Geachte mevrouw, geachte heer Als Leerkracht wordt u er ... - Plantyn
Geachte mevrouw, geachte heer Als Leerkracht wordt u er ... - Plantyn
Geachte mevrouw, geachte heer Als Leerkracht wordt u er ... - Plantyn
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Geachte</strong> <strong>mevrouw</strong>, <strong>geachte</strong> <strong>he<strong>er</strong></strong><br />
<strong>Als</strong> <strong>Le<strong>er</strong>kracht</strong> <strong>wordt</strong> u <strong>er</strong> me<strong>er</strong> en me<strong>er</strong> toe aangespoord om de taalvaardigheid van uw le<strong>er</strong>lingen<br />
te v<strong>er</strong>bet<strong>er</strong>en, zodat ze vlot taal kunnen begrijpen en gebruiken in all<strong>er</strong>lei communicatieve<br />
situaties. Wie deze zaak t<strong>er</strong> harte neemt en zijn ond<strong>er</strong>wijsaanbod <strong>er</strong>op afstemt,<br />
stelt zich vragen. Hoe kan ik nagaan of ik goed zit met de nieuwe aanpak? W<strong>er</strong>pt die aanpak<br />
vruchten af? Zijn de kind<strong>er</strong>en op weg om de gestelde doelen te b<strong>er</strong>eiken? Hoe zit het met<br />
hun vord<strong>er</strong>ingen ten opzichte van and<strong>er</strong>e le<strong>er</strong>lingen? ...<br />
VLOT is een hulp om die vragen te beantwoorden. Het volgsysteem biedt een geheel van<br />
toetsen om de ontwikkeling van de luist<strong>er</strong>-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheden van<br />
de kind<strong>er</strong>en te volgen doorheen de lag<strong>er</strong>e school (van het tweede tot het zesde le<strong>er</strong>jaar).<br />
Er worden drie toetsmomenten voorzien p<strong>er</strong> schooljaar, telkens op het einde van het trimest<strong>er</strong>.<br />
De toetsen zijn opgevat als motiv<strong>er</strong>ende opdrachten, waaruit het taalvaardigheidsniveau<br />
van de le<strong>er</strong>lingen moet blijken. Bij elke toets vindt u een scoringswijz<strong>er</strong> voor de evaluatie en<br />
een scoretabel om de resultaten te not<strong>er</strong>en. Met behulp van een normtabel kan elk toetsresultaat<br />
worden v<strong>er</strong>geleken met voorgaande scores, met de resultaten van and<strong>er</strong>e kind<strong>er</strong>en<br />
in de klas en in de school en met de scores van een representatieve groep van 500 Vlaamse<br />
le<strong>er</strong>lingen.<br />
Voor elk le<strong>er</strong>jaar (klas 2 tot 6) bestaat het volgsysteem uit een ringmap. Deze bevat een<br />
leidraad en alle toetsen voor het betreffende le<strong>er</strong>jaar.<br />
In deze brochure stellen wij VLOT uitgebreid voor. Wij wensen u alvast veel leesplezi<strong>er</strong>.<br />
Philippe Hemelsoet<br />
Uitgev<strong>er</strong> basisond<strong>er</strong>wijs
Inhoud<br />
3 Taalvaardigheid toetsen via globale, rechtstreekse taalvaardigheidstaken.<br />
4 Volgen: toetsen, scoren en v<strong>er</strong>gelijken met VLOT.<br />
Een signaal voor het ond<strong>er</strong>wijs.<br />
7 Systeem: een totaalpakket<br />
8 Ov<strong>er</strong>zicht van de toetsen voor alle le<strong>er</strong>jaren<br />
9 Ond<strong>er</strong>delen van een toets<br />
2
VLOT<br />
VOLGSYSTEEM LAGER ONDERWIJS: TAALVAARDIGHEID<br />
TAALVAARDIGHEID = luist<strong>er</strong>en, spreken, lezen en schrijven<br />
VOLGEN = toetsen op het einde van elk trimest<strong>er</strong> én inspelen op de resultaten<br />
SYSTEEM = 60 toetsen, voor het tweede t.e.m. het zesde le<strong>er</strong>jaar<br />
Taalvaardigheid toetsen via globale,<br />
rechtstreekse taalvaardigheidstaken.<br />
Dit (le<strong>er</strong>ling)volgsysteem is ontstaan als antwoord op de dringende vraag van le<strong>er</strong>krachten in het<br />
Vlaamse basisond<strong>er</strong>wijs naar goede taaltoetsen. De recentste eindt<strong>er</strong>men en le<strong>er</strong>plannen taal en de<br />
nadruk die daarin <strong>wordt</strong> gelegd op taalvaardigheid, met name de vi<strong>er</strong> basisvaardigheden (luist<strong>er</strong>en,<br />
spreken, lezen en schrijven), zetten le<strong>er</strong>krachten <strong>er</strong>toe aan hun bestaande toetspraktijk kritisch te bekijken.<br />
Zij ond<strong>er</strong>vinden dat traditionele toetsen niet volstaan om na te gaan of hun le<strong>er</strong>lingen de<br />
bedoelde vaardigheden voldoende v<strong>er</strong>worven hebben. De meeste van de bestaande toetssystemen of<br />
veel gebruikte toetsvormen zijn imm<strong>er</strong>s uitsluitend g<strong>er</strong>icht op kenniselementen (woordenschat, grammaticaregels,<br />
...) en technische aspecten van taal (technisch lezen, spelling, ...).<br />
VLOT voorziet het lag<strong>er</strong> ond<strong>er</strong>wijs van een pakket toetsen om, op regelmatige basis, na te gaan in<br />
hoev<strong>er</strong>re le<strong>er</strong>lingen taal kunnen begrijpen en gebruiken in communicatieve situaties. Dat is taalvaardigheid,<br />
een basisvoorwaarde om optimaal te kunnen function<strong>er</strong>en in het ond<strong>er</strong>wijs en in de<br />
maatschappij. De toetsen zijn opgevat als opdrachten voor luist<strong>er</strong>-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid,<br />
het soort taken dat de le<strong>er</strong>lingen volgens de eindt<strong>er</strong>men moeten kunnen uitvo<strong>er</strong>en.<br />
In die taken worden de vaardigheden niet als v<strong>er</strong>zamelingen van aspecten en elementen beschouwd,<br />
die je allemaal apart moet aanl<strong>er</strong>en en inoefenen, om de taak als geheel goed te kunnen uitvo<strong>er</strong>en. In<br />
een taak <strong>wordt</strong> een vaardigheid als geheel toegepast. Door met heel veel en veel v<strong>er</strong>schillende taken<br />
te worden geconfronte<strong>er</strong>d in het ond<strong>er</strong>wijs, gaan le<strong>er</strong>lingen de vaardigheid in al haar aspecten geleidelijk<br />
aan ontwikkelen en be<strong>he<strong>er</strong></strong>sen.<br />
Bij een toets moeten de le<strong>er</strong>lingen alleen aan de slag en moet blijken in hoev<strong>er</strong>re ze de vaardigheid al<br />
be<strong>he<strong>er</strong></strong>sen. De toetsen lijken best zoveel mogelijk op de taken zoals die in eindt<strong>er</strong>men en le<strong>er</strong>plannen<br />
beschreven zijn, want dan kan je rechtstreeks nagaan of de le<strong>er</strong>lingen die taken kunnen uitvo<strong>er</strong>en.<br />
