05.09.2015 Views

INFO

Fugro INFO editie November

Fugro INFO editie November

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Slimme monitoringstechnieken helpen bij ontwerp, vergunningverlening en communicatie met omwonenden<br />

Monitoring essentieel onderdeel bij<br />

grote projecten van Gasunie<br />

Sinds 2008 werkt Gasunie op grote schaal aan de<br />

uitbreiding van het Nederlandse gastransportnet.<br />

Hierbij is veel onderzoek nodig: niet alleen<br />

vanwege de benodigde vergunningen, maar ook<br />

om de optimale wijze van leidingaanleg te kunnen<br />

bepalen. Fugro heeft het afgelopen jaar diverse<br />

grondonderzoeken uitgevoerd voor de aanleg<br />

van 90 km gastransportleiding tussen Beverwijk<br />

en Wijngaarden.<br />

Om aan de toekomstige transportcapaciteit te<br />

kunnen voldoen is Gasunie enige jaren geleden<br />

begonnen met het uitbreidingsproject Noord-Zuid<br />

route. Het ging daarbij om de aanleg van ruim 500 km<br />

aardgastransportleiding en de bouw van twee nieuwe<br />

compressorstations. Bij een inventarisatie in 2009<br />

bleek een extra uitbreiding van de transportcapaciteit<br />

noodzakelijk, in de vorm van een nieuwe, grote leiding<br />

tussen Beverwijk en Wijngaarden. Frans van den Berg<br />

en Kasper Hoiting van Gasunie zijn als projectmanager<br />

respectievelijk cultuur- en geotechnisch engineer<br />

betrokken bij dit omvangrijke project.<br />

Van den Berg trapt af: ‘De eerste voorbereidingen, in de<br />

vorm van een tracéverkenning, zijn in 2010 begonnen.<br />

Het project valt onder de Rijkscoördinatieregeling<br />

en daarbinnen is het nodig dat we alle vergunningen<br />

gezamenlijk aanvragen. Wij hebben voor dit traject<br />

te maken met flink wat verschillende instanties: vier<br />

verschillende waterschappen, twee dienstkringen<br />

van Rijkswaterstaat en twee provincies. Inmiddels<br />

zitten we in de fase van de voorbereiding van onder<br />

meer de vergunningaanvragen en het zogenoemde<br />

Rijksinpassingsplan. Dit laatste regelt de wijziging van<br />

bestemmingsplannen die de aanleg van de gasleiding<br />

ruimtelijk mogelijk maakt. Dat kost tijd en coördinatie:<br />

Maas Communicatie Fugro<br />

2 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Veiligheid en communicatie<br />

Van den Berg: ‘Belangrijke aspecten bij het<br />

grondonderzoek zijn de veiligheid en communicatie<br />

met de betrokken partijen. Gasunie krijgt een zakelijk<br />

recht om in het eigendom van een ander – de bodem –<br />

een forse leiding aan te leggen. Er ontstaat een<br />

belemmerende zone van 5 m aan beide zijden van de<br />

leiding, waar geen bebouwing mag komen. Daarnaast<br />

moeten grondeigenaren toestemming geven voor het<br />

betreden van hun land voor onderzoek, en later voor de<br />

aanleg zelf. Al met al zijn dat ingrijpende maatregelen en<br />

daarom nemen wij dit deel van de communicatie zelf ter<br />

hand. Ook bij dit project hebben we weer gemerkt dat je<br />

echt iemand ter plaatse moet hebben, gewoon om aan<br />

de keukentafel even wat dingen te bespreken. Dat werkt<br />

beter dan e-mailen of bellen vanaf een ver kantoor.’<br />

Onderzoeksregime<br />

Hoiting beaamt dat: ‘Ook bij het uitvoeren van het<br />

voorbereidende onderzoek kan het nodig zijn even te<br />

wachten tot een gewas van het land is, bijvoorbeeld.<br />

Ons cultuurtechnisch onderzoek is erop gericht<br />

de ondergrond na de aanleg terug te brengen in<br />

de oorspronkelijke staat, zodat de boeren zo min<br />

mogelijk gewasschade lijden. Hiervoor worden<br />

vooral ondiepe handmatige boringen uitgevoerd, die<br />

naderhand trouwens kunnen worden gebruikt voor het<br />

grondmechanisch advies van Fugro. De leidingen en<br />

faciliteiten worden vervolgens op verschillende wijzen<br />

aangelegd: gestuurde boringen, direct pipe-boring,<br />

persing, open ontgraving. En bij elk type werk past<br />

een eigen onderzoeksregime: zoveel boringen, zoveel<br />

sonderingen – al dan niet met geografische eisen – en<br />

laboratoriumonderzoek.’<br />

In het laboratorium wordt gekeken naar volume gewicht<br />

van de grond, de korrelverdeling en de samendrukbaarheid:<br />

de basis voor de zettingsberekening. Verder<br />

worden triaxiaalproeven gedaan om te bekijken hoe de<br />

aannemer het boorgat stabiel kan houden. Ook onderzoekt<br />

Fugro de waterkwaliteit op de boordiepte, met<br />

name op het chloridegehalte. Voor de gasleiding zelf<br />

maakt zilt grondwater niet uit, maar voor het materieel<br />

van de aannemer – en dus voor het boorproces – kan<br />

dit belangrijk zijn.<br />

Kruisingenlijst<br />

Van den Berg: ‘We bekijken tevoren welke objecten<br />

we moeten passeren en welke vergunningseisen<br />

er zijn. Meestal zijn dat NEN-normen,<br />

soms eisen van beheerders, zoals de<br />

waterschappen of ProRail. Tegenwoordig<br />

moeten de meeste kruisingen worden<br />

uitgevoerd met gestuurde boringen; zinkers komen<br />

eigenlijk niet meer voor. Mede op basis van overleg met<br />

de vergunningverleners ontstaat zo een kruisingenlijst<br />

met eisen, die Fugro dan gebruikt voor het onderzoek.<br />

Doel van het onderzoek is enerzijds een bevestiging<br />

dat de voorgestelde methode werkbaar is, maar<br />

ook om gegevens te verzamelen voor het definitieve<br />

uitvoeringsplan van de boring zelf.’<br />

Kan het voorkomen dat op basis van het onderzoek<br />

een andere aanlegmethode wordt gekozen?<br />

Hoiting: ‘In dit gebied zal het niet snel gebeuren, maar<br />

bijvoorbeeld in het zuiden, bij de Maas, kun je stuiten<br />

op flinke ondergrondse grindbanken. Hoewel zelfs<br />

gestuurde boringen tegenwoordig niet meer schrikken<br />

van een beetje grind, wil je dat wel van tevoren weten,<br />

om de risico’s op de juiste wijze te kunnen inschatten.’<br />

MotionMap NL<br />

MotionMap NL is een door Fugro ontwikkelde<br />

database waarbij voor heel Nederland de verticale<br />

beweging van natuurlijke reflectoren is vastgelegd.<br />

Dit is gebeurd aan de hand van het instrument InSAR<br />

(Synthetic Aperture Radar Interferometry) van de<br />

satelliet EnviSat, over de periode van 2004 tot 2008.<br />

De gebruikte analysetechniek (Persistent Scatterer<br />

Interferometry of PSI) is gebaseerd op het feit dat<br />

uitgezonden radargolven op natuurlijke reflectoren<br />

– zoals daken van huizen, dijken, verkeersborden of<br />

hoogspanningsmasten – een sterke reflectie vertonen<br />

bij elke passage van de satelliet. Door de gemeten<br />

hoogten met elkaar te vergelijken is de gemiddelde<br />

daling of stijging van deze objecten in kaart te<br />

brengen. De verticale nauwkeurigheid van de trend in<br />

bodemdaling of -stijging is circa 1 mm per jaar.<br />

Monitoring en MotionMap<br />

Van den Berg: ‘Alle bodemgegevens worden dus<br />

vastgelegd voor de vergunningaanvragen en de<br />

aannemer. Maar de data vervult later nog een andere<br />

taak. Tijdens en na de uitvoering kunnen we aan de hand<br />

van de meetgegevens monitoren of er restzettingen<br />

4 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

‘Niet schrikken van<br />

een beetje grind’


