3de graad TSO ha+ib+bi+sectal
3de graad TSO ha+ib+bi+sectal
3de graad TSO ha+ib+bi+sectal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SCHEMA DOELSTELLINGEN LEERPLAN FRANS DERDE GRAAD <strong>TSO</strong> (Handel, Secr. Talen, Boekh.-inf. & informaticabeheer) (2004)<br />
U = uitbreiding voor Handel, maar basis voor Secretariaat-Talen vetjes en schuin = nieuw t.o.v. de tweede <strong>graad</strong><br />
LUISTERVAARDIGHEID<br />
ref. doelstelling leerinhoud<br />
Lu 1<br />
verrichten de volgende luistertaken:<br />
Lu 1.1 het globale onderwerp bepalen Lu 1.2 de hoofdgedachte achterhalen<br />
Lu 1.3 spontane mening of appreciatie vormen Lu 1.4 gedachtegang volgen<br />
Lu 1.5 relevante informatie selecteren Lu 1.6 tekststructuur en samenhang herkennen<br />
Lu 1.7. de informatie beoordelen<br />
niet al te complexe /<br />
U relatief complexe #<br />
informatieve teksten #<br />
(eenvoudige) door beeldmateriaal ondersteund<br />
prescriptieve teksten #<br />
(eenvoudige) door beeldmateriaal ondersteund<br />
niet al te complexe narratieve teksten<br />
(eenvoudige)door beeldmateriaal ondersteund<br />
eenvoudige argumentatieve teksten<br />
(eventueel door beeldmateriaal ondersteund) eenvoudig<br />
1, 2, 3, 4, 5<br />
6 + 7 (U)<br />
1, 2, 3, 4, 5<br />
… + 6, + 7(U)<br />
1, 2, 3, 4, 5<br />
... + 6, + 7(U)<br />
1, 2, 3, 4, 5<br />
... + 6, + 7(U)<br />
eenvoudige artistiek-literaire teksten 1, 2, 3, 4, 5<br />
Lu 2 de gesprekspartner voldoende begrijpen om deel te nemen aan een relatief complex rechtstreeks en een niet al te complex<br />
telefonisch gesprek<br />
Lu 3 de functionele kennis gebruiken en uitbreiden...<br />
(woordenschat & grammatica; uitspraak, spreekritme, intonatie; socio-culturele diversiteit)<br />
... en reflecteren over de eigenheid van de spreektaal<br />
(omgangsvormen; tekstsoorten & luistersituaties; opbouw gesprek; taalgebruik; intonatiepatronen; non-verbaal gedrag) en<br />
conlusies trekken i.v.m. bedoelingen en emoties van de auteur en/of de vertolker<br />
Lu 4 bij planning, uitvoering en beoordeling van luistertaken, strategieën toepassen die het bereiken van het luisterdoel<br />
bevorderen: (voorkennis; luistergedrag // luisterdoel; beeldmateriaal, context, redundantie; tekstsoort; hypothesen en<br />
verwachtingen; klankstroom; belangrijkste noteren; signaalwoorden, intonatie, ... hoofd- en bijzaken) en<br />
communicatiestrategieën aanwenden: zeggen dat ze iets niet begrijpen; spellen of opschrijven; omschrijving; langzamer<br />
spreken, herhalen, aanwijzen, ...; zelf herhalen; context, beeld, redundantie<br />
*Lu 5 *(attitude) De leerlingen zijn bereid belangstelling op te brengen voor wat de spreker zegt, grondig en onbevooroordeeld te<br />
luisteren, luisterconventies te respecteren, zich in te leven in de socio-culturele wereld van de spreker, zich open te stellen<br />
voor esthetische beleving<br />
criteria: .<br />
- courante situaties uit het dagelijkse leven,<br />
mogelijke werksituaties, af en toe meer<br />
algemeen<br />
- zo authentiek mogelijk<br />
– liefst audiovisuele/multimediale<br />
ondersteuning<br />
– redundant<br />
– normaal spreektempo, goed gearticuleerd<br />
– variatie onderwerp, tekstsoort, stem,<br />
taalregister<br />
- // standaardtaal<br />
– duidelijk verstaanbaar<br />
– zonder beeldmateriaal: best ≤ 5 minuten<br />
concreet (oriënterend, niet exhaustief): .<br />
maatschappelijk leven & toekomstige<br />
werksituaties<br />
boodschappen op automatisch<br />
antwoordapparaat<br />
mededelingen (station, luchthaven,<br />
handelsbeurs, …)<br />