<strong>Als</strong> je woordenschat of and<strong>er</strong>e taalelementen afzond<strong>er</strong>lijk gaat toetsen, weet je nog niet of de<br />
le<strong>er</strong>lingen de kennis <strong>er</strong>van kunnen toepassen in hun taalbegrip en -gebruik.<br />
Een greep uit de communicatieve taken die in het volgsysteem zijn opgenomen, illustre<strong>er</strong>t de aard van<br />
de toetsen. De teksten waar de le<strong>er</strong>lingen naar moeten luist<strong>er</strong>en, die ze moeten lezen, of die ze mondeling<br />
of schriftelijk moeten produc<strong>er</strong>en, zijn de tekstsoorten waar ze volgens de eindt<strong>er</strong>men mee<br />
moeten kunnen omgaan. Die worden met stijgende moeilijkheidsgraad (o.a. lengte, taalgebruik, doelgroep<br />
waarvoor ze geschreven zijn) aangeboden van het tweede tot en met het zesde le<strong>er</strong>jaar.<br />
3
Luist<strong>er</strong>en<br />
luist<strong>er</strong>en naar instructies voor hoe de tekening van een clown moet worden v<strong>er</strong>volledigd, en de<br />
tekening v<strong>er</strong>volledigen (2)<br />
luist<strong>er</strong>en naar een v<strong>er</strong>haal en <strong>er</strong> me<strong>er</strong>keuzevragen ov<strong>er</strong> beantwoorden (3)<br />
luist<strong>er</strong>en naar wat kind<strong>er</strong>en v<strong>er</strong>tellen ov<strong>er</strong> de organisatie van een v<strong>er</strong>jaardagsfeestje en op basis<br />
daarvan een boodschappenlijstje maken (4)<br />
luist<strong>er</strong>en naar een informatieve radio-uitzending ov<strong>er</strong> di<strong>er</strong>en, en <strong>er</strong> de juiste informatie uithalen (5)<br />
luist<strong>er</strong>en naar de antwoorden uit int<strong>er</strong>views met all<strong>er</strong>lei v<strong>er</strong>schillende mensen, en <strong>er</strong> telkens de<br />
juiste vraag bij zoeken (6)<br />
Lezen<br />
de tekst van een vakantiebrief lezen, v<strong>er</strong>gelijken met foto’s en aanduiden wat niet klopt (2)<br />
all<strong>er</strong>lei tips van een oppass<strong>er</strong> lezen en op basis daarvan de di<strong>er</strong>en in het juiste hok in de di<strong>er</strong>entuin<br />
zetten (3)<br />
briefjes met vragen en briefjes met antwoorden lezen en v<strong>er</strong>binden wat bij elkaar hoort (4)<br />
de programmatekst van een kamp lezen omzetten in een agenda (schema) (5)<br />
een informatieve tekst ov<strong>er</strong> hoe kind<strong>er</strong>en ov<strong>er</strong>al t<strong>er</strong> w<strong>er</strong>eld l<strong>er</strong>en, lezen en <strong>er</strong> waar/niet waarvragen<br />
ov<strong>er</strong> beantwoorden (6)<br />
Spreken<br />
aan de hand van een v<strong>er</strong>telplaat beschrijven wat <strong>er</strong> allemaal te zien is en gebeurt in een klas (2)<br />
aan de hand van een v<strong>er</strong>telplaat beschrijven wat <strong>er</strong> allemaal te zien is en gebeurt op een k<strong>er</strong>mis<br />
(3)<br />
in het kad<strong>er</strong> van een rondleiding in de stad: iemand wegwijs maken, een gebeurtenis beschrijven,<br />
een uitstalraam beschrijven (4)<br />
in het kad<strong>er</strong> van een kind<strong>er</strong>kookprogramma op de radio: mondelinge instructies geven ov<strong>er</strong> de<br />
b<strong>er</strong>eiding van enkele g<strong>er</strong>echten, stapsgewijs voorgesteld op tekeningen (5)<br />
in het kad<strong>er</strong> van een jeugdjournaal: g<strong>er</strong>ichte vragen stellen aan een ‘report<strong>er</strong> t<strong>er</strong> plaatse’, beelden<br />
van sportwedstrijden beschrijven en als opsporingsb<strong>er</strong>icht een p<strong>er</strong>soonsbeschrijving geven (6)<br />
Schrijven<br />
het v<strong>er</strong>haal schrijven bij striptekeningen (2)<br />
een brief schrijven vanop een onbewoond eiland: een vriendje ov<strong>er</strong>tuigen om ook te komen, om<br />
enkele spullen mee te brengen, en een boodschap voor de oud<strong>er</strong>s doorgeven (3)<br />
een fold<strong>er</strong> schrijven voor de bezoek<strong>er</strong>s van de opendeurdag op school; op tekeningen is voorgesteld<br />
wat <strong>er</strong> op v<strong>er</strong>schillende plaatsen zal te zien zijn (4)<br />
een artikel voor de kind<strong>er</strong>krant schrijven op basis van de schematische gegevens ov<strong>er</strong> een<br />
ov<strong>er</strong>val (5)<br />
de bestelling en v<strong>er</strong>ke<strong>er</strong>de lev<strong>er</strong>ing van een pakket speelgoed (tekeningen) v<strong>er</strong>gelijken in een brief<br />
naar een postord<strong>er</strong>winkel (6)<br />
Volgen: toetsen, scoren en v<strong>er</strong>gelijken met VLOT.<br />
Een signaal voor het ond<strong>er</strong>wijs.<br />
Eén toets is één ding en het resultaat <strong>er</strong>op v<strong>er</strong>telt je heel wat. Maar een systeem waarin heel veel<br />
toetsen zijn opgenomen, waarvan je de resultaten bovendien met elkaar kan v<strong>er</strong>gelijken, biedt oneindig<br />
veel me<strong>er</strong> mogelijkheden.<br />
VLOT maakt het mogelijk de le<strong>er</strong>lingen tijdens hun volledige lag<strong>er</strong>e-schoolloopbaan in hun taalvaardigheidsontwikkeling<br />
te volgen en daar rechtstreeks op in te spelen.<br />
4
Voor elk van de vi<strong>er</strong> vaardigheden zijn <strong>er</strong> p<strong>er</strong> le<strong>er</strong>jaar toetsen voorzien. Daarmee kunnen le<strong>er</strong>krachten<br />
hun le<strong>er</strong>lingen toetsen op het einde van elk trimest<strong>er</strong>.<br />
De toetsafnames voor luist<strong>er</strong>-, lees- en schrijfvaardigheid kunnen klassikaal gebeuren en duren ongeve<strong>er</strong><br />
één lestijd van 50 minuten. De spreekvaardigheidstoetsen worden individueel afgenomen,<br />
waarvoor 5 à 10 minuten p<strong>er</strong> le<strong>er</strong>ling moet worden voorzien.<br />
Het scoren van de toetsen kan snel, efficiënt en vooral ze<strong>er</strong> objectief gebeuren aan de hand van de<br />
duidelijke richtlijnen die <strong>er</strong>voor gegeven worden. De scores van de le<strong>er</strong>lingen kunnen via een<br />
omzettingstabel in een categorie (norm) worden geplaatst.<br />
Via all<strong>er</strong>lei goed hante<strong>er</strong>bare ov<strong>er</strong>zichten, kan de individuele score van een le<strong>er</strong>ling worden v<strong>er</strong>geleken:<br />
met de score van dezelfde le<strong>er</strong>ling op de toetsen voor dezelfde vaardigheid op e<strong>er</strong>d<strong>er</strong>e momenten<br />
