29.09.2013 Views

Vaginale operaties - Diaconessenhuis Leiden

Vaginale operaties - Diaconessenhuis Leiden

Vaginale operaties - Diaconessenhuis Leiden

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Maatschap Gynaecologie<br />

<strong>Vaginale</strong> <strong>operaties</strong>


Inhoud blz.<br />

Inleiding 2<br />

Een prolaps (een verzakking) 2<br />

Het verwijderen van de baarmoeder 5<br />

Op de polikliniek Gynaecologie 6<br />

De dag van opname 7<br />

De operatiedag 7<br />

Na de operatie 7<br />

De eerste dag na operatie 8<br />

De tweede dag na operatie 8<br />

De derde dag na operatie 9<br />

Complicaties 9<br />

Weer thuis/leefregels 10<br />

Plas- en ontlastingadviezen na de operatie 12<br />

<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Inleiding<br />

Deze folder geeft u informatie, die u nodig heeft om goed voorbereid te zijn op de<br />

operatie en het herstel. Er worden verschillende soorten <strong>operaties</strong> besproken in<br />

deze folder. Het kan zijn dat sommige onderwerpen niet voor u van toepassing zijn.<br />

Naast algemene informatie, tips en adviezen vindt u een stappenplan waar per dag<br />

beschreven staat wat er gebeurt tijdens de opname.<br />

Neemt u deze folder mee als u wordt opgenomen in het ziekenhuis. Achterin de<br />

folder is ruimte om uw vragen te noteren. Zo voorkomt u dat u die vergeet te<br />

stellen. Het is prettig als uw partner of familie de folder ook leest. Zij hebben dan<br />

een duidelijk beeld van uw operatie en de herstelperiode.<br />

Het is goed u te realiseren dat uw persoonlijke situatie anders kan zijn. Stelt u<br />

daarom uw specifieke vragen aan de gynaecoloog, verpleegkundige of polikliniekassistente.<br />

Een prolaps of verzakking<br />

Bij een verzakking hebben sommige delen van de vrouwelijke inwendige geslachtsorganen<br />

hun normale plaats verloren en zijn naar beneden gezakt.<br />

De inwendige geslachtsorganen waar het hier om gaat zijn: de baarmoeder of<br />

uterus, de voorwand van de schede met daarachter de blaas, de achterwand van de<br />

schede met daarachter het rectum (endeldarm). Deze organen of delen van de<br />

organen, kunnen al dan niet gecombineerd verzakken. Bij een liggende vrouw kunt<br />

u de schede (vagina) zien als een tunnel: aan het eind zit de baarmoedermond,<br />

achter het plafond (voorwand) zit de blaas en onder de vloer (achterwand) zit de<br />

endeldarm.<br />

Als in het verleden de baarmoeder is verwijderd kan de top van de schede verzakken.<br />

Een verzakking van de top van de schede kan ook in combinatie bestaan met een<br />

verzakking van de voorwand of achterwand.<br />

2


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Bekkenbodem<br />

De bekkenbodem is een groep van spieren die de onderkant van het bekken afsluit,<br />

met daarin de openingen voor de urine- en ontlastingswegen en de schede (vagina). De<br />

spieren ondersteunen de organen in het bekken en de buik; de blaas, de endeldarm en<br />

de baarmoeder. Daarnaast zorgen de spieren voor een goede werking van de vagina.<br />

De stevigheid van de spieren zorgt ervoor dat deze organen niet naar beneden kunnen<br />

zakken.<br />

Oorzaken van de verzakking<br />

Een verzakking kan meerdere oorzaken hebben. De belangrijkste is de aanleg<br />

(d.w.z. dat meerdere vrouwen in de familie er last van hebben). Daarnaast spelen<br />

zwangerschappen, bevallingen en leeftijd een belangrijke rol. Tijdens de zwangerschap<br />

en bevalling komen de steunweefsels van baarmoeder en schede onder<br />

spanning te staan en worden uitgerekt. Bij sommige vrouwen is dit zo sterk dat er<br />

kleine beschadigingen optreden in dit steunweefsel, waardoor de positie van de<br />

baarmoeder en/of schede niet meer wordt als voorheen, met als gevolg een lichte<br />

verzakking. Bij het ouder worden, worden onze weefsels slapper en wordt de<br />

elasticiteit minder. We kunnen dit allemaal zien aan de eigen huid. Deze verslapping<br />

treedt ook op in het steunweefsel van de geslachtsorganen. Hierdoor kan een<br />

geringe verzakking die nooit klachten heeft gegeven, op latere leeftijd toch<br />

verergeren en alsnog klachten gaan geven. Verder spelen ook chronisch hoesten en<br />

chronische obstipatie (veel persen) een rol.<br />

Klachten<br />

De klachten die u van een verzakking heeft, hangen af van de mate waarin de<br />

genoemde organen verzakt zijn en van de combinatie van de verzakte organen.<br />