instructies bij<br />
- opdrachten i.v.m. telefoneren, brieven<br />
schrijven, bedrijfsadministratie<br />
- gebruik apparatuur en producten<br />
reclameclips, productinformatie<br />
uiteenzettingen over eenvoudige<br />
onderwerpen<br />
TV- en radio-uitzendingen // studierichting<br />
film en feuilleton<br />
chanson<br />
U = basis voor SeT, uitbreiding voor andere richtingen; / vetjes en schuin = nieuw t.o.v. 2 e <strong>graad</strong> / schema leerplan Frans 3 e <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> (domein Handel) (2006) - Jan De Waele p.1
LEESVAARDIGHEID<br />
ref. doelstelling leerinhoud<br />
Le 1<br />
verrichten de volgende leestaken:<br />
Le 1.1 het globale onderwerp bepalen Le 1.2 de hoofdgedachte achterhalen<br />
Le 1.3 spontane mening of appreciatie Le 1.4 gedachtegang volgen<br />
Le 1.5 relevante informatie selecteren Le 1.6 de tekststructuur en –samenhang herkennen<br />
Le 1.7 informatie op overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen<br />
Le 1.8 de informatie beoordelen (U)<br />
niet al te complexe *U relatief<br />
complexe<br />
niet al te complexe<br />
niet al te complexe, *U relatief<br />
complexe<br />
niet al te complexe<br />
informatieve teksten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,<br />
8 (U)<br />
prescriptieve teksten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7<br />
8 (U)<br />
niet al te complexe narratieve teksten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7<br />
eenvoudige argumentatieve teksten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7<br />
eenvoudige artistiek-literaire teksten 1, 2, 3, 4, 5, 6,<br />
Le 2 de functionele kennis gebruiken die nodig is voor het uitvoeren van de leestaak...<br />
(woordenschat & grammatica; spelling en interpunctie, socio-culturele diversiteit,),<br />
... uitbreiden en reflecteren over de eigenheid van de schrijftaal (verschillende tekstsoorten, taalregisters,<br />
elementen van tekstopbouw)<br />
Le 3 bij planning, uitvoering en beoordeling van leestaken strategieën toepassen die het bereiken van het<br />
leesdoel bevorderen:<br />
voorkennis; tekstsoort herkennen; leesgedrag //leesdoel; lay-out; visueel materiaal; belangrijkste aanduiden;<br />
hypothesen en verwachtingen; zich richten op wat ze begrijpen; hoofd- en bijzeken d.m.v. structuurmarkeerders;<br />
betekenis afleiden uit context; hulpbronnen zelfstandig gebruiken; in een ingewikkelde zin:<br />
zinskern;<br />
*Le 4 *(attitude) De leerlingen zijn bereid onbevooroordeeld te lezen, zich te concentreren op wat ze willen<br />
vernemen, zich in te leven in de socio-culturele en emotionele wereld van de schrijver, reflecteren op eigen<br />
leesgedrag, zich open te stellen voor esthetische beleving<br />
criteria: .<br />
- courante situaties uit het dagelijkse leven, mogelijke<br />
werksituaties, af en toe meer algemeen<br />
– redundant, weinig impliciete informatie<br />
- zo authentiek mogelijk, communicatief doel<br />
- geschreven boodschappen in het dagelijkse leven en van<br />
meer algemene aard<br />
concreet (oriënterend, niet exhaustief): .<br />
- borden, wegwijzers, opschriften<br />
- mededelingen aan het publiek: bezoekuren, uurregelingen,<br />
…<br />
- eenvoudige krantenartikels, lezersbrieven, recensies, …<br />
- gedichten, toneelfragmenten, stripverhalen, eenvoudige<br />
kortverhalen, …<br />
(eigen aan de studierichting)<br />
- brieven, faxen, memo's, …<br />
- administratieve formulieren, reserverings- en<br />
bestelformulieren, exportdocumenten, vervoerdocumenten,<br />
facturen, creditnota's, wissels, etikettering, ..<br />
