijf uit die tijden<br />

zeer verruimen.<br />

Handel en scheepvaart namen <strong>in</strong> de gouden eeuw –<br />

gelijk bekend – een zeer gro<strong>te</strong> vlucht en dus eis<strong>te</strong> de<br />

zeevaart gebiedend meerdere en vooral gro<strong>te</strong>re ruim<strong>te</strong>n.<br />

Dit werd een drukkende zorg voor de stadsoverheid,<br />

die veelal ook persoonlijk zeer geïn<strong>te</strong>resseerd<br />

was bij de wereldhandel. Wederom was het noodzakelijk,<br />

dat er nieuwe <strong>scheepsbouw</strong><strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en moes<strong>te</strong>n<br />

komen en wel zo uitgebreid, dat men liefst voor<br />

<strong>eeuwen</strong> lang onbekrompen voortkon. En nu namen<br />

de vroede vaderen afdoende maatregelen, hetgeen<br />

blijkt uit het feit, dat deze zesde en laats<strong>te</strong> periode <strong>in</strong><br />

Op de werf “De Oranjeboom” (Bickerseiland) liep 24<br />

augustus 1836 het fregat “Admiraal Tromp” van stapel<br />

(Gekl. <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g door onbekende. Atlas K.O.G.)


de bouw van zeeschepen voor de zeilvaart tot <strong>in</strong> de<br />

tweede helft der 19e-eeuw – dus het slottijdperk der<br />

zeilschepen – heeft geduurd (1650-1875).<br />

Na de stadsuitbreid<strong>in</strong>g bui<strong>te</strong>n de Plantage en de Kadijk<br />

werden <strong>in</strong> 1657 gro<strong>te</strong> <strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en op de eilanden <strong>in</strong><br />

het N.O. van Ams<strong>te</strong>rdam b<strong>in</strong>nen de stad getrokken<br />

en geschikt gemaakt voor de <strong>scheepsbouw</strong>. In 1655<br />

verleende de vroedschap ruim<strong>te</strong> aan de Admirali<strong>te</strong>it<br />

voor een werf op Kat<strong>te</strong>nburg, waar la<strong>te</strong>r ‘s Lands<br />

Zeemagazijn werd gebouwd. Haar werf op Uilenburg<br />

en op Rapenburg was zo bekrompen dat zij noodzakelijk<br />

elders moest uitbreiden. Ook de O.I. Compagnie,<br />

die haar werf sedert 1608 op Rapenburg had,<br />

was gedwongen haar werkplaatsen uit <strong>te</strong> breiden en<br />

moest dus naar elders.<br />

Allereerst verhuisde <strong>in</strong> 1656 de Admirali<strong>te</strong>it naar<br />

Boven: Overzicht van de werktijden op de<br />

Admirali<strong>te</strong>itswerf (Kat<strong>te</strong>nburg) <strong>in</strong> 1778<br />

(Atlas K.O.G.)<br />

Rechts:Werf en magazijn der Admirali<strong>te</strong>it op<br />

Kat<strong>te</strong>nburg (Teken<strong>in</strong>g door H.P. Schou<strong>te</strong>n,<br />

1747-1822, Verz. G.J.G. Leonhardt)<br />

haar nieuwe bes<strong>te</strong>mm<strong>in</strong>g op Kat<strong>te</strong>nburg en wel naar<br />

de Westzijde, <strong>te</strong>rwijl aan de Oostzijde zich particuliere<br />

werven konden vestigen. Ze sticht<strong>te</strong> nu op de<br />

eilanden drie gro<strong>te</strong> bouwwerken, n.l. een Zeemagazijn,<br />

een werf en een lijnbaan. ‘s Lands Zeemagazijn<br />

was bijna vierkant, 220 voet breed en 200 voet lang.<br />

‘s Lands Timmerwerf, naast ‘t Zeemagazijn gelegen,<br />

besloeg de gehele Gro<strong>te</strong> Kat<strong>te</strong>nburgerstraat en had<br />

een leng<strong>te</strong> van 1500 voet, hier werden de talrijke oorlogsschepen<br />

gebouwd. Tenslot<strong>te</strong> bouwde de Admirali<strong>te</strong>it<br />

‘s Lands Lijnbaan op Oos<strong>te</strong>nburg, naast de<br />

lijnbaan van de O.I. Compagnie Deze baan was 2000<br />

voet lang en 55 voet breed. Ze was omgeven met s<strong>te</strong>nen<br />

muren van 3 voet dik<strong>te</strong>, vanwege het brandgevaar<br />

der <strong>te</strong>erke<strong>te</strong>ls en het drogen van het ge<strong>te</strong>erde<br />

houtwerk. Een b<strong>in</strong>nenmuur <strong>in</strong> de leng<strong>te</strong> scheidde het<br />

gebouw <strong>in</strong> twee delen. In het ene deel, de gro<strong>te</strong> baan,<br />

werden de kabels geslagen, <strong>in</strong> het andere het lich<strong>te</strong>re<br />

touwwerk. In dit laats<strong>te</strong> gedeel<strong>te</strong> was ook de plaats<br />

waar de hennep gehekeld werd, stond de stoof, waar<br />

het touw lenig gemaakt werd, de <strong>te</strong>erke<strong>te</strong>l, enz. De<br />

zolders van het gebouw dienden tot berg<strong>in</strong>g van hennep,<br />

van ledige va<strong>te</strong>n, scheepsbenodigdheden, enz.<br />

Op het tweede eiland legde de houtkoper Jan Witheim<br />

of Jan Wit<strong>te</strong> een werf aan, waarom – volgens<br />

Jan <strong>te</strong>r Gouw – dat eiland naar hem Wit<strong>te</strong>nburg genoemd<br />

werd. Het derde eiland, meer Oos<strong>te</strong>lijk gelegen,<br />

kreeg de naam Oos<strong>te</strong>nburg en hier richt<strong>te</strong> de<br />

O.I. Compagnie <strong>in</strong> 1661 op grootse wijze haar gebouwen,<br />

enz. <strong>in</strong>. Ze verdeelde het gro<strong>te</strong> eiland <strong>in</strong><br />

drie kle<strong>in</strong>ere eilanden. Op het groots<strong>te</strong> stuk zet<strong>te</strong> ze<br />

het hoofdgebouw, het Arsenaal of O.I. Magazijn, op<br />

6147 palen, frontbreed<strong>te</strong> 636 voet, diep<strong>te</strong> 70 voet,<br />

±1000 vens<strong>te</strong>rs, 125 deuren, enz. Het stond rondom<br />

<strong>in</strong> het wa<strong>te</strong>r, had vier verdiep<strong>in</strong>gen en werd bekroond<br />

door een koepeltoren. In 1720 werd bij het Magazijn<br />

nog een pakhuis met zeer dikke muren gebouwd. Op<br />

de twee kle<strong>in</strong>ere eilanden stonden de timmerloodsen<br />

en de smederij en lagen de hell<strong>in</strong>gen van een gro<strong>te</strong><br />

scheepstimmerwerf. Een brug verbond de werf met


B<strong>in</strong>nenplaats van<br />

het Mar<strong>in</strong>e-etablissement<br />

op Kat<strong>te</strong>nburg<br />

(Foto Atlas GAA)<br />

een Lijnbaan van 2000 voet leng<strong>te</strong>, waar ook de <strong>te</strong>erke<strong>te</strong>lhuizen<br />

en de houtzaagmolen stonden.<br />

Natuurlijk nam ook de particuliere <strong>scheepsbouw</strong> een<br />

gro<strong>te</strong> vlucht, daar tal van kle<strong>in</strong>ere reders hun schepen<br />

daar heen zonden. En deze schepen werden ook<br />

<strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdam gebouwd, de mees<strong>te</strong> op de Eilanden<br />

en vooral op Kat<strong>te</strong>nburg. Daar lagen vele particuliere<br />

werven, waarvan de voornaams<strong>te</strong> waren de werven<br />

De Eendraght van G. Slegt, De Hoop van Jac. v.<br />

Zwie<strong>te</strong>n, die ech<strong>te</strong>r ook oorlogsschepen bouwde, ‘t<br />

Wapen van Harl<strong>in</strong>gen van F. Haverkamp, De Zwar<strong>te</strong><br />

Raaf, De Gouden Leeuw, De Olyphant, Het Wit<strong>te</strong><br />

Kruis, Hollandia, De Vrede, Het Fortu<strong>in</strong>, De Boot<br />

<strong>in</strong> de Bootstraat, De Raave <strong>in</strong> de Ravenstraat, Het<br />

Wapen van Ams<strong>te</strong>rdam van Haverkamp e.a.<br />

Op Wit<strong>te</strong>nburg treffen we de Werf van Jan Witheim<br />

en de Gerrit Rootjeswerf aan, <strong>te</strong>rwijl op Oos<strong>te</strong>nburg<br />

nog genoemd moe<strong>te</strong>n worden de werf Concordia van<br />

de gebr. Meurs<strong>in</strong>g, een van de laatst <strong>in</strong> bedrijf ge-<br />

bleven werven, die <strong>in</strong> het jaar 1897 nog 225 man <strong>in</strong><br />

dienst had en verder de werf Conrad en de Schui<strong>te</strong>makerswerf,<br />

die daar al <strong>in</strong> 1660 gevestigd was.<br />

Nog waren <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g der Eilanden verschillende<br />

werven gelegen o.a. De Kon<strong>in</strong>g William <strong>in</strong><br />

het Stuiverstu<strong>in</strong>tje bij de IJgracht, De IJhoek, Werf<br />

Groen, Werf ‘t Kromhout aan de Hoog<strong>te</strong> Kadijk, Ridder<br />

S<strong>in</strong>t Joris aan de Nieuwe Zeedijk bij Cat<strong>te</strong>nburg,<br />

werf Valkes<strong>te</strong>yn en de werf De Wilde eveneens aan<br />

de Zeedijk bij Cat<strong>te</strong>nburg.<br />

Aan de mees<strong>te</strong> dezer werven was, <strong>te</strong>gen de voormuur<br />

een gevels<strong>te</strong>en met de naam der werf aangebracht,<br />

<strong>te</strong>rwijl <strong>te</strong>gen de pui een eigenaardig soort opschrif<strong>te</strong>n<br />

<strong>in</strong> gebruik was. De namen van de gebouwde schepen<br />

namelijk werden, op bordjes geschilderd, van voren<br />

<strong>te</strong>gen het hoofdgebouw gespijkerd, wat natuurlijk,<br />

wanneer de werf een aantal jaren bestaan had, een<br />

zeer bon<strong>te</strong> collectie opleverde.<br />

Van meerdere der werven, haar <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, de werkwijze,<br />

de aldaar werkzame arbeiders, enz. zijn hijzonderheden<br />

<strong>te</strong> vermelden, hoewel het v<strong>in</strong>den van<br />

details niet gemakkelijk is. Een aaneengeslo<strong>te</strong>n reeks<br />

van dagboeknotities of briefwissel<strong>in</strong>gen bestaat niet<br />

meer, daar de bedrijfsarchieven gro<strong>te</strong>ndeels verloren<br />

2 juni 1768 werd op de werf van de Oost-Indische<br />

Compagnie (Oos<strong>te</strong>nburg) het hoekerschip “De Zon”<br />

<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r gela<strong>te</strong>n<br />

(Gravure door J. Smit naar een <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g Re<strong>in</strong>ier<br />

V<strong>in</strong>keles, 1741-1816. Rijkspren<strong>te</strong>nkab<strong>in</strong>et. Foto<br />

Rijksmuseum)


zijn gegaan. Hun bedrijf is geschiedenis geworden.<br />

In de Gro<strong>te</strong> Wit<strong>te</strong>nburgerstraat lag de werf “De<br />

