6 Het construeren van gesloten vragen - Toetswijzer
6 Het construeren van gesloten vragen - Toetswijzer
6 Het construeren van gesloten vragen - Toetswijzer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vraag met twee uitspraken<br />
Dit vraagtype wordt gerekend tot de groep <strong>van</strong> de zogenaamde stelling<strong>vragen</strong>. <strong>Het</strong> is een<br />
moeilijk vraagtype, zowel om te <strong>construeren</strong> als om te beantwoorden. Een voorbeeld:<br />
Wat geldt voor de volgende beweringen?<br />
1 Er is sprake <strong>van</strong> een duidelijke samenhang tussen zoutgebruik en de hoogte <strong>van</strong> de<br />
bloeddruk.<br />
2 <strong>Het</strong> is goed om mensen met verhoogde bloeddruk aan te raden veel zoute pinda’s te eten.<br />
A 1 en 2 zijn juist.<br />
B Alleen 1 is juist.<br />
C Alleen 2 is juist.<br />
D 1 en 2 zijn niet juist.<br />
Bij dit vraagtype geldt de afspraak dat de beweringen 1 en 2 niet los <strong>van</strong> elkaar mogen staan.<br />
Er moet sprake zijn <strong>van</strong> een samenhang. Is dat niet het geval, dan zijn het feitelijk twee waar/<br />
onwaar <strong>vragen</strong> onder elkaar (zie hierna) en dan zouden er ook antwoorden voor de helft goed<br />
kunnen zijn. Uit de toetspraktijk is bekend dat leerlingen problemen hebben met dit type<br />
<strong>vragen</strong>. Die problemen hebben niet zozeer te maken met hun beheersing <strong>van</strong> de leerstof, maar<br />
met de lees- en denktijd die het kost om de formulering <strong>van</strong> het probleem te begrijpen en het<br />
probleem op te lossen. Wij raden daarom aan dit type vraag niet te gebruiken omdat het niet<br />
alleen moeilijk te <strong>construeren</strong> is maar dat men er ook vaak iets mee toetst dat men niet wil<br />
toetsen.<br />
Vraag met meer dan twee uitspraken<br />
Ook deze vraag wordt gerekend tot de groep <strong>van</strong> stelling<strong>vragen</strong>. Dit vraagtype leent zich er heel<br />
goed voor om over een bepaalde probleemstelling meer uitspraken te doen en te laten<br />
beoordelen welke uitspraken betrekking hebben of <strong>van</strong> toepassing zijn op de geschetste<br />
probleemstelling. Hieronder volgt een voorbeeld <strong>van</strong> dit vraagtype:<br />
Welke manier(en) is (zijn) juist om een ongegronde klacht te behandelen?<br />
1 De klant beleefd doen inzien dat de klacht ongegrond is en een regeling treffen.<br />
2 De klant duidelijk maken dat alleen gegronde klachten in behandeling worden genomen.<br />
3 De klant op zijn/haar ongelijk wijzen en geen enkele vorm <strong>van</strong> schadeloosstelling<br />
aanbieden.<br />
A Alleen 1<br />
B Alleen 2<br />
C Alleen 3<br />
D Zowel 1 als 2<br />
E Zowel 1 als 3<br />
F Zowel 1, 2 als 3<br />
Bijna alle denkbare alternatieven zijn hier geformuleerd. Dit houdt niet in dat al die denkbare<br />
alternatieven aangeboden dienen te worden. Alleen die alternatieven komen in aanmerking die<br />
aantrekkelijk zijn voor leerlingen met onvoldoende kennis en/of die een indicatie kunnen geven<br />
<strong>van</strong> mogelijke kennistekorten bij de leerling.<br />
101 Cito | Toetsen op School