- bank- en verzekeringsberichten<br />
- verkoopvoorwaarden<br />
- advertenties<br />
- folders, documentatie, productinformatie<br />
- handleidingen<br />
- gegevens uit databanken<br />
- verslagen<br />
- (digitale) artikels uit kranten en tijdschriften<br />
- voorschriften en mededelingen<br />
(U) huis- en klaslectuur (één boek of pakket teksten per<br />
jaar)<br />
U = basis voor SeT, uitbreiding voor andere richtingen; / vetjes en schuin = nieuw t.o.v. 2 e <strong>graad</strong> / schema leerplan Frans 3 e <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> (domein Handel) (2006) - Jan De Waele p.2
GESPREKSVAARDIGHEID<br />
ref. doelstelling leerinhoud<br />
Ge 1 een niet al te complex, rechtstreeks en telefonisch transactioneel gesprek voeren en een eenvoudig, rechtstreeks en telefonisch interactioneel<br />
gesprek voeren (U: grotere moeilijkheids<strong>graad</strong>) ( begrijpelijk, met een zekere vlotheid, oog voor gevarieerde intonatie, zo hoog mogelijke<br />
vormcorrectheid; U:hogere moeilijkheids<strong>graad</strong> van formulering en hogere vormcorrectheid)<br />
Ge 2 de functionele kennis gebruiken en uitbreiden, die nodig is voor het uitvoeren van de gesprekstaak ....<br />
(woordenschat & grammatica; Franse uitspraak, spreekritme, intonatiepatronen; socio-culturele diversiteit; beïnvloeden van inhoud en verloop van<br />
een gesprek,), .... en reflecteren over de eigenheid van de taal en taalgebruik (elementaire omgangsvormen, non-verbaal gedrag)<br />
Ge 3 bij planning, uitvoering en beoordeling van spreektaken strategieën toepassen die het bereiken van het spreekdoel bevorderen:<br />
- gesprek doelmatig voorbereiden: voorkennis, "spreekplan", voorbeelden en modellen, hulpmiddelen, gelezen of beluisterde info gebruiken;<br />
- communicatiestrategieën gebruiken: non-verbaal, zeggen dat ze iets niet begrijpen, vragen te herhalen, zelf herhalen (goed begrepen?) trager te<br />
spreken, aan te wijzen,te spellen, vragen wat iets betekent, vragen naar omschrijving en/of zelf anders zeggen ...<br />
Ge 4 * (attitude) nodige bereidheid en spreekdurf opbrengen om in relevante situaties te functioneren:<br />
actief luisteren, bereid woord te nemen en deel te nemen aan het gesprek; aandacht voor juiste woordkeuze, woordvolgorde, intonatie en uitspraak;<br />
zo groot mogelijke vormcorrectheid nastreven<br />
SPREEKVAARDIGHEID<br />
ref.<br />
doelstelling<br />
zich begrijpelijk uitdrukken, met een zekere vlotheid en met oog voor gevarieerde intonatie; doeltreffendheid is belangrijker dan<br />
vormcorrectheid, die wel moet nagestreefd worden<br />
Spr 1 1 informatie geven en vragen - over onderwerpen die tot hun interessesfeer behoren<br />
- bij documenten (formulier, afbeelding, gebruiksaanwijzing, ontwerp, prijsofferte)<br />
Spr 2 2 navertellen gelezen en beluisterde informatieve en narratieve teksten<br />
Spr 3 3 spontane mening of appreciatie over beluisterde of gelezen teksten<br />
Spr 4 4 beschrijven handeling, gebeurtenis, ervaring<br />
Spr 5 5 eenvoudig verslag uitbrengen eigen ervaring, situatie, gebeurtenis<br />
Spr 6 6 samenvatten gelezen informatieve en narratieve tekst<br />
Spr 7 7 eenvoudige argumenten formuleren een in klas behandeld onderwerp<br />
Spr 8 de functionele kennis gebruiken die nodig is voor het uitvoeren van de spreektaak , uitbreiden en reflecteren over taalgebruik:<br />
woordenschat & grammatica; Franse uitspraak, spreekritme, intonatie; taalfuncties; ingrijpen op inhoud en verloop van betoog [gepast<br />