(individuele evolutie);<br />
met de score van dezelfde le<strong>er</strong>ling op de toetsen voor and<strong>er</strong>e vaardigheden op hetzelfde moment (zie<br />
schema 1 op de volgende pagina);<br />
met de score van de and<strong>er</strong>e le<strong>er</strong>lingen van de klas (zie schema 2 op de volgende pagina).<br />
De scores van de hele klas kunnen v<strong>er</strong>geleken worden met klassen in voorgaande schooljaren. En<br />
de scores van de hele klas krijgen een plaats in het totaalplaatje van de hele school.<br />
Door de scores ond<strong>er</strong> te brengen in een bepaalde categorie, worden ze gekoppeld aan normen. Die<br />
normen zijn bepaald op basis van grootschalige afnames van de toetsen in Vlaamse basisscholen.<br />
Die scholen vormden een staalkaart van Vlaamse basisond<strong>er</strong>wijs qua geografische spreiding, urbanisatiegraad,<br />
concentratie migranten en and<strong>er</strong>e v<strong>er</strong>schillen. Op basis van die grootschalige afname zijn<br />
Vlaamse normen bepaald. Met die Vlaamse normen worden de scores van de le<strong>er</strong>lingen v<strong>er</strong>geleken.<br />
een score in groep A = goed<br />
een score in groep B = goede middelmaat (boven het gemiddelde)<br />
een score in groep C = zwakke middelmaat (ond<strong>er</strong> het gemiddelde)<br />
een score in groep D = zwak<br />
een score in groep E = ze<strong>er</strong> zwak<br />
Doordat je op die mani<strong>er</strong> het taalvaardigheidsniveau van je le<strong>er</strong>lingen ziet evolu<strong>er</strong>en in de tijd, én het<br />
een plaats kan geven in een grot<strong>er</strong>e groep, krijg je een ze<strong>er</strong> precies beeld van wat het ond<strong>er</strong>wijs dat<br />
ze tot op een bepaald moment hebben gekregen, bew<strong>er</strong>kstelligd heeft en hoe het v<strong>er</strong>d<strong>er</strong> moet.<br />
De toetsresultaten zijn e<strong>er</strong>st en vooral een signaal, een aanduiding van het taalvaardigheidsniveau<br />
van de le<strong>er</strong>lingen. <strong>Als</strong> dat te laag is, moet worden gezocht naar de precieze oorzaken van eventuele<br />
problemen (diagnose). Op basis daarvan moeten op het niveau van de school, op het niveau van<br />
de klas of op het niveau van de le<strong>er</strong>ling ond<strong>er</strong>wijsacties ond<strong>er</strong>nomen worden om de taalvaardigheid<br />
van de le<strong>er</strong>lingen te v<strong>er</strong>bet<strong>er</strong>en.<br />
Die acties zijn de uiteindelijke bedoeling van het gebruiken van een volgsysteem. Wil je nagaan of je<br />
le<strong>er</strong>lingen met het ond<strong>er</strong>wijs dat ze krijgen voldoende taalvaardig worden, dan moet je ook b<strong>er</strong>eid zijn<br />
iets te doen met de resultaten die dat oplev<strong>er</strong>t. Die acties worden dan geëvalue<strong>er</strong>d door een nieuwe<br />
reeks toetsen. Door die cyclus te blijven h<strong>er</strong>halen en blijvend naar oplossingen en v<strong>er</strong>bet<strong>er</strong>ing te<br />
zoeken, mag worden v<strong>er</strong>wacht dat het taalvaardigheidsniveau van de le<strong>er</strong>lingen geleidelijk aan zal<br />
v<strong>er</strong>hogen.<br />
De algemene leidraad bij VLOT bevat suggesties voor het optimalis<strong>er</strong>en van het taalvaardigheidsond<strong>er</strong>wijs<br />
en remediëring.<br />
5
Schema 1 Ov<strong>er</strong>zicht p<strong>er</strong> le<strong>er</strong>ling: normen p<strong>er</strong> toets p<strong>er</strong> vaardigheid<br />
klas: 3B<br />
naam: Olivi<strong>er</strong><br />
einde 1ste trimest<strong>er</strong> einde 2de trimest<strong>er</strong> einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
luist<strong>er</strong>en C B A<br />
spreken B<br />
lezen B C D<br />
schrijven C C<br />
edit<br />
In dit ingevulde voorbeeld zien we een heel aantal int<strong>er</strong>essante gegevens m.b.t. le<strong>er</strong>ling Olivi<strong>er</strong>. Hij doet<br />
het ov<strong>er</strong> de hele lijn bet<strong>er</strong> voor de mondelinge vaardigheden (luist<strong>er</strong>en en spreken) dan voor de<br />
schriftelijke (lezen en schrijven). Voor luist<strong>er</strong>en boekt hij grote vooruitgang. Voor spreken zit hij in de groep<br />
‘goede middelmaat’. Voor lezen loopt <strong>er</strong> duidelijk iets mis bij Olivi<strong>er</strong>: hij gaat st<strong>er</strong>k acht<strong>er</strong>uit en evolue<strong>er</strong>t zo<br />
van de groep ‘goede middelmaat’ naar ‘zwak’. Voor schrijven blijft zijn situatie status quo.<br />
Bovenstaand ov<strong>er</strong>zicht is ook voorzien in een v<strong>er</strong>sie waarin de scores ov<strong>er</strong> le<strong>er</strong>jaren heen kunnen<br />
worden ingebracht.<br />
Schema 2 Aantal le<strong>er</strong>lingen p<strong>er</strong> norm p<strong>er</strong> toets p<strong>er</strong> vaardigheid<br />
klas: 4<br />
25 lln.<br />
einde 1ste trimest<strong>er</strong><br />
einde 2de trimest<strong>er</strong><br />
6<br />
einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
A B C D E A B C D E A B C D E<br />
luist<strong>er</strong>en 15 3 3 3 1 17 3 3 2 - 17 5 2 1 -<br />
spreken 8 7 7 1 2 7 6 8 3 1<br />
lezen 10 5 5 5 - 11 6 6 2 - 9 6 6 2 2<br />
schrijven 5 4 4 7 5 6 8 4 5 2 8 8 6 4 -<br />
edit<br />
Klas 4 maakt met zijn 25 le<strong>er</strong>lingen een aantal evoluties door: voor luist<strong>er</strong>en is <strong>er</strong> in deze klas duidelijk<br />
geen sprake van een algemeen probleem. De me<strong>er</strong>d<strong>er</strong>heid van de klas is bij het begin van het vi<strong>er</strong>de<br />
le<strong>er</strong>jaar op de goede weg naar de einddoelen en blijft daar ook. Me<strong>er</strong> zelfs, ook de weinige uitvall<strong>er</strong>s<br />
maken een positieve evolutie door. Voor spreken blijft de situatie, die eigenlijk al aan het einde van het<br />
e<strong>er</strong>ste trimest<strong>er</strong> niet zo schitt<strong>er</strong>end is, nagenoeg ongewijzigd. Ook voor lezen is <strong>er</strong> weinig evolutie, maar<br />
daar is de situatie van de klas als geheel wel bet<strong>er</strong>. Voor schrijven kan de situatie aanvankelijk ronduit<br />
zwak genoemd worden, maar de aanpak in de loop van het vi<strong>er</strong>de le<strong>er</strong>jaar w<strong>er</strong>pt duidelijk vruchten af.