Veel voorkomende klachten zijn:<br />

• lage rugpijn;<br />

• een zwaar gevoel in de onderbuik;<br />

• spontaan urineverlies bij hoesten, niezen of persen;<br />

• obstipatie, verstopping, moeite met ontlasting eruit persen;<br />

• het gevoel dat er iets uitzakt.<br />

• pijn of hinder bij seksuele gemeenschap.<br />

Doel van de operatie<br />

Het doel van de operatie is de verzakte organen hun normale plaats terug te geven.<br />

Hierna zijn dus ook de klachten verdwenen, die door de verzakking veroorzaakt<br />

werden.<br />

Het is natuurlijk niet zo dat de hiervoor genoemde klachten altijd worden veroorzaakt<br />

door een verzakking. Zo kan lage rugpijn ook samenhangen met aandoeningen<br />

van de wervelkolom. Spontaan urineverlies kan voorkomen bij afwijkingen van<br />

de blaas. Indien deze klachten dus hierin hun oorzaak vinden, dan blijven zij na de<br />

operatie bestaan en moeten apart worden behandeld.<br />

3


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Aard van de operatie<br />

Verzakking van de baarmoeder (of van de top van de schede indien in het verleden<br />

de baarmoeder verwijderd is).<br />

De baarmoeder mondt uit in de schede. Het stukje dat in de schede steekt, heet de<br />

baarmoedermond. Als de baarmoeder verzakt, komt de baarmoedermond steeds<br />

dichter bij de ingang van de schede en kan op den duur uitwendig zichtbaar zijn. U<br />

kunt dan de baarmoeder gemakkelijk voelen als u uw vingers in de schede brengt.<br />

Is de baarmoeder verzakt, dan zijn er drie mogelijkheden om via de schede te<br />

opereren.<br />

1. De baarmoeder wordt in zijn geheel verwijderd (blz. 8: het verwijderen van de<br />

baarmoeder).<br />

2. De banden, waaraan de baarmoeder vastzit, worden ingekort, waardoor de<br />

baarmoeder weer haar oude positie inneemt. Daarnaast wordt een stukje van de<br />

baarmoedermond afgesneden, waardoor de afstand tussen de ingang van de<br />

schede en de baarmoeder nog groter wordt.<br />

3. De top van de schede wordt met twee hechtdraden vastgemaakt aan de<br />

binnenkant van het bekken (sacrospinale fixatie).<br />

Vaak komt een verzakking van de baarmoeder voor in combinatie met een<br />

verzakking van de voorwand en/of de achterwand van de schede.<br />

Verzakking van de voorwand van de schede<br />

Is de voorwand van de schede verzakt, dan treedt hierbij tevens een verzakking van<br />

de blaas op. De blaas rust namelijk voor een deel op de voorwand van de schede.<br />

Vandaar dat deze aandoening vaak, maar ook weer niet altijd, samen gaat met<br />

problemen bij het plassen.<br />

Bij deze operatie worden blaas en voorwand van de schede weer op hun plaats<br />

gebracht. In het midden van de voorwand van de schede wordt de schedewand<br />

losgemaakt van de blaas. Dan wordt de uitbolling van de blaas ingestulpt en is de<br />

blaasverzakking verdwenen. De bekleding van de schedewand is hierdoor te wijd<br />

geworden en wordt gedeeltelijk weggenomen (vergelijk het met een kledingstuk dat<br />

te wijd is geworden en wordt ”ingenomen”). De schede is na de operatie iets nauwer,<br />

gemeenschap blijft wel mogelijk.<br />

Voor de genezing is het belangrijk dat de blaas en de voorwand van de schede na de<br />

operatie worden ontzien. Dit houdt in dat de blaas niet vol mag raken. Daarom<br />

wordt na de operatie een slangetje via de plasbuis in de blaas gebracht, waardoor<br />

de urine continue naar buiten kan lopen in een zakje dat aan het slangetje vast zit.<br />

U krijgt dan geen aandrang om te gaan plassen. Zo’n slangetje dat in de blaas wordt<br />

gebracht, heet katheter.<br />

Na twee dagen kan de katheter weer worden verwijderd en moet u weer zelfstandig<br />

gaan plassen (zie plasadviezen achterin de folder). Er wordt dan gecontroleerd met<br />

behulp van een bladderscan (een soort echo apparaat) of u de blaas bij het plassen<br />

voldoende leeg kunt maken. Als dat niet lukt, kan er een nieuwe katheter worden<br />

ingebracht.<br />

Verzakking van de achterwand van de schede<br />

Deze operatie bestaat soms uit twee delen. Als eerste wordt de achterwand van de<br />

