26.09.2013 Views

Woordenschatlijst groep6 milieu 2012_2013 - Koninklijke Auris Groep

Woordenschatlijst groep6 milieu 2012_2013 - Koninklijke Auris Groep

Woordenschatlijst groep6 milieu 2012_2013 - Koninklijke Auris Groep

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

KERNWOORDEN VAN HET WOT-THEMA<br />

Het <strong>milieu</strong> en de natuur<br />

<strong>Groep</strong> 6<br />

werkwoord zelfstandig naamwoord voornaamwoord<br />

bijvoeglijk naamwoord bijwoord voegwoord<br />

het <strong>milieu</strong><br />

1 afval scheiden Het sorteren van afval over verschillende bakken.<br />

2 indienen Iets officieel aan iemand geven<br />

3 koesteren Iets met liefde behandelen<br />

4 het actieplan Een plan waarin staat wat gedaan moet worden een bepaald doel te bereiken.<br />

5 het <strong>milieu</strong> De leefomstandigheden van dieren, mensen en planten.<br />

6 de chemokar Een wagen die klein chemisch afval ophaalt.<br />

7 de gft-container Vuilnisbak voor het groente-, fruit- en tuinafval.<br />

8 de groene stroom Stroom opgewekt door duurzame energiebronnen.<br />

9 de rotzooi de rommel<br />

10 de energie Kracht die omgezet kan worden in licht, warmte en beweging.<br />

11 de gloeilamp Lamp die licht geeft door een gloeiend draadje.<br />

12 zuinig Als je weinig geld uitgeeft.<br />

13 realistisch haalbaar<br />

14 irreëel niet haalbaar<br />

15 de kringloop- Gezegd over voorwerpen die gemaakt zijn uit materiaal dat al eerder gebruikt<br />

is.<br />

16 de ledlamp energiebesparende lamp<br />

17 recyclen hergebruiken<br />

18 de papierbak Vuilnisbak voor oud papier en karton<br />

19 de spaarlamp Een lamp die weinig energie verbruikt.<br />

20 verspillen Iets veel gebruiken zonder dat het nodig is.<br />

21 het kringlooppapier Papier dat is gemaakt van oud papier.<br />

22 het puin Stenen rommel die overblijft als je een gebouw afbreekt.<br />

23 aantasten iets beschadigen<br />

24 besparen minder uitgeven of verbruiken<br />

25 inzamelen Dingen ophalen om er iets mee te doen.<br />

26 uitpuilen bol uitsteken<br />

27 verbruiken opmaken door het te gebruiken<br />

28 Vervuilen vuilmaken<br />

29 bewust Beseffen dat je iets doen of vindt.


de natuur<br />

1 de bast de buitenste laag van een boom<br />

2 de bloesem de kleine bloemetjes aan een boom<br />

3 de blubber de modder<br />

4 de boomgaard een stuk grond met fruitbomen<br />

5 de kruin de top van een boom<br />

6 de bosrand het begin van een bos<br />

7 de boswachter Iemand die erop let dat je je in een bos netjes gedraagt en die voorlichting<br />

geeft over planten en dieren.<br />

8 de knop een bolletje met een bloem of blad erin<br />

9 de doorn een puntig uitsteeksel op een plant<br />

10 de schors buitenste laag van bomen en planten<br />

11 de stengel Het deel van een plant boven de grond waarop de bloem staat.<br />

12 de stronk stomp van een afgezaagde boomstam<br />

13 de twijg een buigzaam en dun takje<br />

14 de wilg een loofboom met dunne en buigzame takjes<br />

15 gewild waar veel naar gevraagd wordt<br />

16 het groen bomen en planten<br />

het natuurgebied Een stuk land waar geen mensen wonen en dat nauwelijks wordt beïnvloed door<br />

mensen.<br />

17 het natuurlandschap Landschap dat zo gevormd is door de natuur.<br />

18 de (bloem)bol Een bol waaruit een bloem groeit.<br />

19 kappen omhakken<br />

20 de wortelkluit Een aardkluit, bijeengehouden door de wortels van een plant.<br />

21 de graspol samengegroeid klompje gras<br />

22 de hei een natuurgebied<br />

23 de kringloop Een proces waarvan de onderdelen steeds terugkomen.<br />

24 het helmgras Rietachtig gras wat in het zand van de duinen groeit.<br />

25 de naaldboom Een boom met dunne puntige bladeren die er in de herfst niet afvallen.<br />

26 de loofboom Een boom die elk jaar nieuwe bladeren krijgt.<br />

27 het groeiproces groeien<br />

28 bloeien Als het plantje bloemen draagt.<br />

29 ontkiemen Als een kiemplantje uit het zaadje komt.<br />

30 zaaien Zaad in de grond stoppen of op de grond strooien.<br />

31 experimenteren iets uitproberen<br />

32 tegenwoordig nu<br />

33 toentertijd in die tijd<br />

34 vanwege<br />

35 doordat<br />

36 Voordat<br />

37 Totdat

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!