Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv rotonde N625-N6626 BO en IVO (karterende fase). Plangebied N625-N626 te <strong>Oss</strong><br />
Op de <strong>Archeologisch</strong>e Monumentenkaart staan terreinen vermeld die door de provincie<br />
en de RCE zijn geselecteerd vanwege hun archeologische waarde. Een aantal van<br />
deze terreinen heeft eveneens de status van beschermd archeologisch monument. Het<br />
plangebied bevindt zich niet in een dergelijk monumententerrein. Wel zijn er binnen<br />
een straal van 500 m rondom het plangebied twee monumententerreinen bekend. Op<br />
circa 300 m ten zuidoosten van het plangebied bevindt zich een AMK-terrein van hoge<br />
archeologische waarde (nr. 4689). Het betreft een terrein met sporen van bewoning uit<br />
de ijzertijd tot en met de Romeinse tijd (800 v. Chr. – 450 n. Chr.), dat zich circa 30 cm<br />
onder het maaiveld bevindt (waarneming 37183). Het terrein bevindt zich op een niet in<br />
het terrein zichtbare stroomrug.<br />
Op circa 500 m ten noordoosten van het plangebied bevindt zich nog een AMK-terrein<br />
van hoge archeologische waarde (nr. 4691). Het betreft hier een terrein met sporen<br />
van bewoning uit de late ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen (250 v. Chr. –<br />
1050 n. Chr.). Tijdens een boor<strong>onderzoek</strong> in 1999 zijn hier door de Faculteit der<br />
Archeologie te Leiden voorafgaand aan het <strong>onderzoek</strong> enkele scherven en een<br />
armbandfragment aan het oppervlak verzameld (waarneming 36581). Tijdens het<br />
boor<strong>onderzoek</strong> bleek dat een klein deel van de vondstlaag met sporenniveau was<br />
opgenomen in de bouwvoor. Het overgrote deel was echter nog intact aanwezig onder<br />
de bouwvoor. Er wordt uitgegaan dat er hier sprake is van meerfasige bewoning op<br />
een oeverwal van de Macharen stroomgordel (waarneming 41453). De eerste fase van<br />
bewoning dateert uit de late ijzertijd en eindigt in de vroege middeleeuwen.<br />
Uit het Centraal <strong>Archeologisch</strong> Archief (CAA) blijkt dat er binnen het plangebied<br />
vooralsnog geen waarnemingen bekend zijn. Tijdens het voorafgaande <strong>onderzoek</strong><br />
uitgevoerd door Bilan in 2008 38 (<strong>onderzoek</strong>smelding 26067) zijn aan het oppervlak op<br />
circa 130 meter ten zuiden van het plangebied een fragment handgevormd aardewerk<br />
uit de bronstijd tot en met de ijzertijd (2000-12 v. Chr.) en een fragment roodbakkend<br />
geglazuurd aardewerk uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd B (1250-<br />
1850 n. Chr.) aangetroffen (waarnemingsnummer 416970). Het vondstmateriaal is<br />
aangetroffen na intensief karterend boor<strong>onderzoek</strong> in combinatie met een veldkartering<br />
in het zuidelijke deel van het uitgevoerde <strong>onderzoek</strong>. Het noordelijke deel is destijds<br />
niet onderzocht in verband met het ontbreken van betredingstoestemming. In het<br />
zuidelijke deel van het <strong>onderzoek</strong>sgebied zag de bodemopbouw er als volgt uit: een 20<br />
tot 40 cm dikke bouwvoor, waaronder een pakket komklei van de Maas aanwezig was.<br />
Aan de basis van deze komklei was in enkele boringen een laklaag of<br />
begroeiingshorizont aangetroffen in de top van de Macharen stroomgordel. De top van<br />
de zandige afzettingen van de Macharen stroomgordel ten opzichte van het maaiveld<br />
nam in noord- en zuidoostelijke richting geleidelijk aan af.<br />
Op circa 30 meter ten noordoosten van het plangebied bevindt zich waarneming<br />
36645. In 1966 is hier tijdens een veldverkenning een kunstmatige ophoging in het<br />
landschap (terp) waargenomen dat vanaf de Romeinse tijd kan dateren (vanaf 12 v.<br />
Chr. – heden). Op de hoogtekaart van het plangebied en omgeving is deze ophoging in<br />
het landschap zichtbaar middels een meer gele kleur (zie Fig. 2.2). Deze ophoging<br />
bevindt zich echter buiten het te verstoren plangebied.<br />
38 Boer, de en Debunne 2008<br />
22