Boot” bij de Bootstraat, waar tot <strong>in</strong> het jaar 1897 gro<strong>te</strong><br />

stalen zeilschepen werden gebouwd, welke bouw<br />

gestaakt is wegens het verval der zeilvaart. Boven<br />

de poort was een fraaie versier<strong>in</strong>g uitgehouwen:<br />

twee zeemons<strong>te</strong>rs met de staar<strong>te</strong>n naar elkaar gekeerd<br />

en daarboven verscheidene bo<strong>te</strong>n <strong>in</strong> een kr<strong>in</strong>g<br />

geschaard. Een gevels<strong>te</strong>en met het jaartal 1683 en<br />

een boot <strong>in</strong> het midden draagt het onderschrift “<strong>in</strong><br />

‘t Scheepsboot” en laat heden <strong>te</strong>n dage nog zien, dat<br />

de werf meer dan twee honderd jaren <strong>in</strong> bedrijf is<br />

geweest en dus de bloeitijd van onze <strong>scheepsbouw</strong><br />

heeft meegemaakt.<br />

Op het <strong>te</strong>rre<strong>in</strong> van de werf “Harl<strong>in</strong>gen” is thans een<br />

openbare school gebouwd.<br />

Op de werf ,,’t Wapen van Ams<strong>te</strong>rdam” <strong>in</strong> de Wit<strong>te</strong>nburgerstraat<br />

is een R.K. Kerk gebouwd. Toen n.l. <strong>in</strong><br />

1897 de oude St.-Annakerk, bijgenaamd “De Pool”<br />

op de Pr<strong>in</strong>s Hendrikkade – bij oude Ams<strong>te</strong>rdammers<br />

“Het <strong>te</strong> Wa<strong>te</strong>r loopen, der Drie Scheepen, van de<br />

Werft” der Oost<strong>in</strong>dische Compagnie <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam,<br />

Op den 2de July 1783, ‘s Namiddags tusschen 2 en 3<br />

Uuren: <strong>te</strong>wee<strong>te</strong>n De Meerm<strong>in</strong>, De Batavier, en<br />

Doggersbank.”<br />

( Gravure door C. Brouwer, ?-1803, naar een <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g<br />

van J. Andriessen, 1742-1819. Atlas K.O.G.)<br />

De lijnbanen op Oos<strong>te</strong>nburg vóór 1693 (Atlas GAA)<br />

nog wel bekend – een zelfstandige parochie werd<br />

wilde men <strong>te</strong>rug naar de Eilanden, waar <strong>vroeger</strong> ook<br />

een kerk was geweest. Had eertijds, <strong>in</strong> 1653, de pastoor<br />

Reynier Ingels – uit de bekende Ams<strong>te</strong>rdamse<br />

advoca<strong>te</strong>nfamilie – op Oos<strong>te</strong>nburg een schuilkerkje<br />

gehad aan het wa<strong>te</strong>r, het “Papenkerksgat” dat la<strong>te</strong>r<br />

overgeplaatst is naar het eiland Kat<strong>te</strong>nburg <strong>in</strong> het<br />

huis “de Ploeg”, nu kreeg het eiland Wit<strong>te</strong>nburg de<br />

beurt. De leegstaande scheepstimmerwerf ,,’t Wapen<br />

van Ams<strong>te</strong>rdam” was een geschikt <strong>te</strong>rre<strong>in</strong> voor kerk


Het van stapel lopen van ‘t Schip Cornelis Houtman, van de Scheepstimmerwerf Holland op Wit<strong>te</strong>nburg, op<br />

za<strong>te</strong>rdag 24 december 1825 (Teken<strong>in</strong>g Joseph Sipkes, 1826, Atlas GAA)<br />

en school, <strong>te</strong>rwijl de toegang verkregen werd door<br />

het afbreken van een pakhuis bij de brug.<br />

In de Oos<strong>te</strong>nburger Voorstraat bevond zich de werf<br />

“Concordia”, na 1850 <strong>in</strong>gericht door de gebr. Meurs<strong>in</strong>g.<br />

Dit waren zeer bekwame <strong>scheepsbouw</strong>ers, afkomstig<br />

uit Gron<strong>in</strong>gen, waar ze algemeen bekend<br />

waren voor hun vakmanschap <strong>in</strong> het bouwen van<br />

kle<strong>in</strong>ere zeeschepen. Ze koch<strong>te</strong>n ook de oude werf<br />

“Nag<strong>te</strong>gaal” bij het Bickerseiland, alwaar <strong>in</strong> 1883<br />

o.a. de composiet-clipper Tjeremai gebouwd werd.<br />

Tenslot<strong>te</strong> lie<strong>te</strong>n ze <strong>te</strong> Nieuwendam een nieuwe werf<br />

<strong>in</strong>rich<strong>te</strong>n en maak<strong>te</strong>n de werf Concordia ook geschikt<br />

voor ‘t bouwen van gro<strong>te</strong>re ijzeren zeilschepen.<br />

Op de laats<strong>te</strong> werf bouwden zij o.m. <strong>in</strong> 1873 <strong>in</strong> vier<br />

maanden tijd de la<strong>te</strong>r zo bekende clipper ,.Torbecke”<br />

met een <strong>in</strong>houd van 953 ton voor ƒ124.000, <strong>te</strong>rwijl<br />

zij <strong>in</strong> totaal m<strong>in</strong>s<strong>te</strong>ns 22 van zulke clippers bouwden<br />

en vele andere schepen repareerden. In dit gro<strong>te</strong> bedrijf<br />

werk<strong>te</strong>n <strong>in</strong> 1897 nog 225 man.<br />

Er waren <strong>in</strong> 1851 <strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdam nog vijftien werven,<br />

waar schepen voor de gro<strong>te</strong> vaart, voornamelijk<br />

clippers van Amerikaans model, werden gebouwd<br />

en op een tiental kle<strong>in</strong>ere werven stonden schepen<br />

op de hell<strong>in</strong>gen voor de b<strong>in</strong>nenvaart. In vergelijk<strong>in</strong>g<br />

met de bezett<strong>in</strong>g der werven <strong>in</strong> de gloriedagen der<br />

<strong>scheepsbouw</strong> – de Werf der O.I. Compagnie had <strong>in</strong><br />

Op de werf “Hollandia” (Kat<strong>te</strong>nburg) werd 14 juli<br />

1828 de “Olivier van Noort” <strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r gela<strong>te</strong>n<br />

(Schilderij door C. J. Morel, 1798-1861. Ned. Hist.<br />

Scheepvaartmuseum,Ams<strong>te</strong>rdam. Foto Rijksmuseum)


haar drukke jaren alleen al meer dan 1200 arbeiders<br />

<strong>in</strong> dienst – was het aantal werklieden en dus ook de<br />

<strong>scheepsbouw</strong> zeer ach<strong>te</strong>ruitgegaan. Bij de <strong>scheepsbouw</strong>er<br />

Haverkamp, die <strong>in</strong> 1861 nog een vijftal werven<br />

had bezet, n.l. “Het Wapen van Ams<strong>te</strong>rdam” en<br />

“Het Wapen van Harl<strong>in</strong>gen” <strong>in</strong> de Gro<strong>te</strong> Wit<strong>te</strong>nburgerstraat<br />

en “ De Walvisch”, “De Hollandsche Tu<strong>in</strong>”<br />

en “St. Jago” <strong>in</strong> de Bickerstraat, waren <strong>in</strong> totaal 99<br />

werklieden <strong>in</strong> dienst. Bij de <strong>scheepsbouw</strong>er Boelen,<br />

die de werf “De Haan” aan de Bickersgracht en de<br />

werf “ Het Kromhout” aan de Hoog<strong>te</strong> Kadijk bezat<br />

(welke werf la<strong>te</strong>r door Dan. Goedkoop werd gekocht),<br />

waren 69 arbeiders aan het werk.<br />

De hou<strong>te</strong>n schepen geraak<strong>te</strong>n <strong>in</strong> onbruik, hoewel de<br />

bouw van ijzeren schepen nogal geremd werd door<br />

de slech<strong>te</strong> kwali<strong>te</strong>it der huidverven, <strong>te</strong>ngevolge waarvan<br />

de ijzeren delen van een schip door het zeewa<strong>te</strong>r<br />

ernstig werden aangetast. Dit gaf weer aanleid<strong>in</strong>g tot<br />

de bouw van z.g. composietschepen die een ijzeren<br />

geraam<strong>te</strong> hadden maar een hou<strong>te</strong>n bui<strong>te</strong>nwand.<br />

Ook deze bouw was eerlang <strong>te</strong>n dode opgeschreven,<br />

daar men zich hoe langer hoe meer g<strong>in</strong>g toeleggen<br />

op de stoomvaart en het bouwen van stoomschepen<br />

en van stoommach<strong>in</strong>es. Zo g<strong>in</strong>g de Kon. Fabriek van<br />

Werktuigen en Stoommach<strong>in</strong>es “Werkspoor” zich<br />

vanaf het jaar 1845 toeleggen op de bouw van ijzeren<br />

schepen en de benodigdheden voor de Stoomvaart.<br />

Wel bleef men op de Oost Indië vaart nog, tot diep <strong>in</strong><br />

de 19e eeuw zeilschepen gebruiken, doch ui<strong>te</strong><strong>in</strong>delijk<br />

pas<strong>te</strong> men zich daar ook aan bij het snellere stoomschip<br />

en verdwenen dien<strong>te</strong>ngevolge de zeilschipwerven<br />

met haar meer primitieve bouw-outillage.<br />

De Oos<strong>te</strong>rkerk met<br />

houtopslag aan de Wit<strong>te</strong>nburgergracht<br />

(Nieuwe<br />

Vaart) <strong>in</strong> 1726 (Gravure<br />

door een onbekende.<br />

Atlas GAA)<br />

De Ams<strong>te</strong>rdamse Stoomboot Maatschappij kreeg de<br />

beschikk<strong>in</strong>g over een kle<strong>in</strong>e werf aan de Hoog<strong>te</strong> Kadijk<br />

welke la<strong>te</strong>r uitgebreid werd met de werven der<br />

voormalige O.I. Compagnie op Oos<strong>te</strong>nburg.<br />

Be<strong>te</strong>re werven werden aangelegd op de <strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en tussen<br />

Conradstraat en Dijksgracht, waar de hell<strong>in</strong>gen<br />

kwamen van de Nederlandse Scheepsbouw Mij., die<br />

la<strong>te</strong>r verenigd werd met de Ned. Dok Mij. tot de ons<br />

zo bekende Ned. Dok- en Scheepsbouw Mij. over het<br />

IJ.<br />

Bij de <strong>scheepsbouw</strong> behoorden ook de touwslagerijen<br />

en de zeilmakerijen. De zeilmakers moch<strong>te</strong>n hun<br />

werk wel b<strong>in</strong>nen de stad doen maar mis<strong>te</strong>n meermalen<br />

de nodige ruim<strong>te</strong>n om gro<strong>te</strong> zeilen uit <strong>te</strong> spreiden.<br />

In dat geval konden ze verlof krijgen om dat op het<br />

kerkhof <strong>te</strong> doen, ja zelfs moch<strong>te</strong>n ze bij slecht weer<br />

en ontijd <strong>in</strong> de kerk de zeilen maken.<br />

De touwslagers stonden <strong>in</strong> de Lijnbanen. Oorspronkelijk,<br />

dus <strong>in</strong> de 14e en 15e eeuw, waren deze gevestigd<br />

langs de stads-ves<strong>te</strong>n aan de Oostzijde van de<br />

S<strong>in</strong>gel (Lijnbaans<strong>te</strong>eg). La<strong>te</strong>r werden ze bij keuren<br />

geplaatst “over de nuwe graf<strong>te</strong>”, dus bui<strong>te</strong>n de Ach<strong>te</strong>rburgwallen<br />

verder naar de Lijnbaansgracht en ook<br />

naar andere plaatsen, o.a. <strong>te</strong>genover de Rapenburgerstraat.<br />

Bij keure werd vastges<strong>te</strong>ld dat de hennep, voor die<br />

geslagen werd, door keurmees<strong>te</strong>rs gewraakt en gekeurd<br />

moest worden. Uit één pond hennep moes<strong>te</strong>n<br />

52 vadem kabelgaren gesponnen worden. Ter bescherm<strong>in</strong>g<br />

van de eigen <strong>in</strong>dustrie was ook bepaald,<br />

dat van bui<strong>te</strong>n de stad alhier geen zwaar touwwerk<br />

mocht worden <strong>in</strong>gevoerd.


