Transformatorstation Liander-TenneT - t Veld - Zijdewind
Transformatorstation Liander-TenneT - t Veld - Zijdewind
Transformatorstation Liander-TenneT - t Veld - Zijdewind
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het verdeelstation bestaat onder meer uit 3 trafovelden, 3 kabelvelden, en compensatiespoelen<br />
om de capacitieve werking van de 150 kV kabels te reduceren.<br />
De transformatorcellen van 6,5 meter hoog zijn omgeven door een geluidswerende<br />
voorziening in de vorm van een dijklichaam van 3 meter hoog. De geluidswerende<br />
wand heeft tot doel de geluidemissie naar de omgeving, met name nabijgelegen<br />
woningen, aanzienlijk te beperken.<br />
Binnen het schakelstation worden voorts een tweetal gebouwen met een hoogte<br />
van 4,5 meter gerealiseerd; een schakelgebouwtje en een centraal dienstengebouw.<br />
De bebouwing beslaat een terrein van 218 bij 249 meter groot. Met de bouw van<br />
het transformatorstation is rekening gehouden met de landschappelijke kenmerken<br />
van het gebied. Deze omvang is zodanig groot dat ook eventuele toekomstige uitbreidingen<br />
van het station (ondanks dat die niet voorzien zijn) mogelijk zijn (hiervoor<br />
dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd indien dit meer is dan<br />
nu voorzien).<br />
3.3 Locatiekeuze<br />
Voor de keuze van de huidige voorkeurslocatie is een bureaustudie uitgevoerd. In de<br />
bureaustudie is een zestal locaties voor realisatie van een 150/20kV-station 't <strong>Veld</strong><br />
onderzocht Kortheidshalve wordt hiervoor verwezen naar de locatiestudie die als<br />
bijlage (nummer 4) is toegevoegd.<br />
Bij het kiezen van een voorkeurslocatie is het kostenaspect voor <strong>TenneT</strong> een zeer<br />
belangrijk criterium bij de keuze voor een locatie. <strong>TenneT</strong> geeft immers maatschappelijk<br />
geld uit en dient verantwoording af te geven aan de aandeelhouder dat het<br />
geld zo doelmatig en efficiënt mogelijk is uitgegeven. Daarnaast geldt dat ook<br />
technische beperkingen (waaronder de mogelijkheden tot aansluiting op het bestaande<br />
net en de afspanningmogelijkheden van de lijn op het station) ertoe leiden<br />
dat realisatie van het station niet overal zonder meer mogelijk is.<br />
Het bovenstaande heeft er dan ook toe geleid dat locatie 4 de voorkeurslocatie is en<br />
locatie 5 vooralsnog geen goed alternatief is. Bij locatie 5 is immers gebleken dat<br />
hier niet zonder meer over voldoende grond kan worden beschikt voor realisatie van<br />
het station. Daardoor is meer maatwerk nodig en zijn de kosten aanmerkelijk hoger<br />
in vergelijking met realisatie van het station op de voorkeurslocatie.<br />
20<br />
Hoofdstuk 3