Systeem: een totaalpakket<br />
VLOT bestaat uit vijf mappen, één map p<strong>er</strong> le<strong>er</strong>jaar waarvoor toetsen zijn voorzien. Elke map bevat een<br />
leidraad en toetsen.<br />
De leidraad<br />
De leidraad bevat in de e<strong>er</strong>ste plaats een inleiding, met informatie en acht<strong>er</strong>gronden ov<strong>er</strong> het hoe<br />
en waarom van een volgsysteem voor taalvaardigheid.<br />
Dan is <strong>er</strong> de praktische handleiding voor de gebruik<strong>er</strong>s. Daarin <strong>wordt</strong> uitgelegd hoe de toetsen <strong>er</strong><br />
uitzien, hoe ze moeten worden afgenomen, hoe ze moeten worden gescoord en hoe de resultaten<br />
moeten worden g<strong>er</strong>egistre<strong>er</strong>d. De ov<strong>er</strong>zichten waarin de resultaten van me<strong>er</strong>d<strong>er</strong>e toetsen worden<br />
samengebracht, p<strong>er</strong> le<strong>er</strong>ling en p<strong>er</strong> klas, zijn daarbij opgenomen.<br />
<strong>Als</strong> d<strong>er</strong>de deel zijn in de leidraad een aantal int<strong>er</strong>essante bijdragen opgenomen rond thema’s die<br />
aan de orde zijn bij het gebruik van het volgsysteem en het omgaan met de resultaten.<br />
Een voorbeeld daarvan is de band tussen de VLOT-toetsen en de Vlaamse eindt<strong>er</strong>men. In de ond<strong>er</strong>staande<br />
tekst <strong>wordt</strong> geïllustre<strong>er</strong>d hoe datgene wat de le<strong>er</strong>lingen volgens de eindt<strong>er</strong>men moeten<br />
kunnen, ook effectief getoetst <strong>wordt</strong> via VLOT.<br />
TWEEDE LEERJAAR<br />
WIE DOET WAT IN DE KLEUTERKLAS? ZET DE KLEUTERS IN DE JUISTE HOEK.<br />
aard van de toets<br />
De le<strong>er</strong>lingen lezen de uitspraken van vijftien kleut<strong>er</strong>s ov<strong>er</strong> wat ze willen doen in de kleut<strong>er</strong>klas. Op basis daarvan<br />
plaatsen zij de kleut<strong>er</strong>s in de juiste hoek in de kleut<strong>er</strong>klas. Daarbij moeten de le<strong>er</strong>lingen blijk geven van begrip van wat<br />
de kleut<strong>er</strong>s zeggen.<br />
v<strong>er</strong>w<strong>er</strong>kingsniveau<br />
beschrijvend/structur<strong>er</strong>end<br />
Wat de le<strong>er</strong>lingen hi<strong>er</strong> in feite, in eindt<strong>er</strong>men-t<strong>er</strong>men, moeten doen, is informatie acht<strong>er</strong>halen in een tekst<br />
(v<strong>er</strong>w<strong>er</strong>kingsniveau = beschrijvend - eindt<strong>er</strong>men 3.1 tot 3.3). Omdat ze die informatie ook moeten ov<strong>er</strong>brengen op een<br />
plan van de kleut<strong>er</strong>klas, kunnen we stellen dat <strong>er</strong> al sprake is van enige vorm van 'ordenen' van de informatie<br />
(v<strong>er</strong>w<strong>er</strong>kingsniveau = structur<strong>er</strong>en - eindt<strong>er</strong>men 3.4 en 3.5).<br />
De tekstsoort waar we hi<strong>er</strong> mee w<strong>er</strong>ken is echt<strong>er</strong> van een veel lag<strong>er</strong> niveau dan die waarmee de le<strong>er</strong>lingen deze<br />
vaardigheden moeten kunnen uitvo<strong>er</strong>en volgens de eindt<strong>er</strong>men. Daar is sprake van 'voor hen bestemde instructies<br />
voor handelingen van gevarie<strong>er</strong>de aard' (3.1), 'schema's en tabellen ten dienste van het publiek' (3.2), 'voor hen<br />
bestemde teksten in tijdschriften' (3.3) of 'voor hen bestemde school- en studieteksten en instructies bij<br />
schoolopdrachten' (3.4) en 'voor hen bestemde v<strong>er</strong>halen, kind<strong>er</strong>romans, dialogen, gedichten, kind<strong>er</strong>tijdschriften, en<br />
jeugdencyclopediën' (3.5).<br />
Hi<strong>er</strong> gaat het om ze<strong>er</strong> h<strong>er</strong>kenbare uitspraken van kind<strong>er</strong>en op het niveau van de le<strong>er</strong>lingen die de taak moeten<br />
uitvo<strong>er</strong>en. Het gaat om me<strong>er</strong>d<strong>er</strong>e korte, duidelijk te vatten tekstjes.<br />
De toetsen<br />
P<strong>er</strong> le<strong>er</strong>jaar zijn <strong>er</strong> 12 toetsen.<br />
Voor het tweede en het d<strong>er</strong>de le<strong>er</strong>jaar zijn <strong>er</strong> me<strong>er</strong> toetsen voorzien voor de receptieve vaardigheden<br />
(luist<strong>er</strong>en en lezen) dan voor de productieve vaardigheden (spreken en luist<strong>er</strong>en).<br />
Voor het vi<strong>er</strong>de, vijfde en zesde le<strong>er</strong>jaar zijn <strong>er</strong> mind<strong>er</strong> receptieve en me<strong>er</strong> productieve toetsen.<br />
Voor alle le<strong>er</strong>jaren zijn ook één of twee globale taalvaardigheidstoetsen, ond<strong>er</strong> de vorm van edittoetsen,<br />
voorzien. Bij deze edittoetsen krijgen de le<strong>er</strong>lingen een tekst, op hun niveau, waarin een aantal woorden<br />
zijn toegevoegd. Die woorden zijn dus teveel, en belemm<strong>er</strong>en een goed begrip van de tekst. De le<strong>er</strong>lingen<br />
moeten die woorden aanduiden, en daarbij blijk geven van hun totaal-taalvaardigheid, precies omdat ze<br />
daarbij b<strong>er</strong>oep moeten doen op nogal wat vaardigheden (inzicht in vorm, betekenis, context, ...) die je<br />
nodig hebt als taalgebruik<strong>er</strong> om boodschappen te v<strong>er</strong>w<strong>er</strong>ken.<br />