‘Veiligheid en communicatie zijn belangrijke<br />

aspecten bij het grondonderzoek.’<br />

plaatsvinden bij kruisingen. Fugro heeft voorgesteld<br />

om met behulp van de MotionMap-techniek vast te<br />

stellen wat de autonome zettingen zijn van gebouwen<br />

en het maaiveld. Dat kan ons helpen om te bepalen<br />

of er na werkzaamheden extra zettingen plaatsvinden<br />

waarvoor wij verantwoordelijk zijn. Maar ook richting<br />

vergunningverleners kan het goed zijn om te kunnen<br />

aantonen wat de langjarige zetting in een gebied is, om<br />

de door hen geëiste maximale extra zetting te toetsen.’<br />

Hoiting: ‘Bij werkzaamheden zoals bemalingen van<br />

open bouwputten kan een verlaging van de grondwaterstand<br />

optreden die effect heeft op funderingen van<br />

belendende panden, buiten onze werkstrook. Dus als<br />

wij damwanden willen aanbrengen in een bouwkuip,<br />

kijkt Fugro naar de mogelijke effecten op infrastructuur<br />

in de naaste omgeving. Dat kunnen panden zijn, een<br />

dijklichaam of andere kabels en leidingen. De opdracht<br />

aan Fugro voorziet in het aanleveren van input die wij<br />

kunnen gebruiken voor een monitoringsplan.’<br />

opzadelen en eventuele meningsverschillen fatsoenlijk<br />

oplossen. Want alle partijen – Gasunie, landeigenaren,<br />

omwonenden, adviseurs én aannemers – moeten<br />

nog een flinke periode met elkaar door. Aardgas blijft<br />

immers nog geruime tijd een belangrijke, schone en<br />

veilige energiebron voor ons allemaal!’<br />

Monitoring wordt ook bij Gasunie steeds vaker ingezet,<br />

niet alleen voor eventuele nazettingen van kruisingen.<br />

Hoiting: ‘Dat klopt. De Waterwet eist monitoring<br />

van de gevolgen van grondwateronttrekking:<br />

grondwaterstanden, opname van gebouwen, peilbuizen<br />

voor het meten van droogteschade. Verder is monitoring<br />

voorzien om andere uitvoeringsrisico’s in de gaten te<br />

houden, zoals vervoersbewegingen en het aanbrengen<br />

en uithalen van damwanden.’<br />

Van den Berg: ‘Gasunie wil graag zelf de risicofactoren<br />

zien en kunnen beoordelen. Wij zijn verantwoordelijk<br />

voor de uitvoering van een project en willen dat zo<br />

goed mogelijk doen. Dus geen onnodige schade<br />

veroorzaken, anderen niet onnodig met onze problemen<br />

Gastransportnet Gasunie<br />

Het netwerk van Gasunie is één van de grootste<br />

gastransport hogedruknetten in Europa en bestaat uit<br />

meer dan 15.000 kilometer pijpleiding in Nederland<br />

en Noord-Duitsland, tientallen installaties en ongeveer<br />

1.300 gasontvangstations. De jaarlijkse doorzet<br />

van gas bedraagt circa 125 miljard m 3 . Mede door<br />

haar betrouwbaarheid en strategische ligging vormt<br />

het transportnet van Gasunie de kern van wat de<br />

‘gasrotonde’ van Noordwest-Europa wordt genoemd.<br />

Project Beverwijk-Wijngaarden in cijfers<br />

Ontwerpdruk gastransportleiding 79,9 bar<br />

Bedrijfsdruk gastransportleiding 66 bar<br />

Lengte tracé<br />

90 km<br />

Diameter leiding<br />

48 inch (1200 mm)<br />

En verder:<br />

- 147 routekaarten<br />

- 200 kruisingen, waarvan zo’n 45 vergunningplichtig<br />

- 580 sonderingen tussen 20 en 40 m diepte<br />

- 170 mechanische grondboringen<br />

tussen 10 en 40 m diepte<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

5


Opinie<br />

Actieve samenwerking Deltares en Fugro<br />

‘Denken vanuit kracht,<br />

samenwerken vanuit vertrouwen’<br />

Het onafhankelijk kennisinstituut Deltares kijkt<br />

bij het invullen van haar taken steeds meer over<br />

de schutting. Door kennis te delen en nauw<br />

samen te werken met marktpartijen zoals Fugro<br />

creëert Deltares kansen voor de BV Nederland.<br />

Een gesprek met directeur ir. Harry Baayen over<br />

toepassing van unieke kennis en het belang van<br />

goed onderwijs.<br />

Deltares werkt aan innovatieve oplossingen op het<br />

gebied van water, ondergrond en infrastructuur, die het<br />

leven in delta’s, kustregio’s en riviergebieden wereldwijd<br />

veilig, schoon en duurzaam maken. Daarbij zoekt het<br />

kennisinstituut steeds vaker de samenwerking met<br />

marktpartijen, zoals Fugro.<br />

Directeur Harry Baayen legt uit waarom dat voor alle<br />

partijen winst oplevert. ‘Wij zitten als Deltares in de<br />

lastige business van het voorkomen van problemen. Wij<br />

moeten overheden ervan overtuigen dat ze geld moeten<br />

uitgeven om te voorkomen dat een ramp gebeurt. Als<br />

we succes hebben, gebeurt er dus geen ramp. Maar<br />

dan loop je ook een risico. Namelijk dat niemand meer<br />

weet dat dat onze verdienste is. Voor een bedrijf als<br />

Fugro ligt dat anders; daar is men vooral bezig met<br />

exploratie en uitvoering, dus met geld verdienen. Een<br />

combinatie van die twee werelden maakt dat beide er<br />

beter van kunnen worden.’<br />

‘We hebben al op een aantal projecten samengewerkt<br />

en de intentie ligt er om dat verder uit te breiden. We<br />

proberen deze twee hoogwaardige instituten op het<br />

gebied van veiligheid en water bij elkaar op te tellen,<br />

zodat we vooral in het buitenland een nog sterkere<br />

positie krijgen.’<br />

Waarom vooral in het buitenland, er is in Nederland toch<br />

nog werk genoeg?<br />

Baayen: ‘Dat klopt, maar Nederland is klein en redelijk<br />

‘af’. In het buitenland zijn er nog volop uitdagingen en<br />

gaat het ook vaak om acutere problemen: er moet dan<br />

snel geschakeld worden. Ook gaat het regelmatig om<br />

andere vragen, waar wij zelf weer van kunnen leren.’<br />

Is Fugro de enige marktpartij waarmee jullie samenwerken?<br />

Baayen: ‘Nee, maar onze relatie met Fugro is wel<br />

6 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

‘Als je deelt, gaan anderen<br />

vanzelf meedenken en delen’


‘Er is geen keus: als je zelf top wilt<br />

zijn, moet alles top zijn’<br />

bijzonder. We zien hen als de wereldtop op het gebied<br />

van exploratie, data-inwinning en geo-informatie.<br />

Omdat wij de ambitie hebben om op ons eigen terrein<br />

tot de wereldtop te behoren, zoek je logischerwijs<br />

samenwerking met gelijkwaardige partners. Wij hebben<br />

een sterk netwerk op het niveau van overheden, dat<br />

prima aansluit bij het internationale, meer commerciële<br />

netwerk van Fugro. Ook beschikt Fugro over een schat<br />

aan informatie uit allerlei onderzoeken. Voor ons biedt<br />

dat weer kansen voor onderzoek en ontwikkeling. Zo<br />

versterk je elkaar en kom je samen veel verder dan in<br />

je eentje.’<br />

Azerbeidzjan<br />

‘Zo zijn wij een tijd geleden benaderd door de regering<br />

van Azerbeidzjan, waar zich grote problemen met<br />

overstromingen voordoen. Wij gaan daar dan praten,<br />

en geven Nederlandse bedrijven de mogelijkheid om<br />

in ons kielzog mee te gaan. Zo werken we samen aan<br />

het versterken van de positie van Nederland op het<br />

gebied van water- en deltatechnologie. Die opdracht<br />

staat met zoveel woorden in het regeringsbesluit bij de<br />

oprichting van Deltares. Dus ook in dat kader past de<br />

samenwerking met Fugro goed.’<br />

Hoe bepalen jullie de onderzoeksrichtingen?<br />

Baayen: ‘De Raad voor het Deltaonderzoek heeft een<br />

programma opgesteld met vijf overkoepelende thema’s<br />

waar wij ons op richten, met als integrerend kader<br />

het duurzaam inrichten van deltagebieden. Binnen de<br />

thema’s onderscheiden we verschillende programma’s<br />

die meer in detail aangeven wie wat doet, wanneer<br />

welke producten worden opgeleverd en tegen welke<br />

kosten. Samen met anderen, waaronder marktpartijen,<br />

kunnen we op basis van die programma’s kijken waar<br />

we samen meerwaarde kunnen creëren.’<br />

Eigen kracht<br />

‘Uiteraard dienen wij graag de publieke zaak en het<br />

algemeen belang, nationaal en internationaal. We<br />

vinden ons werk zo leuk, dat we vaak alleen onze uren<br />

declareren en daarmee klaar. Maar tegelijkertijd moet<br />

ook bij ons de kachel branden. Dus als wij bepaalde<br />

unieke kennis ontwikkelen, en een ander kan op basis<br />

daarvan een winstgevende toepassing maken, willen<br />

wij ook een deel van de opbrengst. Van oudsher zijn<br />

we gewend onze kennis weg te geven, onder het motto<br />

‘Kennis moet stromen’. Dat blijft zo, maar daar worden<br />

we wel zakelijker in. We redeneren zelfbewuster, vanuit<br />

eigen kracht. We hebben heel wat in huis, dus daar<br />

mag best een bepaalde prijs tegenover staan.’<br />

Open source<br />

‘De wereld verandert snel. Wij hebben altijd gewerkt<br />

vanuit het adagium: ‘Kennis die met belastinggeld is<br />

betaald, is vrij voor iedereen, en als wij het zelf hebben<br />

ontwikkeld, is het van ons’. Maar mede onder invloed<br />

van de steeds groeiende transparantie door de ictgestuurde<br />

uitwisseling van informatie, delen wij nu<br />

onze kennis.’<br />

‘Een mooi voorbeeld van deze nieuwe aanpak is het<br />

‘open source’ maken van één van onze succesproducten,<br />

het softwarepakket Delft3D. Deze grote<br />

stap voorwaarts stimuleert ons nog beter en sneller te<br />

reageren op ontwikkelingen en marktbehoeften. Dat<br />

betekent dat we nog beter moeten worden en dus ook<br />

de juiste mensen moeten behouden en aantrekken. En<br />

daar zit wel een zorgpunt. Onze technische opleidingen<br />

leveren niet genoeg mensen af om de Nederlandse<br />

ambities waar te maken. Niet alleen bedrijven werken<br />

steeds meer met medewerkers uit andere landen, ook<br />

op universiteiten volgen steeds meer buitenlandse<br />

studenten onze technische opleidingen. Met als risico<br />

dat onze kennis wegvloeit wanneer die werknemers en<br />

studenten na enige tijd teruggaan naar hun eigen land.<br />

We hebben nog een zeer goed imago op het gebied van<br />

engineering en vraagstukken rondom deltatechnologie,<br />

maar we moeten het punt van opleidingen goed in de<br />

gaten houden.’<br />

‘Dare to share’<br />

Onze visie op de toekomst is dat we vanuit onze<br />

specialisatie een goede positie op de markt veroveren.<br />

Daarbij zitten we niet meer op de kennis, maar gooien<br />

we de luiken wijd open. Ons motto is: ‘Dare to share’.<br />

Het is mijn overtuiging dat wanneer je gaat delen, andere<br />

partijen gaan meedenken en zelf ook gaan delen. Je<br />

werkt dan vanuit vertrouwen en spreekt elkaar aan op<br />

het eigen vak, op de inhoud. Dat werkt stukken prettiger<br />

dan werken vanuit argwaan en de angst dat de ander er<br />

met jouw kennis of het geld vandoor gaat.’<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

7


GWW-sector gaat koudwatervrees te lijf<br />

Kansen benutten met<br />

de Observational Method<br />

Cees Jan Winkel<br />

In 2009 hebben opdrachtgevers, opdrachtnemers,<br />

kennisinstellingen en ingenieursbureaus<br />

uit de GWW-sector het programma Geo-Impuls<br />

opgezet. Met als doel: het reduceren van de<br />

geotechnische faalkosten in het jaar 2015 met<br />

50%. Eén programmaonderdeel is het onder de<br />

aandacht brengen van de Observational Method.<br />

Met deze ontwerpmethode kunnen de kansen die<br />

de ondergrond biedt, op een verantwoorde wijze<br />

worden benut.<br />

De voorzitter van de Geo-Impuls-werkgroep<br />

Observational Method, Mandy Korff (Deltares), legt uit<br />

wat de methode inhoudt. ‘Dat de ondergrond grote<br />

onzekerheden met zich meebrengt, is bij veel mensen<br />

bekend. Bij de realisatie van een project kun je daar<br />

rekening mee houden door een heel veilig ontwerp<br />

te maken. Je kunt echter ook de onzekerheden juist<br />

benutten door goed risicomanagement te voeren,<br />

want meevallers zijn natuurlijk ook mogelijk. Dat is de<br />

gedachte achter de Observational Method.’<br />

De Observational Method combineert risicogestuurd<br />

ontwerpen met een optimale monitoring tijdens de<br />

uitvoering. Dit reduceert de kans op falen sterk.<br />

Risicogestuurd ontwerpen<br />

De werkgroep wil in Nederland praktijkervaring opdoen<br />

met de methode. Uit een enquête onder Nederlandse<br />

8 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Observational Method<br />

