29.09.2013 Views

Fugro INFO editie maart

Fugro INFO editie maart

Fugro INFO editie maart

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

FUGRO <strong>INFO</strong><br />

Jaargang 24 nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

8<br />

Ook in het donker veilig vliegen<br />

sein Op GROen<br />

vOOR Hanzelijn<br />

12<br />

Een kerk als hangbrug<br />

VOGELVLUCHT PERSPECTIEF<br />

HAAK OM LEEUWARDEN: AQUADUCT N31<br />

16<br />

Laatste ijstijd helpt ’n handje


2<br />

Baanlichaam bestand tegen belasting door 200 treinen per dag<br />

alle seinen op groen voor de Hanzelijn<br />

Begin december 2012 opende Koningin Beatrix de nieuwe Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, waaraan<br />

sinds 2005 is gewerkt. <strong>Fugro</strong> ondersteunde ingenieursbureau Advin en aannemer Dura Vermeer tijdens de<br />

ontwerp- en bouwfase van hun deel van dit project met verschillende geotechnische en geohydrologische<br />

werkzaamheden en adviezen.<br />

Nu de Hanzelijn geheel volgens schema is<br />

opgeleverd, kijken Hans Valk, manager van het team<br />

Hoofdinfrastructuur van ingenieursbureau Advin, en<br />

projectleider Mark-Peter Rooduijn van <strong>Fugro</strong> terug op<br />

een geslaagde samenwerking gedurende de periode<br />

van 2007 tot 2011.<br />

De Hanzelijn tussen Zwolle en Lelystad is bedoeld<br />

voor het verbeteren van de spoorverbinding tussen<br />

de Randstad en het noorden en noordoosten van ons<br />

land. Daarnaast moet de lijn zorgen voor de regionale<br />

ontsluiting van het gebied rondom Almere, Lelystad,<br />

Dronten, Kampen en Zwolle. Verder kan de Hanzelijn<br />

Hans Valk (Advin): ‘Vertrouwen is essentieel.’<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

de bestaande Gooi- en Veluwelijnen ontlasten en als<br />

aansluiting dienen op een toekomstige verbinding<br />

naar Berlijn. Het totale bouwbudget bedroeg ruim 1,1<br />

miljard euro. ProRail trad als hoofdopdrachtgever mede<br />

op namens andere partijen die bij de aanleg waren<br />

betrokken, zoals Rijkswaterstaat, drie provincies, drie<br />

waterschappen, vier gemeenten en 260 grondeigenaren.<br />

Oud & Nieuw<br />

Voor de bouw was het tracé verdeeld in twee delen:<br />

het ‘Oude Land’ (Kampen – Zwolle) en het ‘Nieuwe<br />

Land’ (Lelystad – Kampen). Het totale traject omvat<br />

een baanlichaam van 50 km lengte en 88 kunstwerken,<br />

zoals de Hanzeboog (de opvallende rode spoorbrug<br />

tussen Hattem en Zwolle), de Drontermeertunnel en<br />

twee nieuwe stations in Dronten en Kampen. De lijn<br />

heeft een ontwerpsnelheid van 200 km per uur en moet<br />

op termijn dagelijks zo’n 30.000 reizigers vervoeren.<br />

Het Tracébesluit gaat uit van zo’n 200 passagiers- en<br />

goederentreinen per dag.<br />

Rooduijn: ‘<strong>Fugro</strong> heeft aanvankelijk voor ProRail<br />

voor de gehele Hanzelijn het grootste deel van het<br />

grondonderzoek uitgevoerd en de geotechnische<br />

lengteprofielen vervaardigd.’ ProRail gebruikte<br />

deze gegevens in eerste instantie voor het<br />

aanbestedingstraject, als basis voor de aannemers om<br />

hun aanbiedingen op te baseren. Dura Vermeer kreeg<br />

het contract voor het ‘Oude Land’. ‘De kennis die <strong>Fugro</strong><br />

eerder opdeed van dit gebied, was mede aanleiding<br />

om ons in te zetten voor geotechnisch advies bij het<br />

ontwerp en de engineering van de onderbouw en de<br />

kunstwerken’, aldus Rooduijn.<br />

Veelzijdige klus<br />

De Divisie Infra van Dura Vermeer besteedde het<br />

ontwerp en de engineering uit aan Advin, advies- en


‘Geschikt voor snelheden<br />

tot 200 km per uur’<br />

ingenieursbureau voor infra, bouw en industrie. Het<br />

design & construct-contract omvatte de aanleg van<br />

circa 15 km baanlichaam tussen Kampen en Zwolle,<br />

de bouw van vijftien kunstwerken en de aansluiting op<br />

de Veluwelijn. Daarnaast kreeg Dura Vermeer opdracht<br />

voor het gedeeltelijk aanpassen van de N50 tot een<br />

vierbaanssnelweg, de ombouw van het wegennet bij<br />

Kampen en de bouw van de viaducten over een bypass<br />

voor de IJssel.<br />

Voor het gehele project Oude Land is 2 miljoen m3 zand aangevoerd over de IJssel en uitgereden op de<br />

langgerekte bouwlocatie. ‘Dat geeft meteen het belang<br />

aan van het vinden van de juiste geotechnisch adviseur’,<br />

aldus Hans Valk (Advin). ‘Want als je over een traject<br />

van 15 km een halve meter te veel of juist te weinig zand<br />

laat opbrengen, dan heb je het over heel veel kubieke<br />

meters en dus euro’s. Bij die omvang kun je je geen<br />

miscalculaties veroorloven, zeker als je te maken hebt<br />

met beperkte zettingstijden en strenge ontwerpeisen.’<br />

Vertrouwen<br />

‘Het was dus inderdaad handig dat <strong>Fugro</strong> de<br />

bodemopbouw in het betrokken gebied al kende’,<br />

vervolgt Valk. ‘Maar dat was niet de enige reden om<br />

voor hen te kiezen als geotechnisch adviseur. We<br />

hebben dit werk gewoon in de markt gezet, maar bij de<br />

keuze voor een partner bij dit type klussen speelt méér<br />

dan alleen de prijs en of je toevallig het terrein al een<br />

beetje kent. Je wilt de risico’s beheersen, dus het gaat<br />

vooral om betrouwbaarheid en vertrouwen. En dan niet<br />

alleen dat een adviseur voldoende kennis en equipment<br />

in huis heeft om betrouwbare onderzoeken uit te voeren<br />

en analyses te maken: dat spreekt immers voor zich,<br />

anders zou je niet eens op onze shortlist komen.’<br />

Voldoende capaciteit<br />

Valk vervolgt: ‘Essentieel voor mij is dat je op elkaar<br />

kunt vertrouwen, ook op langere termijn of als het wat<br />

spannender wordt. Ik moet er bijvoorbeeld op kunnen<br />

rekenen dat als de planning erom vraagt, er snel en<br />

efficiënt kan worden gehandeld. Dus dat een partner,<br />

als we een kort venster hebben voor werkzaamheden,<br />

snel voldoende capaciteit kan inzetten om een klus te<br />

klaren. En het is ook belangrijk dat een adviseur lange<br />

adem heeft, dus een heel project met je kan doorlopen,<br />

zonder veel wisselingen van de wacht. Want elke<br />

overdracht leidt tot kennisverlies en een vergrote kans<br />

op faalkosten. Wij kennen <strong>Fugro</strong> al langer dan vandaag<br />

en hebben vele goede ervaringen opgedaan bij eerdere<br />

gezamenlijke projecten. Al met al was het dus geen<br />

moeilijke keuze, waarvan de juistheid in de praktijk van<br />

dit project inmiddels ruimschoots is bewezen.’<br />

‘Fijn heterogene’ grondopbouw<br />

<strong>Fugro</strong> heeft bij de aanleg van het baanlichaam en de<br />

kunstwerken geotechnische en geohydrologische<br />

ondersteuning geleverd aan Advin en aan Dura Vermeer<br />

Divisie Infra. Rooduijn: ‘Bij de kunstwerken ging het<br />

vooral om grondmechanisch advies voor de funderingen,<br />

zoals draagkracht- en vervormingsanalyses onder<br />

invloed van verticale en horizontale belastingen vanuit<br />

de constructie en vanuit het baanlichaam.’<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

