<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> 2. Indicaties voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft standaarden ontwikkeld over aandoeningen aan het hart- en vaatstelsel (tractus circulatorius). In deze standaarden zijn aanbevelingen opgenomen over de diagnostiek en behandeling van bepaalde hart- en vaataandoeningen. In de volgende standaarden worden indicaties voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> genoemd: atriumfibrilleren [Boode, 2009], beleid na een doorgemaakt myocardinfarct [Grundmeijer, 2005 in herziening], cardiovasculair risicomanagement (2006), hartfalen [Hoes, 2010] en stabiele angina pectoris [Rutten, 2004 in herziening]. Samengevat is een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> (12-kanaals <strong>ECG</strong> of standaard <strong>ECG</strong>) geïndiceerd: • bij het vermoeden van atriumfibrilleren. Door middel van een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> kan de diagnose atriumfibrilleren worden vastgesteld of uitgesloten. Ook kan het andere ritmestoornissen onderscheiden [Boode, 2009]; • wanneer op grond van klachten en verschijnselen er een vermoeden van hartfalen is [Hoes, 2010]; • bij stabiele patiënten met een doorgemaakt hartinfarct indien er een verandering of toename van klachten optreedt [Grundmeijer, 2005]; • bij mensen met een verdenking op angina pectoris en een grote kans op belangrijke coronairsclerose. Voor het stellen van de diagnose angina pectoris is een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> weinig zinvol, maar er kunnen afwijkingen aangetoond worden die van belang zijn voor de prognose. Het heeft geen zin om bij mensen op grond van anamnese met een kleine kans op coronairsclerose een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> te laten maken [Rutten, 2004]; • bij mensen met een verdenking op angina pectoris, bij wie de diagnose niet voldoende aannemelijk gemaakt kan worden of uit te sluiten door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek, is een inspannings-<strong>ECG</strong> aan te raden. Voorafgaand aan een inspannings-<strong>ECG</strong> wordt eerst een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> gemaakt [Rutten, 2004]. Eventueel kan een <strong>ECG</strong> overwogen worden bij mensen met een verhoogd cardiovasculair risicoprofiel voorafgaand aan de behandeling om het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen [NHG, 2006]. Uit internationale literatuur is een aanvullende indicatie voor een <strong>rust</strong>- <strong>ECG</strong> bekend, namelijk bewustzijnsverlies van voorbijgaande aard [Westby, 2010]. Daarnaast heeft het <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> een plaats als voorbereiding voor ander diagnostisch onderzoek in de eerste lijn, namelijk event recording, Holter registratie en inspannings-<strong>ECG</strong>. Tot slot worden veel <strong>ECG</strong>’s uitgevoerd ter uitsluiting van pathologie. Literatuur - Boode BSP, Heeringa J, Konings KTS, Rutten FH, van den Berg PF, Zwietering PJ, et al. NHG-Standaard Atriumfibrilleren (eerste herziening). Huisarts Wet 2009; 52: 646-63. - Grundmeijer HGLM, Van Bentum STB, Rutten FH, Bakx JC, Hendrick JMA, Bouma M, et al. NHG-Standaard Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct (in herziening). Huisarts Wet 2005; 48 (5) : 220-31. - Hoes AW, Voors AA, Rutten FH, Van Lieshout J, Janssen PGH, Walma EP. NHG-Standaard Hartfalen (tweede herziening). Huisarts Wet 2010; 53 (7) : 368-89. - NHG-Standaard cardiovasculair risicomanagement 2006 http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_richtlijnen/k_nhgstandaarden/Samenvattingskaartje- NHGStandaard/M84_svk.htm#Begrippen CONCEPT maart 2011 8
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> - Rutten FH, Bohnen AM, Schreuder BP, Pupping MDA, Bouma M. NHG-Standaard Stabiele angina pectoris (tweede herziening). Huisarts Wet 2004; 47 (2) : 83-95. - Westby M, Davis S, Bullock I, Miller P, Cooper P , Turnbull N, et al. (2010) Transient loss of consciousness (‘blackouts’) management in adults and young people. London: National Clinical Guideline Centre for Acute and Chronic Conditions, Royal College of Physicians. CONCEPT maart 2011 9