7
Ov<strong>er</strong>zicht van de toetsen voor alle le<strong>er</strong>jaren<br />
donk<strong>er</strong>e vakken: geen toetsen voorzien / opgedeelde vakken: 2 toetsen voorzien<br />
2de le<strong>er</strong>jaar einde 1ste trimest<strong>er</strong> einde 2de trimest<strong>er</strong> einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
luist<strong>er</strong>en<br />
spreken<br />
lezen<br />
schrijven<br />
edit<br />
3de le<strong>er</strong>jaar einde 1ste trimest<strong>er</strong> einde 2de trimest<strong>er</strong> einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
luist<strong>er</strong>en<br />
spreken<br />
lezen<br />
schrijven<br />
edit<br />
4de le<strong>er</strong>jaar einde 1ste trimest<strong>er</strong> einde 2de trimest<strong>er</strong> einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
luist<strong>er</strong>en<br />
spreken<br />
lezen<br />
schrijven<br />
edit<br />
5de le<strong>er</strong>jaar einde 1ste trimest<strong>er</strong> einde 2de trimest<strong>er</strong> einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
luist<strong>er</strong>en<br />
spreken<br />
lezen<br />
schrijven<br />
edit<br />
2de le<strong>er</strong>jaar einde 1ste trimest<strong>er</strong> einde 2de trimest<strong>er</strong> einde 3de trimest<strong>er</strong><br />
luist<strong>er</strong>en<br />
spreken<br />
lezen<br />
schrijven<br />
edit<br />
8
Ond<strong>er</strong>delen van een toets<br />
Elke toets in VLOT, of het nu een luist<strong>er</strong>-, lees-, schrijf-, spreek- of edittoets is, bestaat uit een aantal<br />
vaste ond<strong>er</strong>delen. We geven hi<strong>er</strong> een ov<strong>er</strong>zicht.<br />
Toetsbeschrijving<br />
Het e<strong>er</strong>ste blad bij elke toets v<strong>er</strong>meld naast de specifieke titel ook een korte toetsbeschrijving. Daarin<br />
worden een aantal kenm<strong>er</strong>ken van de toets op een rij gezet.<br />
Le<strong>er</strong>jaar<br />
waarvoor de<br />
toets bestemd<br />
is.<br />
Korte beschrijving<br />
van hoe de<br />
toets in de<br />
praktijk<br />
<strong>wordt</strong> afgenomen.<br />
Aard toets<br />
V<strong>er</strong>w<strong>er</strong>kingsniveau<br />
Doelgroep<br />
Afname<br />
Scoring<br />
Mat<strong>er</strong>iaal<br />
Introductie (intro)<br />
Korte omschrijving van wat de<br />
le<strong>er</strong>lingen in de toets precies<br />
moeten doen (de taak of<br />
De le<strong>er</strong>lingen lezen de sprookjes ‘De prinses en de tiara’ en ‘De wolf<br />
taken).<br />
en de drie meisjes’ en beantwoorden <strong>er</strong> vragen ov<strong>er</strong>. Het gaat om<br />
me<strong>er</strong>keuze-, waar/niet waar- en and<strong>er</strong>e beslissingsvragen.<br />
beschrijvend/structur<strong>er</strong>end<br />
le<strong>er</strong>lingen van het d<strong>er</strong>de le<strong>er</strong>jaar<br />
klassikaal-individueel<br />
Na een klassikale introductie (5 à 10 min.), waarin enkele begrippen Hoeveel items de<br />
worden v<strong>er</strong>duidelijkt, lezen de le<strong>er</strong>lingen individueel het e<strong>er</strong>ste<br />
toets bevat en even-<br />
sprookje en beantwoorden <strong>er</strong> de vragen ov<strong>er</strong> (20 min.). V<strong>er</strong>volgens<br />
<strong>wordt</strong> ook het tweede sprookje klassikaal geïntroduce<strong>er</strong>d tueel en korte omschrij-<br />
individueel gelezen en behandeld (20 min.).<br />
ving van wat met de<br />
items beoordeeld<br />
Deze toets bevat 17 scoorbare items: 9 bij het e<strong>er</strong>ste en 8 bij het<br />
<strong>wordt</strong>.<br />
tweede sprookje.<br />
voor elke le<strong>er</strong>ling het sprookje ‘De prinses en de tiara’ (bijlage A) met<br />
de bijbehorende vragen en opdrachten (bijlage B) en het sprookje ‘De<br />
wolf en de drie meisjes’ (bijlage C) met vragen (bijlage D)<br />
In dit gedeelte <strong>wordt</strong> heel gedetaille<strong>er</strong>d aangegeven hoe je de le<strong>er</strong>lingen voorb<strong>er</strong>eidt op de toets. Zo<br />
een voorb<strong>er</strong>eiding of introductie houd je om v<strong>er</strong>schillende redenen:<br />
om de le<strong>er</strong>lingen v<strong>er</strong>trouwd te maken met de toetsprocedure (de mani<strong>er</strong> waarop ze de toetstaak<br />
moeten uitvo<strong>er</strong>en);<br />
om de le<strong>er</strong>lingen de nodige voorkennis en context bij te brengen (Bijvoorbeeld Wat zijn<br />
dauwdruppels? Welk g<strong>er</strong>eedschap gebruik je bij het uitvo<strong>er</strong>en van klusjes?);<br />
om de le<strong>er</strong>ingen op te warmen – te motiv<strong>er</strong>en – voor de toets.<br />
De introductie bestaat meestal uit een klassikaal gesprek waarin jij als toetsafnem<strong>er</strong> een aantal zaken<br />
(t<strong>er</strong>men, concepten, procedures …) aan de le<strong>er</strong>lingen aangeeft en <strong>er</strong> diep<strong>er</strong> op ingaat. Het is belangrijk<br />
dat je deze introductie bij elke toets en bij elke afname houdt en dat je dat zo goed mogelijk doet<br />
op de mani<strong>er</strong> waarop het bij de toets is beschreven.<br />
9<br />
Niveau waarop de le<strong>er</strong>lingen tekst<br />
of teksten in de toets moeten<br />
kunnen begrijpen of gebruiken.<br />
Aanduiding van het mat<strong>er</strong>iaal dat nodig is om<br />
de toets af te nemen.
