21.06.2013 Views

Drie-Minuten-Toets (DMT) en AVI - Toetswijzer - Kennisnet

Drie-Minuten-Toets (DMT) en AVI - Toetswijzer - Kennisnet

Drie-Minuten-Toets (DMT) en AVI - Toetswijzer - Kennisnet

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording<br />

<strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong><br />

Ronald Krom<br />

Ineke Jong<strong>en</strong><br />

Norman Verhelst<br />

Frans Kamphuis<br />

Frans Kleintjes<br />

Cito, november 2010


© Stichting Cito Instituut voor <strong>Toets</strong>ontwikkeling Arnhem (2010)<br />

Alle recht<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van<br />

Stichting Cito Instituut voor <strong>Toets</strong>ontwikkeling word<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar gemaakt <strong>en</strong>/of verveelvoudigd door middel<br />

van druk, fotografie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of<br />

op<strong>en</strong>baarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook.<br />

2


Voorwoord<br />

De <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets kreg<strong>en</strong> van de COTAN (Commissie Testaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />

Nederland van het Nederlands Instituut van Psycholog<strong>en</strong>) op alle van toepassing zijnde criteria de<br />

kwalificatie ‘goed’ mee. Dit oordeel was gebaseerd op de bestudering van de betreff<strong>en</strong>de toets<strong>en</strong>, de<br />

toetshandleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording bij de toets<strong>en</strong>.<br />

In voorligg<strong>en</strong>d docum<strong>en</strong>t hebb<strong>en</strong> wij deze verantwoording op twee punt<strong>en</strong> aangevuld. Dit naar aanleiding<br />

van opmerking<strong>en</strong> van de COTAN, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de zogehet<strong>en</strong> Toelichting op de beoordeling. De eerste<br />

aanvulling betreft de opname van e<strong>en</strong> formele definitie van de vaardigheid Technisch lez<strong>en</strong>. Deze treft u aan<br />

op bladzijde 8 in paragraaf 2.1 (Meetpret<strong>en</strong>tie). De tweede aanvulling betreft e<strong>en</strong> uitbreiding van<br />

paragraaf 8.3 (Gebruiksdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong>; onderdeel Probleemanalyse) op bladzijde 49. Er wordt<br />

daarmee nu expliciet verwez<strong>en</strong> naar de paragraaf in de handleiding bij de <strong>AVI</strong>-toets waarin g<strong>en</strong>oemde<br />

probleemanalyse nader wordt uitgewerkt.<br />

Wij hop<strong>en</strong> dat met deze aanvulling<strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> <strong>en</strong><br />

de <strong>AVI</strong>-toets voorziet in e<strong>en</strong> compleet beeld van de achtergrond<strong>en</strong>, de inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kwaliteit van deze<br />

toets<strong>en</strong>.<br />

De auteurs<br />

3


Inhoud<br />

1 Inleiding 7<br />

Deel 1 Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> (<strong>DMT</strong>) 9<br />

