Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen Jaargang 39 ... - girugten
Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen Jaargang 39 ... - girugten
Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen Jaargang 39 ... - girugten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6<br />
België<br />
Het centrale plein van Luik is de Place St. Lambert. Luik als grootste<br />
Waalse stad wil een metro, die dan ook de Place St. Lambert moet<br />
aandoen. De Coninck (pag. 33) beschrijft het bouwproces als volgt: “In<br />
het midden van het plein werd een waanzinnig grote put gegraven en<br />
daar werden duizenden tonnen beton en metaal in gekieperd. [ …] Het<br />
vermoeden dat hier zonder enige coördinatie werd gewerkt, werd in de<br />
ogen van veel omwonenden bevestigd toen ze zagen hoe aannemers<br />
her en der pas opgetrokken muren prompt weer gingen slopen.<br />
“Kleine bijsturingen van het oorspronkelijke project” luidde het bij het<br />
ministerie van verkeerswezen.” Uiteindelijk stopten de werkzaamheden<br />
in 1980, waarbij zes (!) plannenmakers betrokken waren, die elkaar de<br />
schuld gaven. Het ontbrak aan een bouwheer, volgens een zaakgelastigd<br />
architect.<br />
Zo gaat het boek nog een hele tijd door. Een ongebruikte metro in<br />
Charleroi, viaducten met hellingen die als skibaan worden gebruikt,<br />
krimpend gipsafval te Zelzate bedoeld als basis voor viaducten maar als<br />
zodanig niet te gebruiken, een middenberm van 40 meter breed tussen<br />
Antwerpen en Brussel (je weet nooit waar die goed voor zou kunnen<br />
zijn) en vooral veel nutteloze viaducten en bruggen. Het is een lust het<br />
boek te lezen en te bedenken wat er in de planning allemaal mis kan<br />
gaan.<br />
Erg gemakkelijk is het, hier een typisch staaltje Belgische planning<br />
in te zien. Terecht of ten onrechte, België heeft op dat gebied<br />
niet een beste naam. Oud collega Jochem de Vries noemt in zijn<br />
proefschrift als een typisch kenmerk van de planning in België de<br />
vanzelfsprekendheid waarmee de burger in dat land er alles aan doet om<br />
aan overheidsregelgeving te ontsnappen. Dat is daar een volkssport. Die<br />
wordt, zoals De Coninck laat zien, met overgave door lokale en regionale<br />
bestuurders-politici beoefend, waarbij enig cliëntelisme niet wordt<br />
geschuwd. Maar uit bovenstaande voorbeelden is al duidelijk geworden<br />
dat, institutioneel gezien, de verhouding Vlaanderen-Wallonië ook het<br />
een en ander heeft bijgedragen aan de zogenaamde ongewilde artistieke<br />
aspecten.<br />
Daarbij, Nederland begint als planningsparadijs steeds meer op België te<br />
lijken. Wildgroei van bedrijventerreinen langs snelwegen zijn beslist niet<br />
meer een Belgische specialiteit. Ongecontroleerde initiatieven brengen<br />
het land tot een staat waarvan met name de ontwikkelaars zeggen dat<br />
“we dat zo met zijn allen hebben gewild.” Dat is dus de overheid, vooral<br />
bij tegenvallende resultaten. Successen komen op het conto van visionair<br />
ondernemerschap. Naast de overheid als kop van Jut is de andere constante<br />
in het vastgoedontwikkelaarsvocabulaire het grenzeloos vertrouwen in<br />
de toekomst: vanaf nu gaat alles beter, resultaten in het verleden zijn<br />
garantie voor afwezigheid ervan in de toekomst. Een en ander werd weer<br />
eens met verve ten gehore gebracht bij het afscheidssymposion van prof<br />
Ed Nozeman op 21 februari jl. Van de daar gepropageerde nieuwe hype,<br />
belevingslandschappen, hebben Tracy Metz (het Belevium!), Willem van<br />
Toorn en Theo Baart al het nodige laten zien. Maar hiermee zijn we wat<br />
afgedwaald van de nutteloze werken.<br />
Onjuist is het ook te veronderstellen dat er in Nederland geen nutteloze<br />
werken zouden zijn. Planning disasters zijn van alle landen, alle tijden<br />
en alle schaalniveaus. De A4 van Rijswijk naar de Beneluxtunnel, het<br />
Prins Bernhard viaduct in Den Haag, de Eemshaven, al komen daar de<br />
laatste tijd positieve berichten van (let ook eens op de proportionering<br />
van de Eemshavenweg: viaducten zijn gebouwd op vier rijstroken,<br />
bosschages camoufleren de gaten onder de viaducten). Daarnaast het<br />
Goudriaankanaal van Durgerdam door Marken (!) ter vermijding van<br />
de ondiepten van Pampus, een kavel langs de Hornstermeerweg tussen<br />
de rotonde van Joure tot voorbij Vegelinsoord die vooruitliep op een<br />
tweebaansautoweg richting Leeuwarden (aansluiting bij Akkrum) en het<br />
IBF te Heerenveen. Het zijn evenzoveel voorschotten op de toekomst<br />
die niet datgene bracht waar men op speculeerde.<br />
Natuurlijk kan na verloop van tijd alles ten goede keren. Misschien komt<br />
er nog een tijd dat men er als verkeersdeelnemer van overtuigd raakt dat<br />
de IJtunnel in Amsterdam of de Kiltunnel in Dordrecht in een behoefte<br />
voorziet. Als student beschouwde ik ook de ringspoorbaandijk van<br />
Amsterdam als een nutteloos zanddepot, al lag het niemand in de weg.<br />
Inmiddels wordt de spoorbaan goed gebruikt. En het Gorechtkanaal is<br />
een mooie waterpartij.<br />
Tenslotte. Het is nog niet zo gemakkelijk te bepalen wat een nutteloos<br />
werk is. Wat is de periode die verlopen moet zijn om van een mislukking<br />
te spreken? Zijn sommige projecten meer verwijtbaar dan andere? Zo ja,<br />
waar zoek je dan het criterium? In de te optimistische gebruiksprognose,<br />
de onnozelheid waarmee bestuurders zich van alles op de mouw<br />
laten spelden, of de persoonlijke ambitie van wethouders om na een<br />
bestuursperiode de wereld een piramide na te laten? Genoeg vragen om<br />
eens voor te gaan zitten!<br />
Bronnen:<br />
- Coninck, D. de (1993), Blijvende blunders. De grote nutteloze werken. Leuven:<br />
Kritak<br />
- Metz, T. (2002), Pret!. Leisure en landschap. Rotterdam: NAI uitgevers.<br />
- Toorn, W. van (2007), Project Nederland. Met een beeldessay van Theo Baart.<br />
Amsterdam: Augustus.<br />
- Valk, A. van der, en R. van Leeuwen (2000), Sporen van het verleden in<br />
de Amsterdamse verkaveling. Amsterdam: Amsterdamse Raad voor de<br />
Monumentenzorg / De Balie.<br />
- Vries, J. de (2002), Grenzen verkend. Internationalisering van de ruimtelijke<br />
planning in de Benelux. Delft: Delft University Press.<br />
<strong>girugten</strong> april 2008