schede weer op zijn plaats gebracht.<br />

In het midden van de achterwand van de schede maakt de gynaecoloog de<br />

4


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

schedewand los. Vervolgens wordt het ruime bindweefsel rond de endeldarm<br />

ingekort en in het midden aan elkaar gezet. De darm kan hier op rusten en de<br />

darmverzakking verdwijnt. Daarna neemt de gynaecoloog de bekleding van de<br />

schedewand, die ook te wijd geworden is, gedeeltelijk weg. De wand wordt daarna<br />

over het bindweefsel en de darm heen gehecht. Zo komt de achterwand van de<br />

schede weer op de plaats waar hij hoort te zitten en is de uitstulping verdwenen. Dit<br />

wordt een achterwandplastiek genoemd. De schede is na de operatie iets nauwer,<br />

gemeenschap blijft wel mogelijk.<br />

Soms volgt daarna een bekkenbodemplastiek. De bekkenbodemspieren, die zich aan<br />

de achterkant van de schede bevinden, worden aan de achterkant van de schede<br />

naar elkaar toegetrokken. Hierdoor wordt de bekkenbodem verstevigd en wordt de<br />

ingang van de schede nauwer<br />

Duur van de operatie<br />

Een gynaecoloog kan verschillende operatietechnieken combineren. De duur van de<br />

operatie varieert tussen 1-2 uur, afhankelijk welke operatie er wordt uitgevoerd. De<br />

gynaecoloog vertelt u welke operatie bij u wordt gedaan en wat de verwachtte duur<br />

van de operatie is.<br />

Het verwijderen van de baarmoeder (uterus extirpatie).<br />

Uw arts heeft met u besproken waarom bij u de baarmoeder wordt weggehaald.<br />

Enkele redenen kunnen zijn:<br />

• Een “vleesboom” in de baarmoeder. Een vleesboom (myoom) is een verdikking<br />

van de spier die de wand van de baarmoeder vormt.<br />

• Teveel bloedverlies bij de menstruatie waarbij geneesmiddelen niet meer helpen.<br />

• Te pijnlijke menstruatie, die met gewone middelen niet te verhelpen zijn.<br />

• Een verzakking (=prolaps).<br />

Bouw en functie van de inwendige vrouwelijke geslachtsorganen<br />

Een baarmoeder heeft de vorm en de grootte van een kleine peer. De baarmoeder<br />

bevindt zich in de onderbuik van de vrouw tussen de blaas en de endeldarm. De<br />

wanden van de baarmoeder liggen tegen elkaar aan. Het is dus geen holte. De<br />

buitenkant is gespierd, maar de binnenkant is sponzig en vochtig.<br />

Aan de onderkant is de baarmoeder via de baarmoedermond verbonden met de<br />

vagina en aan de bovenkant met de eileiders en eierstokken. De belangrijkste<br />

functie van de baarmoeder is het ontvangen en voeden van een bevruchte eicel.<br />

De operatie<br />

De baarmoeder kan op verschillende manieren worden verwijderd; via de buikwand<br />

door middel van een snede en via de schede (vaginaal). Soms worden eerst met een<br />

kijkbuisoperatie (laparoscopie) de ophangbanden in de buik doorgenomen en wordt<br />

de baarmoeder vervolgens via de schede verwijderd. De laatste twee methodes<br />

worden hier beschreven.<br />

Afhankelijk van de grootte van de baarmoeder, de mate van de verzakking van de<br />

baarmoeder in de schede en de reden van de baarmoederverwijdering stelt de<br />

gynaecoloog u de operatie voor, waarbij de minste risico’s bestaan en de operatie<br />

5


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

en uw herstel optimaal verlopen. Bij de baarmoederverwijdering via de schede en<br />

door middel van een kijkbuisoperatie is er altijd een kleine kans dat de gynaecoloog<br />

tijdens de ingreep alsnog moet overgaan op een buikoperatie.<br />

Verwijdering van de baarmoeder via de schede (vaginale uterusextirpatie)<br />

Bij deze operatie wordt de top van de schede geopend, baarmoeder en baarmoedermond<br />

worden vervolgens verwijderd. De eierstokken blijven zitten, alleen als<br />

tijdens de operatie blijkt dat er een afwijking is bij een eierstok, wordt deze<br />

verwijderd. De bovenkant van de schede wordt na het openen weer dichtgemaakt.<br />

De schede blijft meestal even lang en breed als voor de operatie. De denkbeeldige<br />

ruimte in de onderbuik (op de plek waar de baarmoeder zat) wordt direct opgevuld<br />

met darmen. Het voordeel van deze manier van opereren is dat u alleen een<br />

(onzichtbaar) litteken boven in de schede krijgt. Meestal herstelt u weer snel.<br />