De Observational Method (OM) combineert ontwerp,<br />

uitvoering, monitoring en revisie in één aanpak.<br />

Dit betekent dat er in het gehele bouwproces<br />

gestuurd wordt op risicomanagement. Tijdens<br />

het ontwerp wordt al nagedacht over hoe tijdens<br />

de uitvoering via monitoring risico’s tijdig kunnen<br />

worden gesignaleerd, waardoor de uitvoering nog<br />

kan worden aangepast.<br />

De OM is een optimistische manier van werken.<br />

In de ontwerpfase wordt een geotechnisch profiel<br />

gemaakt, dat uitgaat van de best mogelijke<br />

grondparameters. Dit in tegenstelling tot de klassieke<br />

benaderingswijze waarbij veel conservatiever<br />

wordt ontworpen. Dankzij een gedetailleerd<br />

monitoringsplan en een vooraf vastgelegd<br />

actieplan bij overschrijding van grenswaarden<br />

wordt voldoende veiligheid gewaarborgd. De OMontwerpmethode<br />

kan worden gebruikt voorafgaand<br />

aan de werken (‘ab initio’) of nadat problemen zijn<br />

opgetreden (‘best way out’). Fugro is via Geo-Impuls<br />

betrokken bij de werkgroep Observational Method.<br />

opdrachtgevers en opdrachtnemers bleek dat minder<br />

dan 25% van hen weet hoe deze methode kan worden<br />

ingezet. En praktijkervaringen zijn er nog weinig. Korff:<br />

‘Daarom verzamelen we nu voorbeelden van geslaagde<br />

toepassingen. De Observational Method wordt vaak<br />

al toegepast op onderdelen. Wij denken dat dat kan<br />

worden uitgebreid. In het buitenland wordt al veel vaker<br />

op deze wijze gewerkt voor grote delen van een project.’<br />

Praktijkvoorbeeld<br />

‘De Observational Method biedt opdrachtgevers<br />

en opdrachtnemers kansen door aan de hand van<br />

monitoringsresultaten het ontwerp bij te sturen’, aldus<br />

Kristina Reinders van Fugro. ‘Een mooi recent voorbeeld is<br />

de bouw van opslagtanks in een havengebied, vlakbij een<br />

kwetsbare koelwaterleiding. Op de leiding zijn zakbaken<br />

geplaatst voor het meten van deformaties. Naast de<br />

leiding, in het losgepakte zand, zijn vibroconussen<br />

geplaatst voor het meten van trillingen en de bijbehorende<br />

verdichting. De van tevoren vastgestelde maatregelen<br />

bleken hier inderdaad nodig om de benodigde damwand<br />

te kunnen installeren. De leiding heeft hierbij geen schade<br />

opgelopen, zodat een project dat vooraf nagenoeg<br />

onmogelijk leek, met goed resultaat is afgerond.’<br />

Geen risico op ‘bros bezwijken’<br />

De Observational Method is beschreven<br />

in Eurocode 7 en kan dus ook prima<br />

in Nederland worden toegepast. Korff:<br />

‘Je moet alleen wel zorgvuldig te werk gaan. Het<br />

toepassen van monitoring alleen is zeker nog geen<br />

Observational Method. Er moeten diverse scenario’s<br />

worden doorlopen, van conservatief tot meer<br />

optimistisch. Er moet dus ook meer dan één ontwerp<br />

worden gemaakt. Daarnaast kan de methode alleen<br />

worden toegepast als er geen risico bestaat op ‘bros<br />

bezwijken’. Met andere woorden: er moet tijd zijn<br />

om mitigerende maatregelen te kunnen uitvoeren.<br />

Verder moet je je als ontwerper houden aan een strikt<br />

stappenplan; onvoorziene wijzigingen doorvoeren<br />

tijdens de uitvoering is niet de bedoeling.’<br />

Halveren faalkosten<br />

Vooral projecten waarbij het voorspellen van het<br />

grondgedrag met bestaande modellen niet mogelijk<br />

is of grote onzekerheden met zich meebrengt, lenen<br />

zich voor deze aanpak. Korff: ‘Bij een optimale<br />

uitvoering volgens de Observational Method zal een<br />

project worden gerealiseerd met behulp van juist<br />

die maatregelen die noodzakelijk zijn om het project<br />

veilig en betrouwbaar, tegen minimale kosten te<br />

realiseren.’ De werkgroep Observational Method staat<br />

opdrachtgevers en -nemers die hun koudwatervrees<br />

willen overwinnen, graag bij. Zo komt de Geo-Impulsdoelstelling<br />

– halveren van de geotechnische faalkosten<br />

in Nederland – weer een stap dichterbij.<br />

Meer informatie:<br />

Kristina Reinders, 070 – 311 12 04, k.reinders@fugro.nl<br />

Mandy Korff, 088 – 335 74 66, mandy.korff@deltares.nl<br />

Tussentijdse zettingsmetingen bij ondergrondse koelleiding.<br />

‘Er moet tijd zijn voor<br />

mitigerende maatregelen’<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

9


DRIVE-MAP Viewer: 3D-weergave van bestaande basiskaart én DRIVE-MAP-data<br />

‘Een geheel nieuwe blik op uw<br />

totale beheerareaal’<br />

DRIVE-MAP Viewer gekoppeld aan Microstation.<br />

DRIVE-MAP is een geavanceerd systeem<br />

waarmee vanuit een rijdende auto zowel foto’s<br />

als een 3D-puntenwolk worden ingewonnen. De<br />

methode is snel, nauwkeurig en zonder hinder<br />

voor het overige verkeer. En met de nieuwe<br />

DRIVE-MAP Viewer kan de ingewonnen data nu<br />

nog sneller worden bekeken en vergeleken. Zelfs<br />

snel even de doorgang tussen twee gebouwen<br />

meten behoort nu tot de mogelijkheden.<br />

Op basis van ingewonnen DRIVE-MAP-data kan Fugro<br />

snel de gewenste topografie karteren en opleveren in<br />

ieder gewenst bestandsformaat en datamodel. Maar<br />

veel opdrachtgevers willen ook snel kleine mutaties<br />

kunnen doorvoeren in een bestaande geografische<br />

database. En hoewel de DRIVE-MAP-data zelf zich<br />

daarvoor zeer goed leent, ontbrak tot nu toe vaak de<br />

geschikte software om de vele gigabytes aan foto- en<br />

laserdata te kunnen verwerken.<br />

Met de nieuwe DRIVE-MAP Viewer biedt Fugro een<br />

oplossing die naadloos aansluit op de DRIVE-MAP-data.<br />

De viewer draait op vrijwel alle pc’s en communiceert<br />

direct met bestaande CAD- en GIS-software, zoals<br />

MicroStation en ArcGIS. Bestandsconversies zijn dus<br />

overbodig en de gebruiker blijft in zijn of haar eigen<br />

vertrouwde omgeving werken.<br />

Gebruikerswensen<br />

De eerste versie van de DRIVE-MAP Viewer ontstond<br />

als een klein ‘tooltje’, geschreven door een Fugroprogrammeur<br />

om snel de foto’s te kunnen bekijken.<br />

Dat bleek een handige toepassing en al snel werd het<br />

gebruik van deze tool opgepikt door de DRIVE-MAPdataprocessors.<br />

Zo ontstond behoefte aan nieuwe<br />

functionaliteit en groeide het programma tot een<br />

onmisbare schakel in de uitwerking van DRIVE-MAPprojecten.<br />

Inmiddels is de DRIVE-MAP Viewer helemaal<br />

herschreven om aan alle behoeften van de gebruikers<br />

te kunnen voldoen. Ook maken de eerste afnemers van<br />

DRIVE-MAP-data al gebruik van deze software.<br />

10 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


‘Alle bestaande geometrie<br />

in 3D geprojecteerd’<br />

Alles in 3D<br />

De DRIVE-MAP Viewer biedt een volledige 3D-ruimte<br />

waarin de foto’s en laserdata uit een DRIVE-MAPopname<br />

te zien zijn. Het is mogelijk de viewer standalone<br />

te gebruiken, maar de software komt pas echt tot<br />

zijn recht in combinatie met een CAD- of GIS-pakket.<br />

In de 3D-viewer zal dan, vrijwel automatisch, alle<br />

bestaande geometrie in 3D worden geprojecteerd. In<br />

feite biedt de DRIVE-MAP Viewer dus een 3D-weergave<br />

van uw bestaande data. Zo kan een gebruiker<br />

razendsnel controleren of de geometrie, in vergelijking<br />

met het beeldmateriaal, nog up-to-date is.<br />

Boomdiameter<br />

Naast karteren is het mogelijk om eenvoudig afstanden<br />

te meten. Handig, om bijvoorbeeld de diameter van<br />

een boom snel te bepalen, of op te meten hoe breed<br />

een doorgang tussen twee gebouwen is. Met name<br />

op het gebied van handhaving van openbare orde en<br />

veiligheid biedt dit vele voordelen. Deze functionaliteit<br />

is beschikbaar op basis van de laserdata. Dat betekent<br />

dat coördinaten tot op centimeterniveau nauwkeurig<br />

bepaald kunnen worden. Als nauwkeurigheid minder<br />

belangrijk is, kan ook in de foto’s gemeten worden. Dat<br />

is minder nauwkeurig, maar kan soms sneller werken.<br />

Meten en karteren<br />

Naast het bekijken van data kan in de viewer ook<br />

worden gemeten en gekarteerd. Alle punten en lijnen<br />

die in de viewer worden gekarteerd, komen direct in het<br />

gekoppelde CAD- of GIS-pakket. Het is dus niet nodig om<br />

bestandsconversies uit te voeren. Dat scheelt een hoop<br />

tijd, maar voorkomt bovenal ook fouten met verouderde<br />

versies en verlies aan data tijdens conversieslagen.<br />

In de viewer kan ook tweedimensionale data worden<br />

ingelezen en geprojecteerd voor bijvoorbeeld de BGT,<br />

kadastrale grenzen of beheerkaarten.<br />

Systeemvereisten en de toekomst<br />

DRIVE-MAP Viewer werkt zonder problemen op de<br />

meeste moderne pc’s met een goede videokaart.<br />

De exacte specificaties zijn op te vragen bij Fugro<br />

GeoServices. Daarnaast zijn het CAD-pakket<br />

MicroStation en het GIS-pakket ArcGIS nodig om de<br />

karteerfunctionaliteit te gebruiken. Op termijn worden<br />

ook AutoCAD en Google Earth ondersteund.<br />

Meer informatie:<br />

Martin Kodde, 070 – 317 09 28, m.kodde@fugro.nl<br />

Pim Voogd, 070 – 317 07 36, p.voogd@fugro.nl<br />

DRIVE-MAP-systeem.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

11


Eeuwen aan bouwgeschiedenis in kaart gebracht<br />

‘De Waag ondergronds<br />

de maat genomen’<br />

Ferry van Kampen<br />

Voor het Projectmanagement Bureau van de<br />

gemeente Amsterdam heeft Fugro afgelopen<br />

zomer diverse werkzaamheden uitgevoerd op<br />

de Nieuwmarkt, bij de oude Sint Anthoniespoort,<br />

beter bekend als De Waag. Eén van de torens van<br />

dit bijzondere gebouw vertoont scheefstand en<br />

met het oog op funderingsherstel waren actuele<br />

gegevens nodig. Fugro dook daarvoor in de<br />

ondergrond van onze hoofdstad.<br />

De Waag stamt uit de 15de eeuw en is daarmee<br />

het oudste bewaard gebleven verdedigingswerk<br />

van Amsterdam. Het huidige rijksmonument diende<br />

oorspronkelijk als stadspoort en was onderdeel van<br />

de middeleeuwse stadsmuren. Pas vanaf 1617 werd<br />

het gebruikt als waag en vestigden zich hier de gilden<br />

van de metselaars, schilders, chirurgijns, smeden,<br />

koekenbakkers en schoenlappers. Gebeeldhouwde<br />

poortjes gaven toegang tot de bijbehorende<br />

gildenvertrekken in de torens. In de ruimtes van de<br />

metselaars zijn nog prachtige originele meesterproeven<br />

te zien, zoals schroefvormig getordeerde zuilen,<br />

nissen en frontons. Na 1820 had het gebouw nog<br />

diverse andere functies, waaronder stadsschermzaal,<br />

meubelmakerij, werkplaats voor stadsolieverlichting,<br />

gemeentearchief, brandweerkazerne, gevangenis<br />

en museum. Momenteel functioneert het als caférestaurant,<br />

vergaderruimte en trouwlocatie.<br />

Muurwerk deels onder de grond<br />

Oorspronkelijk bestond het gebouw uit een<br />

poortgebouw met twee torens aan de stadszijde,<br />

en een voorpoort met eveneens twee torens aan de<br />

grachtzijde. Tussen de voor- en hoofdpoort was een<br />

niet-bebouwd pleintje; een overwelfde sluis in de gracht.<br />

Het gebouw is opgetrokken uit baksteen met enkele<br />

ornamenten van kalksteen. In 1614 ontstond de huidige<br />

Nieuwmarkt door het overkluizen van de stadsgracht<br />

aan weerszijden van de Sint Anthoniespoort.<br />

Ook werd het plein opgehoogd, waarbij het muurwerk van<br />

de poort gedeeltelijk onder het maaiveld verdween. Het<br />

gebouw lijkt daardoor tegenwoordig minder hoog dan het<br />

in werkelijkheid is. Met het oog op funderingsherstel heeft<br />

Fugro hier afgelopen zomer diverse werkzaamheden<br />

uitgevoerd, zoals grondonderzoek bestaande uit diepe<br />

sonderingen, mechanische boringen en geotechnisch<br />

laboratoriumonderzoek.<br />

12 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Weetjes over De Waag<br />