Stoomscheepswerf ‘t Kromhout aan de Nieuwe Vaart (Foto±1902, Atlas GAA)<br />

De werklieden, verbonden aan een lijnbaan, heet<strong>te</strong>n<br />

“baanders”, <strong>te</strong>rwijl hun voorman “lijnbaans-oppermees<strong>te</strong>r”<br />

werd genoemd.<br />

Zoals gezegd werd als grondstof hennep gebruikt, die<br />

ech<strong>te</strong>r hier <strong>te</strong> lande moest gekweekt zijn; eerst la<strong>te</strong>r<br />

verwerk<strong>te</strong> men ook uit Rusland en Italië <strong>in</strong>gevoerde<br />

hennep. De vezels werden gehekeld, gere<strong>in</strong>igd en<br />

daarna soepel gemaakt op planken, waarop zich een<br />

aantal ijzeren, dicht naast elkaar staande p<strong>in</strong>nen bevonden.<br />

De nu verkregen grondstof werd verzameld<br />

en gewogen waarna men het gehekelde tot garens<br />

spon, die op de baan gebruikt werden voor de fabricage<br />

van trossen, kabels enz. Ook werk<strong>te</strong> men wel op<br />

een andere manier : de baanders liepen ach<strong>te</strong>rwaarts<br />

over het z.g. sp<strong>in</strong>pad, de bossen gehekelde hennep<br />

om de middel gebonden en zo, met een draaiend rad,<br />

het touw fabricerend.<br />

Ams<strong>te</strong>rdam <strong>te</strong>lde <strong>in</strong> de loop der vorige <strong>eeuwen</strong> tal<br />

van lijnbanen, waarover men hier en daar nog wel<br />

<strong>in</strong><strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> bijzonderheden kan v<strong>in</strong>den. We willen<br />

ons hier bepalen tot het weergeven van de namen en<br />

plaatsen der voornaams<strong>te</strong> banen en daarbij enkele<br />

we<strong>te</strong>nswaardigheden vermelden.<br />

Als ouds<strong>te</strong> kennen we – <strong>in</strong> de Lastage – de banen van<br />

Burchman Wou<strong>te</strong>rs uit 1550 en de baan van vader en<br />

zoon Boom, <strong>te</strong>rwijl we ook de banen van Olfert, <strong>in</strong><br />

de Fuyk, Jan Dommers en de gebr. v. Campen reeds<br />

genoemd hebben. Claes Pie<strong>te</strong>rsz. en zijn zwager Jan<br />

Ot<strong>te</strong>nz., ook grootgrondbezit<strong>te</strong>rs op de Lastage, de<br />

gehele Ridderstraat behoorde hun o.a. toe – koch<strong>te</strong>n<br />

<strong>in</strong> 1585 nog een lijnbaan, <strong>te</strong>rwijl Claes zelf al <strong>in</strong> het<br />

bezit was van de lijnbaan In ‘t gulden Calff <strong>in</strong> de Ridderstraat.<br />

Jan Oom Jansz. was lijndraaier op de Nieuwendijk,<br />

<strong>te</strong>rwijl zijn zoon Jan Verbureh Jaeobsz.<strong>in</strong><br />

1584 burgemees<strong>te</strong>r van Ams<strong>te</strong>rdam – ook lijndraaier<br />

was op ‘t Wa<strong>te</strong>r <strong>in</strong> de lijnbaan In den groenen Aken.<br />

Het meest bekend waren de sedert 1656 op Oos<strong>te</strong>nburg<br />

gevestigde lijnbanen van de O.I. Compagnie en<br />

van de Admirali<strong>te</strong>it.<br />

Aan de Lijnbaansgracht bij de Raampoort, <strong>te</strong>n Zuiden<br />

van de Bullebaksluis lag de lijnbaan De Zwaan<br />

welke <strong>in</strong> 1657 totaal uitbrandde. Aan deze baan grenzend<br />

lag de lijnbaan De Hector van Claes Koppenaar<br />

en zijn vrouw Debora Fes<strong>te</strong>nborgh. Zij poogden ook<br />

het belendende, na de brand braakliggende <strong>te</strong>rre<strong>in</strong> <strong>in</strong><br />

hun bezit <strong>te</strong> krijgen en daarmee hun reeds uitgestrek<strong>te</strong><br />

gebied <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n. Zij waren van een bekende<br />

baandersfamilie: Debora’s broer Floris Fes<strong>te</strong>nborgh<br />

was eigenaar van de lijnbaan ‘t Huis van Egmond,<br />

<strong>te</strong>zamen voor een deel van de helft met zijn zoon<br />

Cornelis Fes<strong>te</strong>nborgh.<br />

Aan het e<strong>in</strong>de van de Brouwers- en Baangracht bij<br />

de Haarlemmerpoort lag <strong>in</strong> 1690 de lijnbaan Het<br />

Fortuyn van Jan Agges. Toen deze <strong>in</strong> 1709 gestorven<br />

was, liet zijn weduwe de <strong>in</strong>ventaris opmaken en ze<br />

verkocht het gehele bedrijf, <strong>te</strong>zamen met het schuilhuisje<br />

aan de Stadswal aan Michaël Houwelsy voor<br />

ƒ 6400.<br />

In de nahijheid lagen de banen De Hoornse Lijnbaan<br />

bij de Haarlemmerpoort en de baan De Oos<strong>te</strong>rleeck<br />

bij de Haarlemmersluis, welke baan <strong>in</strong> 1702 gro<strong>te</strong>ndeels<br />

uitbrandde.


(Gravure door Jan Luyken, 1649-1712.<br />

Rijkspren<strong>te</strong>nkab<strong>in</strong>et)<br />

Bij ‘t Blauwhoofd en de Haarlemmerpoort, ach<strong>te</strong>r<br />

de Zoutke<strong>te</strong>n, lagen omstreeks het jaar 1700 de<br />

lijnbanen De Walvis en Het Blauwhoofd, welker afmet<strong>in</strong>gen<br />

nog tot <strong>in</strong> bijzonderheden bekend zijn. In<br />

de nabijheid lag de baan De gro<strong>te</strong> Zeevaert van Jan<br />

Lijnslager. Na diens overlijden <strong>in</strong> 1706 verkocht zijn<br />

weduwe Eva de Wildt de baan voor ƒ 2000.- en de<br />

aanwezige ma<strong>te</strong>rialen voor ƒ 8000.<br />

Nog andere bekende banen waren Het gro<strong>te</strong> Speel jagt<br />

bij de Raampoort, De Swar<strong>te</strong> Arent bij de Muiderpoort,<br />

De Heertjesbaan op het e<strong>in</strong>de van de Kadijk,<br />

De Ams<strong>te</strong>rdamsche Lijnbaan bij de Leidsche Poort,<br />

‘t Schilt van Vranckrijck op de Lijnbaansgracht tussen<br />

Elands- en Looiersgracht en De Snoek.<br />

In nauw verband met de <strong>scheepsbouw</strong> werk<strong>te</strong>n <strong>in</strong><br />

Ams<strong>te</strong>rdam nog meerdere bedrijven, zoals o.a. de<br />

<strong>te</strong>erkoperijen en de houtkoperijen.<br />

De Teerkoperijen, waar zowel pek als <strong>te</strong>er verkocht<br />

werden, bevonden zich aan de bui<strong>te</strong>nkant der stad,<br />

bij het wa<strong>te</strong>r, o.a. aan de Oude- en de Nieuwe Teer-<br />

tu<strong>in</strong>en. Hier mocht de <strong>te</strong>er alleen <strong>in</strong> bepaalde hoeveelheden<br />

verkocht worden. Geen pek of <strong>te</strong>er mocht<br />

<strong>in</strong> schui<strong>te</strong>n of op zolders bewaard worden maar alleen<br />

op drijvende vlot<strong>te</strong>n. De keuren daarover zijn<br />

gemaakt om de zo gevreesde brand <strong>te</strong> voorkomen.<br />

De Houtkoperijen hebben van ouds houttu<strong>in</strong>en gehad<br />

langs de IJ-kant maar ook op de Lastage en langs de<br />

Burgwallen. Bij de uitbreid<strong>in</strong>g der stad <strong>in</strong> 1593 werden<br />

<strong>in</strong> het nieuwe gebied, dat <strong>te</strong>n Zuiden van de St.<br />

Antoniesdijk en op de Ams<strong>te</strong>l gewonnen was, nieuwe<br />

<strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en voor de houtberg<strong>in</strong>g aangelegd, welke<br />

al spoedig de naam kregen van Joden Houttu<strong>in</strong>en.<br />

Na de laats<strong>te</strong> vergrot<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> der 17e eeuw,<br />

werd het liggen van houtwaren op de Burgwallen<br />

verboden. Sedertdien hadden de houtkopers hun <strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en<br />

niet alleen langs de Bickers-, Pr<strong>in</strong>sen- en Realeneilanden,<br />

maar ook b<strong>in</strong>nenwaarts langs Droogdok<br />

en Haarlemmer Houttu<strong>in</strong>en en langs de Joden<br />

Houttu<strong>in</strong>en, Rapenburg, de Oos<strong>te</strong>lijke eilanden en de<br />

Plantage uitgebreid.<br />

Op al deze bergplaatsen lagen enorme voorraden<br />

masthout, vuren en gre<strong>in</strong>en balken, delen ruighout,<br />

alle soor<strong>te</strong>n eikenhout <strong>in</strong> de vorm van stammen,<br />

klaphout en stukhout, gewoon brandhout en la<strong>te</strong>r ook<br />

tropisch fijnhout.<br />

De bewerk<strong>in</strong>g van het grove hout bracht gro<strong>te</strong> moeilijkheden<br />

met zich, doch een uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> die dagen<br />

gaf aanzienlijke verlicht<strong>in</strong>g. In 1592 n.l. werd door<br />

Corne1is Corne1iszoon uit Uitgeest de eers<strong>te</strong> houtzaagmolen<br />

gebouwd. Deze deed nu spoedig haar <strong>in</strong>trede<br />

<strong>in</strong> onze stad waar het aan de bui<strong>te</strong>nkant gelegen<br />

deel der voormalige kloos<strong>te</strong>rgronden der Karthuizers<br />

hetwelk zich uitstrek<strong>te</strong> tot de Kostverlorenkade bes<strong>te</strong>md<br />

werd voor een zaagmolenbuurt.<br />

De overheid nam de molens <strong>in</strong> bescherm<strong>in</strong>g en trok<br />

ze voor, boven de molens van elders, hetgeen mede<br />

bewerkt werd door de uitvaardig<strong>in</strong>g van keuren.<br />

Zo werd op 18 juli 1631 bij een keur bepaald: “Dat<br />

voortaen niemant van deser s<strong>te</strong>de burgeren ende <strong>in</strong>woonders<br />

en sal vermogen eenighe deelen, bakken.<br />

wagenschot of andere houtwaren <strong>te</strong>n plat<strong>te</strong>n lande<br />

buy<strong>te</strong>n de jurisdictie deser s<strong>te</strong>de – om die b<strong>in</strong>nen<br />

derselver s<strong>te</strong>de ende haere jurisdictie <strong>te</strong> vercoopen,<br />

verwercken, verbesigen olf voor synselven <strong>te</strong> gebruicken<br />

– <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n saegen. op pene van een gulden.<br />

Jn<strong>te</strong>rdiceeren voorts, dat na dese geene houtwaeren<br />

<strong>te</strong>n plat<strong>te</strong>n landen gesaegt b<strong>in</strong>nen deser s<strong>te</strong>de sullen<br />

gebragt, vercoft, vervrogt, geconsumeert of<strong>te</strong> verbesigt<br />

mogen worden”.<br />

Door de <strong>in</strong>s<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>g van dit monopolie – ongetwijfeld<br />

<strong>te</strong>n ba<strong>te</strong> van de houtzaagmolenaars – waren de<br />

<strong>scheepsbouw</strong>ers verplicht hun voornaams<strong>te</strong> benodigdheden<br />

hier <strong>te</strong>r s<strong>te</strong>de <strong>te</strong> kopen.