inleiden en afsluiten /onderwerp afsluiten, ander inleiden / argumenteren / benadrukken door intonatie, herhaling, uitdrukkingen]<br />
Spr 9 leer- en communicatiestrategieën toepassen die het bereiken van het spreekdoel bevorderen: (taken verdelen, informatie verzamelen en<br />
verwerken, ook elektronisch, courante structuurmarkeerders, non-verbaal gedrag)<br />
Spr10 * (attitude)de leerlingen zijn bereid het woord te nemen en een zo groot mogelijke vormcorrectheid na te streven; aandacht voor woordkeuze,<br />
* woordvolgorde, intonatie, accent<br />
concreet (oriënterend,<br />
niet exhaustief): .(zie p.<br />
20-24)<br />
leerinhoud<br />
concreet (oriënterend, niet<br />
exhaustief): .<br />
gesprekssituaties, leesteksten,<br />
audiovisuele middelen, eigen<br />
ervaringen, verlangens,<br />
vooruitzichten, (powerpoint)<br />
-presentatie ...<br />
U = basis voor SeT, uitbreiding voor andere richtingen; / vetjes en schuin = nieuw t.o.v. 2 e <strong>graad</strong> / schema leerplan Frans 3 e <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> (domein Handel) (2006) - Jan De Waele p.3
SCHRIJFVAARDIGHEID<br />
ref. doelstelling leerinhoud<br />
Sch 1 zelfstandig formulieren en vragenlijsten invullen en een eenvoudige mededeling, formele en<br />
informele brief of e-mail schrijven (eenvoudig geformuleerd, vrij grote vormcorrectheid als<br />
het om standaardformuleringen gaat; U grotere samenhang en overzichtelijker en een hogere<br />
vormcorrectheid)<br />
Sch 2 () een gelezen informatieve en narratieve tekst samenvatten<br />
Sch 3 () een verslag schrijven over een eigen ervaring, een situatie en een gebeurtenis<br />
Sch 4 () argumenten formuleren over een in klas behandeld onderwerp<br />
Sch 5 informatieve ( grote taalcorrectheid vereist) en (U) persuasieve bedrijfscorrespondentie<br />
voeren<br />
Sch 6 interne documenten opstellen (notulen, memo's, dienstmededelingen)<br />
Sch 7 administratieve en commerciële formulieren invullen<br />
Sch 8 de functionele kennis gebruiken die nodig is voor het uitvoeren van de schrijftaak en uitbreiden<br />
...<br />
(woordenschat & grammatica; opbouw; spelling, interpunctie, lay-out; gangbare<br />
schrijfconventies en specifieke structuur; socio-culturele diversiteit),<br />
... en reflecteren over taal en taalgebruik<br />
Sch 9 strategieën toepassen die het bereiken van het schrijfdoel bevorderen:<br />
relevante voorkennis, informatie verzamelen ook elektronisch, zelfstandig diverse hulpmiddelen<br />
aanwenden, passende lay-out<br />
Sch 10* *(attitude) nodige bereidheid om teksten kritisch na te lezen en te leren uit fouten, zorg te<br />
besteden aan de presentatie, belangrijke teksten te laten nakijken door iemand die de Franse<br />
taal beheerst<br />
concreet (oriënterend, niet exhaustief): .<br />
- invulformulieren en vragenlijsten (inlichtingen, aanvraag,<br />
persoonsgegevens, deelname, enquêtes, ...)<br />
- mededelingen (berichtje, notities dij door te geven boodschappen,<br />
afspraken, huishoudelijke reglementen,...)<br />
- brieven en e-mail (reageren op aankondiging of mededeling,<br />
uitnodigen of erop reageren, inlichtingen vragen, reserveren,<br />
bestellen, raad vragen, afspraak, raad geven of vragen, ...)<br />
- verslag over eigen ervaring, gebeurtenis, situatie (gemaakte<br />
afspraken, vakantie-ervaring, kamp, reis, uitstap, ongeluk, concert,<br />
film, spektakel, sport, (zelf)portret...)<br />
- samenvatting<br />
- informatieve correspondentie (informatie vragen, bestelbrief,<br />
bevestiging, info geven, maning, begeleidende brief, sollicitatiebrief,<br />
…)<br />