3


4<br />

Valk vult aan: ‘De restzettingseisen zorgden bij het<br />

ontwerp voor grote geotechnische uitdagingen bij het<br />

ontwerp van het baanlichaam. Ook tijdens de bouw zelf<br />

kwamen we regelmatig grondmechanische knelpunten<br />

tegen, waarvoor we een adequate oplossing moesten<br />

formuleren. Het ging dan meestal om vraagstukken<br />

bij kunstwerken, die vaak te maken hebben met de<br />

beperkt beschikbare zettingstijd.’<br />

Rooduijn: ‘De bodemopbouw in dit gebied is over het<br />

algemeen zoals dat heet ‘fijn heterogeen’, maar kan<br />

lokaal behoorlijk grillig verlopen. Vooral aan de oostzijde<br />

van het traject heeft de IJssel in de loop der tijden diepe<br />

en sterk meanderende stroomgeulen uitgeslepen.<br />

Doordat deze vervolgens zijn opgevuld met klei of veen,<br />

komt het voor dat de ene kant van een pijler voor een<br />

viaduct op staal zou kunnen worden gefundeerd, terwijl<br />

je onder de andere kant eerst 3 m veen moet verwijderen<br />

voor je überhaupt over funderen kunt gaan nadenken.’<br />

Trogliggers van 9.000 ton<br />

Een markant kunstwerk in het traject ‘Oude Land’ is de<br />

120 m lange diagonale kruising met de huidige N50 c.q.<br />

de toekomstige A50. Het kunstwerk bestaat uit twee<br />

zware, in het werk gestorte trogliggers met een lengte<br />

van circa 110 m. De bekisting steunde op een stalen<br />

steigersysteem en stelcon-platen.<br />

Valk: ‘<strong>Fugro</strong> heeft voor deze tijdelijke ondersteuning<br />

een grondverbetering geadviseerd, die vervolgens<br />

op kwaliteit en zettingsgedrag is gecontroleerd. Uit<br />

een proefbelasting bleek dat de berekende zettingen<br />

goed overeenkwamen met de testresultaten.’ Rooduijn<br />

vult aan: ‘Zo’n bekisting moet echt bijna 100% stabiel<br />

staan. Een kleine zakking tijdens het uitharden van het<br />

beton kan al funest zijn. Hier hebben we veel aandacht<br />

besteed aan de grondopbouw. Veen eruit halen, zand<br />

toevoegen, verdichten, na elke laag dichtheidsmetingen<br />

uitvoeren, net zo lang tot je zeker weet: ‘Dit is voldoende’.<br />

Want die liggers wegen samen wel zo’n 9.000 ton...’<br />

Strenge eisen restzettingen<br />

De baanlichamen moeten ook na oplevering voldoen<br />

aan strenge belastings- en zettingseisen. Rooduijn:<br />

‘Bij een spoorlijn gaat het om zware statische en<br />

dynamische belastingen, die het grondlichaam ook<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

gedurende vele jaren probleemloos moet kunnen<br />

verdragen. De langsvlakheidseis voor de baan is 1:600<br />

over minimaal 36 m. De statische indrukking moet<br />

tussen 1 en 2 mm liggen, en de dynamische indrukking<br />

mag maximaal 2,5 mm zijn. Op basis van meetdata uit<br />

seismische sonderingen en trillingsmetingen konden wij<br />

concluderen dat aan de eisen kon worden voldaan.’<br />

Ook bij de restzettingen gaat het om millimeters:<br />

het toegestane maximum ligt voor de verschillende<br />

onderdelen tussen 100 en 150 mm per 30 jaar. Rooduijn:<br />

‘Wij hebben uitgebreide zettings- en stabiliteitsanalyses<br />

uitgevoerd en die later met behulp van monitoring met<br />

zakbaken gevalideerd en geoptimaliseerd. Op basis<br />

van de monitoring hebben we nadere voorspellingen<br />

opgesteld voor de restzettingen en de stabiliteit van het<br />

baanlichaam.’<br />

Valk: ‘Strenge eisen aan restzettingen na oplevering<br />

in combinatie met een grillige bodemopbouw maken<br />

dat je extra alert bent. Maar dat maakt dit juist ook tot<br />

zo’n mooi en uitdagend project. Je werkt er samen<br />

gedurende een langere periode intensief aan en dan is<br />

het goed om te zien dat dat vruchten afwerpt, dat je<br />

samen succesvol bent. Op naar de volgende klus, zou<br />

ik zeggen, al zal dat niet snel meer een project van deze<br />

omvang zijn. Wat dat betreft was Hanzelijn Oude Land<br />

toch wel bijzonder.’<br />

Mark-Peter Rooduijn (<strong>Fugro</strong>): ‘Uitgebreide zettings- en stabiliteitsanalyses.’


<strong>Fugro</strong> ontwikkelt ipad-oplossing voor gemeente Utrecht<br />

Met één<br />

swipe van<br />

lantaarnpaal<br />

naar<br />

stopbord<br />

Meteen in het veld alle informatie over verkeersmiddelen<br />

op je iPad beheren: dat kunnen buitendienstmedewerkers<br />

van de gemeente Utrecht voortaan.<br />

<strong>Fugro</strong> heeft met M2Mobi in opdracht van de gemeente<br />

een beheer-app ontwikkeld op het Apple iOS-platform.<br />

Dat werkt makkelijker, sneller en dus goedkoper.<br />

<strong>Fugro</strong> levert de informatie om via deze app in het veld<br />

alle verkeers- en straatnaamborden te kunnen beheren,<br />

aanpassen of toevoegen. De applicatie geeft deze<br />

informatie dynamisch en op een overzichtelijke manier<br />

weer. De informatie kan daarna worden aangepast<br />

via de iPad. Hierdoor kunnen de veldwerkers deze<br />

administratieve handelingen snel op locatie afhandelen<br />

en doorgaan naar de volgende klus.<br />

Next level<br />

Voor de gemeente Utrecht heeft deze app grote<br />

voordelen: het gehele proces verloopt nu digitaal<br />

én sneller dan voorheen. Dit verlicht de werkdruk en<br />

bespaart veel tijd, die eerder moest worden besteed<br />

aan administratieve procedures. Volgens Frank Mulder<br />

(Stedelijk Beheer, gemeente Utrecht) is het beheer<br />

van de openbare ruimte bij de gemeente volop in<br />

ontwikkeling: ‘En daarbij is dit voor ons echt een stap<br />

naar een volgend niveau.’<br />

De iPad-applicatie bestaat uit verschillende<br />

objectbibliotheken van verkeersborden die zijn<br />

gekoppeld aan Google Earth en Maps. Elk object<br />

is uit te breiden met administratieve gegevens en<br />

verkeersmaatregelen of -besluiten. Op basis van<br />

specifieke kenmerken, zoals reflectie, vervuiling en<br />

toestand, is het mogelijk om gegevens per gebied te<br />

raadplegen en te rapporteren. De gegevens worden<br />

opgeslagen in een Oracle Spatial-database.<br />

Doordat de app wordt gehost op een server bij <strong>Fugro</strong>,<br />

is geen inzet van een eigen ICT-afdeling nodig. Dit<br />

levert een flinke kostenbesparing op. Bovendien is bij<br />

het beheer van verkeersmiddelengegevens geen eigen<br />

hard- en software voor een database noodzakelijk.<br />

<strong>Fugro</strong> neemt in zo’n geval alle zorgen uit handen. De<br />

applicatie is zo opgezet dat ook andere gemeenten er<br />

binnenkort gebruik van kunnen maken.<br />

Meer informatie:<br />

Hans Toonen, 070 317 0700, h.toonen@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013 5