2 Uitgangspunt<strong>en</strong> van de toetsconstructie 9<br />

2.1 Meetpret<strong>en</strong>tie 9<br />

2.2. Doelgroep 10<br />

2.3 Gebruiksdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> 10<br />

2.4 Theoretische inkadering 12<br />

2.4.1 Inhoudelijk 12<br />

2.4.2 Psychometrisch 17<br />

3 Beschrijving van de toets 19<br />

3.1 Opbouw <strong>en</strong> structuur van de toets 19<br />

3.2 Afname <strong>en</strong> rapportage 19<br />

3.3 Inhoudsverantwoording 22<br />

4 Het normeringsonderzoek 27<br />

4.1 Opzet <strong>en</strong> verloop van het normeringsonderzoek 27<br />

4.2 Repres<strong>en</strong>tativiteit 31<br />

4.3 Kalibratie <strong>en</strong> normering 37<br />

4.3.1 Het meetmodel voor de <strong>DMT</strong>: het Rasch-Poisson-model 37<br />

4.3.2 Het populatiemodel voor de <strong>DMT</strong>: de gamma-verdeling 39<br />

4.3.3 Validering van het Poisson-gamma-model 40<br />

4.3.4 Normering 42<br />

5 Betrouwbaarheid <strong>en</strong> meetnauwkeurigheid 45<br />

5.1 Betrouwbaarheid 45<br />

5.2 Nauwkeurigheid 46<br />

6 Validiteit 49<br />

6.1 Inhoudsvaliditeit 49<br />

6.2 Begripsvaliditeit 49<br />

6.2.1 Passing van het psychometrisch model 49<br />

6.2.2 Equival<strong>en</strong>tie met andere toets<strong>en</strong> 49<br />

6.2.3 Longitudinale vaardigheidsto<strong>en</strong>ame 51<br />

7 Sam<strong>en</strong>vatting deel 1 53<br />

Deel 2 Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets 55<br />

8 Uitgangspunt<strong>en</strong> van de toetsconstructie 55<br />

8.1 Meetpret<strong>en</strong>tie 55<br />

8.2 Doelgroep 55<br />

8.3 Gebruiksdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> 55<br />

8.4 Theoretische inkadering 57<br />

8.4.1 Inhoudelijk 57<br />

8.4.2 Psychometrisch 57<br />

5


9 Beschrijving van de toets 59<br />

9.1 Opbouw <strong>en</strong> structuur van de toets 59<br />

9.2 Afname <strong>en</strong> rapportage 59<br />

9.2.1 Afname 59<br />

9.2.2 Rapportage 60<br />

9.3 Inhoudsverantwoording 61<br />

10 Het normeringsonderzoek 67<br />

10.1 Opzet <strong>en</strong> verloop van het normeringsonderzoek 67<br />

10.2 Repres<strong>en</strong>tativiteit 72<br />

10.3 Kalibratie <strong>en</strong> normering 72<br />

10.3.1 Het meetmodel voor de leestijd<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toets: het Rasch-gamma-model 72<br />

10.3.2 Het populatiemodel voor de leestijd<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toets: de gamma-verdeling 73<br />

10.3.3 Validering van het gamma--gamma-model 74<br />

10.3.4 Het aantal fout<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-kaart<strong>en</strong>: het Poisson-gamma-model <strong>en</strong> de validering daarvan 79<br />

10.3.5 Normering 80<br />

11 Betrouwbaarheid <strong>en</strong> meetnauwkeurigheid 83<br />

11.1 Betrouwbaarheid 83<br />

11.2 Nauwkeurigheid 85<br />

12 Validiteit 89<br />

12.1 Inhoudsvaliditeit 89<br />

12.2 Begripsvaliditeit 89<br />

12.2.1 Passing van het psychometrisch model 89<br />

12.2.2 Equival<strong>en</strong>tie met andere toets<strong>en</strong> 89<br />

12.2.3 Longitudinale vaardigheidsto<strong>en</strong>ame 89<br />

13 Sam<strong>en</strong>vatting deel 2 91<br />

14 Literatuur 93<br />

Bijlag<strong>en</strong> 99<br />

6


1 Inleiding<br />

Deze wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording heeft betrekking op de toets<strong>en</strong> in het toetspakket <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong><br />

(Jong<strong>en</strong> & Krom, 2009). Zowel <strong>DMT</strong> als <strong>AVI</strong> zijn toetsseries die al langer bestaan; in voornoemd toetspakket<br />

gaat het om nieuwe versies, uitgegev<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Leerling- <strong>en</strong> onderwijsvolgsysteem (LOVS) van Cito.<br />

Tezam<strong>en</strong> met de inhoud van het toetspakket levert deze verantwoording alle informatie die nodig is voor e<strong>en</strong><br />

snelle <strong>en</strong> efficiënte beoordeling van de kwaliteit van de betreff<strong>en</strong>de meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het g<strong>en</strong>oemde<br />

materiaal maakt e<strong>en</strong> beoordeling van de beide toetsseries mogelijk op de volg<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong>:<br />

Uitgangspunt<strong>en</strong> van de toetsconstructie<br />

De kwaliteit van het toetsmateriaal<br />

De kwaliteit van de handleiding<br />

Norm<strong>en</strong><br />

Betrouwbaarheid<br />

Validiteit<br />

Het laatstg<strong>en</strong>oemde aspect betreft, naast inhoudsvaliditeit, alle<strong>en</strong> begripsvaliditeit <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> criteriumvaliditeit.<br />

Criteriumvaliditeit is in het kader van <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> niet van toepassing, omdat deze toetsseries primair<br />

word<strong>en</strong> gebruikt om stand<strong>en</strong> van zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van het technisch lez<strong>en</strong> in de<br />

schoolse situatie in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet voor het voorspell<strong>en</strong> van ‘niet-toetsgedrag’.<br />