-(U) persuasief: verzoekschrift, spontane offerte, publiciteit, vraag<br />
om medewerking en sponsoring, klachten, bezwaarschriften,<br />
uitnodigingen, antwoorden op voorgaande, …<br />
- interene documenten (memo's, dienstmededelingen notulen,<br />
samenvattingen, korte handleidingen, eenvoudige formulieren en<br />
enquêtes<br />
- administratieve formulieren (reserverings- en bestelformulieren,<br />
exportdocumenten, vrachtbrieven, wissels,sollicitatieformulieren<br />
kadert in zakelijke communicatie en<br />
is gerelateerd aan lees-, spreek-,<br />
gespreks- en luisteractiviteiten<br />
U = basis voor SeT, uitbreiding voor andere richtingen; / vetjes en schuin = nieuw t.o.v. 2 e <strong>graad</strong> / schema leerplan Frans 3 e <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> (domein Handel) (2006) - Jan De Waele p.4
INTERCULTURELE COMPONENT<br />
ref. doelstelling leerinhouden (p. 61-63)<br />
IC 1 gevoelig voor plaats en belang van het Frans in hun omgeving, + voor toekomstige studies en<br />
beroep<br />
IC 2 belangstelling voor Wallonië, Frankrijk en andere Franstalige regio's, + voor mensen,<br />
leefgewoonten, cultuur<br />
IC 3 gevoelig voor verschillen in sociale conventies correct interpreteren en geïnterpreteerd<br />
worden<br />
IC 4 aandacht voor verschillen en gelijkenissen met eigen leefgewoonten en gevoeligheden (<br />
attent maken op achterliggende oorzaken of motieven) ; geen stereotypen; eigen leefsituatie en<br />
vooroordelen kritisch bekijken<br />
IC 5 op de hoogte van mogelijkheden om vooruitgang te boeken d.m.v. briefwisseling, emailcorrespondentie,<br />
taalstages, uitwisseling, ...<br />
WOORDENSCHAT<br />
- leerlingen erop wijzen dat Frans voor hen belangrijk, nuttig en<br />
interessant kan zijn (Franstalige familie, reizen naar Franstalige<br />
bestemmingen, inwijkelingen, toeristen, Frans als tussentaal,<br />
programma's, chansons, films, studies, beroepsleven …)<br />
- cultuurverschillen in dagelijkse omgang (beleefdheidsrituelen, privacy<br />
afschermen, …)<br />
- feitenkennis (dagelijkse leven, maatschappelijke en socio-culturele<br />
kenmerken, waarden, normen en mentaliteit, rol van het Frans buiten<br />
Europa, …)<br />
- literatuur en andere artistiek-literaire uitingen ( leerlingen affectief<br />
aanspreken)<br />
ref. doelstelling leerinhoud<br />
Wo 1 lexicale vaardigheid<br />
1 belang inzien van lexicale correctheid voor gesproken en geschreven communicatie<br />
2 vertrouwd met woorden en uitdrukkingen nodig om relevante luister- en leestaken uit te<br />
voeren<br />
3 woorden en uitdrukkingen aanwenden om adequaat te spreken en te schrijven<br />
4 gepast en vlot gebruikmaken van woordenboeken en elektronische hulpbronnen<br />
Wo 2 woordenschat zelf opbouwen leervaardigheid<br />
onder begeleiding<br />
1 bestudeerde woorden en uitdrukkingen herkennen, toetsen aan nieuwe context<br />
2 betekenis van ongekende woorden en uitdrukkingen afleiden uit de context<br />
3 cf. andere woorden uit het Frans of andere talen, opletten voor verschillen<br />
4 betekenis van afleidingen en samenstellingen van gekende woorden<br />
5 context betekenis van ongekende woorden en uitdrukkingen toetsen aan verschillende<br />
betekenissen in vertaalwoordenboek<br />
criteria: praktisch taalgebruik, .functioneel!<br />
1. actief te beheersen woordenschat < keuze spreek- en schrijfopdrachten<br />
2. lezen en luisteren receptief (veel lezen en luisteren)<br />
3. vertrouwd raken met de basiswoordenschat van het zakelijke Frans<br />
4. in contact met woordenschatvelden van de praktische of technische<br />
vakken<br />