Verwijdering van de baarmoeder via de schede met behulp van een kijkbuisoperatie(Laparoscopisch<br />

geAssisteerde <strong>Vaginale</strong> Hysterectomie, LAVH)<br />

Soms is de baarmoeder niet te groot maar wel te weinig verzakt om via de vagina<br />

verwijderd te kunnen worden. Dan kan een kijkbuisoperatie plaats vinden. Bij deze<br />

techniek maakt de gynaecoloog twee tot vier sneetjes in de buikwand. Via een<br />

sneetje net onder de navel wordt een kijkbuis (laparoscoop) in de buik gebracht; via<br />

de andere sneetjes brengt men instrumenten in de buikholte waarmee de baarmoeder<br />

wordt losgemaakt. Aan het einde van de operatie wordt de baarmoeder via de<br />

schede weggehaald. De kleine sneetjes worden met hechtingen dichtgemaakt. Deze<br />

hechtingen lossen vanzelf op en hoeven dus ook niet verwijderd te worden.<br />

Op de polikliniek Gynaecologie<br />

Nadat u van de gynaecoloog te horen heeft gekregen dat u in aanmerking komt voor<br />

een vaginale operatie neemt de polikliniek assistente de praktische gang van zaken<br />

met u door. Zij kan u vertellen hoe lang de wachttijd voor de operatie ongeveer is.<br />

Ook krijgt u te horen of u de dag voor de operatie al wordt opgenomen of op de<br />

operatiedag. Als u wordt opgenomen op de dag van de operatie dan krijgt u een<br />

klein klysma (microlax) mee naar huis. Dit wordt gegeven om het laatste stukje<br />

darm leeg te maken. Het is de bedoeling dat u dit zelf thuis toedient na het<br />

avondeten.<br />

Verder moet u langsgaan bij het preoperatief inloopspreekuur (POS) van de<br />

anesthesioloog. De anesthesioloog bespreekt de wijze van verdoven met u. Dit kan<br />

een ruggenprik zijn of algehele narcose.<br />

Indien u medicatie gebruikt, spreekt de anesthesioloog met u af of u deze moet<br />

innemen op de dag van de operatie. De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip<br />

u niet meer mag eten, drinken en roken.<br />

Als u ouder bent dan 50 jaar kan het zijn dat u voor de operatie naar de internist<br />

en/of cardioloog moet.<br />

Als u bloedverdunnende medicatie neemt moet u met<br />

de gynaecoloog overleggen wanneer u hier mee moet stoppen.<br />

Twee tot drie weken voor de operatie krijgt u per post bericht van het Planbureau<br />

wanneer u wordt opgenomen.<br />

6


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Het is raadzaam, voor de operatie, in uw directe omgeving na te gaan of er hulp<br />

geboden kan worden als u na de operatie uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Hierbij<br />

kan gedacht worden aan huishoudelijke taken en de boodschappen. Als u denkt in<br />

aanmerking te komen voor huishoudelijke hulp in deze periode moet u dit navragen<br />

bij het zorgloket van uw gemeente. Dit is in verband met nieuwe wetgeving WMO<br />

(Wet Maatschappelijke Ondersteuning).<br />

De dag van opname<br />

We maken u en uw partner/familie vandaag wegwijs op de afdeling gynaecologie en<br />

bereiden u voor op de operatie. De verpleegkundige vertelt u over het verblijf op de<br />

verpleegafdeling en wijst u de weg. Vervolgens houdt de verpleegkundige een<br />

opnamegesprek. In de loop van de dag bezoekt de afdelingsarts en/of een coassistent<br />

u.<br />

Voorbereiding op de operatie:<br />

• Een medewerker van het laboratorium komt bloed bij u afnemen indien de arts<br />

dit heeft aangevraagd.<br />

• Vanaf vandaag krijgt u dagelijks een injectie om de kans op trombose te<br />

verminderen.<br />

• U hoort van de verpleegkundige hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.<br />

• U krijgt een kleine klysma (microlax) om het laatste stuk van de darmen leeg te<br />

maken. Dit krijgt u na het avondeten.<br />

De operatiedag<br />

Vanaf 0.00 uur mag u niet meer eten, drinken of roken. U wordt in operatiekleding<br />

naar de operatiekamer gebracht, zonder sieraden, lenzen, make-up, nagellak of<br />

kunstgebit.<br />

In de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling wordt er een infuus ingebracht,<br />

dit is voor vocht- en medicatietoediening. De anesthesioloog geeft u vervolgens de<br />

ruggenprik of narcose.<br />

Na de operatie verblijft u enige tijd op de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Dit is een<br />

ruimte waar meerdere operatiepatiënten liggen. De verpleging kan extra aandacht<br />

aan u schenken in de tijd dat u langzaam wakker wordt. Als u wakker wordt kan u<br />