Voor de overzichtelijkheid word<strong>en</strong> beide toetsseries in het onderstaande afzonderlijk verantwoord. <strong>DMT</strong> in<br />

deel 1 <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> in deel 2. Het voorligg<strong>en</strong>d docum<strong>en</strong>t heeft met name betrekking op:<br />

de uitgangspunt<strong>en</strong> van de constructie, de inhoud van de toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toetsprocedures: de<br />

hoofdstukk<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 (<strong>DMT</strong>) <strong>en</strong> 8 <strong>en</strong> 9 (<strong>AVI</strong>);<br />

de norm<strong>en</strong>: de hoofdstukk<strong>en</strong> 4 (<strong>DMT</strong>) <strong>en</strong> 10 (<strong>AVI</strong>);<br />

de betrouwbaarheid <strong>en</strong> meetnauwkeurigheid: de hoofdstukk<strong>en</strong> 5 (<strong>DMT</strong>) <strong>en</strong> 11 (<strong>AVI</strong>);<br />

de inhouds- <strong>en</strong> begripsvaliditeit: de hoofdstukk<strong>en</strong> 6 (<strong>DMT</strong>) <strong>en</strong> 12 (<strong>AVI</strong>).<br />

De kwaliteit van het toetsmateriaal <strong>en</strong> de handleiding is te bepal<strong>en</strong> door k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van de inhoud van<br />

het toetspakket.<br />

7


Deel 1 Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<br />

<strong>Toets</strong> (<strong>DMT</strong>)<br />

2 Uitgangspunt<strong>en</strong> van de toetsconstructie<br />

2.1 Meetpret<strong>en</strong>tie<br />

Lez<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> complex sam<strong>en</strong>spel tuss<strong>en</strong> process<strong>en</strong> van hogere orde, waarin het begrijp<strong>en</strong> van geschrev<strong>en</strong><br />

tekst<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staat, <strong>en</strong> process<strong>en</strong> van lagere orde, waarin het om de techniek van het lez<strong>en</strong> gaat (Sijtstra,<br />

2003). In lijn hiermee wordt binn<strong>en</strong> het leesonderwijs op de basisschool e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> technisch lez<strong>en</strong>. Het technisch lez<strong>en</strong> is daarbij strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> doel op zich, maar<br />

kan word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> voorwaardelijke activiteit voor het begrijp<strong>en</strong> van geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>. Dit laat<br />

onverlet dat technisch lez<strong>en</strong> in het basisonderwijs – in ieder geval in de onder- <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>bouw – naast<br />

begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volwaardige plaats inneemt op het rooster <strong>en</strong> ook regelmatig getoetst wordt.<br />

Voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid van leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de literatuur verscheid<strong>en</strong>e typ<strong>en</strong><br />

meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorgesteld. Zie voor e<strong>en</strong> overzicht van in Nederland uitgegev<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op dit gebied<br />

tabel 2.1.<br />

Tabel 2.1 Instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid 1<br />

Naam Gevraagde<br />

leesgedrag<br />

9<br />

Te lez<strong>en</strong><br />

materiaal<br />

Uitgever Jaar<br />

van<br />

uitgave<br />

<strong>AVI</strong> hardop lez<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> Cito 2009<br />

De Klepel hardop lez<strong>en</strong> pseudowoord<strong>en</strong> Pearson 1994<br />

Differ<strong>en</strong>tiële zinn<strong>en</strong>leestest hardop lez<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> Berkhout 1982<br />

<strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> hardop lez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> Cito 2009<br />

E<strong>en</strong>-Minuut-Test hardop lez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> Pearson 1999<br />

Schoolvaardigheidstoets Technisch lez<strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> Boom 2007<br />

Technisch lez<strong>en</strong> 345678, 90A/B hardop lez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> 678OnderwijsAdvisering 2005<br />

Technisch lez<strong>en</strong>: Leestechniek stil lez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> Cito 2009<br />

Technisch lez<strong>en</strong>: Leestempo stil lez<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> Cito 2009<br />

TPVO hardop lez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> A-vision 2008<br />

Deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> onderling wat betreft het van de leerling<strong>en</strong> gevraagde leesgedrag (hardop<br />

lez<strong>en</strong> of stil lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het te lez<strong>en</strong> materiaal (woord<strong>en</strong>, pseudowoord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong>), maar hebb<strong>en</strong><br />

één k<strong>en</strong>merk geme<strong>en</strong>: zij word<strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> zekere tijdsdruk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit omdat de technische<br />

leesvaardigheid bij voorkeur wordt gedefinieerd in term<strong>en</strong> van nauwkeurigheid én snelheid.<br />

Hoewel de auteurs van g<strong>en</strong>oemde instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> elk hun eig<strong>en</strong> omschrijving van de vaardigheid Technisch<br />

lez<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, is het mogelijk e<strong>en</strong> min of meer universele, formele definitie van de vaardigheid te gev<strong>en</strong>.<br />