- De muren van de poorten zijn bijna 2 m dik.<br />

- De bouw van de Waag kostte 5305 guldens en vier<br />

stuivers.<br />

- In vredestijd werden de torens als gevangenis<br />

gebruikt.<br />

- In de eerste helft van de 19de eeuw werden vóór het<br />

gebouw dood- en lijfstraffen voltrokken; er stond zelfs<br />

een guillotine.<br />

Grondradar ziet funderingsresten<br />

Om inzicht te krijgen in de exacte locaties van<br />

ondergrondse kabels en leidingen rondom De Waag<br />

is grondradaronderzoek verricht. Deze geofysische<br />

techniek is gebaseerd op de voortplanting door de grond<br />

van kortstondige hoogfrequente elektromagnetische<br />

signalen. De snelheid en de reflectiewijze van<br />

de verzonden signalen geven een beeld van de<br />

onregelmatigheden in de ondergrond. Op deze manier<br />

kunnen uiteenlopende zaken in kaart worden gebracht:<br />

bodemstructuur, grondwaterstand, ondergrondse<br />

kabels en leidingen én – niet onbelangrijk op deze<br />

historische plek – ondergrondse funderingsresten.<br />

Met behulp van loodmetingen kan de<br />

scheefstand van een gebouw in kaart worden<br />

gebracht. Periodieke deformatiemetingen<br />

op een aantal ‘vaste’ punten geven inzicht in de<br />

(ongelijkmatige) zakkingssnelheid en zijn derhalve<br />

indicatief voor ‘zwakke’ plekken in de fundering.<br />

Vervolgonderzoek<br />

De resultaten van de onderzoeken geven inzicht in de<br />

huidige staat en kwaliteit van de houten paalfundering<br />

en zullen gebruikt worden voor het vervolgonderzoek<br />

naar een integraal funderingsherstel van het gehele<br />

gebouw. Zodat ook in de toekomst iedereen op het<br />

terras van dit monument kan blijven genieten van deze<br />

bijzondere locatie.<br />

Meer informatie:<br />

Rob Bucker, 020 – 613 34 66, r.bucker@fugro.nl<br />

Maarten Profittlich, 020 – 613 34 66,<br />

m.profittlich@fugro.nl<br />

Het grote voordeel van deze techniek is dat de<br />

ondergrond snel en relatief goedkoop in kaart wordt<br />

gebracht, zonder graaf- of grondwerkzaamheden. Met<br />

name in een dichtbebouwde en drukke binnenstad is<br />

dat zeer handig.<br />

Funderingsinspectie en<br />

houtonderzoek<br />

Ook heeft Fugro een funderingsinspectie en een<br />

onderzoek van de bestaande houten paalfundering<br />

uitgevoerd. Hiervoor moest een lokale aannemer een<br />

metersdiepe inspectieput graven, direct naast een<br />

van de torens. Het houtonderzoek bestond uit twee<br />

onderdelen. Ten eerste het nemen van een aantal<br />

houtmonsters met behulp van een aanwasboor, voor<br />

nader laboratoriumonderzoek. Ten tweede het meten<br />

van de mate van indringing van een pen met behulp van<br />

een slaghamer, ofwel ‘specht’. Deze gegevens tezamen<br />

geven inzicht in de houtkwaliteit (mate van aantasting)<br />

en derhalve het draagvermogen van de bestaande<br />

houten palen.<br />

Metingen<br />

Er zijn diverse metingen uitgevoerd, waaronder lood- en<br />

deformatiemetingen (nauwkeurigheidswaterpassing).<br />

Inspectieput voor het houtonderzoek.<br />

Een deel van de houten paalfundering uit 1488.<br />

Christiaan van Stigt<br />

Christiaan van Stigt<br />

‘Grondradar: bodem zonder graven<br />

snel en goedkoop in kaart’<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

13


3D-model met hoogtecontouren voor irrigatieplan Ghana<br />

Stroomgebied Black Volta kent geen<br />

geheimen meer voor FLI-MAP<br />

Fugro<br />

Onder supervisie van de Bui Power Authority<br />

wordt in Ghana een stuwdam gebouwd in de<br />

rivier Black Volta. Neveneffect hiervan is dat<br />

stroomafwaarts grond vrijkomt voor landbouw.<br />

Om de haalbaarheid van een irrigatieplan te<br />

bepalen heeft Fugro in dit afgelegen junglegebied<br />

een LiDAR-survey uitgevoerd over een oppervlak<br />

van ongeveer 300 km².<br />

Waterkracht is een belangrijke bron voor<br />

elektriciteitsproductie in het West-Afrikaanse land<br />

Ghana. Na dammen bij Akosombo en Kpong is de<br />

Ghanese overheid in 2006 begonnen met een groot<br />

project bij het dorp Bui, in het noordwesten van het<br />

land. Het gaat om een hydro-elektrische centrale,<br />

gecombineerd met een irrigatieplan en de ontwikkeling<br />

van ecotoerisme en visserij. Om het plan te ontwikkelen<br />

en de uitvoering te managen is de Bui Power Authority<br />

(BPA) opgericht.<br />

Haalbaarheidsstudie irrigatieplan<br />

In opdracht van BPA voert Royal Haskoning een<br />

haalbaarheidsstudie uit voor het Bui Irrigation Scheme.<br />

Omdat hiervoor onder andere een gedetailleerd en<br />

up-to-date hoogtemodel nodig is, kreeg Fugro de vraag<br />

een FLI-MAP-survey uit te voeren.<br />

Op basis van de uitkomsten van de survey werd<br />

een topografische kaart voorbereid. De resultaten<br />

worden gebruikt om de uitkomsten te controleren<br />

van andere onderzoeken in het kader van deze<br />

haalbaarheidsstudie. Zo werd al in een eerder stadium<br />

een bodemonderzoek uitgevoerd, waarbij elk surveypunt<br />

werd verbonden aan de topografische kaart.<br />

Bovendien is de topografische informatie nodig voor<br />

het gedetailleerde ontwerp van het irrigatieplan.<br />

Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met<br />

het Franse Fugro Geoid vanwege hun lokale kennis en<br />

ervaring met projecten in West-Afrika.<br />

14 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Helikopter in de jungle<br />

De gewenste parameters – ongeveer 1 punt/m 2 – maken<br />

dit project in principe geschikt voor een fixed wingaanpak;<br />

meten vanuit een vliegtuig. Maar vanwege de<br />

grote haast – de moesson naderde – en vanwege het<br />

feit dat er in de jungle voldoende penetratie door het<br />

bladerdak naar het grondniveau moest worden gehaald,<br />

is ervoor gekozen een lokaal ingehuurde helikopter in te<br />

zetten. Hierdoor konden de metingen snel en met grote<br />

flexibiliteit worden uitgevoerd.<br />

Dit betekende wel dat de apparatuur en het personeel<br />

eerst van Amsterdam naar de Ghanese hoofdstad<br />

Accra en daarna naar de projectlocatie moesten<br />

worden vervoerd. Het eerste deel van de reis was nog<br />

het eenvoudigste: daarna moest alle apparatuur 400<br />

km landinwaarts worden gebracht. Het vervoer van<br />

alle GPS-basisstations, lokale bemanning en brandstof<br />

voor de helikopter naar Bui nam enkele dagen in beslag.<br />

Huisvesting bij de bouwplaats werd geregeld door BPA,<br />

aangezien er in de wijde omtrek nauwelijks hotels of<br />

pensions zijn.<br />

Kantoor onder water<br />

Door de ruime ervaring van de Fugro-medewerkers met<br />

dit type projecten – ook onder barre omstandigheden –<br />

verliep de FLI-MAP-survey efficiënt en secuur. Zelfs een<br />

lokale overstroming door een heftige tropische regenbui,<br />

waarbij het veldkantoor onder water liep, leidde niet<br />

tot vertraging. Door snel handelen is verlies<br />

van data of beschadiging van de apparatuur<br />

voorkomen. En toen het water een paar uur<br />

later was gezakt, is het kantoor met de hulp<br />

van de lokale medewerkers schoongemaakt en kon<br />

snel weer worden doorgewerkt.<br />

3D-model met hoogtecontouren<br />

Met behulp van de opgenomen laserdata zijn de<br />

eindproducten voor Royal Haskoning gegenereerd:<br />

een 3D-model van het gebied met hoogtecontouren.<br />

Daarnaast werd FLI-MAP-data gebruikt voor de<br />

productie van ​hoge resolutie-luchtfoto’s.<br />

Fugro heeft veel uitdagende LiDAR-surveys uitgevoerd,<br />

maar de inzet van het FLI-MAP-systeem in combinatie<br />

met een helikopter in de jungle van West-Afrika was<br />

een bijzondere ervaring. Door deze combinatie is<br />

het mogelijk snel zeer gedetailleerde 3D-modellen te<br />

maken. Ondanks de afgelegen locatie en de uitdagingen<br />

van het werken in zo’n extreme omgeving is het team<br />

erin geslaagd voldoende gegevens te verwerven, te<br />

valideren en te verwerken. De kracht van Fugro in dit<br />

project is de combinatie van LiDAR-expertise en de<br />

lokale kennis van de collega’s van Fugro Geoid.<br />

Meer informatie:<br />

William Waggeveld, 070 – 317 07 60,<br />

w.waggeveld@fugro.com<br />

Fugro<br />

Detail hoge resolutie-luchtfotobeelden van projectgebied.<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

15


Akoestisch doormeten van de fundering van een aanlegsteiger<br />

‘Oude palen, nieuw signaal’<br />

Rob van der Salm, Fugro<br />

Om de toegankelijkheid van een opslagterrein<br />

langs de Nieuwe Waterweg in Vlaardingen te<br />

vergroten wordt de haven voor de kade uitgediept.<br />

Dit kan gevolgen hebben voor de stabiliteit van een<br />

bestaande aanlegsteiger, zodat deze constructie<br />

opnieuw moet worden doorgerekend. De lengte<br />

en de staat van de betonnen palen onder de<br />

steiger vormen daarbij onbekende factoren.<br />

In Vlaardingen begint binnenkort de herinrichting van<br />

een opslagterrein bij de haven. Het terrein wordt gebruikt<br />

voor de opslag van bouwafvalstoffen zoals puin, grind<br />

en grond. Om het terrein geschikt te maken voor de<br />

toekomstige uitbreiding wordt onder andere een aantal<br />

bestaande gebouwen gesloopt. Daarna worden nieuwe<br />

opslaglocaties voor bouw- en sloopmateriaal ingericht.<br />

Om de toegankelijkheid van het terrein te vergroten<br />

wordt de haven 2 m dieper. De huidige aanlegdiepte van<br />

5 m is niet meer voldoende en vormt een belemmering<br />

in de verdere ontwikkeling van het terrein.<br />

Voldoende draagkracht?<br />

Het verdiepen van de haven kan gevolgen hebben voor<br />

de stabiliteit van de bestaande steiger. Mogelijk is de<br />

bestaande paalfundering van de steiger te ondiep en<br />

hebben de palen niet meer voldoende draagkracht als<br />

de haven wordt uitgediept. De bestaande constructie<br />

zal dus opnieuw moeten worden doorgerekend voor de<br />

nieuwe situatie. De lengte en de staat van de betonnen<br />

palen onder de steiger zijn daarbij onbekende factoren.<br />

een schokgolf in de paal geïntroduceerd, waarna<br />

het terugkomende signaal met een speciale sensor<br />

wordt opgevangen. Dit signaal wordt onder andere<br />

sterk beïnvloed door de dichtheid van beton en de<br />

eigenschappen van de ondergrond. Vervormingen<br />

van het ontvangen signaal geven informatie over de<br />

integriteit van de paal en kunnen een aanwijzing zijn<br />

voor bepaalde vormen van gebreken zoals scheuren,<br />

insnoeringen en verwijding van de paal.<br />

Met extra informatie uit het grondonderzoek kan in<br />

sommige gevallen ook informatie over de lengte van de<br />

paal worden verkregen. Dit type onderzoek en analyse<br />

voert Fugro zeer frequent uit.<br />

Tijdens laagwater heeft een team van Fugro de<br />

bestaande steiger geïnspecteerd. Vanaf een boot zijn<br />

bij een aantal maatgevende palen onder de steiger<br />

akoestische metingen verricht. Door met een hamertje<br />

te slaan op speciale meetblokjes aan de palen kon de<br />

nodige informatie over de staat en een indicatie van de<br />

lengte worden verkregen.<br />

Daarnaast zijn achter de kade en in het water<br />

sonderingen uitgevoerd om goede informatie over de<br />

bodemopbouw te verkrijgen. Samen met de historische<br />

gegevens van de aanleg en de nieuwe sonderingen<br />

bij de kade kon een uitspraak worden gedaan over<br />

de integriteit en de lengte van de palen waardoor het<br />

draagvermogen van de palen kon worden bepaald.<br />

Betonpaal-onderzoek<br />

Jaarlijks voert Fugro akoestische metingen uit op<br />

duizenden betonpalen. Met een hamertje wordt<br />

Meer informatie:<br />

Rob van der Salm, 070 – 311 14 46,<br />

geomonitoring@fugro.nl<br />

16 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Veldtest van methode voor bepalen van ligging kabels en leidingen<br />