6<br />

Opinie<br />

ing. Mark pehlig, nieuwe algemeen directeur <strong>Fugro</strong> Geoservices<br />

‘We zoeken de business actief op,<br />

ook internationaal’<br />

Met ingang van 1 december 2012 is ing. Mark Pehlig algemeen directeur van <strong>Fugro</strong> GeoServices B.V.<br />

Hij neemt het stokje over van Maarten Smits, die directeur werd bij Deltares. Inmiddels opereert <strong>Fugro</strong><br />

GeoServices – na de fusie tussen <strong>Fugro</strong>-Inpark en <strong>Fugro</strong> Ingenieursbureau – nu zo’n anderhalf jaar in zijn<br />

huidige vorm: dé specialist op het gebied van Geo-onderzoek, Geo-informatie en Geo-advies.<br />

Mark Pehlig komt uit de eigen organisatie en was de<br />

afgelopen jaren onder andere directeur Geotechniek<br />

bij <strong>Fugro</strong> Ingenieursbureau. Samen met Ron Rozema<br />

vormt hij nu het directieteam van <strong>Fugro</strong> GeoServices.<br />

Hij wil best even terugkijken op de afgelopen jaren, maar<br />

is toch vooral met de toekomst bezig: ‘Je ziet dat onze<br />

diensten de afgelopen jaren echt samen zijn gekomen<br />

en dat we ze nu integraal kunnen aanbieden. Daarmee<br />

hebben we een helder profiel voor onze opdrachtgevers en<br />

de markt. Dat is belangrijk, want je moet je onderscheiden<br />

in de huidige marktomstandigheden in Nederland. Wij<br />

positioneren ons als specialist op gebied van geotechniek<br />

en geo-informatie. De kern is: betrouwbare technologie,<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

data en kennis inzetten om oplossingen te bieden voor<br />

diverse opdrachtgevers. Naast techniek speelt ook de<br />

persoonlijke factor een belangrijke rol: het vermogen om<br />

de vraag van de klant goed te kunnen begrijpen en te<br />

beantwoorden vind ik erg belangrijk.’<br />

Je noemt zelf al de marktomstandigheden:<br />

welke ontwikkelingen zie je daar?<br />

Pehlig: ‘We richten ons met onze werkportefeuille<br />

op verschillende markten: Infra, Bouw, Industrie,<br />

Water en Energie. Tendens is dat opdrachtgevers<br />

steeds meer langdurige contracten aangaan, vaak via<br />

aanbestedingen op prijs. Je ziet dat sommige sectoren


‘<strong>Fugro</strong> heeft Nederlandse bedrijven<br />

in het buitenland veel te bieden’<br />

in Nederland nu achterblijven, andere gaan juist beter;<br />

daar gaan we flexibel mee om. We proberen al vroeg<br />

bij een initiatief betrokken te raken of met partners in de<br />

markt samen te werken en kansen op te zoeken.’<br />

Dus jullie zoeken de business echt op?<br />

Pehlig: ‘Je ziet dat Nederlandse bedrijven, ingenieursbureaus<br />

en bouwers naast de traditionele thuismarkten<br />

vaker de buitenlandse markt opzoeken. <strong>Fugro</strong> heeft<br />

verschillende vestigingen in Europa en we maken steeds<br />

meer gebruik van elkaars netwerk. We beschikken hier<br />

over specifieke knowhow die in andere landen ook<br />

wordt gewaardeerd en die we goed kunnen toepassen.<br />

En andersom: de specifieke technieken en ervaring<br />

van onze bedrijven in het buitenland kunnen hier weer<br />

worden gebruikt bij onze projecten. Hierdoor kunnen<br />

Nederlandse bedrijven ook duidelijk profiteren van ons<br />

uitgebreide internationale netwerk.’<br />

Wat maakt <strong>Fugro</strong> GeoServices zo bijzonder?<br />

‘We beschikken over ongeveer 400 betrokken geospecialisten<br />

en meer dan 50 jaar ervaring als bedrijf. Voor<br />

alles wat met de bodem, het grondgebruik, grondwater<br />

en het begeleiden van bouwprocessen te maken heeft,<br />

kun je bij ons terecht. We hebben verstand van georisico’s<br />

in de fase van ontwerp en de uitvoering van een<br />

bouwproject, maar ook bij beheer en onderhoud zijn<br />

we steeds meer betrokken. We kunnen vaak zinvolle<br />

informatie toevoegen op basis van data, advies of het<br />

monitoren van de toestand van een object. Ons doel<br />

is daarbij altijd te denken in oplossingen waar een<br />

opdrachtgever voordeel van heeft. Het vertrouwen dat<br />

onze klanten hebben, vind ik belangrijk; ze weten onze<br />

mensen te vinden en zien dat ze altijd op ons kunnen<br />

rekenen. Wanneer het morgen hoogwater is, dan staan<br />

wij zó op locatie met meetsensoren en specialisten.<br />

Mede door flexibiliteit van eigen medewerkers en<br />

materieel kunnen we snel schakelen.’<br />

Kennisontwikkeling<br />

‘Om goed op de omgeving te kunnen inspelen,<br />

vind ik het belangrijk om aandacht te besteden aan<br />

opleiding, innovatie en kennisontwikkeling. Wij zijn<br />

actief in verschillende kennisnetwerken en innovatieve<br />

‘Wanneer het hoogwater is,<br />

staan wij zó op locatie…’<br />

projecten. Soms nemen we deel aan een programma<br />

met partners in de sector, soms ontwikkelen we zelf<br />

nieuwe technieken, al dan niet in samenwerking met<br />

een opdrachtgever. In de geotechniek nemen we deel<br />

aan Geo-Impuls, waarbij de sector zich met Rijkswaterstaat<br />

buigt over het reduceren van faalkosten in<br />

de bouw. Een mooi voorbeeld vind ik de proefterpen<br />

in de Bloemendalerpolder bij Weesp. Hier doen wij<br />

gedurende 5 jaar onderzoek naar verzakkingen en<br />

horizontale vervormingen bij zandophogingen, om<br />

betere voorspellingen te doen over restzettingen na het<br />

bouwrijp maken van terreinen. Dat helpt om kost baar<br />

onderhoud aan rioleringen en wegen te verminderen.<br />

De proefterpen leveren informatie op die we delen met<br />

bouwers, ontwerpers, opdrachtgevers en onderzoekers.’<br />

‘Op gebied van geo-informatie kijken we in het<br />

IJkdijk-programma momenteel naar verbeteringen<br />

om verschillende datatypen in een informatiesysteem<br />

samen te brengen en realtime te presenteren.<br />

Door deze gegevens te koppelen aan data over<br />

de ondergrond en kenmerken van waterkeringen,<br />

bijvoorbeeld bij inspecties van zwakke plekken, kun je<br />

betere risicovoorspellingen doen. Dit biedt beheerders<br />

van waterkeringen en andere belanghebbenden op elk<br />

moment inzicht. Ik zie het als een uitdaging om deze<br />

informatiesystemen ook voor andere toepassingen<br />

te benutten, zoals bij ondergrondse bouw in een<br />

kwetsbare binnenstad.’<br />

Klant centraal<br />

‘Door betrokkenheid van onze ingenieurs bij dit<br />

soort kennis- en productontwikkeling kunnen we in<br />

projecten vaak een optimale oplossing aanbieden.<br />

Ik zie dat opdrachtgevers dat waarderen en bij<br />

opdrachtverstrekking niet alleen kijken naar de laagste<br />

prijs, maar juist ook naar de meeste toegevoegde<br />

waarde. Daarbij is schaalgrootte steeds belangrijker:<br />

de projecten worden omvangrijker en complexer. Maar<br />

onze grote kracht is toch onze uitgebreide kennis van en<br />

ervaring met alles wat zich afspeelt in de ondergrond.<br />

Die op de juiste manier ter beschikking stellen aan onze<br />

klanten, perfect aansluitend op hun werkproces; dat is<br />

waar we ons de komende jaren op focussen.’<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013 7