Tenslot<strong>te</strong> zij nog opgemerkt, dat tal van kle<strong>in</strong>ere <strong>in</strong>dustrieën<br />

zoals lijm- en zeepziederijen, traankokerijen,<br />

e.a. hun belangen hadden bij de <strong>scheepsbouw</strong><br />

<strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdam.<br />

II<br />

De ouds<strong>te</strong> vaartuigen op de Ams<strong>te</strong>rdamse rede waren<br />

koggen of koffen, voortbewogen door 30-32 riemen,<br />

baardzen, hulken, galjo<strong>te</strong>n, draaiers en galeien,<br />

ook gro<strong>te</strong>ndeels voortbewogen door roeiers. Het zeilen<br />

was oorspronkelijk een hulp voor de roeiers, de<br />

<strong>te</strong>chniek der zeilkunst ontplooide zich pas <strong>in</strong> de loop<br />

der jaren. Het werd o.a. <strong>in</strong> de 15e eeuw aanmerkelijk<br />

bevorderd, toen het gro<strong>te</strong> probleem van het vooruitkomen<br />

bij <strong>te</strong>genw<strong>in</strong>d <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> was opgelost. Men<br />

ontdek<strong>te</strong> dat, door de stand der zeilen <strong>te</strong> wijzigen,<br />

men ook – zij ‘t dan <strong>in</strong> hoekvormige banen – vooruit<br />

kon varen, dus kon laveren. Deze nieuwe v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

bracht enkele wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de scheepsromp en de<br />

tuigage mee, waardoor <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> een veilig type schip<br />

ontstond. De hol<strong>te</strong> van de romp moest gelijk zijn aan<br />

de helft van de grootspantbreed<strong>te</strong> en de breed<strong>te</strong> van<br />

het schip moest één derde van de leng<strong>te</strong> zijn.<br />

Tot het be<strong>te</strong>r bereiken van Ams<strong>te</strong>rdam droegen ook<br />

bij het uitdiepen der stromen en het verwijden der<br />

zeega<strong>te</strong>n, die de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g der Zuiderzee met de<br />

Noordzee uitmaak<strong>te</strong>n. Gro<strong>te</strong>r schepen konden nu varen<br />

en de Vliebo<strong>te</strong>n, karvelen en flui<strong>te</strong>n met vlakke<br />

bodem ontstonden.<br />

De Zuiderzee werd druk bevaren door schepen van<br />

de kle<strong>in</strong>e zeevaart “buy<strong>te</strong>n de duynen” op Hamburg,<br />

Bremen, Oost-Friesland, op Engeland en Schotland,<br />

op Calais en Frankrijk en door de schepen van de<br />

gro<strong>te</strong> zeevaart op de drie Noordelijke rijken en de<br />

Oostzee. Maar ook was de Zuiderzee het wa<strong>te</strong>r, waar<br />

veel schepen uit de b<strong>in</strong>nenvaart, beladen met turf,<br />

bier, enz. moes<strong>te</strong>n passeren. Vooral zeer veel turf<br />

werd vervoerd: veel meer dan <strong>te</strong>genwoordig was<br />

turf als brandstof voor huisbrand en nijverheid <strong>in</strong> gebruik<br />

<strong>in</strong> ons land, waar s<strong>te</strong>enkool nog we<strong>in</strong>ig bekend<br />

was en de houtkap niet <strong>in</strong> de behoef<strong>te</strong> kon voorzien.<br />

Vanouds werd dan ook de turf uit Overijsel over de<br />

Zuiderzee naar het s<strong>te</strong>denrijke Holland verscheept.<br />

Een post <strong>in</strong> de Stadsreken<strong>in</strong>g van Ams<strong>te</strong>rdam uit<br />

1545 doet zien, dat Hollandse en Overijselse schippers<br />

toen reeds met deze brandstof ,.doer de zwar<strong>te</strong><br />

Sluyze” (Zwartsluis) naar Holland voeren. In la<strong>te</strong>re<br />

<strong>eeuwen</strong> nam dit verkeer nog aanzienlijk toe.<br />

Ook de wijze van <strong>scheepsbouw</strong> onderg<strong>in</strong>g aanmerkelijke<br />

verbe<strong>te</strong>r<strong>in</strong>gen. Werden eerst de planken der<br />

huid over elkaar krapschuitsgewijze getimmerd, dus<br />

overnaads, la<strong>te</strong>r geschiedde dit karveelsgewijs, d.i.<br />

men voegde de planken <strong>te</strong>gen elkaar aan en maak<strong>te</strong><br />

de naden dicht met werk. Toen brak de tijd der gro<strong>te</strong><br />

zeilschepen aan en de kle<strong>in</strong>e twee- en driemas<strong>te</strong>rs<br />

maak<strong>te</strong>n plaats voor het galjoen en andere beroemde<br />

zeilschepen, die langere Oceaanreizen konden ondernemen.<br />

De navigatiekunde was ook meer en meer ontwikkeld,<br />

vooral door Spanjaarden en Portugezen, die hun<br />

kennis neerlegden <strong>in</strong> diverse leerboeken. Hieruit put<strong>te</strong>n<br />

de Hollanders hun gegevens, o.a. Willem Bourne<br />

die <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam bij de drukker Cornelis Claesz. <strong>in</strong><br />

De lijnbaan “Het Fortu<strong>in</strong>”<br />

aan de Schans<br />

(Marnixstraat) bij de<br />

Brouwersgracht<br />

(Gekl. <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g door<br />

J. M. A. Rieke, 1851-<br />

1899. Atlas K.O.G.)


1599 het boek liet verschijnen “De Const der Zee-<br />

Vaerdt, begrijpende seer nootwendighe saeck voor<br />

allerhande zee-vaarders als Schippers, Stuurlieden,<br />

Pilo<strong>te</strong>n, Bootsvolck en Coop-Lieden”. Bij dezelfde<br />

uitgever op zeevaartkundig gebied verscheen onder<br />

meer <strong>in</strong> 1598 van de schrijver Lucas lansen Wagenaar<br />

het “Enchuyser Zee-Caert-Boek.”<br />

Met ere moge <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gs-geschiedenis der<br />

stuurmanskunst uit die dagen ook de namen genoemd<br />

worden van Plancius, S<strong>te</strong>v<strong>in</strong>, Snellius en Metius.<br />

Dom<strong>in</strong>é Plancius <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam, die de eers<strong>te</strong> betrouwbare<br />

zeekaar<strong>te</strong>n <strong>te</strong>kende, had als we<strong>te</strong>nschappelijke<br />

voorbereider der gro<strong>te</strong> zeereizen <strong>in</strong> het e<strong>in</strong>de<br />

der 16e en het beg<strong>in</strong> der 17e eeuw gro<strong>te</strong> verdiens<strong>te</strong>n;<br />

ook onderwees en exam<strong>in</strong>eerde hij de stuurlieden,<br />

die nieuwe wegen moes<strong>te</strong>n zoeken. Simon S<strong>te</strong>v<strong>in</strong>, de<br />

bekende uitv<strong>in</strong>der der zeilwagen en der zeil-ijsslee,<br />

schreef over de zeevaart <strong>in</strong> “Wisconstighe Gedach<strong>te</strong>nissen”<br />

(1608) en <strong>in</strong> “Havenv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g” (1599) een verhandel<strong>in</strong>g,<br />

waar<strong>in</strong> de theorie van Plancius aangaande<br />

het bepalen van de leng<strong>te</strong> op zee uit de groot<strong>te</strong> van<br />

Petrus Plancius, 1522-1622<br />

Kogge voor de wal (Schoolplaat)<br />

de variatie der kompasnaald is uitgewerkt. Snellius<br />

is beroemd door zijn graadmet<strong>in</strong>g, die cartografi e en<br />

scheepvaart <strong>te</strong>n goede kwamen, <strong>te</strong>rwijl Metius <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong><br />

een reeks boeken schreef over zeevaartkunde<br />

en over daarbij behorende <strong>in</strong>strumen<strong>te</strong>n.<br />

De goed onderlegde en moedige Hollandse zeelieden<br />

voelden zich veilig en thuis op zee en ze deden<br />

gro<strong>te</strong> geografi sche ontdekk<strong>in</strong>gen over de gehele wereld.<br />

Wat reeds <strong>in</strong> de 15e eeuw was begonnen, werd<br />

uitgebouwd en bevestigd <strong>in</strong> la<strong>te</strong>re <strong>eeuwen</strong> tot groot<br />

voordeel van geheel ons land en <strong>in</strong> ‘t bijzonder van<br />

Ams<strong>te</strong>rdam. De <strong>scheepsbouw</strong>ers en zeelieden maak<strong>te</strong>n<br />

door hun werk de stad Ams<strong>te</strong>rdam onafhankelijk<br />

van de eens oppermachtige Hanzes<strong>te</strong>den en de<br />

heerschappij der Portugezen en legden zodoende<br />

de grondslag voor onze zo machtige en bloeiende<br />

scheepvaart en wereldhandel vanaf de Gouden Eeuw<br />

tot <strong>in</strong> onze dagen.<br />

De voor de wereldvaart gebouwde gro<strong>te</strong>re schepen<br />

waren o.a. l<strong>in</strong>ieschepen met lange, s<strong>te</strong>vige romp en<br />

zeer hoge mas<strong>te</strong>n, geschikt om kolossale zeilen <strong>te</strong><br />

dragen. De zeer veel gebruik<strong>te</strong> spiegelschepen met<br />

afmet<strong>in</strong>gen van 160 x 40 voet en een <strong>in</strong>houd van 300<br />

last, waren van ach<strong>te</strong>r plat en versierd met beeldhouw-


Fluitschip, eers<strong>te</strong> helft 17e eeuw<br />

werk en konden ook dienst doen als oorlogsschepen.<br />

Door de logheid en de zwaar<strong>te</strong> konden ze slecht keren<br />

en niet vlug zeilen, vandaar dat een ander type<br />

als koopvaardijschip meer en meer <strong>in</strong> trek kwam en<br />

wel het fluitschip dat <strong>in</strong> <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>g met het spiegelschip<br />

aan de ach<strong>te</strong>rs<strong>te</strong>ven rond gebouwd was. Ook<br />

veel gebruikt werden de jach<strong>te</strong>n, zeer goede zeilers<br />

van 96 tot 130 voet lang en tot 28 voet breed met een<br />

<strong>in</strong>houd van ± 80 last.<br />

In de Franse tijd stond de <strong>scheepsbouw</strong> niet geheel stil<br />

doch had we<strong>in</strong>ig <strong>te</strong> beduiden. Na de herwonnen vrijheid<br />

bestonden de mees<strong>te</strong> der veertig Ams<strong>te</strong>rdamse<br />

werven nog, doch de hell<strong>in</strong>gen waren vermolmd en<br />

nauwelijks <strong>te</strong> gebruiken, personeel was er niet en het<br />

ma<strong>te</strong>riaal ontbrak. Scherpe concurrentie van alle <strong>in</strong><br />

bedrijf gebleven werven <strong>in</strong> Engeland was <strong>te</strong> duch<strong>te</strong>n<br />

en de handel moest zich opnieuw zien <strong>te</strong> ontplooien.<br />

Slechts langzaam kwam de <strong>scheepsbouw</strong> weer op<br />

gang: van 1813 tot 1828 werden <strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdam nog<br />

maar 24 schepen gebouwd.<br />

Toch vond na de herlev<strong>in</strong>g van 1815 de handel nog<br />

geen reden om de snelheid van de schepen boven het<br />

laadvermogen <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Wel bleef als algemeen bezwaar<br />