ProRail wil ‘Grip Op Ondergrondse Infra’<br />

In Nederland ligt circa 2.800 kilometer spoorlijn.<br />

Langs deze sporen liggen diverse kabels en<br />

leidingen voor de bediening van seinen, wissels,<br />

overwegen en wisselverwarming. Beheerder Pro-<br />

Rail wil de kwaliteit van de liggingsgegevens van<br />

deze ondergrondse infrastructuur verbeteren,<br />

met het oog op de verplichtingen uit de Grondroerdersregeling.<br />

Sinds juli 2008 is de Wet informatie-uitwisseling<br />

ondergrondse netten (WION) van kracht. Deze wet<br />

– ook wel bekend als de Grondroerdersregeling –<br />

verplicht alle beheerders van kabels en leidingen om<br />

de liggingsgegevens digitaal beschikbaar te stellen via<br />

het Kadaster.<br />

De afdeling Infraconfiguratiebeheer van ProRail beheert<br />

de liggingsgegevens van de kabels en leidingen rondom<br />

het spoor en heeft nu een methode ontwikkeld om de<br />

kwaliteit van die informatie te verbeteren. Het gaat om<br />

een combinatie van grondradar, visuele inspectie met<br />

kabelaanwijzing en proefsleuven.<br />

Proeve van bekwaamheid<br />

Om uiteindelijk een raamovereenkomst af te sluiten<br />

met drie partijen die in de toekomst deze informatie<br />

kunnen gaan inwinnen, heeft ProRail project ‘Grip<br />

Op Ondergrondse Infra’ (GOOI) opgezet. Na een<br />

eerste preselectie zijn partijen uitgenodigd om met de<br />

genoemde methodiek een proeve van bekwaamheid<br />

te doen. Op 9 mei 2011 heeft Fugro deze proeve<br />

gedaan op emplacement Amersfoort. Voor deze proef<br />

heeft Fugro een eigen lorrie gebouwd om met de<br />

grondradar vanaf het spoor te kunnen meten. Tevens<br />

wordt gebruikgemaakt van specifieke, zelf ontwikkelde<br />

software (Inca Rail, Incontrol en GILcheck) voor het<br />

intekenen van de kabels en leidingen van ProRail.<br />

Fugro is bij de eerste proeve van bekwaamheid<br />

succesvol geweest door inzet van specialistische<br />

geodeten en dataprocessors. Komende tijd volgen<br />

meer proeven en de uiteindelijke selectieprocedure<br />

voor het kwalificeren voor project GOOI.<br />

Meer informatie:<br />

Pedro Kooistra, 020 – 651 08 30, p.kooistra@fugro.nl<br />

Spoorlorrie met grondradar.<br />

Jack Vogelaar, Fugro<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011 17


Oude en nieuwe tunnel nog geen 10 m van elkaar<br />

Baggerwerken nieuwe Coentunnel<br />

permanent gemonitord<br />

Rijkswaterstaat<br />

Onderdeel van het project Capaciteitsuitbreiding<br />

Coentunneltracé is de aanleg van een Tweede<br />

Coentunnel, vlak naast de bestaande tunnel. De<br />

afstand tussen beide tunnelbuizen is op sommige<br />

plekken minder dan 10 m. In zo’n situatie is het<br />

essentieel exact te weten wat de gevolgen van<br />

bouwwerkzaamheden zijn. Fugro is daarom<br />

al vanaf een vroeg stadium betrokken bij de<br />

uitgebreide monitoring voor dit project.<br />

Aannemingscombinatie Coentunnel Company is in<br />

2008 begonnen aan het project Capaciteitsuitbreiding<br />

Coentunneltracé. Daarbij worden naast de aanleg van<br />

een nieuwe tunnel, de aansluitingen op de A8 en A10,<br />

de reconstructie van het Coenplein en de renovatie<br />

van de Eerste Coentunnel, ook nog vele viaducten en<br />

bruggen gerenoveerd of nieuw gebouwd.<br />

Belangrijkste onderdeel van het project is de aanleg<br />

van een Tweede Coentunnel, vlak naast de bestaande<br />

tunnel. De opdrachtgever stelt als harde eis dat de<br />

invloed van het baggeren van de zinksleuf voor de<br />

nieuwe tunnel en het afzinken van de tunnelelementen<br />

op de bestaande tunnel minimaal is. Daarom is tussen<br />

de twee tunneltracés een robuuste scheidingswand<br />

aangebracht van stalen buispalen. Ook het aanbrengen<br />

van de scheidingswand zelf mocht geen negatief effect<br />

hebben op de stabiliteit van de bestaande tunnel.<br />

Daarom is hier voor een trillingsvrije methode gekozen.<br />

Permanente bemande monitoring<br />

Om de effecten van het aanbrengen van de wand op<br />

de bestaande tunnel continu te monitoren heeft Fugro<br />

eerder al sensoren geplaatst in het Noordzeekanaal,<br />

naast de tunnel. Met behulp van een geavanceerd<br />

datalogger-netwerk en radiozenders zorgde Fugro<br />

18 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


gemonitord op het voorkomen van vervormingen. Voor<br />

het meten van deze deformaties is gebruikgemaakt van<br />

SAAF-sensoren. Deze standaardsensoren zijn door<br />

Fugro gestript en met offshore-technieken verstevigd,<br />

waterdicht en geschikt gemaakt voor de toepassing<br />

in het Noordzeekanaal. De sensoren in het kanaal zijn<br />

door duikers in de scheidingswand geïnstalleerd.<br />

Heavy duty sensoren<br />

De sensoren zijn met behulp van extra zware<br />

offshore-datakabels (lengtes tot 350 m) verbonden<br />

met dataloggers op de kant. Deze dataloggers zijn<br />

opgenomen op het bestaand monitoringsnetwerk in<br />

de tunnel. Fugro heeft de meetwaarden via internet<br />

continu inzichtelijk gemaakt voor de opdrachtgever,<br />

waarbij tevens is voorzien in een dagelijkse rapportage<br />

van de metingen.<br />

Fugro<br />

Het intrillen van de damwandplanken.<br />

ervoor dat de meetwaarden continu in beeld waren<br />

voor de uitvoerders op het werkschip. Het aanbrengen<br />

van de scheidingswand werd op het werkschip op<br />

het drukke Noordzeekanaal 24 uur per dag bemand<br />

gemonitord, inclusief boortoezicht.<br />

Project Capaciteitsuitbreiding Coentunneltracé<br />

Aannemingscombinatie Coentunnel Company heeft de<br />

verantwoording voor het gehele project gedurende zo’n<br />

30 jaar. Het ontwerp, de bouw en het onderhoud tijdens<br />

de realisatiefase zijn uitbesteed aan onderaannemer<br />

Coentunnel Construction. De bouwwerkzaamheden<br />

nemen ongeveer vijf jaar in beslag. Tijdens de bouw<br />

draagt Coentunnel Company zorg voor de financiering<br />

van het project. Daarna is zij verantwoordelijk voor het<br />

onderhoud van het complete tracé tot 2037.<br />

Scheidingswand en kademuur<br />

Gedurende de baggerwerkzaamheden en het afzinken<br />

van de tunnelelementen zijn de scheidingswand en<br />

een kade met behulp van automatische inclinometers<br />

Meer informatie:<br />

Erik Tieleman, 070 – 311 14 46,<br />

geomonitoring@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

19


Fugro te water voor podiumconstructie Paleis Soestdijk<br />

‘Fietsen op het water kan écht’<br />

Leo van Velzen<br />

In afwachting van herbestemming is Paleis<br />

Soestdijk sinds 1 maart 2011 weer toegankelijk<br />

voor het publiek en worden er culturele<br />

evenementen georganiseerd. Afgelopen zomer<br />

vond in en op de vijver in de paleistuin een<br />

bijzondere voorstelling plaats. Bij ondergaande<br />

zon en in de schemering werd daar de opera<br />

‘Orfeo ed Euridice’ uitgevoerd. En ook Fugro had<br />

een rol bij dit spektakel.<br />

Pragmatisch advies<br />

Met de informatie van de veldmedewerkers, de<br />

sondeergrafieken en de boorbeschrijvingen zijn in<br />

overleg met de aannemer een pragmatisch advies en<br />

een plan van aanpak opgesteld. De podiumconstructie,<br />

gefundeerd op multiplex platen met een maximaal<br />

draagvermogen per constructiepoot van circa 2,5 kN,<br />

wordt in het water opgebouwd. De bovenzijde ligt vlak<br />

onder de waterspiegel.<br />

Er moest voor de opera een tijdelijke podiumconstructie<br />

in de vijver komen, met de bovenzijde nét onder<br />

wateroppervlakte, zodat het leek alsof de dansers over<br />

het water dansten. Fugro heeft onderzoek uitgevoerd<br />

en een advies opgesteld voor de podiumconstructie.<br />

De vijver ligt boven het grondwaterniveau, is 1 à 1,5 m<br />

diep en heeft een rijke flora en fauna. Om de benodigde<br />

draagkracht en de invloed op de waterdichtheid<br />

te bepalen heeft Fugro hier een grondonderzoek<br />

uitgevoerd.<br />

Na het tijdelijk voorbelasten van de platen wordt door<br />

middel van stelpoten de gewenste hoogte van het<br />

podium ingesteld. Met het in acht nemen van deze<br />

uitvoeringsmethodiek leveren de multiplex platen<br />

voldoende draagkracht en treden minimale vervormingen<br />

op. Uit het onderzoek blijkt dat de podiumconstructie<br />

nauwelijks invloed heeft op de waterdichtheid van de<br />

vijver. De Rijksgebouwendienst vreesde tevoren voor<br />

het ‘leeglopen’ van de vijver, maar deze angst is met het<br />

door Fugro uitgevoerde onderzoek weggenomen.<br />

Gevoel voor modder<br />

Gezien de omstandigheden en de onderzoeksvragen<br />

is gekozen voor een praktische uitvoering. Gekleed in<br />

een waadpak hebben de Fugro-medewerkers de vijver<br />

betreden om een ‘gevoel’ te krijgen van de dikte van<br />

de sliblaag en de omstandigheden op de waterbodem.<br />

Voorzichtig lopend door de vijver werd de diepte van de<br />

vijver bepaald en zijn steekproefsgewijs handboringen<br />

en -sonderingen gedaan.<br />

De aannemer was tevreden over het praktische advies<br />

en tijdens de uitvoering werd het beoogde effect, waarbij<br />

het lijkt alsof de dansers over water lopen, bereikt. Na<br />

het grote succes van de voorstelling in 2011 is besloten<br />

de voorstelling in 2012 te herhalen.<br />

Meer informatie:<br />

Thijs Eijking, 070 – 311 14 58, t.eijking@fugro.nl<br />

Peter Nelemans, 070 – 317 07 01, p.nelemans@fugro.nl<br />

20 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Vijfenzeventig bushaltes beter toegankelijk gemaakt<br />