Obstakels in kaart gebracht voor uitbreiding vliegveld<br />

Ook in het donker veilig vliegen<br />

op luchthaven Teuge<br />

Niet iedereen weet het, maar Luchthaven Teuge (tussen Apeldoorn en Deventer) is een heus internationaal<br />

vliegveld. Vanaf 1935 was hier een grasbaan, die in 1979 is verhard om meer en grotere vliegtuigen te<br />

kunnen verwerken. In verband met nieuwe groeiplannen moesten onlangs alle obstakels in de omgeving<br />

in kaart worden gebracht. <strong>Fugro</strong> – zelf ook klant van deze luchthaven – voerde de metingen uit.<br />

Luchthaven Teuge wordt gebruikt voor verschillende<br />

doeleinden, zoals rondvluchten, lesvliegen, privé- en<br />

zakelijke vluchten, parachutespringen en zweefvliegen.<br />

Ook <strong>Fugro</strong> maakt voor haar fotogrammetrieprojecten<br />

regelmatig gebruik van dit vliegveld.<br />

Gemoderniseerd<br />

Om de luchthaven aantrekkelijker te maken voor het<br />

vliegverkeer zijn er de afgelopen jaren verschillende<br />

verbeteringen doorgevoerd. Zo krijgt de start- en<br />

landingsbaan verlichting en is deze verlengd van 720<br />

m naar 1.199 m. Ook wordt een zogeheten instrument-<br />

‘Landingsbaan<br />

verlengd en verlicht’<br />

8 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

naderingsprocedure op basis van GPS ontwikkeld,<br />

zodat piloten Teuge ‘blind’ – dat wil zeggen puur op de<br />

instrumenten – kunnen vinden. Dit moet ervoor zorgen<br />

dat het vliegveld tijdens slechte weersomstandigheden<br />

en in het donker vaker kan worden gebruikt.<br />

Levensbelang<br />

Deze procedure moet voldoen aan de regelgeving van<br />

de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie ICAO.<br />

Onderdeel hiervan vormt een obstakelmeting. Daarbij<br />

worden alle mogelijke obstakels voor luchtverkeer in<br />

de omgeving van de luchthaven – zoals gebouwen,


masten en bomen – geïnventariseerd. Dit is van groot<br />

belang voor de veiligheid van vliegers en passagiers.<br />

Obstakelvlakken<br />

<strong>Fugro</strong> kreeg in het najaar van 2012 van N.V. Luchthaven<br />

Teuge de opdracht om deze obstakelmeting uit te<br />

voeren. Vooraf gedefinieerde 3D-vlakken rondom<br />

de start- en landingsbaan – de zogeheten obstakelvlakken<br />

– vormen de basis voor de meting. Hierbij is<br />

per vlak gedefinieerd welke punten van belang zijn,<br />

bijvoorbeeld alle punten die boven het vlak uitsteken of<br />

de twee hoogste objecten. Deze definities zijn uitgewerkt<br />

in een CAD- en GIS-bestand. Een driedimensionale<br />

weergave geeft goed aan hoe de obstakelvlakken<br />

schuin oplopen vanaf de start- en landingsbaan,<br />

analoog aan de vliegbewegingen.<br />

Satellietbeelden<br />

De punten die mogelijk een obstakel vormen, zijn deels<br />

bepaald op basis van kaarten en satellietbeelden, maar<br />

voornamelijk via observatie in het veld. Van de mogelijke<br />

obstakels is vervolgens landmeetkundig het hoogste<br />

punt ingemeten in x-, y- en z-richting ten opzichte van<br />

de Rijksdriehoekscoördinaten en het NAP. Ook is van<br />

Inmeting van de torens van de Bergkerk in Deventer.<br />

ieder punt een digitale foto gemaakt. In totaal zijn er<br />

ongeveer 200 punten ingemeten. Op basis van de x- en<br />

y-metingen zijn voor ieder punt locatiekaarten gemaakt.<br />

Daarna zijn voor alle obstakels semi-automatisch<br />

eenvoudige rapporten gegenereerd.<br />

3D-model<br />

In het veld is niet direct te zien of een boom, gebouw of<br />

mast uitsteekt boven de 3D-obstakelvlakken. Daarom<br />

is dit achteraf met de computer exact bepaald. Hiertoe<br />

zijn de 3D-obstakelvlakken gemodelleerd in ArcGIS. Na<br />

toevoeging van de gemeten punten in dit model kan de<br />

afstand tussen de punten en de onderliggende vlakken<br />

worden berekend. Daarmee is bepaald welke van de<br />

gemeten punten daadwerkelijk op de obstakellijst<br />

moeten komen te staan.<br />

De lijst met obstakels wordt nu gebruikt om de<br />

naderingsprocedures verder uit te werken. Eind 2013<br />

kunnen de procedures in werking treden en zal de<br />

luchthaven vanuit de lucht nog beter bereikbaar zijn.<br />

Meer informatie:<br />

Peter Menting, 070 317 0747, p.menting@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

9


10<br />

Bevroren grondwater drukt vloer jaap edenhal omhoog<br />

permafrost in de polder<br />

Een goede ijsvloer is spiegelglad en vlak. Geen wonder dat de directie van de Amsterdamse Jaap Eden<br />

IJsbaan niet blij was, toen bleek dat de ijsvloer van de overdekte baan tijdens het schaatsseizoen plaatselijk<br />

flink omhoogkwam. Onderzoek door BAM en een grondonderzoek en hydrologische analyse door <strong>Fugro</strong><br />

brachten de vermoedelijke oorzaken aan het licht: de combinatie van een hoge grondwaterstand, een<br />

niet-geïsoleerde vloer en een krachtige vriesinstallatie.<br />

Het sportcomplex Jaap Eden IJsbaan in Amsterdam<br />

bestaat uit een overdekte binnenbaan, een onoverdekte<br />

400 meter-buitenbaan met oefenbaan en diverse<br />

gebouwen met onder andere horecagelegenheden,<br />

een schaatswinkel en een fitnessruimte.<br />

In het winterseizoen zijn de ijsbanen vrijwel continu in<br />

bedrijf, en wordt er elke dag geschaatst van acht uur<br />

’s ochtends tot half twaalf ’s avonds. De vriesinstallatie<br />

maakt dan overuren. Jaap Eden IJsbaan was bij<br />

de opening in december 1961 uniek: de eerste<br />

400-meterbaan ter wereld met verdampende ammoniak<br />

in de buizen, een zogeheten ‘direct’ systeem van koelen.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

‘Onze ijsvloer komt omhoog’<br />

Sinds 2008 is <strong>Fugro</strong> betrokken bij een langlopend<br />

en complex project bij de overdekte ijshal. In eerste<br />

instantie ging het alleen om het inmeten van de hoogte<br />

van de vloer. Herhalingsmetingen gaven op sommige<br />

plekken relatief grote verschillen aan tussen de<br />

ijshoogten vóór en ná het vriesseizoen. Dit kan schade<br />

aan de vloer en aan de daarin aanwezige buizen van<br />

de koelinstallatie tot gevolg hebben. Om de oorzaak<br />

van de omhoogkomende vloer te kunnen vaststellen,<br />

hebben veldwerkers op verschillende plaatsen<br />

peilbuizen geplaatst en grondwaterstanden gemonitord.<br />

Daarnaast is een locatie-inspectie uitgevoerd.


