MOBILITEITSBELEID SKO-MAASDAL - SKO-Maasdal.nl

5. Evaluatie van het beleid
Het mobiliteitsbeleid zal jaarlijks (in april/mei) in het managementoverleg onderwerp van gesprek zijn
om te bezien of bijstelling van het beleid nodig en/of gewenst is. Daarnaast wordt in het Sociaal
jaarverslag (dat onderdeel van het Bestuursverslag is) melding gemaakt op welke wijze mobiliteit vorm
gegeven (en gekregen) is binnen de scholen en op bovenschools niveau.
Mobiliteit kan ook in het Activiteitenplan van de GMR worden opgenomen als terugkerend
gespreksonderwerp/agendapunt.
6. (jaarlijks) Tijdpad
Tijdpad (jaarlijkse cyclus m.b.t. mobiliteit)
November De personeelsleden maken hun wens t.a.v. (vrijwillige) mobiliteit kenbaar d.m.v.
het persoonlijk wensenformulier SKO-Maasdal.
December De algemeen directeur (secretariaat) inventariseert de wensen t.a.v. mobiliteit
Januari/februari In het managementberaad worden de vrijwillige mobiliteit, n.a.v. de wensen
van de personeelsleden, en de verplichte mobiliteit, i.r.t. de onder 1F
genoemde gevallen, besproken
Maart Het managementberaad neemt een besluit inzake plaatsing personeelsleden
voor het nieuwe cursusjaar (afgezien van (marginale) formatieve deviaties zulks
altijd voorkomen door incidentele situaties)
April Het betrokken personeelslid die vrijwillige mobiliteit heeft (aan)gevraagd wordt
ingelicht door de schoolleider/algemeen directeur
De betrokken personeelsleden die in aanmerking komen voor verplichte
mobiliteit worden ingelicht
Mei In het kader van het bestuursformatie(plan) wordt de inzet van de
Personeelsleden over de scholen van SKO-Maasdal vastgesteld incluis
mobiliteit. De (P)GMR stemt in met voorgenomen besluit van het bestuur
Het bestuur stelt het bestuursformatieplan vast.
Bijlagen
Bijlage 1: Overplaatsingsbeleid
1 Inleiding
Personeelsleden worden niet benoemd door/aan een school, maar hebben een bestuursaanstelling.
Dat houdt in dat ze binnen iedere school van SKO-Maasdal geplaatst kunnen worden. Eenmaal
geplaatst in een school betekent dus niet dat die school de werkomgeving blijft voor de rest van de
diensttijd binnen SKO-Maasdal. Personeelsleden kunnen er op een bepaald moment zelf voor kiezen
om in een andere school te willen werken, of kunnen overgeplaatst worden.
Wanneer sprake is van overplaatsing moet rekening gehouden worden met het bepaalde in artikel 10.6
van de CAO PO:
10.6 Overplaatsing
1. Overplaatsing van een werknemer naar een andere instelling van de werkgever geschiedt met
instemming van de werknemer, met uitzondering van de gevallen genoemd in het tweede lid.
2. De werkgever kan de werknemer zonder zijn instemming overplaatsen:
a. indien er bij een instelling sprake is van formatietekort;
b. ingeval er sprake is van een conflictsituatie, waarbij overplaatsing noodzakelijk is om tot
werkbare verhoudingen te komen;
c. ingeval er sprake is van disfunctioneren;
d. op advies van de arbodienst of bedrijfsarts;
e. in andere door de werkgever met name genoemde zwaarwichtige omstandigheden.
3. In de gevallen genoemd in lid 2 onder b, c d en e is overplaatsing zonder instemming van de
werknemer eveneens mogelijk om een personele wisseling mogelijk te maken.
Mobiliteitsbeleid SKO-Maasdal
14