Comfortabeler reizen met de bus<br />

in de gemeente Zaanstad<br />

Aangepaste bushalte.<br />

Oude bushalte.<br />

R. Kooks<br />

Het openbaar vervoer moet toegankelijk zijn voor<br />

álle reizigers. Dus ook voor mensen die slecht<br />

ter been zijn of in een rolstoel zitten, en reizigers<br />

met kinderwagens of veel bagage. Om het in- en<br />

uitstappen makkelijker te maken, worden daarom<br />

overal in Nederland bushaltes aangepast. Voor<br />

het beter toegankelijk maken van 75 bushaltes in<br />

de gemeente Zaanstad heeft Fugro het ontwerp<br />

en de besteksvoorbereiding verzorgd.<br />

De aanpassingen aan de bushaltes zijn een logisch<br />

gevolg van het Zaanse Verkeers- en Vervoersplan<br />

(2009). Verder heeft de gemeente in de nota ‘Bushalten<br />

van onze stad’ en in de ‘Visie op het openbaar vervoer’<br />

benadrukt dat het comfort voor de busreizigers moet<br />

verbeteren. De aangepaste bushaltes zijn verspreid over<br />

heel Zaanstad en bevinden zich veelal op drukke punten<br />

zoals winkelcentra, zorgcentra en bij overstaplocaties<br />

van regionale ov-lijnen.<br />

de richtlijnen. Hierbij werd o.a. gekeken naar lengte<br />

en hoogte van de halte, in- en uitrijhoek, geleidelijnen,<br />

perronbreedte en -lengte en obstakelvrije doorgangen.<br />

Creatieve maatwerkoplossingen<br />

Nadat Stadsregio de ontwerpen heeft goedgekeurd,<br />

is de verdere technische voorbereiding van start<br />

gegaan: inventarisaties van de locaties, milieukundig<br />

bodemonderzoek, het maken van bestekstekeningen<br />

en het opstellen van het RAW-bestek<br />

Er is tijdens de voorbereiding goed gekeken naar de toe<br />

te passen nieuwe materialen en de herbruikbaarheid van<br />

bestaande materialen. Verder is veel aandacht besteed<br />

aan de juiste positionering van de overige elementen,<br />

zoals bushokjes en halte- en informatieborden. Soms<br />

was het mogelijk om alle elementen volgens de<br />

richtlijnen te plaatsen en soms moest er hierbij naar<br />

creatieve maatwerkoplossingen worden gezocht.<br />

Subsidie Stadsregio<br />

Voor het aanpassen van de bushaltes heeft de gemeente<br />

Zaanstad een subsidie gekregen van de Stadsregio<br />

Amsterdam. Bij de subsidieaanvraag heeft Fugro de<br />

ontwerptekeningen en kostenramingen opgesteld.<br />

Daarnaast is een lijst opgesteld voor de 75 bushaltes,<br />

waarin is aangegeven of de nieuwe haltes voldoen aan<br />

De uitvoering is begonnen half september 2010; de<br />

eerste aangepaste bushaltes zijn eind februari 2011 in<br />

gebruik genomen.<br />

Meer informatie:<br />

M.C.M. Kuilboer, 020 – 651 08 34,<br />

m.kuilboer@fugro-inpark.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

21


Inzicht in ondergrondgegevens voorkomt problemen<br />

Baggeren kan veiligheid<br />

boezemkade bedreigen<br />

Fugro<br />

Bij waterbodemsaneringen of baggerwerkzaamheden<br />

in boezemwateren kan schade optreden<br />

aan de oevers. Goed inzicht in de bodemopbouw<br />

is van belang, omdat samenstelling en dikte van<br />

de grondlagen in de kade en boezembodem altijd<br />

een rol spelen bij beschadigingen.<br />

Sinds de doorbraken van boezemkaden bij Wilnis en<br />

Terbregge is de aandacht voor de regionale kaden<br />

toegenomen. In dat licht is in 2006 de Leidraad Toetsen<br />

op Veiligheid Regionale Waterkeringen opgesteld. De<br />

bodem van de boezem vormt hierin een belangrijk<br />

uitgangspunt. Vooral de waterdichtheid van de<br />

boezembodem heeft veel invloed op de veiligheid van<br />

de kade. Tijdens onderhoudsbaggerwerkzaamheden<br />

in de boezem kan schade ontstaan aan de oevers. Dit<br />

is ongewenst en mogelijk zelfs gevaarlijk.<br />

Probleem: ondermijning<br />

Bij waterbodemsaneringen kunnen zich diverse<br />

problemen voordoen. Een eerste voorbeeld is<br />

ondermijning van de kade door oeverval. Als het<br />

baggerwerk dicht bij de kade plaatsvindt, kan dit de<br />

kade ondermijnen. Dit kan een gevolg zijn van een te<br />

steil talud, maar ook van ondiep gelegen losgepakt<br />

zand: als dat door baggerwerk afkalft, kan dat leiden<br />

tot oeverinscharing.<br />

Problemen: waterkortsluiting en kwel<br />

Een tweede voorbeeld is kortsluiting van het boezemwater<br />

met een ondergelegen watervoerende laag. Dit kan<br />

onderloopsheid (of piping) tot gevolg hebben. Kortsluiting<br />

kan ook aanleiding geven tot vernatting van de kade, wat<br />

de stabiliteit nadelig kan beïnvloeden. Kortsluiting kan<br />

ook de hydrologische situatie van het gebied als geheel<br />

beïnvloeden. Dit kan in een achtergelegen polder leiden<br />

tot kwel-gerelateerde problemen, zoals wateroverlast in<br />

gebouwen en gewasschade.<br />

Om oeverinstabiliteit en hydraulische kortsluiting te<br />

voorkomen mag de afsluitende laag in de waterbodem<br />

niet worden doorgraven. Volgens de richtlijnen moet<br />

deze laag afhankelijk van de situatie minimaal 2 m dik<br />

blijven. Daarnaast is bij de aanwezigheid van veen in<br />

de boezembodem extra voorzichtigheid geboden.<br />

Bij verwijdering van de afsluitende grondlagen<br />

bovenop het veen bestaat het risico dat delen van het<br />

veenpakket opdrijven. Ook dit kan aanleiding geven tot<br />

kortsluiting tussen de boezem en een ondergelegen<br />

zandlaag.<br />

22 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Oplossingen<br />

Er is een gemeenschappelijke deler bij al deze<br />

problemen: de samenstelling en de dikte van de<br />

grondlagen in de kade en boezembodem. Het is<br />

dus belangrijk inzichtelijk te krijgen hoe de bodem<br />

is opgebouwd. Voor een eerste verkenning van de<br />

risico’s kan men vaak gebruikmaken van bestaande<br />

ondergrondgegevens uit het gebied. Fugro heeft<br />

een uitgebreide database van ondergrondgegevens<br />

(www.geodatabank.nl). Zeker als de waterpartij in het<br />

verleden is vergraven en het geen natuurlijke waterloop<br />

betreft, is het mogelijk gegevens buiten de watergang<br />

te benutten.<br />

vanaf het water kan worden ingezet is het<br />

onder andere mogelijk:<br />

- lekkages in dammen en dijken te<br />

lokaliseren;<br />

- hydraulische kortsluiting langs waterkeringen te<br />

lokaliseren;<br />

- potentiële kwellocaties op te sporen;<br />

- de barrièrewerking van constructieve schermen in<br />

dijken te meten.<br />

In de praktijk blijkt dat er veel gegevens moeten worden<br />

beoordeeld. Dit kan een stuk eenvoudiger als van<br />

het gebied een betrouwbaar (3D-)ondergrondmodel<br />

beschikbaar is. Daarmee is snel inzichtelijk waar de<br />

zwakke plekken zitten. Een grote betrouwbaarheid is te<br />

verkrijgen door boringen en sonderingen te combineren<br />

met vlakdekkende meettechnieken. De laatste jaren zijn<br />

verschillende meettechnieken getest voor toepassing<br />

in de toetsing van boezemkaden, onder andere bij<br />

de IJkdijk en binnen Flood Control 2015. Naast de<br />

landgebonden technieken (zoals elektromagnetische<br />

metingen) worden continue metingen ook vanaf het<br />

water uitgevoerd.<br />

Mitigerende maatregelen<br />

Als doorgraving van de deklaag niet is te voorkomen,<br />

kan men overwegen dit gecontroleerd uit te voeren.<br />

Dan moet wel vooraf een risicoverkenning plaatsvinden,<br />

waarbij men de kans op en de omvang van schade<br />

en overlast vastlegt. Het verdient aanbeveling in deze<br />

gevallen de effecten op de hydrologie te monitoren<br />

met peilbuizen. Deze moeten ruim vooraf worden<br />

geïnstalleerd, zodat ook de oorspronkelijke situatie en<br />

natuurlijke variaties worden vastgelegd. Hiermee legt<br />

men eventuele wijzigingen in de hydrologische situatie<br />

door het baggerwerk vast en kan, indien nodig, het<br />

effect van het baggerwerk worden aangetoond.<br />

Geofysische meettechnieken<br />

Met de juiste geofysische meettechnieken is het<br />

mogelijk kortsluitingen op te sporen en de deklaag<br />

gericht te herstellen wanneer de problemen groot<br />

zijn. Als detectietechniek heeft Fugro binnen IJkdijk<br />

(pipingexperiment) de SP-meting (Spontaan Potentiaal)<br />

ingezet. Met deze techniek, die zowel vanaf land alsook<br />

Elektromagnetische metingen.<br />

Ook kan men overwegen beheersmaatregelen te treffen<br />

voor de kade. Afhankelijk van de situatie kan in een<br />

aantal gevallen het tijdelijk opzetten van een kwelsloot<br />

voldoende zijn.<br />

Rendement<br />

Hoewel deze aanpak in de voorbereidingsfase meer<br />

inspanningen vergt, wordt de kans op schades en<br />

vertragingen bij de uitvoering aanzienlijk kleiner. De<br />

prioritering van risico’s vooraf heeft het voordeel dat<br />

specialisten de meer risicovolle kadetrajecten tijdig<br />

kunnen onderzoeken. Minder risicovolle trajecten<br />

zijn ook te herkennen en kunnen bijvoorbeeld bij<br />

de uitvoering van het werk met voorrang worden<br />

aangepakt. Zoals beschreven zijn hiervoor diverse<br />

methoden geschikt. Fugro heeft een breed pallet aan<br />

meettechnieken in huis. Omdat de toepassing van deze<br />

meettechnieken maatwerk betreft, adviseert Fugro de<br />

klant vooraf welke meettechniek kostentechnisch en<br />

kwalitatief de voorkeur heeft.<br />

Meer informatie:<br />

Leo Zwang, 030 – 602 81 75, l.zwang@fugro.nl<br />

Bas Berbee, 030 – 602 81 75, b.berbee@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