Bevroren grondwater<br />

In een hydrologische analyse van de problematiek<br />

constateerde <strong>Fugro</strong> dat de grondwaterstand onder<br />

de ijshal zeer hoog is. De betonbalken van de vloer<br />

liggen plaatselijk op de grond en er is slechts een lage<br />

kruipruimte. De betonvloer en de betonbalken waarop<br />

het ijs ligt, zijn niet geïsoleerd. Daardoor bevriest de<br />

bodem onder de vloer, als de vriesinstallatie van de<br />

ijsbaan tijdens het schaatsseizoen in werking is. De mix<br />

van bevroren grond en grondwater drukt vervolgens de<br />

betonnen palen, balken en vloer plaatselijk omhoog.<br />

De hoge grondwaterstanden worden vooral veroorzaakt<br />

door kwel vanuit diepere zandlagen. De Jaap Edenhal<br />

ligt in de diepe Watergraafsmeerpolder, waar veel kwel<br />

voorkomt.<br />

Drainage<br />

Op basis van deze analyse zijn verschillende<br />

maatregelen voorgesteld. Na het afwegen van de vooren<br />

nadelen is gekozen voor het aanleggen van drainage<br />

rondom en onder de ijshal. Hierbij zal mogelijk de ruimte<br />

onder de betonvloer worden afgegraven en wordt<br />

de onderzijde van de betonvloer en de betonbalken<br />

Hoge grondwaterstand, kwel en ijsvorming leiden tot opvriezen van de funderingsbalken.<br />

geïsoleerd. Bij de keuze van de maatregelen<br />

is rekening gehouden met de funderingswijze<br />

van de ijshal, omdat de draagkracht van de<br />

funderingspalen – ook tijdens de ontgraving –<br />

niet mag afnemen.<br />

Peildaling<br />

<strong>Fugro</strong> verzorgde de technische voorbereiding en<br />

de uitvoeringsbegeleiding van de werkzaamheden.<br />

De drainage rondom de hal (fase 1) is inmiddels<br />

gereed en de metingen laten een aanzienlijke daling<br />

van de grondwaterstanden zien. Als voorbereiding<br />

op de ontgraving zijn onder de vloer in de ijshal<br />

temperatuursensoren aangebracht. Met behulp hiervan<br />

monitort <strong>Fugro</strong> realtime de indringing van de vorst en<br />

het dooiproces in de bodem. Er wordt nu onderzocht<br />

of de grondwaterstanddaling voldoende is om het<br />

probleem te verhelpen. In een later stadium wordt<br />

besloten of de drainage onder de hal (fase 2) nog zal<br />

worden aangelegd.<br />

Meer informatie:<br />

Wouter Kooijman, 020 651 0800, w.kooijman@fugro.nl<br />

Frans Seignette, 020 651 0800, f.seignette@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013 11


Maastrichtse lambertuskerk overbrugt – ondergronds – historische vestinggracht<br />