zich suf voelen en heeft u mogelijk wat pijn aan de wond. Na enige tijd gaat u weer<br />

terug naar uw eigen afdeling. Daar aangekomen wordt er telefonisch contact met uw<br />

partner of familie opgenomen over de terugkomst op de verpleegafdeling.<br />

Na de operatie:<br />

• U heeft een infuus om vocht en eventuele medicijnen toe te dienen.<br />

• U heeft een katheter, deze zorgt voor de afloop van urine.<br />

• Soms wordt er tijdens de operatie ook een drain aangebracht. Dit is een dun<br />

slangetje dat via de wond naar buiten komt. De drain voert overtollig bloed en<br />

wondvocht uit het operatiegebied af.<br />

• Soms brengt de gynaecoloog aan het einde van de operatie een tampon de<br />

schede in. Dit is een lang gaas dat in de schede ingebracht wordt. Het stelpt<br />

kleine bloedinkjes<br />

• U kunt vaginaal wat bloedverlies hebben.<br />

7


Pijn<br />

<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

We verwachten vandaag van u<br />

• Om vele redenen is bedrust slecht. Het verhoogt bijvoorbeeld de kans op<br />

trombose, belemmert de darmperistaltiek en vermindert het vermogen om goed<br />

door te ademen. Na de operatie moet u dus weer snel uit bed komen. De verpleegkundige<br />

ondersteunt u hierbij.<br />

• Als uw baarmoeder niet is verwijderd mag u gewoon eten. Als uw baarmoeder<br />

wel is verwijderd krijgt u vloeibaar te eten (appelmoes, yoghurt, soep, vla).<br />

Iedere operatiewond doet pijn. Vooral de achterwandplastiek is pijnlijk en geeft een<br />

gevoel alsof er veel ontlasting zit. Dit zijn de hechtingen die u voelt. Ook bij het<br />

gaan zitten is dit gebied gevoelig. U krijgt echter na de operatie voldoende<br />

pijnstillende middelen, zodat u de pijn niet of nauwelijks voelt.<br />

Vraag hier ook om wanneer u vindt dat u te veel pijn hebt!<br />

Misselijk<br />

U kunt misselijk zijn. De verpleegkundigen weten precies wat ze u hier tegen mogen<br />

geven, vraagt u er gerust om.<br />

De eerste dag na de operatie<br />

Bij de lichamelijke verzorging krijgt u zonodig hulp. Indien mogelijk kunt u<br />

douchen. Bij de LAVH hoeven er in principe na het douchen geen pleisters meer op<br />

de wondjes.<br />

Indien u geen voorwandoperatie heeft ondergaan wordt vanmorgen de katheter<br />

verwijderd. Binnen 6 uur nadat de katheter is verwijderd moet u hebben geplast.<br />

De verpleegkundige verwijdert de tampon meestal 24 uur na de operatie. Schrikt u<br />

hierbij niet van de lengte!<br />

De verpleegkundige haalt de drain weg als er geen vocht meer naar buiten komt. Als<br />

u voldoende drinkt kan het infuus ook verwijderd worden.<br />

In theorie kunt u bij alleen de achterwandoperatie of alleen de baarmoederverwijdering<br />

nadat u heeft geplast naar huis.<br />

We verwachten vandaag van u<br />

• U mag gewoon eten en drinken.<br />

• Als u pijn heeft ondanks de pijnstilling, aarzel dan niet dit te bespreken met de<br />

verpleegkundige. De afdelingsarts kijkt naar een oplossing.<br />

• U moet vandaag minimaal drie keer een uur uit bed komen. De verpleegkundigen<br />

gaan u hierbij ondersteunen.<br />

De tweede dag na de operatie<br />

U kunt vandaag douchen. Als u een voorwandplastiek heeft ondergaan dan wordt<br />

vandaag de katheter verwijderd. Binnen 4 uur moet u hebben geplast. Als u heeft<br />

geplast wordt er met behulp van de bladderscan (een soort echoapparaat) gekeken<br />

hoeveel urine er in de blaas achter blijft. Het achterblijven van de urine mag niet<br />

meer dan 200 ml zijn. Als u tweemaal heeft geplast en u heeft minder dan 200 ml<br />

urine in de blaas achter gehouden dan kunt u naar huis. Het ontslag naar huis kan<br />

8


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

op elk moment van de dag.<br />

Als het plassen niet lukt of de hoeveelheid achter gebleven urine is meer dan 200<br />

ml, kan er voor gekozen worden om wederom een katheter via de plasbuis in te<br />

brengen en die de volgende dag weer te verwijderen. Achterin deze folder staan<br />

plasadviezen die de fysiotherapeut heeft samengesteld.<br />

U kunt naar het toilet wandelen en de maaltijden aan tafel nuttigen.<br />

Het ontslag komt steeds dichterbij. Heeft u of uw partner/familie vragen over het<br />

naderende ontslag? Stelt u deze dan.<br />

Wij kijken terug op uw herstel en bespreken of u naar huis kunt. Alleen als u<br />

onvoldoende herstelt en ziekenhuiszorg noodzakelijk is, blijft u langer opgenomen.<br />

