Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Gemeente Oss
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BAAC bv rotonde N625-N6626 BO en IVO (karterende fase). Plangebied N625-N626 te <strong>Oss</strong><br />
van een herberg van voor 1830 en resten van het Fort Lithoijen worden aangetroffen<br />
(zie <strong>Bijlage</strong> 5). Eventueel aanwezige muurresten, uitbraaksleuven en of vloertjes<br />
kunnen direct onder de bouwvoor worden aangetroffen vanaf circa 30 cm –mv.<br />
In het westelijke deel kunnen nederzettingssporen aanwezig zijn vanaf de middenbronstijd<br />
tot en met de Romeinse tijd op de oeverafzettingen van de Macharen<br />
stroomgordel vanaf circa 45 cm –mv.<br />
In hoeverre worden de archeologische resten bedreigd door de voorgenomen<br />
ontwikkeling van het gebied?<br />
Op basis van de hoge archeologische verwachting op het aantreffen van<br />
archeologische resten uit de nieuwe tijd (complextypen: oude weg, herberg, fort) in het<br />
(noord)westelijke deel van het plangebied vanaf circa 0,3 m –mv en de middelhoge<br />
verwachting op het aantreffen van een nederzetting uit de midden-bronstijd tot en met<br />
de Romeinse tijd voor het oostelijke deel van het plangebied vanaf 0,45 cm –mv en de<br />
verwachte bodemverstoringen tot maximaal 1,5 m –mv bestaat er een gerede kans dat<br />
archeologische resten verstoord of vernietigd worden als gevolg van de geplande<br />
werkzaamheden (0,5 ha: <strong>Bijlage</strong> 5).<br />
4.2 Aanbevelingen<br />
Op basis van het uitgevoerde <strong>onderzoek</strong> wordt geadviseerd om ter plaatse van de<br />
delen van het terrein waarvoor een middelhoge tot hoge archeologische verwachting<br />
geldt (0,5 ha; <strong>Bijlage</strong> 5) geen bodemverstorende activiteiten uit te voeren, zodat de<br />
aanwezige archeologische resten in situ behouden kunnen blijven.<br />
Indien dit niet mogelijk is, wordt aanbevolen om een proefsleuven<strong>onderzoek</strong> uit te<br />
voeren voor de locaties waar bodemverstoringen gepland zijn. Voor het overige deel<br />
van de gebieden met een hoge verwachting dient een archeologische<br />
dubbelbestemming opgenomen te worden in het bestemmingsplan; bij eventuele<br />
toekomstige bodemverstorende activiteiten op deze locaties is archeologisch<br />
vervolg<strong>onderzoek</strong> noodzakelijk.<br />
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds<br />
gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende<br />
activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de<br />
bevoegde overheid en leidt tot een selectiebesluit.<br />
Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de<br />
gebruikte <strong>onderzoek</strong>smethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of<br />
resten nooit volledig worden uitgesloten in de gebieden waarvoor geen<br />
vervolg<strong>onderzoek</strong> wordt aanbevolen. BAAC bv wil er daarom op wijzen dat men bij<br />
bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van<br />
archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen<br />
van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de Minister van OCW (in de<br />
praktijk de RCE) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.<br />
30