een kerk als hangbrug<br />

Servatius Wonen & Vastgoed uit Maas-<br />

tricht wil de bouwvallige Lambertus-<br />

kerk verbouwen tot kantoorlocatie.<br />

<strong>Fugro</strong> maakte deel uit van het bouwteam<br />

voor deze ingrijpende restauratie en kreeg<br />

enkele bijzondere geotechnische problemen<br />

voor de kiezen. Over de uitdagingen van opgevulde<br />

grachten, slecht beton, ontbrekende<br />

wapening en karstverschijnselen.<br />

De Sint-Lambertuskerk in Maastricht is 100 jaar geleden<br />

gebouwd op de plek van een droge vestinggracht.<br />

De entree van de kerk is gebouwd op de oorspronkelijke<br />

vestingwal, terwijl de achterzijde op een ander deel<br />

van de historische vestingwerken rust. De kerk overspant<br />

zo als het ware een opgevulde greppel. Onder de<br />

kerk bevindt zich tot diepten van 7 m aanvulmateriaal<br />

dat ooit is gestort in de voormalige gracht. Vanwege de<br />

zeer slechte staat van de constructie is de kerk in 1985<br />

gesloten. In 2005 heeft Servatius Wonen & Vastgoed uit<br />

Maastricht een plan ontwikkeld voor de restauratie en<br />

de versterking van de monumentale kerk, en voor de<br />

inpandige nieuwbouw van een kantoorunit met kelder.<br />

<strong>Fugro</strong> maakte deel uit van het bouwteam.<br />

Fundering met hindernissen<br />

De grond onder de kerk kent een gevarieerde bodemopbouw.<br />

Zo is onder de voormalige gracht en de vestingwerken<br />

tot ongeveer 16 m diepte een leemlaag<br />

aanwezig. Vervolgens komt er tot 18 à 20 m onder het<br />

maaiveld een laag zand en grind, die qua diepte, dikte<br />

en vastheid sterk varieert. Daar weer onder bevindt zich<br />

een laag kalksteen met deels gevulde of ingestorte holle<br />

ruimten (karsten) van 0,1 tot 1 m hoog, op diepten van<br />

20 tot 30 m. De grond waterspiegel staat tot bovenin de<br />

kalksteen, maar dit peil varieert met de seizoenen.<br />

De fundering van de kerk bestaat voor een deel uit<br />

ondiepe stroken en poeren. Bij de oude vestinggracht<br />

zijn in de ondergrond verticale dragende kolommen<br />

gevonden tot 8 m onder het maaiveld. In de funderingen<br />

en ringbalken bleek slecht beton te zijn verwerkt, en<br />

zelfs ontbrak hier enige wapening. De combinatie van<br />

12 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

bezweken ringbalken en forse verschil zettingen tussen<br />

de funderingsdelen heeft over de jaren gezorgd voor<br />

flinke schade aan het gebouw.<br />

Integrale ontwerpfilosofie<br />

De fundering moest dus ingrijpend worden hersteld,<br />

verbeterd en uitgebreid. Naast het materiaalkundig<br />

herstel van de funderingselementen en ringbalken,<br />

moest een deel van de belastingen op de funderingen<br />

worden opgevangen door een nieuwe paalfundering.<br />

Dat verlaagt de plaatselijk hoge grondspanningen<br />

en kan nieuwe (verschil)zettingen, als gevolg van de<br />

herverdeling van belastingen in de gerestaureerde<br />

constructie, beperken. Het bouwteam stond voor de<br />

uitdaging om de constructie binnen het beschikbare<br />

budget te renoveren, de risico’s binnen acceptabele<br />

grenzen te houden én een extra kelder aan te leggen<br />

om de toekomstige functionaliteit van het gebouw te<br />

vergroten. Na uitgebreide analyse is gekozen voor een<br />

funderingsversterking, waarbij de huidige fundering<br />

wordt ontlast en het gewicht van de bestaande<br />

constructie via palen wordt overgebracht naar de dieper<br />

gelegen zand- en grindlagen. Deze laatste zouden dan<br />

ook verbeterd moeten worden.<br />

Aanpak karstproblemen<br />

Een extra uitdaging vormden de holten in de kalksteen<br />

en de variabele dikte en pakking van de zand/-


grindafzetting. De grotere holten werden zoveel<br />

mogelijk opgevuld. Door daarnaast de grindlaag te<br />

versterken, kan boogwerking worden verkregen. Dit<br />

ondervangt de bezwijkrisico’s voor de paalfundering<br />

door niet-gevulde kleine holten. Besloten is om met<br />

injectielansen tot 30 m diepte grout de holten en de<br />

grindlaag in te pompen. Door de samenstelling van<br />

het grout aan te passen en waar nodig het raster te<br />

verdichten, bleek een succesvolle verbetering mogelijk.<br />

Fundering op vergrote voet<br />

Voor de paalfundering is gekozen voor very high<br />

pressure (VHP) groutinjectiepalen. Hierbij creëert<br />

een boorbuis een groutkolom met een vergrote voet,<br />

waarin vervolgens de wapening wordt aangebracht.<br />

Met deze trillingsvrije techniek is het mogelijk<br />

gebleken palen te maken waarbij de voet wordt<br />

aangezet op het vaste bodempakket. Uit een elders<br />

uitgevoerde proefbelasting zijn VHP-paalfactoren<br />

overgenomen. Bij de kerk is een geschiktheidsproef<br />

uitgevoerd om het last-zakkingsgedrag onder lokale<br />

omstandigheden in kaart te brengen. In totaal is<br />

vervolgens via 71 injectiepunten 600.000 liter grout in<br />

de diepere ondergrond geïnjecteerd, waarna er 247<br />

palen zijn aangebracht.<br />

Belastingoverdracht<br />

De VHP-palen staan aan weerszijden van<br />

de funderingen. Hier tegenaan zijn over de<br />

paalkoppen betonbalken gestort. Voorspankabels<br />

klemmen de nieuwe balken tegen de oude. Om<br />

ongewenste vervormingen te voorkomen moest<br />

de elasticiteitsmodus van het nieuwe beton op het<br />

moment van spannen overeenkomen met die van het<br />

bestaande beton.<br />

Inmiddels zijn het funderingsherstel en de restauratie<br />

van het casco van de kerk afgerond. Een monumentaal<br />

kerkgebouw overbrugt nu veilig een ondergrondse<br />

historische vestinggracht.<br />

Meer informatie:<br />

Ben Telkamp, 049 551 3566, b.telkamp@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

13


14<br />

Samen met Deltares en Arcadis is <strong>Fugro</strong> betrokken bij het project Groene Schild: een langdurig onderzoek<br />

naar de invloed van begroeiing op een golfaanval op een dijk. Doel is kennisontwikkeling op het gebied<br />

van organische golfdemping en natuurlijke versterking van een dijk door het stimuleren van sedimentatie.<br />

<strong>Fugro</strong> werkt mee aan dit project vanwege zijn kennis en ervaring op het gebied van data-acquisitie.<br />

Het project Groene Schild – een initiatief van Deltares –<br />

komt voort uit de onderzoeksprogramma’s Flood Control<br />

2015 (waterveiligheid), IJkdijk (realtime monitoring) en<br />

Building with Nature. In dit laatste kennisprogramma<br />

wil men nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde<br />

kennis, expertise, hulpmiddelen en ontwerpconcepten<br />

ontwikkelen voor de duurzame inrichting van kust-,<br />

delta- en riviergebieden. Deze kennis moet worden<br />

ingezet om de kansen die het natuurlijke systeem<br />

biedt, optimaal te benutten: men noemt dit ook wel<br />

ecodynamische gebiedsontwikkeling.<br />

Uit een discussie over de combinatie van deze drie<br />

programma’s is het project Groene Schild ontstaan.<br />

<strong>Fugro</strong> brengt haar kennis over data-acquisitie in en<br />

verkent de verschillende opties voor data-inwinning<br />

bij dit kennisontwikkelingsproject, mede omdat<br />

de verwachting is dat in de toekomst een grote<br />

databehoefte zal ontstaan op dit gebied.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

Onderzoek naar voordelen van organische golfdemping<br />

een wilgenbos vóór de dijk<br />

halveert de golfhoogte<br />

Effect van begroeiing op de golfhoogte<br />

Traditionele dijkversterking kost 3 tot 5 miljoen euro<br />

per kilometer, afhankelijk van de benodigde mate van<br />

versterking. Op zoek naar goedkopere en duurzame<br />

oplossingen voert Deltares al geruime tijd onderzoek<br />

uit aan golfmodellen waarin de begroeiing van dijken<br />

is meegenomen. Als in de praktijk wordt aangetoond<br />

hoe bomen in staat zijn een golfaanval op een dijk af te<br />

zwakken, hoeft een dijk wellicht minder hoog te worden<br />

of kan een dijkversterking mogelijk worden uitgesteld.<br />

In beide gevallen levert dit forse kostenbesparingen op.<br />

Langs de Nieuwe Merwede in de buurt van Dordrecht<br />

zijn bij de vooroever van de dijk al stroken wilgenbos<br />

aanwezig, die een natuurlijke proeftuin vormen.<br />

Golfgoot-testen door Deltares tonen aan dat een<br />

wilgenbos ongeveer een halve meter kan afhalen van<br />

een golfhoogte van een meter.


‘Nog veel kennisontwikkeling nodig’<br />

Organische ontwikkeling<br />

Voordat het effect van begroeiing op de golfhoogte<br />

wordt meegenomen bij dijktoetsingen, zijn nog vele<br />

experimenten nodig. Zo moet de precieze invloed van<br />

begroeiing ook over langere tijd nauwkeurig worden<br />

gemeten.<br />

Beplanting ontwikkelt zich organisch, waardoor de<br />

invloed van bomen op de golfwerking varieert in de<br />

tijd. Daarbij is het belangrijk de kwaliteit van bomen te<br />

kennen. Gezonde bomen bieden waarschijnlijk meer<br />

weerstand tegen golven dan ongezonde.<br />

Meer sedimentatie<br />

Verder moeten bodemgegevens bekend zijn. De<br />

verwachting is dat bij hoogwater door de begroeiing<br />

meer slib zal neerslaan en de vooroevers bovendien<br />

beter op hun plaats blijven. Dit heeft een gunstig effect<br />

op de grondwaterstroming en de intredeweerstand<br />

aan de vooroever van de dijk, wat de kans op piping<br />

verkleint. Het patroon van aanplant is mede bepalend<br />

voor de mate van sedimentatie of juist uitschuring.<br />

Daarnaast zijn de golfhoogte en de waterstand<br />

tijdens hoogwater belangrijke meetgegevens. Al deze<br />

data zullen regelmatig en langdurig moeten worden<br />

verzameld om het effect van een toekomstig ‘Groen<br />

Schild’ nauwkeurig te kunnen voorspellen.<br />

In de startblokken<br />

<strong>Fugro</strong> heeft inmiddels een draaiboek voorbereid om bij<br />

interessante weersomstandigheden (harde wind, hoogwater,<br />

enzovoort) snel een compacte meetcampagne<br />

met een mix van meettechnieken te kunnen inzetten.<br />

Studenten van Hogeschool Zeeland en TU Delft, die<br />

ook betrokken zijn bij het project, bepalen de biomassa<br />

van de bomen nu nog door elke stam met behulp van<br />

een meetlint, schuifmaat en hand-gps in te meten. Dit<br />

zou op termijn kunnen worden geautomatiseerd met<br />

behulp van geavanceerde meettechnieken van <strong>Fugro</strong>,<br />

zoals de applicaties BOAT-MAP en DRIVE-MAP. Enkele<br />

voordelen hiervan zijn dat de gebieden niet meer<br />

betreden hoeven te worden en dat een objectieve<br />

eenduidige meting wordt gedaan.<br />

Unmanned Aerial Vehicle<br />

Als eerste is voorzien in het inmeten van een testlocatie<br />

met behulp van een Unmanned Aerial Vehicle (UAV),<br />

uitgerust met foto- en infraroodcamera’s. De bedoeling<br />

is om het gebied in te meten met behulp van de<br />

luchtfoto’s en de kwaliteit van het wilgenbos te bepalen<br />

met behulp van de infraroodcamera.<br />

Het draaiboek voorziet verder in geofysische en<br />

geotechnische metingen om de veranderende<br />

intredeweerstand door sedimentatie beter te volgen. Dit<br />

is van belang om de geotechnische sterkte van de dijk<br />

te bepalen.<br />

Op dit moment lopen de verschillende vergunningaanvragen<br />

voor de vluchten met de UAV; naar<br />

verwachting kunnen voor de zomer van 2013 de eerste<br />

gegevens worden ingewonnen.<br />

Meer informatie:<br />

Martin van der Meer, 030 602 8175,<br />

m.vdmeer@fugro.nl<br />

Rob van der Salm, 070 311 1446,<br />

geomonitoring@fugro.nl<br />

Een UAV kan de kwaliteit van vegetatie snel in kaart brengen.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013 15