Doordat u kort in ons ziekenhuis verblijft, voorkomt u<br />

complicaties, zoals ziekenhuisinfectie, herstelt uw conditie sneller en bent u beter in<br />

staat uw normale leefgewoontes weer op te pakken.<br />

Enkele dagen na de operatie voelt de buik gespannen en opgezet aan en kunt u wat<br />

misselijk zijn, ook kunt u darmkrampen hebben. Wanneer u dan windjes moet laten,<br />

zal de spanning afnemen. Dit is een gunstige ontwikkeling. Om te zorgen dat de<br />

ontlasting niet te dik wordt krijgt u bij een achterwandoperatie zes weken lang<br />

lactulose te drinken. Lactulose zorgt ervoor dat de ontlasting niet te dik wordt. U<br />

mag de ontlasting er dan ook niet te hard uitpersen omdat het operatiegebied dan<br />

blijvend beschadigd kan worden. Na een verzakkingoperatie is het nooit goed om<br />

hard te persen. Als bij u geen achterwandplastiek is verricht, en u voor de operatie<br />

al problemen had met ontlasting, kan het ook nuttig zijn te starten met lactulose.<br />

Bespreekt u dit met de arts. Verschillende ontlastingsadviezen worden achterin de<br />

folder beschreven.<br />

De derde dag na operatie<br />

Vandaag bent u in principe voldoende hersteld om naar huis te gaan. U krijgt een<br />

afspraak mee voor de poliklinische controle bij de gynaecoloog.<br />

Medicijnen, die in het ziekenhuis zijn gestart en die u thuis moet doorgebruiken,<br />

krijgt u mee op recept, met uitzondering van paracetamol. U kunt de paracetamol<br />

naar eigen inzicht afbouwen. De medicatie, die u voor de operatie gebruikte, kunt u<br />

doorgebruiken tenzij de arts anders voorschrijft.<br />

Als het plassen niet lukt of u houdt teveel urine achter in de blaas kan er besloten<br />

worden dat u met een katheter naar huis gaat. U krijgt dan instructies en materiaal<br />

mee naar huis. Drie dagen na uw ontslag komt u terug naar afdeling 4B. Dan wordt<br />

er wederom gekeken hoeveel urine u achterhoudt in de blaas. Doordat de blaas wat<br />

extra rust heeft gehad gaat het uitplassen nu vaak beter.<br />

Complicaties<br />

De elke operatie kunnen complicaties optreden, dus ook bij vaginale <strong>operaties</strong>. Wij<br />

beschrijven de meest voorkomende complicaties hieronder.<br />

Blaasontsteking<br />

Een blaasontsteking is een veel voorkomend probleem na een operatie. Hierbij is het<br />

plassen pijnlijk. Zo nodig krijgt u een antibioticum. Een blaasontsteking is daarmee<br />

goed te behandelen.<br />

9


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Pijn<br />

Bij een sacrospinale fixatie operatie kunt u na de operatie pijn hebben aan uw<br />

rechterbil. Dit trekt na een paar weken weg. In uitzonderingsgevallen kan het zijn<br />

dat de hechting, die vastgemaakt is aan de binnenkant van het bekken, moet<br />

worden verplaatst.<br />

Urine-incontinentie<br />

Alhoewel verzakking<strong>operaties</strong> soms als doel hebben ongewild urineverlies te<br />

verminderen, treedt soms ongewild urineverlies op als complicatie van de operatie.<br />

Dit is niet altijd te voorkomen. Meestal is het urineverlies niet ernstig en verdwijnt<br />

binnen 3 tot 6 maanden. Soms is gespecialiseerde fysiotherapie nodig. In uitzonderlijke<br />

situaties is de enige oplossing een tweede, kleine, operatie.<br />

Nabloeding<br />

Een nabloeding is een vrij zeldzame complicatie. Bij <strong>operaties</strong> via de schede is het<br />

vaak voldoende (opnieuw) een tampon in te brengen. Soms is een tweede operatie<br />

noodzakelijk.<br />

Seksuele problemen<br />

Bij een bekkenbodemplastiek wordt de ingang van de schede vernauwd om de<br />

bekkenbodem meer stevigheid te geven. De ingang van de schede wordt hierdoor<br />

kleiner. De gynaecoloog probeert de ingang van de schede ruim genoeg te houden<br />

voor het hebben van gemeenschap. Soms is het resultaat toch anders dan verwacht.<br />