Bij de toetsen voor de lag<strong>er</strong>e klassen <strong>wordt</strong> meestal lett<strong>er</strong>lijk we<strong>er</strong>gegeven wat je als toetsafnem<strong>er</strong><br />
moet zeggen. Dit staat cursief gedrukt.<br />
Bij de toetsen voor de hog<strong>er</strong>e klassen <strong>wordt</strong> e<strong>er</strong>d<strong>er</strong> aangegeven wat je zek<strong>er</strong> (en wat zek<strong>er</strong> niet) aan<br />
bod moet laten komen in de klas. Hoe het gesprek precies v<strong>er</strong>loopt, hangt van jezelf en de le<strong>er</strong>lingen<br />
af.<br />
Toets<br />
Dit gedeelte vormt de eigenlijke toetsopdracht. De toetsprocedure en het praktisch v<strong>er</strong>loop worden<br />
hi<strong>er</strong>in stap voor stap beschreven; de toetstekst <strong>wordt</strong> integraal opgenomen.<br />
Bij de spreektoetsen heb je als toetsafnem<strong>er</strong> een int<strong>er</strong>actieve rol. Wat die rol inhoudt - wat je moet of<br />
juist niet mag zeggen en wanne<strong>er</strong> – <strong>wordt</strong> ook in dit deel precies beschreven.<br />
toets<br />
intro Houd met de le<strong>er</strong>lingen een kort gesprekje ov<strong>er</strong> op vakantie gaan en<br />
vakantievrienden maken.<br />
Heb je ooit al eens vrienden gemaakt t<strong>er</strong>wijl je <strong>er</strong>gens op vakantie was?<br />
Was dat in het buitenland? Waren die vrienden buitenlands? En kon je<br />
<strong>er</strong> dan mee praten? In welke taal deden jullie dat dan? Of waren het<br />
Belgische kind<strong>er</strong>en die daar ook op vakantie waren?<br />
En heb je die vrienden na de vakantie nog t<strong>er</strong>uggezien? Zijn ze bij jou<br />
op bezoek gekomen of jij bij hen? Hebben jullie nog brieven naar elkaar<br />
geschreven?<br />
intro<br />
Vraag aan de le<strong>er</strong>lingen of ze wel eens naar een kookprogramma op de televisie hebben gekeken. Dat is een<br />
programma waarin je kan zien hoe een bepaald g<strong>er</strong>echt moet worden klaargemaakt. Peil naar de voorkennis<br />
van deze situatie bij de le<strong>er</strong>lingen. Het is belangrijk dat alle le<strong>er</strong>lingen het zich goed kunnen voorstellen hoe<br />
het <strong>er</strong> in een kookprogramma op tv aan toegaat.<br />
V<strong>er</strong>tel dat men nu zo’n kookprogramma voor kind<strong>er</strong>en wil uitzenden op de radio. Er zal dus elke week op<br />
de radio worden uitgelegd hoe je een bepaald g<strong>er</strong>echt kan klaarmaken. En het worden uit<strong>er</strong>aard allemaal<br />
g<strong>er</strong>echten die kind<strong>er</strong>en lekk<strong>er</strong> vinden.<br />
Daarom zal de uitleg ov<strong>er</strong> hoe je de g<strong>er</strong>echten moet klaarmaken ook door kind<strong>er</strong>en gegeven worden. Willen<br />
de le<strong>er</strong>lingen ook eens presentator van zo’n programma spelen?<br />
Opdracht 2 - Een gebeurtenis beschrijven<br />
Na het beëindigen van de e<strong>er</strong>ste opdracht, begin je onmiddellijk met het uitleggen van de tweede: een<br />
gebeurtenis beschrijven . Situe<strong>er</strong> het brugje ov<strong>er</strong> het wat<strong>er</strong> op de tekening van het stadsplan (zie bijlage A1).<br />
Nadat je die p<strong>er</strong>soon de weg hebt uitgelegd, steken jullie het brugje ov<strong>er</strong> het wat<strong>er</strong> ov<strong>er</strong>. Jij ziet dat <strong>er</strong> vanalles<br />
gebeurt op het ijs. Je blinde vriendje ziet dat natuurlijk niet. Jij moet hem dan ook v<strong>er</strong>tellen wat de mensen aan het<br />
doen zijn. Ik zal je blinde vriendje spelen. Jij legt mij, aan de hand van deze tekening (situe<strong>er</strong> het ijs (aan beide kanten<br />
van de brug) op het plan) uit wat <strong>er</strong> precies gebeurt op het ijs.<br />
(Kruip nu in de rol van het blinde vriendje.)<br />
X. (naam van de le<strong>er</strong>ling), wat gebeurt hi<strong>er</strong> allemaal? V<strong>er</strong>tel eens wat je allemaal ziet!<br />
Laat de le<strong>er</strong>ling met de opdracht beginnen. De volgorde waarin de v<strong>er</strong>schillende scènes die zich op het ijs<br />
afspelen hi<strong>er</strong>bij aan bod komen heeft geen belang.<br />
Jij speelt de rol van het blinde vriendje. In de e<strong>er</strong>ste plaats ben jij hi<strong>er</strong> een (blinde) luist<strong>er</strong>aar en geen<br />
gesprekspartn<strong>er</strong>. Je kan dus niet naar ontbrekende informatie vragen. Wanne<strong>er</strong> de le<strong>er</strong>ling echt<strong>er</strong> stilvalt<br />
(een al te lange pauze laat) en niet ov<strong>er</strong> ied<strong>er</strong>een op het ijs iets v<strong>er</strong>teld heeft, val je even uit je rol en stel je<br />
bijvragen (zie bijlage C). Doe dit enkel indien nodig!<br />
De le<strong>er</strong>ling zal ov<strong>er</strong> bepaalde dingen op de tekening misschien me<strong>er</strong> v<strong>er</strong>tellen dan eigenlijk nodig is. Toch mag<br />
je deze opdracht niet te lang laten duren. Spoor de le<strong>er</strong>ling aan v<strong>er</strong>d<strong>er</strong> te gaan wanne<strong>er</strong> hij te lang bij een bepaald<br />
fragment van de tekening blijft stilstaan.<br />
10<br />
De vetgedrukte<br />
stukjes zijn belangrijkeaandachtspunten<br />
of woorden<br />
die je moet v<strong>er</strong>duidelijken<br />
tijdens de<br />
introductie.<br />
Hoe je de opdracht<br />
uitlegt<br />
aan de le<strong>er</strong>ling.<br />
Wat je rol als<br />
gesprekspartn<strong>er</strong><br />
inhoudt.