<strong>te</strong>gen de hou<strong>te</strong>n zeilschepen gelden de betrekkelijk<br />

langzame wijze van voortbeweg<strong>in</strong>g, doch de<br />

eeuw der stoomvaart, snelheid en bouw van ijzeren<br />

schepen had hier <strong>te</strong> lande met haar nieuwe ideeën nog<br />

geen opgang gemaakt. In Ams<strong>te</strong>rdam was men nog<br />

<strong>te</strong>vreden met het bouwen van zeer bruikbare snelvarende<br />

zeilschepen van een nieuw type, de z.g. Clippers,<br />

die zelfs bij zwakke w<strong>in</strong>d nog behoorlijk vooruitkwamen.<br />

Op de werf “IJhoek” bouwde men een<br />

driemas<strong>te</strong>r, op de werf “De Haan” de c1ipperschepen<br />

“Henriët<strong>te</strong> Geertruida” en “De Ams<strong>te</strong>rdam”, op de<br />

werf “ Groen” “De Argonaut”, enz.<br />

Tenslot<strong>te</strong> g<strong>in</strong>g ook deze hou<strong>te</strong>n schepenbouw over <strong>in</strong><br />

ijzeren bouw, welke ech<strong>te</strong>r geheel andere eisen s<strong>te</strong>lde<br />

aan de opleid<strong>in</strong>g der <strong>scheepsbouw</strong>ers. Leerden deze<br />

eertijds hun vak <strong>in</strong> de praktijk en door zelfstudie, nu<br />

werden de <strong>te</strong>kenkamers met <strong>in</strong>gewikkelde <strong>in</strong>strumen<strong>te</strong>n<br />

en <strong>te</strong>kenborden noodzakelijk. De standaardtypen<br />

uit de Gouden eeuw verdwenen evenals de eenvoudige<br />

werkkamer van de bouwmees<strong>te</strong>r, een kamer zoals<br />

Rembrandt ons laat zien op het <strong>in</strong> Buck<strong>in</strong>gham aanwezige<br />

schilderij “De Scheepsbouwmees<strong>te</strong>r en zijn<br />

Vrouw” uit 1633. Daar, <strong>in</strong> die eenvoudige, huiselijke<br />

<strong>te</strong>kenkamer g<strong>in</strong>g ‘t nog al gemoedelijk toe: passer,<br />

l<strong>in</strong>iaal, <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g en enige folio’s duiden toch wel aan,<br />

dat het werk, daar verricht, we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>gewikkeld was.<br />

Hoe het eigenlijk <strong>in</strong> die dagen met en <strong>in</strong> het <strong>scheepsbouw</strong>bedrijf<br />

toeg<strong>in</strong>g, zullen we nu ui<strong>te</strong>enzet<strong>te</strong>n. Laat<br />

ons daarvoor nagaan het gehele verloop van de totstandkom<strong>in</strong>g<br />

van een schip <strong>in</strong> <strong>vroeger</strong> <strong>eeuwen</strong> en wie<br />

de opdracht gaf tot de bouw van een schip.<br />

Enige personen, die voor gezamenlijke reken<strong>in</strong>g een<br />

schip tot vaart <strong>te</strong>r zee wilden bezit<strong>te</strong>n, s<strong>te</strong>lden gelden<br />

<strong>te</strong>r beschikk<strong>in</strong>g voor de bouw. Om deze gelden,<br />

scheepspar<strong>te</strong>n genaamd, <strong>te</strong> beheren, s<strong>te</strong>lden zij boekhouders<br />

officieel reders gehe<strong>te</strong>n, aan, die het schip<br />

lie<strong>te</strong>n bouwen en de directie g<strong>in</strong>gen voeren over de<br />

exploitatie van het schip. Zij verzorgden de uitrust<strong>in</strong>g,<br />

het aannemen van het personeel, de bevrach-<br />

L<strong>in</strong>ieschip, tweede helft 17e eeuw<br />

(Detail uit schilderij De Gouden Leeuw op het IJ)


t<strong>in</strong>g, de assurantie, de vasts<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>g der reizen, enz.<br />

Dit nu was de gewone vorm, waaronder de rederij<br />

der zeilschepen voor de zeevaart bedreven werd.<br />

De boekhouders waren geheel vrij <strong>in</strong> hun handelen<br />

en verrekenden na volbrach<strong>te</strong> reis de verkregen uitkoms<strong>te</strong>n<br />

met de aandeelhouders. Dit waren dikwijls<br />

familieleden of vrienden, ook wel personen, die als<br />

leveranciers belang konden hebben bij de bouw, de<br />

uitrust<strong>in</strong>g of de proviander<strong>in</strong>g van het schip. Ook de<br />

boekhouders zelf hadden doorgaans een of meer par<strong>te</strong>n<br />

<strong>in</strong> hun bezit.<br />

Ook de O.I. Compagnie had eigen boekhouders <strong>in</strong><br />

dienst en dat deze employé’s beduidende personen<br />

waren, blijkt wel uit de aans<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>g van Joris van<br />

Hasselt, <strong>in</strong> okt. 1702. Hij werd eers<strong>te</strong> boekhouder op<br />

de O.I. Compagniewerf, maar voor hem moest een<br />

borg gestort worden van ƒ 6000 krach<strong>te</strong>ns <strong>in</strong>structie<br />

der Bew<strong>in</strong>dhebbers van de Kamer v. Ams<strong>te</strong>rdam, bij<br />

besluit van 17 juli 1702.<br />

Deze Par<strong>te</strong>nrederij, waarbij dus de eigendom van een<br />

schip werd gesplitst <strong>in</strong> een soms groot aantal par<strong>te</strong>n<br />

of aandelen, is ook voor de <strong>scheepsbouw</strong> van gro<strong>te</strong><br />

be<strong>te</strong>kenis geweest. Indien tijdelijk geen opdrach<strong>te</strong>n<br />

van gro<strong>te</strong> reders, de Sta<strong>te</strong>n of het bui<strong>te</strong>nland aanwezig<br />

waren, bouwden de werven toch door. Het nieu-<br />

Gro<strong>te</strong> Bickersstraat 78, rechts, ach<strong>te</strong>rzijde<br />

Scheepswerf ‘De Nach<strong>te</strong>gaal’ van Jan F. Meurs.<br />

Afgemeerde Clipper ‘Tjerimai’ <strong>in</strong> 1883. (Foto GAA)<br />

Mas<strong>te</strong>nmakerswerf “De Hoop” aan de<br />

Gro<strong>te</strong> Bickersstraat omstreeks 1865<br />

(Foto Jacob Olie Jzn, Atlas GAA}<br />

we schip werd volledig uitgerust en <strong>in</strong> de vorm van<br />

par<strong>te</strong>nrederij aan de man gebracht.<br />

Het eigendom der werven zelf was ook meestal verdeeld<br />

<strong>in</strong> par<strong>te</strong>n. Bekend is b.v. een koopcedule van<br />

de werf “de Eendracht” <strong>in</strong> de Kle<strong>in</strong>e Kat<strong>te</strong>nburgerstraat.<br />

Hierbij verkoopt Suzanne van Hout, weduwe<br />

van Pie<strong>te</strong>r Meynderts Slecht aan Gerbrand Slecht<br />

4/20 par<strong>te</strong>n <strong>in</strong> twee opstallen op genoemde werf voor<br />

ƒ60,- per 1/20 part.<br />

De gewone gang van zaken was nu, dat reder en<br />

<strong>scheepsbouw</strong>er uitvoerig onderhandelden over de<br />

bouw van een schip. Ze lie<strong>te</strong>n vooreerst de gedach<strong>te</strong>n<br />

gaan over leng<strong>te</strong>, breed<strong>te</strong> en diep<strong>te</strong>, de hoog<strong>te</strong> en<br />

plaats<strong>in</strong>g der mas<strong>te</strong>n en zeilen, enz., zulks met het<br />

oog op de dienst van het schip: oorlogs- of koopvaardijschip,<br />

zee- of rivierschip. Moest er gelet worden op<br />

snel zeilen of meer op s<strong>te</strong>vige dracht? Dan volgde de<br />

<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g, de ops<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>g van het bes<strong>te</strong>k en de prijsbepal<strong>in</strong>g.<br />

Wanneer bouwer en reder het dan eens waren<br />

over de wederzijdse voorwaarden, werd een notariële<br />

overeenkomst geslo<strong>te</strong>n, waarbij alles, bes<strong>te</strong>k en de<br />

wijze van betal<strong>in</strong>g schrif<strong>te</strong>lijk werd vastgelegd. ‘t Is<br />

wel <strong>in</strong><strong>te</strong>ressant om een kort beeld <strong>te</strong> geven van zulke<br />

contrac<strong>te</strong>n en we la<strong>te</strong>n dus hier een en ander volgen.<br />

Op 1 okt. 1706 slo<strong>te</strong>n de kooplieden Jan Everwijn<br />

Glimmen, Hendrick Blankenhangen, Adriaan Looman,<br />

Jan Wiss<strong>in</strong>g en Jan Lange een contract met de<br />

scheepstimmerman Andries Borst <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam<br />

voor het bouwen van een fluitschip. ln een uitvoerig<br />

bes<strong>te</strong>k van vier folio-pag<strong>in</strong>a’s werd een uitvoerige<br />

<strong>te</strong>chnische beschrijv<strong>in</strong>g gegeven van de bouw.<br />

“Fluitschip lang 128 voe<strong>te</strong>n wijt, b<strong>in</strong>nen de luyken<br />

28½ voet, hoog 4½ voet <strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdamse voe<strong>te</strong>n.”


Het Bushuis aan de Kloveniersburgwal <strong>in</strong> 1675. In 1603 huurde de VOC het leegstaande Arsenaal van de<br />

stad Ams<strong>te</strong>rdam voor goederenopslag. Tot de verhuiz<strong>in</strong>g naar Oos<strong>te</strong>nburg <strong>in</strong> 1665 is het met een kantorencomplex<br />

uitgebreid dat tot de opheff<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1798 gedeel<strong>te</strong>lijk <strong>in</strong> gebruik is gebleven. (Schilderij J.van Kessel)<br />

Aangegeven werd de dik<strong>te</strong> der planken, balken, bou<strong>te</strong>n,<br />

haken en verder “tusschen de luyken een balk<br />

meer als <strong>in</strong> ‘t ruym, geslo<strong>te</strong>n met elf á twaalf bouts en<br />

‘t verdek met agt bouts” en “de overloop met goede<br />

gaave greene tweeduyms deelen van balcken op de<br />

kant gesaegt, lang omtrent dertig voet” en “de combuys<br />

en kooyen naar schippers believen.” “Wijders is<br />

geconditioneerd, dat de Comparan<strong>te</strong>n voor gebouwd<br />

Fluitschip zullen betalen de somma van veertienduizend<br />

guldens, namelijk voor derde part als de kiel is<br />

gelegt, een derde part als het schip <strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r loopt en<br />

een derde als ‘t de werf verlaat.”<br />

Zo’n contract bevat<strong>te</strong> meermalen bijzondere bepal<strong>in</strong>gen,<br />

zo b.v. het volgende. De reder Jacob Lo<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />

Ams<strong>te</strong>rdam sloot op 17 juni 1705 een contract met<br />

de mees<strong>te</strong>r-<strong>scheepsbouw</strong>ers Jacob Schols en Cornelis<br />

van Dalen, eigenaars van de werf “de Schol” aan<br />

het Smalle Pad op het Realeneiland voor de bouw<br />

van een Fregat. De ak<strong>te</strong> bestaat uit een opgave van de<br />

ma<strong>te</strong>n, ma<strong>te</strong>rialen, prijs, enz. De groot<strong>te</strong> is 116 x 33,5<br />

x 40 voet en de bouwsom is ƒ13250.- Als extra bepal<strong>in</strong>g<br />

geldt: “de aannemers mogen geen ander schip op<br />

hun erf bouwen of elders opzet<strong>te</strong>n, zolang dit schip<br />

niet <strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r is gela<strong>te</strong>n.”<br />

