29.09.2013 Views

E U C L I D E S - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

E U C L I D E S - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

E U C L I D E S - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

te maken. Van Swinderen had bovendien<br />

vooraf het volgende aangekondigd:<br />

Bij ieder Schoolbezoek moet gelet worden:<br />

1. Op den staat <strong>van</strong> het schoolvertrek, ten<br />

opzigte <strong>van</strong> ruimte, lucht, licht en zindelijkheid,<br />

en op de hulpmiddelen <strong>van</strong><br />

onderwijs.<br />

2. Op het Onderwijs zelve, ten opzigte <strong>van</strong> de<br />

manier <strong>van</strong> onderwijzen, en de verschillende<br />

vakken, waarin onderwezen wordt.<br />

Een belangrijke verplichting was het<br />

inleveren <strong>van</strong> een verslag over het schoolbezoek.<br />

In dat verslag moest aandacht<br />

gegeven worden aan de hiervoor genoemde<br />

punten. De studenten moesten dat verslag<br />

op een <strong>van</strong> de volgende colleges zelf voorlezen,<br />

waarna Van Swinderen commentaar leverde.<br />

Van Swinderen was ook een praktisch man:<br />

in zijn verslag aan het ministerie wijst hij<br />

erop dat het verplicht inleveren, voorlezen<br />

en bespreken <strong>van</strong> het verslag (hij zei niet <strong>van</strong><br />