U = basis voor SeT, uitbreiding voor andere richtingen; / vetjes en schuin = nieuw t.o.v. 2 e <strong>graad</strong> / schema leerplan Frans 3 e <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> (domein Handel) (2006) - Jan De Waele p.5
MORFO-SYNTAXIS<br />
ref. doelstelling leerinhoud<br />
MS 1 vaardigheid voor morfo-syntaxis<br />
1 belang inzien van grammaticale correctheid<br />
voor gesproken en geschreven communicatie<br />
2 voor hen relevante morfologische vormen<br />
aanwenden en gebruiksregels toepassen om<br />
doeltreffend lees- en luistertaken uit te voeren,<br />
en zo adequaat en correct mogelijk te spreken<br />
en te schrijven<br />
3 grammaticale terminologie gebruiken die<br />
voor hun doeleinden in aanmerking komt<br />
4 gepast gebruikmaken van een grammaticaoverzicht<br />
en van een schoolgrammatica<br />
MS 2 morfo-synatxis zelf opbouwen <br />
leervaardigheid<br />
1 in klas behandelde structuren en vormen<br />
herkennen en ontleden<br />
2 via observatie onder begeleiding regels<br />
ontdekken en formuleren<br />
3 (U) opmerken welke vormen en structuren<br />
verschillen of een uitzondering vormen op de<br />
(Opmerking: vreemd<br />
tot dan toe geldende regel<br />
genoeg was dit basis in de tweede <strong>graad</strong>)<br />
vereenvoudigen door overzicht, niet compliceren door uitzonderingen (geen doel op zich) - uitdieping hangt af van<br />
1) vorderingen van de leerlingen; 2) sommige onderwerpen Frans // Nederlands; 3) cf. lexicale aanbreng; 4)<br />
substantiële vereenvoudiging soms mogelijk/ noodzakelijk<br />
waar nodig contrastief<br />
specifieke structuren voor de spreektaal (vraagvorm; conditionnel; thème-propos; il y a; tussenvoegsels)<br />
functioneel, niet strikt te nemen opsomming!<br />
wat in de tweede <strong>graad</strong> al aan bod kwam, hoeft niet volledig hernomen te worden<br />
– vervoeging van de werkwoorden in de belangrijkste tijden met aandacht voor de meest frequente onregelmatige<br />
werkwoorden;<br />
- gebruik van de lidwoorden;<br />
– vorming en gebruik bijwoord;<br />
- veel voorkomende bijvoeglijke naamwoorden en voornaamwoorden met bijzondere aandacht voor het persoonlijk<br />
voornaamwoord en grammaticale woorden zoals tout, tous, chaque, chacun, en, y, …;;<br />
– telwoorden;<br />
- vragende en ontkennende zin;<br />
- indirecte vraag;<br />
- woordorde;<br />
- mise en relief;<br />
- eenvoudige uitdrukking van het passief;<br />
- onpersoonlijke uitdrukking;<br />
- gebruik van de gérondif;<br />
- praktische uitdrukking van oorzaak, doel, gevolg, middel, voorwaarde, tegenstelling, met aandacht voor de gebruikte<br />
tijden en wijzen;<br />
- overeenkomst tussen zn. en b.nw., onderwerp en werkwoord, van het voltooid deelwoord (funtioneel!!!)<br />
LEERAUTONOMIE<br />
ref. doelstelling<br />
Leer 1 de leerlingen verwerven inzicht in het taalleerproces (communicatieve noden, leerdoelen en leerwegen, relevantie van leerwegen t.o.v. communicatieve behoeften,<br />
strategieën voor succesvol leren)<br />
Leer 2 de leerlingen nemen verantwoordelijkheid op, reflecteren over, hebben inspraak en/of beslissingsrecht betreffende de gegeven taak, het werkverband, de<br />
informatiebronnen en hulpmiddelen, de procedure.<br />
Leer 3 reflecteren over de eigen werkwijze en de behaalde resultaten, doen aan zelfevaluatie<br />
U = basis voor SeT, uitbreiding voor andere richtingen; / vetjes en schuin = nieuw t.o.v. 2 e <strong>graad</strong> / schema leerplan Frans 3 e <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> (domein Handel) (2006) - Jan De Waele p.6