Na de onder<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>g van het contract, implicerend<br />

de gunn<strong>in</strong>g, g<strong>in</strong>g de <strong>scheepsbouw</strong>er onderhandelen<br />

met de houthandelaar over de soor<strong>te</strong>n hout, met de<br />

mas<strong>te</strong>nmakers over de lever<strong>in</strong>g en plaats<strong>in</strong>g der mas<strong>te</strong>n,<br />

met de smid over het ijzerwerk en de spijkers,<br />

met de blokmaker over de marsen, zal<strong>in</strong>gs, pompen,<br />

blokken, enz., met de touwslager over het touwwerk,<br />

met de schilder over het verfwerk, met de huistimmerman<br />

over het beschut<strong>te</strong>n der kajuit en soms met<br />

de beeldhouwer over het schegbeeld en de spiegel.<br />

Men zal zich afvragen waar en hoe de <strong>scheepsbouw</strong>ers<br />

hun vak leerden en of daarvoor ook scholen en<br />

leerboeken bestonden. De school was de praktijk en<br />

de leerboeken waren oorspronkelijk <strong>in</strong> schrift vast-


gelegde gegevens en la<strong>te</strong>r gedruk<strong>te</strong> boeken. De voornaams<strong>te</strong><br />

daarvan noemen we hier.<br />

Allereerst het beroemde boek van Burgemees<strong>te</strong>r<br />

Nicolaas Witsen uit 1670, geti<strong>te</strong>ld “Aeloude en hedendaagsche<br />

Scheeps-bouw en Bestier”. In dit werk<br />

beschrijft W. <strong>in</strong> den brede zowel de antieke Griekse<br />

en Rome<strong>in</strong>se scheepsbetimmer<strong>in</strong>g als de moderne <strong>in</strong><br />

alle plaatsen van Europa gebruikelijk, zo nauwkeurig<br />

mogelijk. Hij geeft verschillende tabellen, ma<strong>te</strong>n,<br />

<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>gen, gereedschappen, bes<strong>te</strong>kken en beschrijft<br />

tot <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>s<strong>te</strong> bijzonderheden de bouw van tal<br />

van soor<strong>te</strong>n schepen, van de ouds<strong>te</strong> tot de nieuws<strong>te</strong>.<br />

De mees<strong>te</strong> hoofdstukken ech<strong>te</strong>r zijn gewijd aan<br />

de <strong>scheepsbouw</strong> uit zijn eigen tijdperk, waarvan hij<br />

zegt, dat op het groot getal werven gebouwd werd<br />

naar aloud gebruik, zonder vastges<strong>te</strong>lde regelen of<br />

theorie, hoewel de bouwmees<strong>te</strong>rs zich natuurlijk<br />

hielden aan het toen gebruikelijke type en aan een<br />

bepaalde vorm van uitvoer<strong>in</strong>g. De lof voor het <strong>in</strong>voeren<br />

en bevorderen van meer eenheid geeft W. vooral<br />

aan de Admirali<strong>te</strong>it van Ams<strong>te</strong>rdam en haar Werf.<br />

Ook over de b<strong>in</strong>nenvaart met vaartuigen <strong>in</strong> echt Hollandse<br />

scheepsvormen deelt hij veel mee en bovendien<br />

geeft hij <strong>te</strong>ken<strong>in</strong>gen van een Sta<strong>te</strong>njacht, van een<br />

speeljacht en van enige b<strong>in</strong>nenschepen, benevens een<br />

opsomm<strong>in</strong>g met hoofdkenmerken van een aantal andere<br />

schepen. Tenslot<strong>te</strong> geeft hij een uitgebreide lijst<br />

van uitheemse schrijvers en hun Engelse, Italiaanse,<br />

Franse, Spaanse en Portugese leerboeken, waar<strong>in</strong> de<br />

<strong>scheepsbouw</strong> en al haar ma<strong>te</strong>n en gestal<strong>te</strong>n werden<br />

behandeld.<br />

Dit uitmun<strong>te</strong>nde leerboek van Witsen werd zoveel<br />

gebruikt, dat <strong>in</strong> 1691 een tweede druk van dit “Ar-<br />

chi<strong>te</strong>ctura navalis” noodzakelijk was. Daar deze<br />

herdruk ook spoedig uitverkocht en slechts tot hoge<br />

prijs verkrijgbaar was, ontstond de behoef<strong>te</strong> aan een<br />

nieuw leerboek. Hier<strong>in</strong> voorzag een <strong>scheepsbouw</strong>er<br />

uit Delft, genaamd Van IJk, die <strong>in</strong> 1697 een leerboek<br />

uitgaf, geti<strong>te</strong>ld “Scheepsbouwkonst”.<br />

Van IJk vond, dat het gebrek aan goede boeken over<br />

<strong>scheepsbouw</strong> zeer s<strong>te</strong>rk gevoeld werd en dat daarom<br />

zoveel fou<strong>te</strong>n <strong>in</strong> die <strong>scheepsbouw</strong> gemaakt werden.<br />

Als twaalf-jarige jongen begon zijn leertijd, “gedurende<br />

welke Tijd ik, tot mijn selvs leer en Weetlust <strong>te</strong><br />

voldoen, zo veele Aan<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>gen van d<strong>in</strong>gen die mij<br />

voor quamen en no<strong>te</strong>rens waardig ach<strong>te</strong>, hebbe gehoude”.<br />

Toen zijn oom en leermees<strong>te</strong>r overleden was<br />

“en alle deszelfs Scheepsbouws rakende Schrif<strong>te</strong>n<br />

en veelvuldige Aan<strong>te</strong>ken<strong>in</strong>gen my <strong>te</strong>r Hand ges<strong>te</strong>ld<br />

synde, heeft my na veel onderzoekens toegescheenen,<br />

dat zo uit d’eene, als uit d’andere Aan<strong>te</strong>eken<strong>in</strong>gen,<br />

wel eenige algemene Reguien, tot Nut van de<br />

Nederlandsche Scheeps-timmer<strong>in</strong>ge zoude opges<strong>te</strong>ld<br />

en gedrukt konnen werden”. Als voorbeelden haalt<br />

hij ook tal van bui<strong>te</strong>nlandse schrijvers aan en behandelt<br />

dan de <strong>scheepsbouw</strong> tot <strong>in</strong> alle onderdelen.<br />

In de tweede helft der 18e eeuw verscheen <strong>in</strong> het<br />

jaar 1772 het “Groot en Volledig Woordenboek der<br />

Scheepsbouw” van J. Stammetz waar<strong>in</strong> <strong>te</strong> v<strong>in</strong>den<br />

waren alle voorkomende woorden enz., welke enig<br />

begrip betreffende de <strong>scheepsbouw</strong> <strong>in</strong>houden, allen<br />

met een uitvoerige verklar<strong>in</strong>g.<br />

Hoe g<strong>in</strong>g het nu toe op een werf bij het bouwen van<br />

een schip?<br />

Op het werf<strong>te</strong>rre<strong>in</strong> was, om verzakk<strong>in</strong>g <strong>te</strong> voorko-<br />

Het Oost<strong>in</strong>disch-magazijn<br />

op Oos<strong>te</strong>nburg,<br />

omstreeks 1770,<br />

ge<strong>te</strong>kend door Hermanus<br />

Petrus Schou<strong>te</strong>n (GAA)


Twee foto’s van Jacob Olie ±1865 van houtopslag op Rapenburg en <strong>in</strong> de Rapenburgergracht (Foto’s GAA)<br />

men, een bedd<strong>in</strong>g van planken gelegd, waarop de<br />

stapelblokken stonden. Verder moest er zijn een<br />

woonhuis voor de baas, een gro<strong>te</strong> werkloods waar<strong>in</strong><br />

kle<strong>in</strong>e vaartuigen, sloepen, enz. gemaakt werden en<br />

droog hout kon geborgen worden. Ook stond er een<br />

kle<strong>in</strong>e loods voor gereedschappen, spaanders, mot,<br />

krullen, enz. Bui<strong>te</strong>n bevond zich een stookplaats tot<br />

het branden van hout of stro voor het buigen van het<br />

timmerhout of het koken van wa<strong>te</strong>r voor dat buigen<br />

en ook voor het koken van pik. Dan waren er één<br />

of meer vastgeheide hell<strong>in</strong>gen voor het <strong>te</strong>wa<strong>te</strong>r la<strong>te</strong>n,<br />

die op een bepaalde wijze gelegd en gefundeerd<br />

moes<strong>te</strong>n zijn.<br />

Op de stapelblokken werd nu eerst de kiel gelegd met<br />

enige stroken van het vlak en de vrangen. Vervolgens<br />

werden over de gehele leng<strong>te</strong> de dwarsscheepse<br />

span<strong>te</strong>n opgericht, waardoor de vorm van het schip<br />

werd bepaald. Onderl<strong>in</strong>g werden de span<strong>te</strong>n verbonden<br />

door zware langscheepse balken <strong>te</strong>rwijl de dekbalken<br />

het dwarsscheepse verband nog vers<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>n.<br />

De huid van het onderwa<strong>te</strong>rschip werd aangebracht,<br />

evenals de planken van bui<strong>te</strong>nhuid en dekken. Het<br />

schip was nu wa<strong>te</strong>rdicht afgeslo<strong>te</strong>n, zonder enig gebruik<br />

gemaakt <strong>te</strong> hebben van kranen of dergelijke<br />

hulpwerktuigen. Nog voordat de romp geheel was<br />

afgetimmerd, g<strong>in</strong>g men over tot de <strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rlat<strong>in</strong>g.<br />

Hiervoor werden de stapelblokken vervangen door<br />

gesmeerde go<strong>te</strong>n, waarop het schip kwam <strong>te</strong> rus<strong>te</strong>n,<br />

<strong>te</strong>rwijl het werd <strong>te</strong>gengehouden door een takel aan de<br />

ach<strong>te</strong>rkant van de kiel en twee schoren aan de voorkant.<br />

Na verwijder<strong>in</strong>g der beletselen gleed het schip<br />

<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r. Deze <strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rlat<strong>in</strong>gen waren gebeur<strong>te</strong>nissen<br />

van het groots<strong>te</strong> belang, welke s<strong>te</strong>eds de volle aandacht<br />

der Ams<strong>te</strong>rdammers trokken. En niet zonder<br />

reden. Het <strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rla<strong>te</strong>n van een schip toch, g<strong>in</strong>g al<br />

s<strong>in</strong>ds de ouds<strong>te</strong> tijden met bepaalde plechtigheden<br />

gepaard. De aard .daarvan wisselde van eeuw tot<br />

<strong>eeuwen</strong> van land tot land. De plechtigheid laat nu<br />

nog elemen<strong>te</strong>n zien, die op een religieuze oorsprong<br />

Tewa<strong>te</strong>rlat<strong>in</strong>g van het artillerie-<strong>in</strong>structieschip ‘Bellona’<br />

der Kon<strong>in</strong>klijke Mar<strong>in</strong>e van de Mar<strong>in</strong>ewerf.<br />

(Foto 1892, GAA)


De Nieuwe Teertu<strong>in</strong>en<br />

<strong>in</strong> 1816, gezien<br />

naar de Eilandsgracht.<br />

(Teken<strong>in</strong>g door G.<br />

Lamberts, 1776-<br />

1850. Verz. G. J. G.<br />

Leonhardt)<br />

wijzen. De zalv<strong>in</strong>g van een kon<strong>in</strong>g, de doop van een<br />

mens zijn een <strong>in</strong>wijd<strong>in</strong>g tot een nieuw leven: zo ook<br />

de “doop” van een nieuw schip, dat zijn ui<strong>te</strong><strong>in</strong>delijke<br />

bes<strong>te</strong>mm<strong>in</strong>g bereikt. Naar gelang der beleden<br />

godsdienst, handelden de mensen ook anders bij die<br />

plechtigheid. Zo werd b.v. <strong>in</strong> de 16e eeuw, toen men<br />

nogal aan het decorum hecht<strong>te</strong>, het schip eerst toegedronken<br />

met een liefst <strong>in</strong>heemse wijnsoort, waarna<br />

de zilveren beker <strong>in</strong> het wa<strong>te</strong>r werd gegooid om daar<br />

door een duiker weér uit opgedoken <strong>te</strong> worden.<br />

Het “dopen”, naamgeven en <strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rla<strong>te</strong>n geschiedde<br />

toenmaals nog door een man, doch <strong>in</strong> de la<strong>te</strong>re <strong>eeuwen</strong><br />

meer en meer door een vrouw en meermalen onder<br />

de hoogs<strong>te</strong> belangs<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>g, zelfs van vors<strong>te</strong>n. Zo<br />

ook op Saturdag den 18e Juli 1654 op de Werf der 0.1.<br />

Comp. <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam, waar die dag een drietal schepen<br />