Daarin wordt de technische leesvaardigheid omschrev<strong>en</strong> als het correct <strong>en</strong> vlot ontsleutel<strong>en</strong> van geschrev<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong>, al dan niet in context, <strong>en</strong> het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van deze woord<strong>en</strong> als dragers van betek<strong>en</strong>is.<br />

(We gebruik<strong>en</strong> hier ‘min of meer’ omdat het laatste elem<strong>en</strong>t van de definitie – het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong><br />

als dragers van betek<strong>en</strong>is – uiteraard sterker van toepassing is op toets<strong>en</strong> waarin het te lez<strong>en</strong> materiaal<br />

betek<strong>en</strong>isvolle zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong> zijn, dan op toets<strong>en</strong> waarin het uitsluit<strong>en</strong>d gaat om het verklank<strong>en</strong> van<br />

geïsoleerde woord<strong>en</strong> of pseudowoord<strong>en</strong>.)<br />

Tabel 2.2 De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in LOVS<br />

Woord<strong>en</strong> Tekst<strong>en</strong><br />

Stil lez<strong>en</strong> Leestechniek Leestempo<br />

Hardop lez<strong>en</strong> <strong>DMT</strong> <strong>AVI</strong>-toets<br />

1 Bron: <strong>Toets</strong>gids (www.toetswijzer.k<strong>en</strong>nisnet.nl)


In LOVS zijn voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid verteg<strong>en</strong>woordigers van meerdere typ<strong>en</strong><br />

meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beschikbaar (zie ook tabel 2.2): de toets<strong>en</strong> Leestechniek uit het toetspakket Technisch<br />

lez<strong>en</strong> Groep 3 lat<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> stil lez<strong>en</strong>, de toets<strong>en</strong> Leestempo uit hetzelfde pakket <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de<br />

pakkett<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> stil lez<strong>en</strong>, de <strong>AVI</strong>-toets (zie dit docum<strong>en</strong>t: hoofdstuk 8 e.v.)<br />

laat leerling<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>DMT</strong>, het instrum<strong>en</strong>t dat op deze plaats verantwoord wordt, laat<br />

leerling<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong>. LOVS <strong>DMT</strong> past daarmee in de traditie die voor ons taalgebied is<br />

begonn<strong>en</strong> met de inmiddels klassieke Eén-Minuut-Test, voor het eerst versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in het begin van de<br />

zev<strong>en</strong>tiger jar<strong>en</strong> van de vorige eeuw (Brus & Voet<strong>en</strong>, 1973); ook de <strong>DMT</strong> wordt afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om vast te<br />

kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> in welke mate leerling<strong>en</strong> vordering<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> bij het accuraat <strong>en</strong> vlot decoder<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong>.<br />

2.2 Doelgroep<br />

De <strong>DMT</strong> is primair bedoeld voor leerling<strong>en</strong> in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8 van het basisonderwijs. In deze<br />

jaargroep<strong>en</strong> zijn de populatieparameters zowel midd<strong>en</strong> leerjaar (in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8) als einde<br />

leerjaar (in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 7) bepaald. Dit geldt zowel voor de afzonderlijke subtoets<strong>en</strong><br />

(i.c. leeskaart<strong>en</strong>, zie onder) van de <strong>DMT</strong> als voor de meeste combinaties van deze subtoets<strong>en</strong>.<br />

De toets is ook geschikt voor leerling<strong>en</strong> op speciale schol<strong>en</strong> voor basisonderwijs <strong>en</strong> voor speciale leerling<strong>en</strong><br />

in het regulier basisonderwijs. In de handleiding bij de toets zijn met het oog op het gebruik in deze<br />

doelgroep<strong>en</strong> extra aanwijzing<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; er zijn echter ge<strong>en</strong> aparte refer<strong>en</strong>tiegegev<strong>en</strong>s verzameld: voor<br />

speciale leerling<strong>en</strong> zijn dezelfde norm<strong>en</strong> van toepassing als voor leerling<strong>en</strong> in het regulier basisonderwijs.<br />

Daardoor zijn de prestaties van beide doelgroep<strong>en</strong> (speciaal versus regulier) op de <strong>DMT</strong> goed vergelijkbaar.<br />

Voor één groep leerling<strong>en</strong> is de <strong>DMT</strong> niet geschikt: voor kinder<strong>en</strong> met ernstige spraakmoeilijkhed<strong>en</strong>.<br />

