Clubblad februari 2013 - DEK Genemuiden

Laatst was Gerritjan in België en zag een Belg die zijn woning aan het schilderen was.
De man stond boven op een ladder en elke keer als zijn kwast leeg was klom hij naar
beneden en doopte zijn kwast in de verfpot die beneden op de stoep stond. Nadat Gerritjan
het een tijdje had aangezien zei hij: 'Zeg meneer, u kunt de verfpot toch veel beter mee
naar boven nemen? Dan hoeft u niet steeds naar beneden om uw kwast in de verf te dopen.' De Belg
keek Gerritjan medelijdend aan en zei: 'Awel manneke, dat zal niet gaan hè. Dit is grondverf.
Natasja stapt met een bos verwelkte bloemen een
bloemenwinkel binnen. “De bloemen die ik gisteren in
deze winkel heb gekocht, zijn vandaag al verwelkt,”
roept ze boos. “Wat raar,” antwoord de verkoopster. “Bij mij in de
winkel hebben ze wel twee weken mooi gestaan!”
Gerrit heeft een deuk in zijn auto. Hij denkt: Als ik nu
hard in de uitlaat blaas, gaat de deuk er vanzelf uit. Maar
het werkt niet. Even later komt de wegenwacht en Gerrit vertelt alles. “Geen wonder dat het
niet werkt,” zegt de wegenwacht, “de raampjes staan nog open!”
“Is het echt zo vochtig bij jullie thuis?” “Ja, het is verschrikkelijk! Vanmorgen zat er een vis
in de muizenval!”
Wim en Anco gaan midden in de winter zwemmen. Eenmaal bij een buitenbad aangekomen
gaat Anco al op de duikplank staan, terwijl Wim gaat kijken. Dan roept Wim opeens:
“niet duiken er is geen water”. “Nou en,” roept Anco terug, “ik kan toch niet zwemmen”.
Marianne heeft voor het eerst appeltaart gebakken en ze geeft haar vader een stuk. Haar
vader eet ervan, knikt goedkeurend en zegt: “Niet slecht, maar ik proef helemaal geen
appel.” Zegt Marianne: “Maar pa, in hondenkoekjes zitten toch ook geen honden!”
Een vrouw uit een kleine stad heeft een vriendin op bezoek. Ze vraagt: “Hoe gaat het met je
zoon Ruben? Hij studeert toch in Deventer?” Vrouw: “Ja, het gaat heel goed. Eerst was ik
bang dat hem iets zou overkomen, daar in de grote stad. Maar nu hoeft dat niet meer, want
hij schreef dat hij onder politietoezicht gehouden wordt.
Roept Yvonne in een restaurant: 'Ober, wat doet die vlieg in m'n soep?' Zegt de ober:
'Rugzwemmen mevrouw.'
Een politieagent tegen Richard: “Meneer, waarom rijdt u zo hard?” “Ik heb zojuist gemerkt
dat mijn remmen niet meer werken, agent. Daarom rijd ik zo snel mogelijk naar huis om
ongelukken te voorkomen.
“Ober, waarom heeft u mij een leeg wijnglas gebracht?” “Als ik me goed herinner, meneer,
heeft u een zeer droge wijn besteld.
19