<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r zouden worden gela<strong>te</strong>n. De stad was <strong>in</strong><br />

die dagen juist vereerd met het bezoek van de doch<strong>te</strong>r<br />

van Gustaaf Adolf, Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Christ<strong>in</strong>a van Zweden,<br />

een enigsz<strong>in</strong>s excentrieke vrouw, die hier vertoefde<br />

als Grave Dohna. Het was mede aan haar <strong>te</strong> verwach-<br />

<strong>te</strong>n bezoek <strong>te</strong> danken, dat reeds vroeg alles aan de<br />

Oostzijde der haven <strong>in</strong> feestgewaad was gedost. Het<br />

werk op de werf was gestaakt, de <strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en waren<br />

opgeruimd en op alle plaatsen der werf of <strong>in</strong> jollen en<br />

jach<strong>te</strong>n, tot <strong>in</strong> de raas der zoveel mogelijk opgetuigde<br />

en rijkbevlagde schepen wacht<strong>te</strong>n de toeschouwers<br />

op de komst van Christ<strong>in</strong>a. E<strong>in</strong>delijk kwam zij aangezeild<br />

uit de richt<strong>in</strong>g van Zaandam <strong>te</strong>rwijl zij zich<br />

aan boord van haar jacht een hoge staanplaats op de<br />

kampanje had uitgekozen. Allen waren daarna getuigen<br />

van het groots en vrolijk schouwspel van het<br />

<strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rla<strong>te</strong>n der drie “zeespijkers” of zee-pakhuizen,<br />

zoals dat verricht werd door een der Bew<strong>in</strong>dhebbers<br />

van de Ams<strong>te</strong>rdamse Kamer.<br />

Nog voor de <strong>in</strong>trede van het gro<strong>te</strong> verval onzer<br />

<strong>scheepsbouw</strong> <strong>in</strong> de Franse tijd, kon men een herhal<strong>in</strong>g<br />

zien van een soortgelijk groots tafereel. In 1783<br />

waren wederom duizenden samengestroomd om getuigen<br />

<strong>te</strong> zijn van de <strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rlat<strong>in</strong>g van drie schepen,<br />

die <strong>in</strong> één uur tijd van de werven der O.I. Compagnie<br />

van stapel liepen. Twee dezer schepen kwamen <strong>in</strong><br />

hun element met de s<strong>te</strong>ll<strong>in</strong>gen er nog om heen.<br />

Laat ons nu <strong>te</strong>n laats<strong>te</strong> een blik slaan op het meer<br />

sociale leven, de maatschappelijke positie en de belevenissen<br />

der scheepstimmerlieden.<br />

Een der <strong>in</strong> 1468 reeds bestaande gro<strong>te</strong> Broederschappen<br />

uit de O.L. Vrouwe Parochie <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam was<br />

het St. Jo:ef-gilde, omvat<strong>te</strong>nde de mees<strong>te</strong> houtbewerkers<br />

zoals “huustimmerlieden, scheepstimmerlieden<br />

Houtopslag aan de Realengracht bij de Driehar<strong>in</strong>gbrug.<br />

Gezien naar het wes<strong>te</strong>n, foto ±1920.<br />

(Foto GAA)


ende anderen.” Daar de ambach<strong>te</strong>n, welke dit gilde<br />

omvat<strong>te</strong>, <strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdam een sociaal ondergeschik<strong>te</strong><br />

positie <strong>in</strong>namen, werden zij <strong>in</strong> deze ouds<strong>te</strong> vorm<br />

slechts <strong>in</strong> een ui<strong>te</strong>rst losse band opgeslo<strong>te</strong>n, welke de<br />

gildebroeders we<strong>in</strong>ig of niet <strong>te</strong>gen concurrentie van<br />

bui<strong>te</strong>nstaande elemen<strong>te</strong>n beschermde. De Overheid<br />

scheen van men<strong>in</strong>g <strong>te</strong> zijn. dat het niet <strong>in</strong> ‘t belang<br />

der Ams<strong>te</strong>rdamse handel was, dit ambacht <strong>te</strong> beschermen.<br />

Eerst op 13 maart 1500 gaf ze een Keur<br />

uit “omme oirde, regel ende policie <strong>te</strong> houden <strong>in</strong> der<br />

broderschip van den timmerlieden, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n o.a.<br />

de scheepstimmerlieden.” Ze bepaalde daar<strong>in</strong> “wat<br />

schepen dat gebraeut of verzien zullen worden met<br />

timmer<strong>in</strong>gen , stopp<strong>in</strong>gen of anders b<strong>in</strong>nen die mueren<br />

ende pal<strong>in</strong>gen van der s<strong>te</strong>de, dat die gebraeut, getimmert<br />

ende gearbeyt zullen worden by denghenen,<br />

die poor<strong>te</strong>rs ende ghildebroeders zyn van’t voirscreven<br />

ghilde.”<br />

Om het gilde op economisch gebied meer s<strong>te</strong>un <strong>te</strong><br />

geven, mocht het een krachtswerktuig aanschaffen:<br />

“so sal ‘t voirscreven ghilde houden een blaesbalch,<br />

dair men die scepen leggende <strong>in</strong> ‘t wa<strong>te</strong>r mede up<br />

ende uuyt dat wa<strong>te</strong>r blaest”, een soort blaasbalg om<br />

de schepen voor kalefa<strong>te</strong>r<strong>in</strong>g <strong>te</strong> lich<strong>te</strong>n. De aanschaf-<br />

f<strong>in</strong>g van zo’n werktuig was zo kostbaar, dat het boven<br />

de krach<strong>te</strong>n der afzonderlijke breeuwers g<strong>in</strong>g.<br />

Toch waren de scheepstimmerlieden op den duur niet<br />

<strong>te</strong>vreden met de gang van zaken; zij scheidden zich<br />

<strong>in</strong> 1517 af en traden toe tot het Bui<strong>te</strong>nlandsvaardersgilde.<br />

In het laatst der 16e eeuw, <strong>in</strong> 1589, vormden zij<br />

<strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> een afzonderlijke gilde met de Mas<strong>te</strong>nmakers.<br />

Nu werden er <strong>in</strong> gildebrieven en keuren eigen<br />

bepal<strong>in</strong>gen uitgevaardigd om de belangen der leden<br />

veilig <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen en het zich meer en meer ontwikkelende<br />

grootbedrijf<strong>in</strong> ordelijke banen <strong>te</strong> leiden. De<br />

gildebroeders van het Groot- en Kle<strong>in</strong> B<strong>in</strong>nenvaardersgilde,<br />

de Brouwers en zij, die wa<strong>te</strong>rschepen gebruik<strong>te</strong>n,<br />

werden gehouden om hier <strong>te</strong>r s<strong>te</strong>de <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n<br />

timmeren en hers<strong>te</strong>llen. De Mees<strong>te</strong>r-scheepstimmerlieden<br />

werden verplicht om <strong>in</strong>geze<strong>te</strong>nen vóór vreemden<br />

tot knecht <strong>te</strong> gebruiken. De scheepstimmerlui,<br />

die door de Stadswerven en la<strong>te</strong>r door de Admirali<strong>te</strong>its-<br />

en de O.I. Compagnie-werven werden afgedankt,<br />

de z.g. “bijltjes”, moch<strong>te</strong>n door de Mees<strong>te</strong>rs<br />

der bijzondere werven niet worden aangenomen, zolang<br />

er nog “klouwers” of <strong>scheepsbouw</strong>lui, die alleen<br />

op bijzondere werven gewoon waren <strong>te</strong> werken, <strong>te</strong><br />

v<strong>in</strong>den waren. Bij afdanken van volk op een particu-<br />

Het Entrepotdok <strong>in</strong> 1832 (Teken<strong>in</strong>g door P.J. Lutgers, 1808-1874, Atlas Splitgerber, GAA)


De scheepswerf<br />

van de Oost<strong>in</strong>dische<br />

Compagnie<br />

op Oos<strong>te</strong>nburg. Op<br />

de ach<strong>te</strong>rgrond het<br />

gro<strong>te</strong> Zeemagazijn.<br />

(Teken<strong>in</strong>g door Joseph<br />

Mulder, ±1720,<br />

Atlas Dreesmann,<br />

GAA)<br />

liere werf g<strong>in</strong>gen de “bijltjes” het eerst weg.<br />

Bij ziek<strong>te</strong> of ouderdom werden aan de gildebroeders<br />

door de “bos” gelden uitgekeerd: aan de zieken twee<br />

en een halve gulden per week en aan de ouderen drie<br />

gulden. Het gilde <strong>te</strong>lde wel 1500 leden, hell<strong>in</strong>gbazen<br />

en knech<strong>te</strong>n, welk aantal <strong>in</strong> la<strong>te</strong>re jaren s<strong>te</strong>eg tot duizenden.<br />

Degenen, die het vak wilden leren, moes<strong>te</strong>n<br />

zich la<strong>te</strong>n <strong>in</strong>schrijven op het gildekantoor en werden<br />

leerl<strong>in</strong>g. Alvorens gildebroeder <strong>te</strong> worden, moest<br />

men m<strong>in</strong>s<strong>te</strong>ns twee jaren <strong>in</strong> volle loondienst zijn geweest<br />

en een proef afleggen. Men werk<strong>te</strong> lange dagen,<br />

‘s zomers van 5 tot 8, van 8.30 tot 11.30, van<br />

1 tot 4 en van 4.30 tot 7 uur, dus <strong>in</strong> vier “schof<strong>te</strong>n”.<br />

‘s W<strong>in</strong><strong>te</strong>rs arbeidde men <strong>in</strong> drie of twee schof<strong>te</strong>n. Het<br />

loon was ‘s zomers 1 gulden en 10 stuivers per dag<br />

en ‘s w<strong>in</strong><strong>te</strong>rs 1 gulden. Het tabakroken onder ‘t werk<br />

was de werklui bij verscheidene keuren <strong>te</strong>n strengs<strong>te</strong><br />

verboden, doch – zoals reeds gezegd – zolang zij<br />

aan ‘t werk waren, geno<strong>te</strong>n zij vrijdom van de Stadsbieraccijns.<br />

En dat bier was heel goed, daar ‘t van<br />

niet m<strong>in</strong>dere kracht was dan van een daalder per half<br />

vat. Daar er nogal veel gebruik gemaakt werd van<br />

dat “vrije” bier, werd bepaald, dat het vat geplaatst<br />

moest zijn <strong>in</strong> het zicht van de werkbaas. Na het jaar<br />

1600 kreeg men <strong>in</strong> andere landen het groots<strong>te</strong> respect<br />

voor de Hollandse <strong>scheepsbouw</strong>ers en met voorbijgaan<br />

van eigen gevestigde of opkomende <strong>in</strong>dustrie,<br />

bes<strong>te</strong>lde men menigmaal de bouw van nieuwe schepen<br />

<strong>in</strong> Holland. Zo gaf <strong>in</strong> 1640 de Franse staatsman<br />

Kard<strong>in</strong>aal de Richelieu aan een Ams<strong>te</strong>rdamse werf<br />

de opdracht tot het bouwen van drie schepen met een<br />

<strong>in</strong>houd van 300 tot 600 last. Ook Zweden, Engeland,<br />

Italië en enige Oos<strong>te</strong>rse landen gaven opdrach<strong>te</strong>n<br />

<strong>te</strong>rwijl Rusland – blijkens een ak<strong>te</strong> van 3 april 1705<br />