23


Trillingsmetingen langs sporen van ‘Traject Oost’<br />

Wat is het effect van trillingen<br />

door spoorverkeer?<br />

C.J. Winkel<br />

In opdracht van Arcadis heeft Fugro<br />

trillingsmetingen uitgevoerd tijdens passages<br />

van passagiers- en goederentreinen langs het<br />

spoor in Driebergen. Arcadis voert voor ProRail<br />

een planstudie uit, waarvan ook trillingsmetingen<br />

een onderdeel zijn. De metingen zijn nodig voor<br />

een prognosemodel om mogelijke trillingshinder<br />

voor omwonenden te kunnen bepalen.<br />

Het spoortraject tussen Amsterdam/Schiphol en<br />

Frankfurt wordt steeds drukker gebruikt, onder<br />

andere door de hogesnelheidstrein ICE International,<br />

maar ook door lokaal treinverkeer. De capaciteit van<br />

de sporen is hiervoor niet overal toereikend. Om hier<br />

meer treinen te kunnen laten rijden en meer flexibiliteit<br />

in de dienstregeling te krijgen, worden langs het traject<br />

diverse maatregelen uitgevoerd: perronverlenging,<br />

spoorverdubbeling en -vernieuwing.<br />

Capaciteitsvergroting<br />

De werkzaamheden zijn gebundeld onder de naam<br />

‘Traject Oost’. Samen met investeringen in Arnhem<br />

– een nieuw station, een vierde perron en een vrije<br />

kruising aan de westzijde – maken deze maatregelen<br />

een intensievere benutting en andere dienstregelingen<br />

van de spoorlijn mogelijk. Tussen 2003 en 2006 is een<br />

aantal projecten van Traject Oost gerealiseerd, zoals de<br />

perronverlenging bij Driebergen-Zeist en Veenendaal-<br />

De Klomp.<br />

In het kader van het Programma Hoogfrequent<br />

Spoorvervoer wordt ook op station Driebergen-Zeist<br />

volgens een intensievere dienstregeling gereden. Niet<br />

alle treinen stoppen op dit station en om treinen de<br />

mogelijkheid te geven elkaar hier in te halen, komen<br />

er vier sporen. Dit plaatselijke inhaalspoor maakt de<br />

dienstregeling betrouwbaarder en flexibeler.<br />

24 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Integrale aanpak<br />

Een bijkomend probleem is dat bij station Driebergen-<br />

Zeist de spoorlijn en de N225 elkaar kruisen: dit leidt<br />

momenteel tot onveilige situaties en vertragingen.<br />

Om deze situatie te verbeteren gaat ProRail een<br />

ongelijkvloerse kruising maken waarbij de weg in een<br />

tunnelbak onder de sporen door gaat. Zo verbetert<br />

de doorstroming van auto- en treinverkeer. Ook het<br />

stationsgebouw, het busstation en het voorplein worden<br />

aangepakt en de parkeermogelijkheden worden fors<br />

uitgebreid. De verwachting is dat de werkzaamheden<br />

in 2015 zullen beginnen.<br />

Passagiers- en goederentreinen<br />

ProRail werkt bij dit project samen met de provincie<br />

Utrecht, de gemeente Utrechtse Heuvelrug, de<br />

gemeente Zeist en het Bestuur Regio Utrecht (BRU).<br />

Deze partijen werken parallel de ontwerpen uit voor<br />

de directe omgeving van het station, met technische<br />

ondersteuning vanuit ingenieursbureau Arcadis.<br />

treinpassagemeting) varieert de sampletijd<br />

tussen 10 sec en ruim 30 sec. Dit bemande<br />

systeem geeft inzicht in de optredende<br />

versnellingen simultaan op vijf meetlocaties.<br />

De signalen worden via een versterker doorgegeven aan<br />

een pc en zichtbaar gemaakt op een monitoringsscherm.<br />

Alleen op het moment dat het signaal ‘bevroren’ wordt,<br />

is het mogelijk een gemeten signaal op te slaan. Door<br />

een notitie te maken van de activiteit is een correlatie<br />

gelegd tussen meetintensiteiten en de trillingsbron.<br />

Omdat een signaal versus de tijd is opgeslagen en<br />

een onderlinge correlatie tussen de meetpunten<br />

aanwezig is, kan de advisering ten aanzien van<br />

trillingsreducerende maatregelen op de geanalyseerde<br />

dominante frequenties afgestemd worden.<br />

In opdracht van Arcadis heeft Fugro in Driebergen<br />

trillingsmetingen uitgevoerd tijdens o.a. passages van<br />

passagiers- en goederentreinen langs het spoor. Uit het<br />

onderzoek blijkt in hoeverre de trillingsintensiteiten van<br />

de treinen leiden tot hinder in de omgeving. De metingen<br />

geven inzicht in de optredende trillingsintensiteiten en de<br />

afname ervan afgezet tegen een toenemende afstand.<br />

Arcadis gebruikt de resultaten voor een prognosemodel<br />

waarmee contourlijnen worden bepaald van de invloed<br />

van de trillingsintensiteiten.<br />

Verschillende meetsystemen<br />

Fugro bezit twee verschillende soorten meet systemen:<br />

een snelheidsmeetsysteem en een versnellingenmeetsysteem.<br />

Beide systemen meten per meetpunt<br />

in drie orthogonaal op elkaar staande richtingen (x, y<br />

en z). Het continu automatisch registrerende VIBRA<br />

SBR plus-systeem meet snelheden aan met name<br />

objecten. Met dit onbemande meetsysteem worden de<br />

optredende trillingssnelheden bewaakt. Per ingestelde<br />

sampleperiode (doorgaans 10 sec) wordt een maximale<br />

snelheidswaarde opgeslagen.<br />

Met het semi-continue registrerende versnellingssysteem<br />

wordt per opgegeven sampleperiode het gehele<br />

versnellingsignaal versus de tijd opgeslagen. Afhankelijk<br />

van het doel van de meting (verkeersmeting of<br />

Beeldscherm met het opgevangen signaal.<br />

Trillingseigenschappen per treintype<br />

In Driebergen zijn de trillingsmetingen met het<br />

versnellingssysteem direct naast de spoorbaan<br />

uitgevoerd in een tweetal raaien, waarbij de intensiteiten<br />

per raai in vijf meetpunten worden gemeten. Omdat<br />

de meetpunten op vaste onderlinge afstanden zijn<br />

geplaatst, wordt de afname in amplitude versus een<br />

toenemende afstand verkregen. Door van een groot<br />

aantal treinpassages de signalen te analyseren zijn, per<br />

treintype en per rijrichting versus de afstand, vervolgens<br />

de trillingseigenschappen, zoals bronwaarde en<br />

demping van de ondergrond te achterhalen. De<br />

geanalyseerde waarden worden als invoer gebruikt<br />

voor het prognosemodel dat de contourlijnen voor<br />

trillingshinder bepaalt.<br />

Meer informatie:<br />

A.J. Snethlage, 070 – 311 11 69, aj.snethlage@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

25


Flood Control 2015 wil vooral het totale dijksysteem slimmer maken<br />

‘Een substantiële verbetering van de<br />

operationele hoogwaterbescherming’<br />

Rijkswaterstaat<br />

Het programma Flood Control 2015 is inmiddels<br />

aardig op stoom. Als mede-initiator is Fugro<br />

actief betrokken bij de verschillende onderdelen.<br />

Hierbij wordt, o.a. op basis van de wereldwijde<br />

knowhow van Fugro, nieuwe kennis ontwikkeld<br />

en vaak direct getoetst in de praktijk. Want<br />

volgens Nederland kan hoogwaterbescherming<br />

wereldwijd nog veel beter, effectiever en sneller.<br />

Flood Control 2015 is een Nederlandse publiek-private<br />

samenwerking op het gebied van crisismanagement<br />

tijdens (dreigend) hoogwater. Het programma wordt<br />

voor 50% gesubsidieerd door de Nederlandse overheid,<br />

en voor de overige 50% door eigen investeringen<br />

van de deelnemende bedrijven en instellingen. Het is<br />

gericht op het verbeteren van onze beveiliging tegen<br />

overstromingen en het wereldwijd beschikbaar stellen<br />

van Nederlandse knowhow. De missie van Flood Control<br />

2015 luidt dan ook: ‘A really substantial improvement in<br />

operational flood protection worldwide’.<br />

Nationaal belang<br />

Het belang voor Nederland om hierin te investeren ligt<br />

voor de hand. Bij een stormvloed kan een paar uur het<br />

verschil vormen tussen een bijna-ramp en een echte<br />

ramp. De Flood Control 2015-voorspellingssystemen<br />

waarborgen dat betere informatie sneller op de juiste<br />

plaats komt. Dit verhoogt niet alleen de veiligheid, maar<br />

beperkt ook de schade en het aantal slachtoffers. Maar<br />

bovenal wordt het dagelijkse beheer van het water- en<br />

waterkeringssysteem significant verbeterd. Beveiliging<br />

tegen overstroming wordt daarmee transparanter,<br />

sneller, beter en op termijn ook goedkoper. Uiteindelijk<br />

moeten zo kennis, diensten en producten ontstaan die<br />

de BV Nederland in het buitenland kan verkopen.<br />

Praktijktoetsingen<br />

Fugro is mede-initiator en maakt deel uit van het uitvoerend<br />

consortium, bestaande uit zowel marktpartijen als<br />

kennisinstituten: Fugro, Arcadis, HKV Lijn in Water, ITC,<br />

Deltares, IBM en Stichting IJkdijk. Daarnaast spelen de<br />

26 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


verantwoordelijke waterkeringbeheerders een centrale<br />

en actieve rol, doordat ontwikkelde kennis vrijwel direct<br />

in hun dijkringen wordt uitgetest. Verder hebben zij<br />

zitting in de externe klankbordgroep, samen met andere<br />

vertegenwoordigers uit de veiligheidskolom.<br />

Belangrijk programma<br />

In 2011 participeert Fugro in 20 werkpakketten van<br />

Flood Control 2015 en ontwikkelt applicaties om de<br />

eigen technologische research af te stemmen op<br />

de doelstellingen van het programma. Daarbij wordt<br />

veelvuldig de knowhow van buitenlandse zusterbe drijven<br />

ingeschakeld, bijvoorbeeld kennis en oplossingen voor<br />

data-management, geohazard management systemen,<br />

real-time monitoring of geofysica. Gelijktijdig benut<br />

Fugro deze contacten voor het activeren van haar<br />

internationale netwerk, om zo de exportmogelijkheden<br />

van Flood Control 2015 te helpen vergroten.<br />

Slimmer systeem<br />

Flood Control 2015 kijkt, naast het belang van sterke<br />

en veilige dijken, vooral naar het slimmer maken van het<br />

totale systeem: dijk, mens én omgeving. Gewerkt wordt<br />

aan innovatieve, geïntegreerde oplossingen: modulair<br />

van opzet en wereldwijd toepasbaar in bestaande<br />

processen en systemen. Door onze kennis te bundelen<br />

binnen dit programma zorgen we ervoor dat de unieke<br />

Fugro-kennis en kunde goed inpasbaar is binnen dit<br />

‘totaalpakket’.<br />

De projecten hebben een brede scope en vergen inzet<br />

van verschillende onderdelen binnen Fugro. Voor de<br />

dijk werkt het Nederlandse Fugro GeoServices samen<br />

met het Amerikaanse zusterbedrijf Fugro Consultants<br />

Inc. door bijvoorbeeld de ontwikkeling van een aantal<br />

REAL-sterktemodules binnen het programma te<br />

brengen. Daarnaast wordt de kennis van het Engelse<br />

zusterbedrijf Fugro GEOS ingezet bij het beter<br />

meten en voorspellen van waterstanden,<br />

golven en stromingen. Een ander Engels<br />

zusterbedrijf, Fugro NPA, is betrokken bij het<br />

uitkarteren van dijkdoorbraken met o.a. satellietdata,<br />

bijvoorbeeld in het project Rapid Flood Mapping, en bij<br />

de ontwikkeling van een Global Flood Observatory.<br />

Internationaal<br />

Het programma kijkt ook over de grens, want er<br />

is veel belangstelling in andere landen voor deze<br />

kennis en ervaring. Dit sluit goed aan bij de aanpak<br />

die Fugro volgt, door bijvoorbeeld delen van de<br />

dijksterktebepaling met REAL parallel in Nederland<br />

en in de VS te ontwikkelen. Fugro is ook actief in een<br />

aantal buitenlandse proefprojecten. Met Haskoning en<br />

HKV wordt gewerkt aan een Storm and Levee Strength<br />

Forecasting System in New Orleans, als onderdeel<br />

van het Levee Information Management System. In<br />

Indonesië ontwikkelen we sterkte-‘dashboards’ voor<br />

het Water Information Management System in Jakarta.<br />

Eindsymposium<br />

In 2012 wordt het lopende programma afgesloten met<br />

een groot eindsymposium, als onderdeel van FloodRisk<br />

2012 (20-22 november 2012, Rotterdam). Als één van<br />

de co-organisers van dit symposium creëert Flood<br />

Control 2015 hiermee voor de huidige en toekomstige<br />

gebruikers, zoals waterschappen, gemeenten,<br />

provincies en gebiedsontwikkelaars, een uitstekende<br />

gelegenheid om de state-of-the-art Flood Control<br />

kennis tot zich te nemen.<br />

Doorstart Flood Control 2100<br />

Met dit eindsymposium wordt een belangrijk punt<br />

gemarkeerd, maar de ontwikkeling gaat verder.<br />

Inmiddels is Fugro met de andere partners volop bezig<br />

met de doorstart naar Flood Control 2100. Het plan<br />

hiertoe is ingediend binnen het zogenaamde Topsector<br />

Water, en inmiddels zijn we uitgenodigd dit verder te<br />

concretiseren.<br />

Voor verdere informatie over het Flood Control 2015<br />

programma: www.floodcontrol2015.com.<br />

Meer informatie:<br />

M.T. van der Meer, 030 – 602 81 90,<br />

m.vdmeer@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

27


Realisatie gebouw Kenniscluster in hartje Arnhem<br />

Cutter Soil Mix-wand zeer geschikt<br />

voor bouwput in oude binnensteden<br />

Onlangs is de eerste fase van het<br />

herontwikkelingsplan Rijnboog in Arnhem van<br />

start gegaan, met de voorbereidingen voor de<br />

bouw van het zogenoemde Kenniscluster. De<br />

projectlocatie bevindt zich aan de rand van de<br />

historische binnenstad van Arnhem, bovenop<br />

archeologische vondsten en vlak bij zeer oude<br />

panden en kelders. Reden genoeg om bij de<br />

constructie van de bouwkuip uitgebreid rekening<br />

te houden met de omgeving.<br />

In het centrum van Arnhem komt een gebied met<br />

ruimte voor kennis en cultuur en een grote afwisseling<br />

tussen wonen en werken. Het plan Rijnboog vormt daar<br />

een onderdeel van. Arnhem wil de uitstraling van dit<br />

gebied, tussen de Rijn, het station en de binnenstad,<br />

verbeteren. De architectuur is verouderd en het gebied<br />

sluit nauwelijks aan op de directe omgeving. Bovendien<br />

schermt het de historische binnenstad af van de Rijn. Ook<br />

is er in Rijnboog nauwelijks duurzame werkgelegenheid<br />

en is er geen sprake van culturele afwisseling.<br />

Deelprojecten<br />

Na lange voorbereidingen ligt er nu een uitgewerkt plan,<br />

dat de toekomstige veranderingen in dit deel van de<br />

binnenstad beschrijft. Het plan bestaat uit verschillende<br />

deelprojecten, gericht op wonen, werken, studeren en<br />

recreëren. Het project wordt gefaseerd uitgevoerd en<br />

zal jaren in beslag nemen. Als eerste deelproject wordt<br />

het Kenniscluster gerealiseerd.<br />

Kenniscluster<br />

Het Kenniscluster wordt het nieuwe thuis van de<br />

bibliotheek, de Volksuniversiteit, het Kunstbedrijf, het<br />

Fugro<br />

Uitvoering van de CSM-wand voor het Kenniscluster.<br />

28 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Neutelings Riedijk Architecten<br />