SPECTIEF VAN AF HET NOORDEN<br />

HAAK OM LEEUWARDEN: AQUADUCT N31<br />

Optimaal gebruik van aanwezige kleilagen voorkomt lekkage en drukt kosten<br />

GELVLUCHT PERSPECTIEF<br />

16<br />

laatste ijstijd helpt ’n handje<br />

bij ontwerp aquaduct<br />

Artist Impression Aquaduct N31<br />

Als onderdeel van de nieuwe rondweg om Leeuwarden wordt een aquaduct aangelegd onder het<br />

Van Harinxmakanaal. Eis hierbij was zo slim mogelijk gebruik te maken van aanwezige bodemmaterialen,<br />

zoals door gletsjers achtergelaten keileem en potklei. Vanwege het zoute grondwater stelde de<br />

opdrachtgever ook strenge eisen aan de lekkage na ingebruikstelling. Met enkele proeven en flink wat<br />

rekenwerk kwam een gefundeerd advies tot stand.<br />

De ‘Haak om Leeuwarden’ is een nieuwe rijksweg aan de<br />

(zuid)westkant van de Friese hoofdstad. De weg vormt<br />

de verbinding tussen de A31 aan de westzijde van de<br />

stad en de N31 aan de zuidzijde. De Haak is één van de<br />

projecten van ‘Vrij-Baan’, waarmee Rijkswaterstaat, de<br />

provincie Fryslân en de gemeente werken aan een betere<br />

ontsluiting van de zuidwestelijke kant van Leeuwarden.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

Andere doelstellingen zijn: minder sluipverkeer op<br />

de regionale wegen en ruimte voor economische<br />

ontwikkeling en groei van Leeuwarden en omstreken.<br />

Tijdsdruk<br />

Als onderdeel van de nieuwe rondweg om Leeuwarden<br />

komt er in de A31 een aquaduct onder het Van Harinxma-


kanaal. MNO Vervat heeft dit werk in de zomer van<br />

2012 aangenomen als een design & construct-project.<br />

Voor het ontwerp van de betonconstructie is Vlagsma<br />

Ingenieursbureau uit Heerenveen ingeschakeld.<br />

<strong>Fugro</strong> is om een economisch ontwerp gevraagd, dat<br />

optimaal gebruikmaakt van de aanwezige bodemlagen,<br />

waaronder pakketten potklei en keileem die hier in de<br />

laatste ijstijd zijn afgezet. Complicatie daarbij was dat<br />

het werk al eind 2014 moet worden opgeleverd: haast<br />

was dus geboden.<br />

Zout grondwater<br />

Vanwege het zoute grondwater heeft de opdrachtgever<br />

strenge lekkage-eisen gesteld voor de gebruikssituatie.<br />

Om het waterremmend vermogen van de ondergrond<br />

te bepalen, heeft <strong>Fugro</strong> aanvullend grond- en<br />

laboratoriumonderzoek en enkele pompproeven<br />

uitgevoerd. Op basis van deze onderzoeken kon<br />

worden berekend dat het project uitvoerbaar is<br />

met toepassing van waterkerende wanden, met als<br />

bodemafsluiting potklei (op NAP - 30 m), keileem (op<br />

NAP - 17 m) en klei (tot NAP - 10 m). De keileem bleek<br />

aan de zuidzijde onvoldoende aanwezig. Daarom is aan<br />

die zijde de potklei-polder vergroot. Aan de zuidzijde<br />

komt ook de voorbouwlocatie waarin de zinktunnel zal<br />

worden gebouwd.<br />

Waterkerende wanden<br />

Voor de waterkerende wanden kunnen cementbentonietwanden,<br />

Mixed-in-Place-wanden, Cutter-<br />

Soilmix-wanden en/of Geolock-wanden worden<br />

toegepast. Dit laatste type wand is gebaseerd op een<br />

folie die tot beperkte diepte in de grond kan worden<br />

gedrukt of in een CB-, MIP- of CSM-wand kan worden<br />

geplaatst. <strong>Fugro</strong> heeft de vervormingen van de wanden<br />

en de noodzaak van het toepassen van folie berekend.<br />

De taludhellingen en ontwatering zijn van grote invloed op<br />

de vervormingen, zo bleek op basis van Plaxis-analyses.<br />

Fundering op staal<br />

Op basis van de bestaande kennis van (en ervaring<br />

in) dit gebied is besloten om voor het aquaduct een<br />

fundering op staal te onderzoeken. Een damwandproef<br />

gaf aan hoe de wanden het beste tot de vereiste diepte<br />

van NAP - 32 m kunnen worden ge plaatst. Omdat in<br />

de bodem ook overgeconsolideerd zand voorkomt,<br />

bestaat hier het risico van forse ontspanning van de<br />

ondergrond. De mate van ontspanning is tijdens de<br />

damwandproef eenduidig vastgesteld. Op basis hiervan<br />

bleek dat een combinatie van damwand en fundering<br />

op staal kan worden toegepast.<br />

Monitoring<br />

<strong>Fugro</strong> heeft het ontwerp van de polders, grondkeringen,<br />

funderingen en ontwatering voor zijn rekening genomen<br />

en het benodigde onderzoek uitgevoerd. De effectieve<br />

samenwerking met de aannemer en constructeur<br />

maakte een snel advies en het minimaliseren van het<br />

materiaalgebruik in het ontwerp mogelijk. Op basis van<br />

een risicoanalyse en een monitoringsplan worden de<br />

kritische onderdelen van de uitvoering beheerst. Daarbij<br />

gaat het vooral om zaken zoals mogelijke lekkage,<br />

stabiliteit en vervormingen.<br />

HAAK OM LEEUWARDEN: AQUADUCT N31<br />

Meer informatie:<br />

Onno Dijkstra, 050 575 1496, o.dijkstra@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

17


18<br />

‘Hydrologisch maatwerk aan de Maas’<br />

Drainage op maat door hydraulische toetsing en grondonderzoek<br />

Droge voeten in Grave door ondiepe drain<br />

Er wordt volop gesleuteld aan de waterafvoer van de Maas in Noord-Limburg: verbreding, verdieping en<br />

waterpeilverhoging bijvoorbeeld. Goed voor de afvoercapaciteit, maar een hoger peil in de rivier heeft<br />

ook effecten op de grondwaterstand in de omgeving. Zo dreigde een buitenwijk van het stadje Grave wel<br />

erg drassig te worden. De gemeente vroeg <strong>Fugro</strong> een door Rijkswaterstaat voorgestelde oplossing door<br />

te rekenen op basis van de lokale omstandigheden. Maatwerk aan de Maas, dus.<br />

Voor het overkoepelende project Maas werken verdiept<br />

Rijkswaterstaat een traject van 11 km van de Maas<br />

op de grens van Limburg en Noord-Brabant. Tussen<br />

de stuwen Sambeek en Grave worden enkele meters<br />

van de rivierbodem afgegraven om de rivier meer<br />

afvoercapaciteit te geven.<br />

Deze zomerbedverdieping veroorzaakt een verlaging<br />

van de Maaswaterstanden, maar ook van de<br />

grondwaterstand in de omgeving. Dit leidt onder<br />

andere tot verdroging van enkele natuurgebieden. Als<br />

verzachtende maatregel wordt daarom het waterpeil in<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013<br />