– schepen <strong>in</strong> Holland liet repareren. De <strong>scheepsbouw</strong>er<br />

Boudewijn Boot uit Oos<strong>te</strong>nde sloot op 30 juni<br />

1701 een verb<strong>in</strong><strong>te</strong>nis, <strong>te</strong>n e<strong>in</strong>de al het door hem benodigde<br />

scheepsma<strong>te</strong>riaal <strong>te</strong> bes<strong>te</strong>llen <strong>in</strong> Ams<strong>te</strong>rdam<br />

en Zaandam. Op 6 sept. 1701 sloot Spanje een contract<br />

– wegens de ongunst der tijden toen nog voorlopig<br />

– met Ams<strong>te</strong>rdam, waarbij dat land de lever<strong>in</strong>g<br />

bes<strong>te</strong>lde van 8 oorlogsschepen met 384 stukken geschut,<br />

munitie, e.d. <strong>te</strong>r waarde van 21 à 22 miljoen<br />

maravedis.<br />

En bij die lever<strong>in</strong>g <strong>in</strong> natura bleef het niet. Het bui<strong>te</strong>nland<br />

wierf hier <strong>te</strong> lande tal van bekwame scheepstimmerlui<br />

aan, <strong>te</strong>n e<strong>in</strong>de dezen leid<strong>in</strong>ggevende posities<br />

<strong>in</strong> eigen land aan eigen werven <strong>te</strong> geven. In contrac<strong>te</strong>n<br />

werd het dienstverband vastgelegd, ge<strong>te</strong>kend en<br />

gezegeld. Zo slo<strong>te</strong>n de Russische kooplieden Brants<br />

en Lups van Moscoviën op 25 juli 1702 een dienstcontract<br />

met de scheepstimmerlieden Gerlof Andries<br />

van Berdaart en In<strong>te</strong> Douwes voor <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> drie<br />

jaren <strong>te</strong>gen een loon van 42 gulden per maand plus<br />

de kost of anders een vergoed<strong>in</strong>g van 10 stuivers per<br />

dag om <strong>te</strong> zorgen voor het bouwen van smakken en<br />

kle<strong>in</strong>e vaartuigen en van fregat<strong>te</strong>n en flui<strong>te</strong>n. Uit een<br />

contract van 24 mei 1703 blijkt, dat de werkgever, de


Czaar van Rusland, aan zich verbond de werknemers<br />

Pie<strong>te</strong>r Bru<strong>in</strong> en Sander Teuwis, om voor de tijd van<br />

drie jaren <strong>te</strong>gen een loon van ƒ 50.- per maand en 10<br />

kopeken daags voor verblijfskos<strong>te</strong>n, met het doel om<br />

<strong>in</strong> Archangel <strong>te</strong> timmeren en dienst <strong>te</strong> doen als tolk<br />

<strong>in</strong> Engels en Nederduits bij de <strong>scheepsbouw</strong> aldaar.<br />

Ook de Zweden trokken veel Hollandse <strong>scheepsbouw</strong>ers<br />

tot zich. Blijkens een contract van 17 april<br />

1709 sloot de Zweedse koopman Ernst Matsue van<br />

Dannens<strong>te</strong>rn een overeenkomst met de scheepstimmerman<br />

Gerrit Evertse Haan, afkomstig van Hoorn,<br />

om <strong>te</strong>gen een loon van ƒ 70.- per maand <strong>te</strong> komen<br />

arbeiden op een werf <strong>te</strong> Riga. Gewoonlijk werd ook<br />

bepaald, dat de werknemer zijn eigen gereedschap<br />

moest meenemen en zelf <strong>in</strong> zijn onderhoud moest<br />

voorzien.<br />

Dat het verblijf <strong>in</strong> den vreemde – vooral <strong>in</strong> Rusland<br />

– niet altijd zonder gevaren was en meermalen<br />

met gro<strong>te</strong> moeilijkheden en avonturen gepaard<br />

g<strong>in</strong>g, blijkt wel heel typerend uit een waarschuwend<br />

schrijven van enige gedupeerden, hetgeen <strong>te</strong> v<strong>in</strong>den<br />

is <strong>in</strong> een notariële ak<strong>te</strong> (Gem. Arch. 7454 blz.<br />

Gravure door Jan Luyken, 1649-1712<br />

Rijkspren<strong>te</strong>nkab<strong>in</strong>et<br />

De zaagmolen “ Het Klaverblad”, gezien <strong>in</strong> oos<strong>te</strong>lijke<br />

richt<strong>in</strong>g. Op de ach<strong>te</strong>rgrond de molen “De Bok”<br />

op het Blauwhoofd<br />

(Detail uit foto J. Olie Jzn. Atlas GAA)<br />

231-233) van 11 febr. 1707 en dat we hier woordelijk<br />

la<strong>te</strong>n volgen: “Adam Willemse Decker en Maas<br />

Cornelisz, wonend tot Sandam en althans b<strong>in</strong>nen<br />

deze stad, van onbekende ouderdom en <strong>te</strong>r zake van<br />

degene die het mag aangaan voor de opreg<strong>te</strong> waarhyt,<br />

getuygt en verclaert namentlyk: Ende eers<strong>te</strong>lijk<br />

de laats<strong>te</strong> getuige alleen, dat hij get (uige) op de 25<br />

May van den jaar 1706 synde <strong>in</strong> Rusland <strong>in</strong> djenst<br />

van syn Saarl(ijke) Maijes<strong>te</strong>it van Moscovien ordre<br />

gekregen om dry Boeiens (bo<strong>te</strong>n) <strong>te</strong> maken tot welk<br />

e<strong>in</strong>de hij, gel. zich heeft vervoegt en getranspor<strong>te</strong>ert<br />

naar Parkas om manschap <strong>te</strong> halen tot assis<strong>te</strong>ntie het<br />

maken genoemde Boeyens. Dat hy getuyge aldaer<br />

gecomen synde zeer slegt en brutaal door Michael<br />

Sabode, die hem gel. ‘t volk moest beschikken, wiert<br />

ontfangen ‘t geen zo veere g<strong>in</strong>g, dat hy, Sabode, tot<br />

dry malen toe den degen trock en hem gel. daarmede<br />

wilde doors<strong>te</strong>ken.<br />

Wyders verclaaren sy twee getuygen gesamenlyk,<br />

dat sy op den 12e aug. van datselfde jaar versog<strong>te</strong>n<br />

om wat geld <strong>te</strong> ontfangen alse hij get. <strong>in</strong> de tyd van<br />

negen maanden geen geit en hat ontfangen, waarop<br />

sy gel. naar becomme permissie naar Croonstad syn<br />

vertrokken om geIt <strong>te</strong> halen, dogh dat sy comende<br />

op zee zodanige zware suydwes<strong>te</strong>n w<strong>in</strong>t opstond dat<br />

het aan gel. onmogelijk was aan ‘t eyland nog<strong>te</strong> aan<br />

de gally <strong>te</strong> konden komen maar waren genootsaekt<br />

naer land <strong>te</strong> wenden om ‘t leven <strong>te</strong> redden. Maar aen<br />

land comende wierde sy gel. overvallen door seven<br />

F<strong>in</strong>landse boeren met geladen geweer, welke boeren


twee van hun get. weyers doot sloegen ende Een getuyge<br />

benevens nog twee Moscovit<strong>te</strong>n gevankkelijk<br />

naar Wieborg voerden ende daarnaar brag<strong>te</strong>n voor<br />

den Generaal My<strong>te</strong>l, welke een gel. naar exam<strong>in</strong>atie<br />

op vrye voet s<strong>te</strong>lde dogh de twee Moscovi<strong>te</strong>n gevangen<br />

hielde en van waar hy, gel. hier <strong>te</strong>r s<strong>te</strong>de is gecomen.<br />

(At<strong>te</strong>statie <strong>te</strong>r requisitie van diegenen die het<br />

mag aangaan).”<br />

Dat de scheepstimmerlieden, werknemers bij de<br />

toenmalige groots<strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdamse <strong>in</strong>dustrie, zich<br />

naast hun dagelijkse arbeid ook <strong>in</strong><strong>te</strong>resseerden voor<br />

het politieke gebeuren <strong>in</strong> stad en lande, blijkt o.a. uit<br />

de beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aug. 1748. Toen legden de Bijltjes het<br />

werk neer en verzamelden zich op het Kat<strong>te</strong>nburgerple<strong>in</strong>.<br />

Zij wilden hun <strong>in</strong>vloed op de stadszaken eens<br />

doen gelden en onder aanvoer<strong>in</strong>g van hun voormannen<br />

Bart van BaaIen en Dirk Brom trokken zij met<br />

tweeduizend man de stad <strong>in</strong>. Toen la<strong>te</strong>r, tijdens de<br />

actie der Doelis<strong>te</strong>n <strong>in</strong> 1750, de radicalen de machtige<br />

s<strong>te</strong>un van het ledenrijke scheepstimmergilde en haar<br />

Bijltjes, allen warme Oranjeklan<strong>te</strong>n, kregen werd de<br />

toestand weer spannend. Om de zaken <strong>te</strong> regelen, bezocht<br />

Stadhouder Willem IV op 2 sept. 1770 de stad,<br />

bij welke <strong>in</strong>tocht de Bijltjes een vaandel voor hem uit<br />

droegen met het devies “Oranie en de Vrijheyt”<br />

Bij la<strong>te</strong>re ongeregeldheden op Kat<strong>te</strong>nburg – op 30<br />

mei 1787 – weerden de Bijltjes zich nog dapper voor<br />

Scheepswerf “De Nag<strong>te</strong>gaal” bouwt een klipper <strong>in</strong><br />

composietbouw. (Foto GAA)<br />

de door hen verdedigde zaak, doch langzamerhand<br />

verloren zij al hun <strong>in</strong>vloed.<br />

Gelijk reeds gezegd bracht de Franse tijd gro<strong>te</strong> verslapp<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de <strong>scheepsbouw</strong><strong>in</strong>dustrie en zou het<br />

duren tot ver <strong>in</strong> de 19e eeuw, eer de Ams<strong>te</strong>rdamse<br />

<strong>scheepsbouw</strong> weer zou opbloeien. Maar niet alle werven<br />

zouden weer <strong>in</strong> bedrijf komen: de groot-<strong>in</strong>dustrie<br />

van zee-zeilschepen was def<strong>in</strong>itief voorbij!<br />

We hebben de voornaams<strong>te</strong> werven – een tachtigtal<br />

– en veel lijnbanen vermeld, hoewel er nog talrijke<br />

kle<strong>in</strong>e, meer speciaal voor de b<strong>in</strong>nenvaartschepen<br />

hier <strong>te</strong>r s<strong>te</strong>de gevestigd waren. Nog meermalen worden<br />

bij graaf-werkzaamheden <strong>in</strong> de Ams<strong>te</strong>rdamse<br />

bodem restan<strong>te</strong>n van oude scheepswerven, lijnbanen,<br />

enz. gevonden, <strong>te</strong>rwijl voormalige werf<strong>te</strong>rre<strong>in</strong>en voor<br />

andere doele<strong>in</strong>den <strong>in</strong> gebruik zijn genomen.<br />

Daar er niet zo heel veel over oude <strong>scheepsbouw</strong>aangelegenheden<br />

is geschreven, hebben we getracht<br />

mede door de vermeld<strong>in</strong>g van toch wel <strong>in</strong> enig verband<br />

met die <strong>in</strong>dustrie staande typische bijzonderheden<br />

het grootse verleden der oude werven <strong>in</strong> haar<br />

talrijke facet<strong>te</strong>n enigsz<strong>in</strong>s <strong>te</strong> belich<strong>te</strong>n.<br />

Het zou ons <strong>te</strong> ver voeren, de vele geraadpleegde<br />

bronnen hier <strong>te</strong> vermelden, maar toch willen we met<br />

gro<strong>te</strong> dankbaarheid gewagen van de s<strong>te</strong>eds bereidwillige<br />

hulp, ons verleend door de Gemeen<strong>te</strong>lijke Archiefdienst.<br />

F. G. M. Douwes

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!