Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv rotonde N625-N6626 BO en IVO (karterende fase). Plangebied N625-N626 te <strong>Oss</strong><br />
afhankelijk van het voedselaanbod. Vanaf het vroeg-neolithicum ging de mens zich<br />
steeds meer toeleggen op het verbouwen van voedsel en het houden van vee. Hoger<br />
gelegen gebieden kenden een toenemende bevolkingsdichtheid, met uitzondering van<br />
de voedselarme en droge rivierduinen, en zijn vaak voortdurend bewoond geweest tot<br />
in de Romeinse tijd. De bevolkingsdichtheid nam aan het einde van de Romeinse tijd<br />
sterk af, en nam in de middeleeuwen weer toe.<br />
Door de toenemende bevolking in de middeleeuwen veranderde het landschap en<br />
werd het in cultuur gebracht. Betere gronden werden gebruikt als landbouwgrond en<br />
meer kleiige gronden werden als grasland in gebruik genomen. Verspreid in het<br />
landschap werden kleine boerenbedrijven gevestigd op verhogingen in het landschap<br />
waarop landbouw werd bedreven. De lagere delen waren in gebruik als weiland. Vanaf<br />
de definitieve bedijking van de Maas rond 1300 AD konden ook de lagere binnendijkse<br />
delen in cultuur worden gebracht. Toch bleken er nog regelmatig dijkdoorbraken voor<br />
te komen. De mens begon derhalve met het ophogen van hun woonerf. Op veel<br />
plaatsen in het rivierengebied werden daarom opgehoogde woonplaatsen of terpen<br />
aangetroffen; soms zijn zelfs gehele dorpskernen opgehoogd zoals ter plekke van<br />
Teeffelen. De ophoging van de bewoonde kernen vond dus feitelijk pas plaats nadat de<br />
bedijking afgerond was rond 1300. Daarvoor woonde de mens alleen op natuurlijke<br />
hoogtes in het landschap.<br />
2.3.2 Historie<br />
De naam Teeffelen wordt voor het eerst vermeld in 1303 als apud Tefle 28 . De naam<br />
Teeffelen houdt mogelijk verband met het Latijnse woord Tabula (platform) en duidt op<br />
de ligging op een hoog gelegen deel (plateau) binnen de contouren van de Macharen<br />
stroomgordel. Vermoedelijk wordt Teeffelen omringd door twee restgeulen behorende<br />
tot de Macharen stroomgordel.<br />
De John F. Kennedybaan staat op de eerste kadastrale kaart uit omstreeks 1830 reeds<br />
aangegeven als de <strong>Oss</strong>che Weg 29 . Het betreft een in 1825 opgehoogde weg in het<br />
omringende komgebied 30 , die tijdens het gebruik van de Beerse Overlaat ondermeer<br />
als doorgaande weg werd gebruik tijdens inundatie van de komgebieden 31 . De weg is<br />
op de Cultuurhistorische Waarden kaart van de provincie Noord-Brabant aangegeven<br />
als een weg met een redelijke hoge historische waarde. De Lutterweg, gelegen ten<br />
westen van het plangebied, heeft vanwege de functie als dwarskade ( met als functie<br />
het tegenhouden van overtollig Maaswater dat werd afgevoerd via de Beerse Overlaat)<br />
een hoge historische waarde op de cultuurhistorische waardenkaart gekregen. Op de<br />
kruising tussen beide historische wegen, ter plekke van de huidige Maasdijk, bevond<br />
zich een kleine bewoningsconcentratie met de naam “Luttereind” 32 . Ter plekke van<br />
deze bewoningsconcentratie is in 1833 de Stelling van Lithoijen aangelegd: een fort<br />
met batterij op de plek waar de <strong>Oss</strong>che Weg de dijk raakt (zie Fig. 2.5) en twee<br />
kleinere vestingwerken (lunetten) aan de Tiendweg en de Lutterstraat. Rond 1850<br />
waren het fort en de beide lunetten reeds in slechte staat en in 1920 vervielen officieel<br />
hun functies ter verdediging van het land rondom ’s-Hertogenbosch. Van beide<br />
lunetten in de polder is niets meer over. Het fort is ook grotendeels verdwenen. Alleen<br />
28<br />
Berkel, van en Samplonius 2006<br />
29<br />
WatWasWaar 2010<br />
30<br />
Cuijpers et al. 2005<br />
31<br />
CHW Noord-Brabant 2010<br />
32<br />
Kuyper Atlas 1866<br />
19