Clubblad februari 2013 - DEK Genemuiden
Clubblad februari 2013 - DEK Genemuiden
Clubblad februari 2013 - DEK Genemuiden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
-De overhaal.<br />
De hand moet uit het water komen met je duim als eerste. Tijdens de overhaal, die je met een rechte<br />
arm doet til je ook je schouder zoveel mogelijk uit het water. Hierdoor kom je nog hoger op het water<br />
te liggen en ga je nog sneller zwemmen.<br />
Tijdens het laatste deel van de overhaal draai je de arm, zodat je straks met de pink weer als eerste<br />
kunt insteken.<br />
Doordat je hand met de pink als eerste het water in gaat, schiet de arm bijna als een mes naar beneden<br />
en kun je lekker snel beginnen met het echte doorhalen.<br />
Een mooie rechte overhaal, de pink gaat als eerste het water in (plaatje)!!<br />
De beenslag.<br />
De benen laten je niet alleen sneller zwemmen, maar zorgen er ook voor dat je rustig en mooi vlak in<br />
het water blijft liggen. Zwem maar eens alleen rugslag armen, een grote kans dat je benen naar de<br />
bodem zullen zakken en dat je lichaam enorm gaat slingeren!!<br />
Vooral als je de benen omhoog beweegt, zorgt dat voor veel snelheid. Doe dit heel krachtig.<br />
Maak je beenslag niet te groot, je voeten mogen net onder het lichaam uitkomen. Zorg er vooral voor<br />
dat je knieën en voeten onder water blijven, anders remt het ontzettend (weerstand).<br />
Een super zware oefening. Benen zwemmen en je handen boven water<br />
houden. Als je dan mooi recht kan blijven liggen ben je een echte<br />
rugslagkanjer(plaatje) !!<br />
De ademhaling.<br />
Het ademhalen bij de rugcrawl is niet erg moeilijk. Toch is het wel belangrijk dat je regelmatig en<br />
goed in- en uitademt. Spreek met jezelf een ademhalingsritme af. Bijvoorbeeld bij elke slag. Adem<br />
altijd diep en snel in en adem heel rustig uit.<br />
De keerpunten.<br />
Het keren kan op drie manieren:<br />
A: De zwemmer tikt het keerpunt met bovenliggend lichaamsdeel (hand, arm, schouder, hoofd) aan<br />
en draait zich om en vervolgt de baan op de rug.<br />
B: De zwemmer tikt niet aan maar maakt een koprol achterover of draait de benen links- of rechtsom<br />
en zet vervolgens met de voeten af.<br />
C: Voor het keerpunt mag de zwemmer zich op de buik draaien, om vervolgens direct in een<br />
ononderbroken 1- of 2-zijdige armdoorhaal het (koprol)keerpunt te maken.<br />
Als de zwemmer zich te vroeg heeft omgedraaid, dan mag hij bij het (langzaam!!) doorhalen van de<br />
arm(en) met één arm of twee armen tegelijk, wel met de benen blijven stuwen (vlinder, school,<br />
borstcrawl beenslag) ten einde –in dezelfde beweging- de kant alsnog te halen en het koprolkeerpunt<br />
te kunnen maken.<br />
Eigenlijk zet je dus in een slow motion beweging het koprolkeerpunt in.<br />
Let op: je moet na het keerpunt in rugligging van de kant afzetten.<br />
15