Scoringswijz<strong>er</strong><br />
De scoringswijz<strong>er</strong> zorgt <strong>er</strong>voor dat je de toets zo objectief mogelijk beoordeelt. Bij elk item (een vraag<br />
of opdracht) <strong>wordt</strong> heel duidelijk en ondubbelzinnig aangegeven wat een goed antwoord is en hoeveel<br />
punten dat oplev<strong>er</strong>t. De scoringswijz<strong>er</strong> laat geen ruimte voor int<strong>er</strong>pretatie en subjectiviteit.<br />
Scoringswijz<strong>er</strong> bij de leestoets ‘De tiara en de wolf’ voor het d<strong>er</strong>de le<strong>er</strong>jaar<br />
Deze toets kan ze<strong>er</strong> eenvoudig worden gescoord. Ov<strong>er</strong>loop de antwoordbladen van elke le<strong>er</strong>ling (bijlage B en D)<br />
met de ond<strong>er</strong>staande lijst van goede antwoorden. Voor elk juist antwoord, krijgt de le<strong>er</strong>ling een 1, voor elk fout<br />
antwoord een 0.<br />
Wanne<strong>er</strong> me<strong>er</strong> dan één mogelijkheid is aangeduid, scoort de le<strong>er</strong>ling 0 voor dat item.<br />
<strong>Als</strong> de le<strong>er</strong>ling een and<strong>er</strong>e dan de gevraagde mani<strong>er</strong> van aanduiden heeft gebruikt, die door de scoord<strong>er</strong> goed te<br />
int<strong>er</strong>pret<strong>er</strong>en is, speelt dat geen rol bij de beoordeling.<br />
DE PRINSES EN DE TIARA<br />
items<br />
Me<strong>er</strong>keuze-vragen: 1 het d<strong>er</strong>de antwoord is correct<br />
2 het tweede antwoord is correct<br />
3 het d<strong>er</strong>de antwoord is correct<br />
Waar/niet waar: 4 waar<br />
5 niet waar<br />
Wie heeft wat gezegd? 6 de oude juweli<strong>er</strong><br />
7 de keiz<strong>er</strong>in<br />
8 de keiz<strong>er</strong><br />
9 de prinses<br />
Bij de vaardigheden schrijven en spreken is de scoringswijz<strong>er</strong> uitgebreid<strong>er</strong>. De productieve vaardigheden<br />
worden in VLOT getoetst via open vragen waardoor geen strikt afgelijnde antwoordmogelijkheden<br />
aangegeven kunnen worden. Daarom <strong>wordt</strong> hi<strong>er</strong> zo goed mogelijk omschreven wat een goed<br />
en wat geen goed antwoord is. Daarbij worden ook veel concrete voorbeelden gegeven van goede en<br />
foute antwoorden.<br />
Beoordelingscrit<strong>er</strong>ia, beschrijving en voorbeelden<br />
Hi<strong>er</strong>ond<strong>er</strong> staat een / (schuine streep) tussen gelijkwaardige alt<strong>er</strong>natieven.<br />
Wat tussen haakjes staat ( ) is niet noodzakelijk, maar mag <strong>er</strong>bij.<br />
Eén item is een geheel: 1 of 0<br />
item 1: titel<br />
Staat <strong>er</strong> een titel boven het v<strong>er</strong>haal die duidelijk betrekking heeft op de inhoud?<br />
Hi<strong>er</strong> worden geen expliciete instructies ov<strong>er</strong> gegeven (enkel dat ze dat zelf moeten beslissen, als <strong>er</strong>om gevraagd<br />
<strong>wordt</strong>). De le<strong>er</strong>lingen van het vijfde le<strong>er</strong>jaar zouden uit zichzelf moeten weten dat ze dit soort v<strong>er</strong>haal een titel<br />
moeten geven.<br />
voorbeelden:<br />
- “Het v<strong>er</strong>fongeluk”<br />
- “Het ongelukje met de ladd<strong>er</strong>”<br />
- “Kijk waar je loopt!”<br />
- “De mislukte v<strong>er</strong>fbeurt”<br />
- “De ladd<strong>er</strong>”<br />
- “Vrijdag de 13de”<br />
niet goed = 0 scoren:<br />
- geen titel<br />
- fouten in de titel waardoor deze onduidelijk <strong>wordt</strong><br />
(de eisen voor duidelijkheid liggen in het geval van een titel hoog!):<br />
“De lad<strong>er</strong>”<br />
“De kind<strong>er</strong>krand”<br />
“Jan krijgt een v<strong>er</strong>pot op zijn hoofd”<br />
“De jonge en het boek”<br />
- een titel die niets te maken heeft met de inhoud van het v<strong>er</strong>haal:<br />
“Een opstel”<br />
“Jan de loodgiet<strong>er</strong>”<br />
“Een ongelijkje”<br />
11<br />
omschrijving goed antwoord<br />
voorbeelden
Scoretabel<br />
In de scoretabel kan je p<strong>er</strong> le<strong>er</strong>ling naam, scores p<strong>er</strong> item en totaalscore invullen. Er is ook ruimte om<br />
de datum van afname en de klas aan te geven (handig in geval van parallelklassen bijvoorbeeld).<br />
In de leidraad vind je ook nog and<strong>er</strong>e ov<strong>er</strong>zichten om le<strong>er</strong>lingen te volgen (zie VOLGEN).<br />
le<strong>er</strong>ling<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
…<br />
Normtabel<br />
Met de normtabel kan je nagaan welke scores in welke normcategorie (goed, goede middelmaat,<br />
zwakke middelmaat, zwak, ze<strong>er</strong> zwak) vallen.<br />
A = goed<br />
17 - 20<br />
VERF-LACHEN - schrijven vijfde le<strong>er</strong>jaar - klas: ... - datum: ../../.. (einde tweede trimest<strong>er</strong>)<br />
ALS JE GOED OM JE HEEN KIJKT ...<br />
luist<strong>er</strong>en tweede le<strong>er</strong>jaar - einde e<strong>er</strong>ste trimest<strong>er</strong><br />
B = goede<br />
middelmaat<br />
12 – 16<br />
C = zwakke<br />
middelmaat<br />
8 – 11<br />
D = zwak<br />
4 – 7<br />
12<br />
De 0-en en 1-en die op de opeenvolgende items gescoord<br />
worden, moeten worden ingevuld in de scoretabel. In de meest<br />
linkse kolom komt het numm<strong>er</strong> (en de naam) van de le<strong>er</strong>ling.<br />
Daarnaast komen de scores. Op de bovenste rij staan de<br />
numm<strong>er</strong>s van de items, zodat <strong>er</strong> geen v<strong>er</strong>gissingen kunnen<br />
gebeuren. In de laatste kolom is <strong>er</strong> plaats voor de totaalscore.<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 totaal<br />
op<br />
15<br />
E = ze<strong>er</strong> zwak<br />
min 4<br />
Een le<strong>er</strong>ling met<br />
score 13 valt in de<br />