Historisch Museum Arnhem, het Gelders Archief en<br />

enkele opleidingen van ROC Rijn-IJssel. Het gebouw<br />

moet klaar zijn in 2013 en zal 30 miljoen euro gaan<br />

kosten. De nieuwbouw van het Kenniscluster bestaat uit<br />

zes bovengrondse bouwlagen en één ondergrondse laag<br />

met een tunnelverbinding naar de Stichting Historische<br />

Kelders. De lengte van de bouwput bedraagt circa 90 m<br />

en de breedte varieert van 15 m tot 30 m.<br />

Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er<br />

op deze plek verschillende resten in de ondergrond<br />

aanwezig zijn, waaronder kelders, een deel van de<br />

stadsmuur, een brouwersoven en kades langs de Sint<br />

Jansbeek. Daarnaast moet rekening worden gehouden<br />

met de aanwezigheid van diverse belendingen,<br />

waaronder monumentale kelders.<br />

Grond- en waterkerende constructie<br />

Fugro heeft het grondonderzoek verzorgd en adviezen<br />

uitgebracht voor de fundering en de realisatie van de<br />

bouwput. Voor de grond- en waterkerende constructie<br />

zijn diverse opties onderzocht: stalen damwand,<br />

palenwand, diepwand of een Cutter Soil Mix-wand<br />

(CSM-wand). Dit in combinatie met de toepassing van<br />

een bemaling, onderwaterbeton of een injectielaag.<br />

Hierbij is gekeken naar zowel uitvoeringstechnische<br />

aspecten als de kosten. Uit deze analyse is naar voren<br />

gekomen dat voor dit project een CSM-wand met een<br />

traditionele bemaling de beste optie is.<br />

CSM-wand: trillingsvrij<br />

De CSM-wand, bestaande uit oversnijdende wandpanelen,<br />

is een relatief nieuw systeem dat in België al<br />

vele malen is toegepast. Recentelijk is het systeem ook<br />

in Nederland met succes ingezet. Er wordt een metalen<br />

voerbuis samen met een freeskop trillingsvrij de grond<br />

ingebracht, waarbij continu een injectievloeistof onder<br />

druk wordt gemixt met de losgemaakte grond. Op deze<br />

manier wordt een stabiel en vast geheel gevormd, ook<br />

wel een soilmix-kolom genoemd. Na het realiseren van<br />

een paneel kan de wapening worden aangebracht.<br />

Fugro<br />

geschikt voor het werken op zeer korte afstand van<br />

belendingen. Daarnaast vormen obstakels in de<br />

ondergrond geen probleem tijdens de uitvoering en is<br />

de benodigde mix-installatie beperkt van omvang.<br />

Traditionele bemaling<br />

Naast de optie ‘traditionele bemaling’ is ook de<br />

mogelijkheid voor het toepassen van een injectielaag<br />

of onderwaterbeton bekeken, zodat alleen het water<br />

binnen de bouwkuip hoeft te worden weggepompt. Al<br />

gauw bleek dat een traditionele bemaling bij dit project<br />

de meest economische oplossing is. Bij het toepassen<br />

van een injectielaag kunnen grondwaterstromingen en<br />

obstakels in de ondergrond leiden tot onregelmatigheden.<br />

De toepassing van onderwaterbeton bleek in dit<br />

geval niet de meest economische keuze te zijn.<br />

Diepe bouwput<br />

Bouwbedrijf Wessels is in september begonnen met<br />

het plaatsen van een groot stempelraam tussen de<br />

grondkerende wanden. Vervolgens kan de bouwput<br />

verder worden ontgraven tot circa 7 meter onder het<br />

maaiveld. Tijdens de bouwwerkzaamheden wordt<br />

de monitoring van de CSM-wand en de omgeving<br />

eveneens door Fugro uitgevoerd. De monitoring bestaat<br />

uit hoogteboutjes, x-, y- en z-metingen, hellingmetingen<br />

naast en in de CSM-wand, en peilbuis- en Geoflometingen.<br />

Wanneer de put op diepte is, wordt een<br />

massieve keldervloer aangelegd, waarop het gebouw<br />

zal rusten. Naar verwachting is deze vloer aan het einde<br />

van het jaar klaar.<br />

Geen grondontspanning<br />

Het voordeel van de CSM-wand is dat het een<br />

trillingsvrij systeem is, waarbij (bij juiste uitvoering) geen<br />

grondontspanning optreedt. Dit maakt het systeem<br />

Meer informatie:<br />

Silke Stoffels, 026 – 369 84 44, s.stoffels@fugro.nl<br />

Jasper Vosdingh Bessem, 026 – 369 84 44,<br />

j.vosdinghbessem@fugro.nl<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

29


Rijkswaterstaat<br />

Grondonderzoek voor programma ‘Ruimte voor de Rivier’<br />

Brabantse boeren straks veilig op<br />

hun eigen, moderne terpen<br />

Het programma Ruimte voor de Rivier is opgezet<br />

om het rivierengebied beter te beschermen tegen<br />

overstromingen. In een dertigtal deelprojecten<br />

werken overheidsdiensten, bedrijven en inwoners<br />

samen aan het veilig maken en bewoonbaar<br />

houden van een gebied. Fugro voert onderzoek<br />

uit en adviseert over materiaalkundige en<br />

waterbouwkundige vraagstukken bij de realisatie<br />

van ‘moderne’ terpen in één van die projecten:<br />

de Overdiepse Polder in Noord-Brabant.<br />

terwijl ze steeds meer water moeten verwerken. De<br />

laatste 40 jaar stijgt het aantal zware overstromingen<br />

opmerkelijk. De verwachting is dat zowel het aantal als<br />

de intensiteit van de overstromingen blijft stijgen. Dat<br />

komt vooral doordat het steeds vaker en harder regent.<br />

Rivieren kunnen het vele extra water niet aan en treden<br />

buiten hun oevers. Het doel van het programma ‘Ruimte<br />

voor de Rivier’ is de rivieren in Nederland meer ruimte te<br />

geven en hiermee het aantal slachtoffers en de schade<br />

als gevolg van overstromingen omlaag te brengen.<br />

Overstromingen zijn natuurrampen die het vaakst<br />

voorkomen in de wereld. In de afgelopen eeuwen<br />

hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen,<br />

Het programma, dat loopt van 1995 tot 2015, bestaat<br />

uit meer dan 30 projecten langs de IJssel, Rijn, Lek,<br />

Maas en Waal, en heeft een budget van 2,3 miljard euro.<br />

30 FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011


Voorbeelden van Ruimte voor de Rivier-maatregelen zijn:<br />

waterbergingen, dijkverbeteringen, hoogwatergeulen,<br />

zomerbedverdieping, kribverlaging, ontpoldering,<br />

uiterwaardevergraving en obstakelverwijdering. Het<br />

programma is uniek door de nauwe samenwerking van<br />

de overheid met de lokale betrokkenen. Het project<br />

Overdiepse Polder in Brabant is hiervan een uitstekend<br />

voorbeeld.<br />

Laag voor laag<br />

De terpen worden laag voor laag aangebracht<br />

en bestaan uit een kern van zand, die met klei<br />

wordt afgewerkt. Voor het uitvoeren van insitu<br />

verdichtingsproeven voor elke laag van de terpen<br />

tijdens de aanleg heeft Fugro een mobiel laboratorium<br />

ingezet. De samenstelling van het materiaal wordt<br />

gecontroleerd in het laboratorium in Arnhem.<br />

Bergsche Maas<br />

In tijden van extreem hoogwater is de Bergsche Maas<br />

een bedreiging voor dorpen en steden langs de rivier.<br />

De Overdiepse Polder kan helpen overstromingen te<br />

voorkomen. Door het verlagen van de bestaande dijk<br />

langs de Maas kan bij hoogwater rivierwater door de<br />

polder stromen. Dit zal gemiddeld eenmaal in de 25 jaar<br />

voorkomen. De waterstand op de rivier daalt daarmee<br />

ongeveer 27 centimeter. Hiermee wordt overlast in<br />

dorpen en steden stroomafwaarts tegengegaan.<br />

Om het gebied nu en in de toekomst te behouden<br />

voor de landbouw hebben inwoners en ondernemers<br />

in de polder zelf het terpenplan bedacht. Boerderijen<br />

en agrarische bedrijfsgebouwen worden gesloopt en<br />

er worden negen grote, nieuwe terpen aangelegd,<br />

waarop de boeren een nieuw bedrijf kunnen opzetten.<br />

Waterschap Brabantse Delta zorgt voor de uitvoering<br />

van medio 2010 tot eind 2015.<br />

Integrale benadering<br />

De verschillende waterbouwkundige oplossingen<br />

binnen het Ruimte voor de Rivierprogramma vragen<br />

om een integrale benadering. Toegang tot informatie<br />

en eerder verzamelde kennis is hierbij essentieel.<br />

Fugro heeft aangetoond dat datamanagement en het<br />

gebruik van GIS voor visualisatie, integratie en analyse<br />

van gegevens in een vroeg stadium van het project van<br />

groot belang is. Fugro biedt daarnaast een breed scala<br />

van meet- en adviesdiensten voor het vooronderzoek<br />

(vaststellen van de nulsituatie), het hergebruik van<br />

materialen en het ontgravings- en waterbouwkundig<br />

ontwerp, en de machinebesturing en kwaliteitscontrole<br />

tijdens de uitvoering.<br />

Meer informatie:<br />

Shaun O’Hagan, 026 – 364 36 43, s.ohagan@fugro.nl<br />

Terpen in Brabant?<br />

Terpen worden al gebruikt sinds ongeveer 500 voor<br />

Christus, toen men in onze streken begon met het<br />

bouwen van landophogingen om zich tegen het water<br />

te beschermen. Er ontstonden uiteindelijk hele dorpen<br />

die op terpen gebouwd waren, vooral in Friesland en<br />

Groningen. Maar sinds kort is er dus ook sprake van<br />

terpen in Brabant. En Fugro is gevraagd het nodige<br />

onderzoek te doen voor de aanleg ervan.<br />

Vrijkomende materialen<br />

Door middel van grondboringen en laboratoriumonderzoek<br />

is een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd<br />

van de vrijkomende materialen in het gebied.<br />

Het materiaal van de oude dijken is ingedeeld in<br />

de categorieën: erosiebestendigheidsklasse (klei) en<br />

ophoog zand of cunetzand. Door deze indeling kan<br />

optimaal ‘werk met werk worden gemaakt’. Hierbij zijn<br />

ook waterbouw kundige experts van Fugro ingezet.<br />

Rijkswaterstaat<br />

FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

31


Website Geodatabank vernieuwd<br />

De website www.geodatabank.nl is vernieuwd<br />

en biedt nu een uitgebreide database met<br />

sonderingen en boringen uit het Fugro-archief.<br />

Kijk voor meer informatie en bestellingen op:<br />

www.geodatabank.nl.<br />

Belangrijkste verbeteringen:<br />

- Zeer gebruiksvriendelijk<br />

- Herkenbare kaart<br />

- Nieuwe onderzoekspunten nauwkeurig<br />

in x, y en z gepositioneerd<br />

- Eenvoudig bestelsysteem<br />

Vind al onze technologieën, kennis en werkgebieden op www.fugro.nl<br />

Kalender 2011<br />

Fugro GeoServices is de komende periode vertegenwoordigd<br />

op de volgende evenementen, congressen en/of beurzen:<br />

Integrated Aqua Solutions<br />

1 – 4 november 2011<br />

Amsterdam RAI<br />

www.internationalwaterweek.com<br />

Geotechniekdag<br />

10 november 2011<br />

Theater Chassé – Breda<br />

www.geotechniekdag.nl<br />

SPAR Europe 2011<br />

8 en 9 november 2011<br />

World Forum – Den Haag<br />

www.sparpointgroup.com/spar-europe-2011.aspx<br />

FloodRisk 2012<br />

20 – 22 november 2011<br />

WTC – Rotterdam<br />

www.floodrisk2012.net<br />

Meer informatie op WWW.FUGRO.NL FUGRO <strong>INFO</strong> nr 3 november 2011<br />

Correspondentie-adres:<br />

Fugro GeoServices<br />

Postbus 63,<br />

2260 AB Leidschendam<br />

T 070 - 311 13 33<br />

E info@fugro.nl<br />

Redactie:<br />

mw. R. Lancel, ing. M. Pehlig,<br />

Ph. Reedijk.<br />

Interviews, eindredactie,<br />

vormgeving en productie:<br />

Maas Communicatie, Rotterdam.<br />

Deze Fugro Info wordt in een<br />

oplage van 13.250 stuks<br />

verspreid onder relaties en<br />

medewerkers van de<br />

Fugro-Groep Nederland.<br />

Overname van (delen van)<br />

artikelen is toegestaan indien<br />

de bron wordt vermeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!