Ook kan in een enkel geval de schede korter zijn geworden. Aarzel niet om bij<br />

seksuele problemen een nieuwe afspraak te maken met de gynaecoloog om hierover<br />

te praten. Vaak kan er wat aan gedaan worden. De meeste vrouwen ervaren geen<br />

verandering van de beleving van seksualiteit na het verwijderen van de baarmoeder.<br />

Weer klachten<br />

Ook na een geslaagde operatie kunnen opnieuw klachten ontstaan. Jammer genoeg<br />

bestaan er geen behandelingen die de problemen definitief opheffen. Ook na<br />

verwijdering van de baarmoeder kan nog een verzakking van de top van de schede<br />

optreden. Meestal is geen nieuwe operatie nodig. Als u denkt dat er sprake is van<br />

een nieuwe verzakking, aarzel dan niet om dit met de huisarts te bespreken.<br />

Tot slot<br />

Hoewel mogelijke complicaties en lange termijngevolgen van de verschillende<br />

<strong>operaties</strong> hier uitvoerig besproken zijn, is het belangrijk dat u zich bedenkt dat er<br />

meestal geen complicaties optreden. De meeste vrouwen zijn na de operatie zeer<br />

tevreden en wensen achteraf dat deze eerder had plaats gevonden.<br />

Weer thuis/leefregels<br />

Veel vrouwen ervaren deze periode als teleurstellend. Eenmaal thuis blijkt u erg<br />

weinig te kunnen en snel moe te zijn. Bedenk dat een operatie altijd een aanslag is<br />

op uw lichaam en op uw reserves. In de herstelperiode is het belangrijk dat u goed<br />

naar signalen van uw lichaam luistert en niet te snel weer te veel wil doen. Het beste<br />

kunt u toegeven aan de moeheid en extra rusten.<br />

De eerste zes weken na de operatie mag u niet tillen.<br />

Bezigheden, die nadelig zullen zijn voor het geopereerde gebied, worden ontraden.<br />

10


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Voorbeelden hiervan zijn het optillen van zware voorwerpen zoals: meubelen, volle<br />

boodschappentassen, emmers water, de stofzuiger, een zware wasmand. Ook is het<br />

beter geen kinderen op te tillen.<br />

Als u moet bukken, ga dan door de knieën.<br />

Lichtere werkzaamheden (bijvoorbeeld koken of afwassen) kunt u geleidelijk weer<br />

gaan doen. Dat geldt ook voor activiteiten als fietsen en sporten. Het principe is:<br />

doe elke dag iets meer.<br />

Het is niet verstandig om al snel achter het stuur van de auto te kruipen, omdat uw<br />

concentratievermogen en reflexen nog niet voldoende zijn.<br />

De eerste zes weken raden wij u aan om niet in bad te gaan of te zwemmen.<br />

Douchen is wel toegestaan.<br />

Als u bent geopereerd aan een verzakking raden wij u aan de eerste 3 maanden niet<br />

zwaarder dan 10 kilo te tillen.<br />

Afscheiding<br />

De eerste weken kunt u nog wat bloed verliezen of bruine afscheiding hebben. Als<br />

dit duidelijk meer is dan bij een normale menstruatie, moet u contact opnemen met<br />

de arts. Ook kunt u een stukje hechting verliezen.<br />

Ontlasting<br />

Om obstipatieproblemen te voorkomen adviseren wij om vezelrijk te eten (volkoren<br />

producten en fruit) en minimaal anderhalf tot twee liter per dag te drinken. Als het<br />

nodig is, schrijft de gynaecoloog u laxeermiddelen voor.<br />

Seksualiteit<br />

Na de operatie is er in de schede een litteken. Het is voor de genezing beter als er<br />

dan niets in de schede komt. Daarom krijgt u het advies om de eerste zes weken na<br />

de operatie geen seksuele gemeenschap (samenleving) te hebben of tampons te<br />

gebruiken. Wanneer bij polikliniekcontrole zes weken na de operatie blijkt dat de<br />

wond in de schede goed genezen is, kunt u weer proberen gemeenschap te hebben.<br />

De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen vaak minder zin in<br />

gemeenschap. Aarzel niet om bij problemen met geslachtsgemeenschap een nieuwe<br />

afspraak met de gynaecoloog te maken om dit te bespreken.<br />

Geen menstruatie meer/zwanger<br />

Als er geen baarmoeder is, betekent het dat u niet meer zwanger kan worden en dat<br />

u niet meer menstrueert. De meeste vrouwen moeten voor en na de operatie aan dit<br />

idee wennen.<br />

Als u niet gesteriliseerd bent of de baarmoeder niet verwijderd is, kunt u na een<br />

verzakkingoperatie nog zwanger worden (tenzij u de overgang achter de rug heeft).<br />