categorie goede<br />
middelmaat (B)
Bijlagen<br />
<strong>Als</strong> bijlage vind je het mat<strong>er</strong>iaal, teksten en tekeningen, dat je nodig hebt om de toets af te nemen. Het<br />
gaat om ‘papi<strong>er</strong>en’ mat<strong>er</strong>iaal (met uitzond<strong>er</strong>ing van de cassettes bij sommige luist<strong>er</strong>toetsen). De<br />
cassett<strong>er</strong>ecord<strong>er</strong> en cassettes die je nodig hebt voor de spreektoetsen bijvoorbeeld, zul je uit<strong>er</strong>aard<br />
zelf moeten voorzien.<br />
Bijlagen kunnen de volgende zaken bevatten:<br />
tekeningen voor de introductie;<br />
cassettes luist<strong>er</strong>toetsen;<br />
toetsbladen (teksten en/of tekeningen) voor de le<strong>er</strong>lingen;<br />
juist ingevulde toetsbladen (om het scoren nog gemakkelijk<strong>er</strong> te maken).<br />
naam en voornaam: …………………………………….. nr: ……<br />
Het leukste di<strong>er</strong> van de zee.<br />
van Anke.<br />
Dolfijn. Een di<strong>er</strong> met die naam voor moet wel leuk zijn! En dat<br />
een is de dolfijn ook. Hij is slim en aardig die. •<br />
Een dolfijn speelt graag. In de zee hebben speelt hij met and<strong>er</strong>e<br />
di<strong>er</strong>en. Soms zwemt hij naast een schip vos. Plots springt hij<br />
hoog boven de golven uit. De mensen op zijn een schip vinden<br />
dat prachtig hun.<br />
Een dolfijn leeft in het wat<strong>er</strong>. Maar hij is geen vis. Hij legt geen<br />
eitjes van zoals vissen. De baby's komen uit vosjes de buik van<br />
hun hondjes moed<strong>er</strong>. Ze drinken ook melk bij hun moed<strong>er</strong>. Net<br />
puntje als baby’s van mensen.<br />
Elke dolfijn ademt lucht. Er zit een gaatje op zijn kop. Hij steekt<br />
oren dat gat boven ook wat<strong>er</strong> om adem te halen.<br />
Soms leven op dolfijnen dicht bij de kust. Ze zwemmen in<br />
kleine groepjes. Soms wonen ze midden in de vinden zee. Dan<br />
vormen ze een heel maar grote groep. De jongste en oudste<br />
di<strong>er</strong>en zwemmen in het midden. Dat is veilig. De st<strong>er</strong>ke di<strong>er</strong>en<br />
wormen kunnen zo goed op hun passen.<br />
Een dolfijn heeft sch<strong>er</strong>pe tanden. Hij pakt in <strong>er</strong> vissen v<strong>er</strong>haaltje<br />
mee. Maar hij bijt niet. Hij eet de vis ineens op. Hap, weg! Zo<br />
eet ze een dolfijn vele vissen op een dag.<br />
Er springen zijn veel soorten dolfijnen. Ken je de tuimelaar? Die<br />
kan wel drie met<strong>er</strong> bos lang worden. Hij weegt vi<strong>er</strong> ke<strong>er</strong> gehad<br />
zoveel als een kind.<br />
Een dolfijn is heel st<strong>er</strong>k. Vooral zijn staart. Een paar ke<strong>er</strong> hard<br />
ze zwaaien. Dan springt hij met<strong>er</strong>s de lucht in. Hij kan eind <strong>er</strong><br />
ook komen hard mee het zwemmen. Hard<strong>er</strong> dan je hol met een<br />
snelle fiets kan rijden dan!<br />
13<br />
naam en voornaam: …………………………………….. nr: ……<br />
Het leukste di<strong>er</strong> van de zee.<br />
van Anke.<br />
Dolfijn. Een di<strong>er</strong> met die naam voor moet wel leuk zijn! En dat<br />
een is de dolfijn ook. Hij is slim en aardig die. •<br />
Een dolfijn speelt graag. In de zee hebben speelt hij met and<strong>er</strong>e<br />
di<strong>er</strong>en. Soms zwemt hij naast een schip vos. Plots springt hij<br />
hoog boven de golven uit. De mensen op (zijn) een schip vinden<br />
dat prachtig hun.<br />
Een dolfijn leeft in het wat<strong>er</strong>. Maar hij is geen vis. Hij legt geen<br />
eitjes van zoals vissen. De baby's komen uit vosjes de buik van<br />
hun hondjes moed<strong>er</strong>. Ze drinken ook melk bij hun moed<strong>er</strong>. Net<br />
puntje als baby’s van mensen.<br />
Elke dolfijn ademt lucht. Er zit een gaatje op zijn kop. Hij steekt<br />
oren dat gat boven (ook) wat<strong>er</strong> om adem te halen.<br />
Soms leven op dolfijnen dicht bij de kust. Ze zwemmen in kleine<br />
groepjes. Soms wonen ze midden in de vinden zee. Dan vormen<br />
ze een heel maar grote groep. De jongste en oudste di<strong>er</strong>en<br />
zwemmen in het midden. Dat is veilig. De st<strong>er</strong>ke di<strong>er</strong>en wormen<br />
kunnen zo goed op hun passen.<br />
Een dolfijn heeft sch<strong>er</strong>pe tanden. Hij pakt in <strong>er</strong> vissen v<strong>er</strong>haaltje<br />
mee. Maar hij bijt niet. Hij eet de vis ineens op. Hap, weg! Zo eet<br />
(ze) een dolfijn vele vissen op een dag.<br />
Er (springen) zijn veel soorten dolfijnen. Ken je de tuimelaar?<br />
Die kan wel drie met<strong>er</strong> bos lang worden. Hij weegt vi<strong>er</strong> ke<strong>er</strong><br />
gehad zoveel als een kind.<br />
Een dolfijn is heel st<strong>er</strong>k. Vooral zijn staart. Een paar ke<strong>er</strong> hard<br />
(ze) zwaaien. Dan springt hij met<strong>er</strong>s de lucht in. Hij kan eind <strong>er</strong><br />
ook (komen) hard mee (het) zwemmen. Hard<strong>er</strong> dan je (hol) met<br />
een snelle fiets kan rijden dan!
Ov<strong>er</strong>zicht<br />
VLOT klas 2 ISBN 90 301 1327 8 237,60 EUR<br />
VLOT klas 3 ISBN 90 301 1328 6 237,60 EUR<br />
VLOT klas 4 ISBN 90 301 1329 4 237,60 EUR<br />
VLOT klas 5 ISBN 90 301 1330 8 237,60 EUR<br />
VLOT klas 6 ISBN 90 301 1331 6 237,60 EUR<br />
VLOT totaalpakket klas 2 tot 6 ISBN 90 301 1850 4 1.059,67 EUR<br />
V<strong>er</strong>koopprijzen geldig tot 31.12.2004, inclusief btw.<br />
Auteurs<br />
Steunpunt NT2 o.l.v. K. Jaspa<strong>er</strong>t<br />
Inlichtingen en bestellingen<br />
15<br />
Motstraat 32, 2800 Mechelen<br />
telefoon: 015 36 36 36<br />
fax: 015 36 36 37<br />
e-mail: klantendienst@wolt<strong>er</strong>splantyn.be<br />
ww.wolt<strong>er</strong>splantyn.be