de Maas tussen Sambeek en Grave met in totaal 30 cm<br />

verhoogd, ‘opgezet’ in vaktermen. Maar ook een hoger<br />

rivierpeil heeft weer gevolgen voor de grondwaterstand.<br />

Voorstel: interceptiedrain<br />

Om een beeld te krijgen van de effecten van de peilopzet<br />

heeft Rijkswaterstaat een regionale modelstudie laten<br />

uitvoeren, waaruit enkele algemene oplossingen zijn<br />

voortgekomen. Zo is voor de wijk Estersveld, gelegen<br />

in een polder vlak achter de Maasdijk in Grave, een<br />

theoretische stijging van de grondwaterstand berekend<br />

die wateroverlast als gevolg zou kunnen hebben. Als


compenserende maatregel is een ‘interceptiedrain’<br />

voorgesteld. Deze 900 m lange geperforeerde<br />

kunststoffen leiding zou moeten worden aangebracht<br />

in het eerste watervoerende pakket.<br />

Lokale toetsing<br />

Rijkswaterstaat stelt de aanliggende gemeenten<br />

een budget beschikbaar voor deze verzachtende<br />

maatregelen, waarbij de gemeente niet verplicht is<br />

om het voorstel uit de modelstudie te volgen. Daarom<br />

heeft de gemeente Grave aan <strong>Fugro</strong> gevraagd deze<br />

maatregel technisch en financieel te toetsen aan de<br />

hand van de lokale omstandigheden.<br />

Stevige pomp nodig<br />

Bij de hydraulische toetsing bleek dat het voorgestelde<br />

ontwerp van de interceptiedrain de gewenste<br />

verlaging van de grondwaterstand niet overal bereikt.<br />

Grondonderzoek toonde aan dat in dit gebied op<br />

sommige plaatsen een afsluitende deklaag in de<br />

ondergrond ontbreekt, terwijl de aanwezigheid van<br />

deze laag een uitgangspunt was in het ontwerp van<br />

de voorgestelde drain. Dit betekent dat in de praktijk<br />

een flinke pomp nodig is om de gewenste hoeveelheid<br />

water te kunnen onttrekken en te kunnen lozen op een<br />

boezem. De voorkeur van de gemeente ging steeds uit<br />

naar lozen onder vrij verval, onder andere vanwege de<br />

kosten en omdat dan geen vergunning nodig is.<br />

De kosten voor de aanleg van de drain inclusief afvoer<br />

met een pomp werden geraamd op ruim het viervoudige<br />

van het beschikbare budget voor de verzachtende<br />

maatregel. Daarbij komen nog de jaarlijkse kosten voor<br />

beheer en onderhoud en bedrijfsvoering van de drain<br />

en de pomp.<br />

Alternatief: ondiep drainagesysteem<br />

<strong>Fugro</strong> heeft ook de kosten berekend van een alternatief:<br />

een ondiep drainagesysteem, dat onder vrij verval<br />

loost op de boezem. Uiteindelijk heeft de gemeente<br />

Grave gekozen voor dit ondiepe systeem. Hiervoor is<br />

een aanwezige drain tussen de Maasdijk en de wijk<br />

Estersveld vervangen en uitgebreid. <strong>Fugro</strong> heeft een<br />

ontwerp voor het systeem gemaakt en de uitwerking<br />

daarvan door het civieltechnisch adviesbureau in de<br />

bestekvoorbereiding getoetst.<br />

Het drainagesysteem voert af naar het noordwesten<br />

van de wijk. Hier wordt het systeem gekoppeld aan het<br />

hemelwaterriool. Gezien de grote afstanden<br />

waarover het drainagewater moet worden<br />

afgevoerd, is voor het functioneren van het<br />

systeem gebruikgemaakt van vijverpartijen<br />

aan de zuidzijde van de wijk.<br />

In het geval van calamiteiten, zoals een hoogwatergolf<br />

op de Maas, is het mogelijk het vijverpeil te verlagen<br />

door middel van een bestaande noodafvoer naar de<br />

riolering. Eén put in het drainagestelsel is groot genoeg<br />

uitgevoerd om als dat nodig blijkt, een noodpomp in te<br />

kunnen installeren.<br />

Tevreden<br />

De waterstand tussen Sambeek en Grave is inmiddels<br />

30 cm ‘opgezet’. Het ondiepe drainagestelsel<br />

functioneert nu een jaar en er zijn bij de gemeente geen<br />

klachten bekend over grondwateroverlast. De gemeente<br />

zal het functioneren van het drainagesysteem voor<br />

langere tijd blijven monitoren.<br />

Meer informatie:<br />

Mark de Kwaadsteniet, 018 462 0700,<br />

m.dkwaadsteniet@fugro.nl<br />

Aanleg ondiep drainagesysteem.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 1 <strong>maart</strong> 2013 19


GeODin Field Module: mobiele applicatie voor veldwerk<br />

‘Boorgegevens nog sneller op je scherm – ook onderweg’<br />

GeODin is de softwaresuite die <strong>Fugro</strong> heeft<br />

ontwikkeld voor het beheren, presenteren en<br />

analyseren van geo-gerelateerde data. Het kan<br />

daarbij gaan om geotechnische, geologische,<br />

geofysische of geochemische gegevens.<br />

Gebruikerswensen zijn steeds leidend bij het ontwikkelen<br />

van nieuwe mogelijkheden in GeODin. Zo is onlangs<br />

aan het pakket een mobiele applicatie toegevoegd, die<br />

boorgegevens in het veld automatisch in de GeODindatabase<br />

kan laden. Met deze Field Module krijgen<br />

opdrachtgevers boorgegevens nu nog sneller beschikbaar.<br />

Samen met resultaten van sondeeronderzoek en<br />

labonderzoek heeft de gebruiker de mogelijkheid om<br />

resultaten in elke vorm te presenteren of te verwerken in<br />

GIS-applicaties. Met een GeODin-portal en specifieke<br />

toepassingen die voor geotechniek en geomonitoring<br />

zijn ontwikkeld, sluit door <strong>Fugro</strong> ingewonnen data nog<br />

beter aan op het werkproces van opdrachtgevers.<br />

Meer informatie:<br />

Alex Vermeulen, 070 311 1286, a.vermeulen@fugro.nl De GeODin Field Module op een Psion PDA.<br />

Kalender 2013<br />

<strong>Fugro</strong> GeoServices is de komende periode vertegenwoordigd op de volgende evenementen, congressen en/of beurzen:<br />

Kennisdag Inspectie Waterkeringen<br />

21 <strong>maart</strong> 2013<br />

Burgers’ Zoo, Arnhem<br />

www.stowa.nl<br />

Nederlandse Restauratiebeurs<br />

18 t/m 20 april 2013<br />

Brabanthallen, Den Bosch<br />

www.restauratiebeurs.nl<br />

GeoWeek ‘Prof op locatie’<br />

22 t/m 26 april 2013<br />

www.geoweek.nl<br />

Correspondentie-adres:<br />

<strong>Fugro</strong> GeoServices<br />

Postbus 63,<br />

2260 AB Leidschendam<br />

T 070 311 1333<br />

E info@fugro.nl<br />

vind al onze technologieën, kennis en werkgebieden op www.fugro.nl<br />

Redactie:<br />

mw. R. Lancel, ing. M. Pehlig,<br />

Ph. Reedijk.<br />

Interviews, eindredactie,<br />

vormgeving en productie:<br />

©Maas Communicatie, Rotterdam.<br />

Overheid & ICT<br />

23 t/m 25 april 2013<br />

Jaarbeurs Utrecht<br />

www.overheid-en-ict.nl<br />

Civiele Bedrijvendagen<br />

30 mei 2013<br />

TU Delft<br />

www.civielebedrijvendagen.nl<br />

Aan- of afmelding voor toezending van de papieren of digitale versie van <strong>Fugro</strong> Info: redactie@fugro.nl<br />

Deze <strong>Fugro</strong> Info wordt in een<br />

oplage van 11.000 stuks<br />

verspreid onder relaties en<br />

medewerkers van de <strong>Fugro</strong>-<br />

Groep Nederland. Overname van<br />

(delen van) artikelen is toegestaan<br />

indien de bron wordt vermeld.<br />

Foto’s:<br />

<strong>Fugro</strong><br />

Dirk Hol<br />

Gemeente Grave<br />

Jaap Eden IJsbaan<br />

Daan Eijmaal<br />

Maas Communicatie<br />

MNO Vervat<br />

Volker Infra Design<br />

Werf & Nass

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!