Verstandig is dit echter niet. Een bevalling langs de normale weg zal het resultaat<br />

van de operatie namelijk tenietdoen. Om deze reden is dan vaak een keizersnede<br />

noodzakelijk. Heeft u nog een kinderwens, dan is het dus beter om uw gezin te<br />

voltooien voordat u zich laat opereren.<br />

11


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

Herstel na de operatie<br />

De duur van de uiteindelijke herstel is bij elke vrouw verschillend. Het herstel is<br />

afhankelijk van de zwaarte van de operatie, uw conditie en uw instelling.<br />

Complicaties<br />

Bij complicaties, zoals toenemende pijn, koorts of meer bloedverlies dan bij een<br />

normale menstruatie, moet u contact opnemen met de gynaecoloog. U kunt dan<br />

contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie, tel. 071 - 517 83 51 en buiten<br />

kantooruren met afdeling gynaecologie 4B, tel. 071 - 517 89 80.<br />

Wij wensen u een spoedig herstel.<br />

Plas- en ontlastingadviezen na de operatie.<br />

Plasadviezen<br />

In de praktijk blijkt dat veel mensen zich niet de tijd gunnen om rustig naar het<br />

toilet te gaan. De meeste voorkomende fouten bij het plassen zijn niet goed<br />

uitplassen en persen bij het plassen.<br />

1. Ga bij voorkeur zitten op het toilet. Als u hangt boven het toilet kunt u de blaas<br />

niet goed leeg plassen.<br />

2. Wen u aan om de tijd te nemen als u moet plassen. U kunt de blaas vergelijken<br />

met een bolle fles vol met water. Als je de fles onderste boven houdt, dan duurt<br />

het even voordat hij leeg is. Met de blaas is dat precies hetzelfde.<br />

3. Ga goed recht op het toilet zitten: niet onderuit gezakt maar rechtop en trek de<br />

schouders niet op. Doordat u rechtop zit maakt de plasbuis geen knik en loopt<br />

de urine er gemakkelijk uit.<br />

4. Ontspan uw bekkenbodemspieren. De plasreflex begint met het ontspannen van<br />

de bekkenbodemspieren. U kunt soms voelen dat de buikspieren zich aanspannen.<br />

Dit hoort bij de reflex.<br />

5. Pers niet mee. De blaas heeft tijd nodig om leeg te lopen. De kracht van de straal<br />

wordt reflexmatig geregeld.<br />

6. Plas in een keer uit, onderbreek de urinestraal niet. Wanneer u bijvoorbeeld vier<br />

maal de urinestraal onderbreekt, blijft er een beetje urine in de blaas achter<br />

(residu), maar te weinig om opnieuw een plasreflex op te wekken. Zo’n residu<br />

geeft een risico op blaasontsteking.<br />

7. Denkt u dat de blaas leeg is, kantel het bekken dan een paar keer voor-, achter-<br />

en zijwaarts. Bij ongeveer een derde van de vrouwen komt er nog wat urine.<br />

Urine die achterblijft in de blaas geeft een verhoogd risico op blaasontsteking.<br />

8. Wanneer u klaar bent met plassen, trek dan even uw bekkenbodemspieren in om<br />

nadruppelen te voorkomen. In het begin moet u dat bewust doen; na een paar<br />

maanden wordt het automatisme.<br />

Ontlastingadviezen:<br />

De meest voorkomende fouten zijn hard persen en een verkeerde toilethouding.<br />

1. Ga naar het toilet als u aandranggevoel krijgt. Dit kan 20 - 30 minuten na de<br />

maaltijd zijn en neem de tijd ervoor.<br />

2. Ga goed op de toilet zitten. Ontspannen zitten met en bolle onderrug, handen op<br />

de bovenbenen, voeten plat op de grond, een opstapje kan zinvol.<br />

3. Komt de ontlasting niet direct, maak de onderrug dan een aantal keer hol en bol,<br />

totdat u voelt dat de ontlasting komt.<br />

12


<strong>Diaconessenhuis</strong> <strong>Leiden</strong><br />

4. Als meepersen nodig is, pers dan als volgt: adem iets in (flanken zetten uit) zet<br />

de adem vast en pers vanuit de buik licht mee en probeer de bekkenbodem<br />

daarbij zoveel mogelijk ontspannen te houden.<br />

5. Na de ontlasting afvegen van voor naar achteren en de bekkenbodem een paar<br />

keer aanspannen.<br />

Vragen, opmerkingen en persoonlijke adviezen.<br />

(plaats voor uw vragen en/of aantekeningen)<br />

Maatschap Gynaecologie<br />

Telefoonnummer 071 - 517 83 51<br />

Afdeling Gynaecologie 4B<br />

Telefoonnummer 071- 517 89 80<br />

0811/5018618/DIA1136<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!