te voren wie op welk college aan de beurt<br />

was) erg bevorderlijk was voor het bijwonen<br />

<strong>van</strong> zijn lessen!<br />

Maar hoewel niet zinloos, een echt<br />

schoolpracticum waren die bezoeken aan<br />

lagere scholen natuurlijk niet. Uit latere<br />

verslagen blijkt dat studenten zich nogal<br />

eens misdroegen en er een vrolijke boel <strong>van</strong><br />

maakten. Dat was misschien de reden dat<br />

de curatoren op een gegeven moment de<br />

organisatie <strong>van</strong> de praktische oefeningen voor<br />

de wiskundigen aan de hoogleraar wis- en<br />

natuurkunde J.W. Ermerins opdroegen.<br />

In zijn verslag <strong>van</strong> 1838 beschrijft deze<br />

zijn mislukte poging om die oefeningen te<br />

organiseren in een vorm die wij nu een<br />

instituutspracticum zouden noemen.<br />

Ermerins organiseerde voor zwakke<br />

studenten rechten en theologie die moeite<br />

hadden met het verplichte wiskundetentamen,<br />

repetitie-uurtjes, waarvoor hij<br />

zorgvuldig samengestelde kleine groepjes<br />

studenten, zoveel mogelijk <strong>van</strong> gelijk niveau,<br />

uitnodigde. Vervolgens vroeg hij studenten<br />

die hun wiskundetentamen al hadden<br />

gehaald en die de pedagogische opleiding<br />

wilden volgen, om die uurtjes bij te wonen.<br />

Ermerins bedoeling was nu, dat als de<br />

jongerejaars geen antwoord op zijn vragen<br />

konden geven, de ouderejaars al ‘vragende<br />

en verklarende’ de jongerejaars zouden<br />

helpen. Ermerins wilde zo én de wiskundige<br />

kennis, én de didactische vaardigheden <strong>van</strong><br />

die ouderejaars beoordelen, en zegde hen toe<br />

dat ze op die manier aan de vereisten voor<br />

de praktische oefeningen konden voldoen.<br />

Maar het bleek ‘dat niet ligt een student<br />

te bewegen was, om in tegenwoordigheid<br />

<strong>van</strong> anderen onderwijzer zijner medestudenten<br />

te zijn’, berichtte Ermerins en hij<br />

gaf zijn pogingen maar op. Toch zag hij<br />

ook niets in verplichtingen. Hij schreef in<br />

zijn verslag: ‘Zoolang toch de studenten<br />

zelve het belangrijke <strong>van</strong> deze oefeningen<br />

niet inzien, zal men hen daartoe niet wel<br />

noodzaken kunnen.’ Het curieuze was dat<br />

Van Swinderen in zijn rapport <strong>van</strong> 1838 nu<br />

juist voor de zoveelste keer wél aandrong<br />

op het verplicht stellen <strong>van</strong> de leraren-<br />

opleiding. De minister schreef aan de<br />

Groningse Curatoren fijntjes terug dat<br />

waar de heren professoren het er zelf niet<br />

over eens waren, hij er nog eens over moest<br />

nadenken. Daarna gebeurde er niets meer.<br />

<br />

Jacob de Gelder (1765-1848) was net als<br />

Van Swinderen een echte onderwijsman,<br />

maar hij beperkte zich strikt tot de<br />

wiskunde. Hij beschikte over een uitgebreide<br />

onderwijservaring op allerlei schoolsoorten,<br />

waaronder een Latijnse school. Verder had<br />

hij al heel wat over wiskundeonderwijs<br />

gepubliceerd, met als meest in het oog<br />

springend een uitgebreid hoofdstuk over<br />

de Methodus Docendi, ofwel de manier <strong>van</strong><br />

onderwijzen bij de wiskunde, in een boek uit<br />

1826 (zie figuur 2). Met de didactiek <strong>van</strong> de<br />

andere vakken hield hij zich niet bezig.<br />

<br />

Hij begon zijn cursus met nog eens de<br />

opbouw <strong>van</strong> het getalsysteem en de grondslagen<br />

<strong>van</strong> de meetkunde uiteen te zetten.<br />

Dat was vermoedelijk ook wel nodig. Zijn<br />

studenten waren meestal geen wiskundigen<br />

in opleiding - die waren er nog nauwelijks -<br />

maar voornamelijk studenten in de letteren.<br />

Die zouden op de Latijnse scholen gaan<br />

lesgeven, en naar de opvatting <strong>van</strong> de regering<br />

moesten die ook de wiskundelessen voor hun<br />

rekening nemen. Die studenten hadden op<br />

hun Latijnse school vroeger een heel klein<br />

beetje wiskunde gehad, en moesten, net als in<br />

Groningen, voor hun kandidaatsexamen bij<br />

De Gelder een tentamen wiskunde afleggen.<br />

Maar al te veel stelde dat tentamen niet voor:<br />

het oplossen <strong>van</strong> een vierkantsvergelijking was<br />

zo’n beetje het moeilijkste onderdeel.<br />

Daarna besteedde hij uitvoerig aandacht aan<br />

wat we nu een strategie voor de ordening<br />

<strong>van</strong> de leerstappen zouden noemen. In de<br />

terminologie <strong>van</strong> die tijd benadrukte hij<br />

vooral de waarde <strong>van</strong> de analytische aanpak,<br />

de ‘methode der uitvinders’, zoals dat wel<br />

genoemd werd. Het komt er feitelijk op neer<br />

dat hij benadrukte dat je bij het wiskundeonderwijs<br />

beter uit kunt gaan <strong>van</strong> concrete<br />

problemen en voorbeelden, dan <strong>van</strong> algemene<br />

regels. Die komen dan wel achteraf. Het is<br />

een opvatting die in de eerste helft <strong>van</strong> de 19e<br />

eeuw onder didactici heel gangbaar was, maar<br />

die in de eerste helft <strong>van</strong> de 20e eeuw door<br />

bijvoorbeeld Dijksterhuis en Schogt heftig<br />

bestreden werd.<br />

Overigens moeten we didactici als De Gelder<br />

niet zien als een soort voorlopers <strong>van</strong> realistisch<br />

reken/wiskundeonderwijs. Ze zetten zich af<br />

tegen een al te starre axiomatische aanpak<br />

en probeerden meer aan te sluiten bij een<br />

natuurlijke vorm <strong>van</strong> leren, maar het doel is<br />

het aanleren <strong>van</strong> wiskundige vaardigheden.<br />

Grote hoeveelheden ‘kaal’ oefenmateriaal<br />

domineren hun schoolboeken.<br />

Een interessant onderdeel <strong>van</strong> De Gelders<br />

cursus was dat de studenten zelf aan het<br />

oplossen <strong>van</strong> sommetjes gezet werden, en<br />

dat vervolgens gezamenlijk werd besproken<br />

hoe ze dat gedaan hadden en wat ze daar<br />

<strong>van</strong> konden leren. Hij gebruikte daarbij<br />

het vraag-en-antwoordspel dat hij in zijn<br />

didactische publicaties aanraadde, met het<br />

uitdrukkelijk doel een voorbeeld te geven<br />

<strong>van</strong> hoe je zo iets doet. Zoals hij het zelf<br />

formuleerde: ‘Door mijne lessen alzoo<br />

in te rigten hebben mijne discipelen een<br />

praktisch voorbeeld en verder kan het niet<br />

gebragt worden.’<br />

De Gelder stelde behoorlijke eisen. Het<br />

college besloeg vier uur per week gedurende<br />

een semester en <strong>van</strong> de studenten werd

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!