2.3 Gebruiksdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong><br />

De <strong>DMT</strong> heeft drie doel<strong>en</strong>: niveaubepaling, progressiebepaling <strong>en</strong> probleemanalyse, <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t twee<br />

toepassing<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> toepassing als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toepassing als<br />

signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong>.<br />

Instrum<strong>en</strong>t voor individuele analyse<br />

LOVS <strong>DMT</strong> kan ingezet word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toetsingsprocedure die start met het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toets uit e<strong>en</strong><br />

van de pakkett<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> (TTL; Jong<strong>en</strong> et al., 2009a; 2009b; 2010) of uit het pakket Leestechniek &<br />

Leestempo (LT&LTP; Krom, 2004) 2 . Op basis van de resultat<strong>en</strong> op deze (scre<strong>en</strong>ings)toets kan de leerkracht<br />

leerling<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die wat hun technische leesvaardigheid betreft bijzondere aandacht behoev<strong>en</strong>.<br />

Dat zijn bijvoorbeeld de leerling<strong>en</strong> die in vergelijking met de refer<strong>en</strong>tiegroep laag scor<strong>en</strong> of die e<strong>en</strong><br />

stagner<strong>en</strong>de of teruglop<strong>en</strong>de ontwikkeling verton<strong>en</strong>. Deze leerling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in het vervolg van de<br />

toetsingsprocedure (de 'diagnostische' fase) in aanmerking voor e<strong>en</strong> nadere analyse. Deze analyse kan<br />

word<strong>en</strong> uitgevoerd met de <strong>DMT</strong>, die in dat geval wordt toegepast als instrum<strong>en</strong>t voor individuele analyse.<br />

Zie ook onderstaand schema.<br />

stap 1 stap 2<br />

TTL / LT& LTP → <strong>DMT</strong><br />

collectieve individuele<br />

scre<strong>en</strong>ing analyse<br />

Typisch gebruiksdoel bij deze toepassing van LOVS <strong>DMT</strong> is de probleemanalyse.<br />

Probleemanalyse Deze behelst concreet de individuele analyse van het leesgedrag, zoals dit tot uiting komt<br />

in de toetsresultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Deze analyse kan leerkracht<strong>en</strong> op het spoor zett<strong>en</strong> van de<br />

2<br />

De pakkett<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> zijn het pakket Leestechniek & Leestempo geleidelijk aan het vervang<strong>en</strong>. In schooljaar<br />

2012/2013 zal deze vervanging compleet zijn. Tot die tijd functioner<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Leestechniek & Leestempo naast<br />

elkaar.<br />

10


onderligg<strong>en</strong>de aard van ev<strong>en</strong>tueel aanwezige leesproblem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> lage score op e<strong>en</strong> toets uit Technisch<br />

lez<strong>en</strong> of uit Leestechniek & Leestempo <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s op de <strong>DMT</strong> kan drie oorzak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: de leerling<br />

leest langzaam, de leerling maakt veel leesfout<strong>en</strong> of de leerling doet beide <strong>en</strong> koppelt e<strong>en</strong> traag leestempo<br />

aan e<strong>en</strong> geringe leesnauwkeurigheid. Op basis van hun resultat<strong>en</strong> op de <strong>DMT</strong> kan in e<strong>en</strong> individuele<br />

analyse duidelijk word<strong>en</strong> of laagscor<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> vooral achterblijv<strong>en</strong> op vlotheid (deze leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> in<br />

de gegev<strong>en</strong> leestijd weinig woord<strong>en</strong>) of vooral op nauwkeurigheid (deze leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> veel van de<br />

woord<strong>en</strong> die gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> fout). Algeme<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> is de leessnelheid voor de technische<br />

leesvaardigheid van zowel goede als zwakke lezers de bepal<strong>en</strong>de factor. Zwakke technisch-lezers<br />

onderscheid<strong>en</strong> zich met name door e<strong>en</strong> geringe leessnelheid. Uit de individuele analyse van de<br />

leesprestaties van laag scor<strong>en</strong>de, dus doorgaans langzaam lez<strong>en</strong>de, leerling<strong>en</strong> kan echter blijk<strong>en</strong> dat deze<br />

niet alle<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> met het tempo maar ook met de accuratesse waarmee gelez<strong>en</strong> wordt.<br />

Signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong><br />

De <strong>DMT</strong> kan ook ingezet word<strong>en</strong> als scre<strong>en</strong>ings- of signaleringsinstrum<strong>en</strong>t. In deze toepassing wordt de<br />

toets voorgelegd aan alle leerling<strong>en</strong> in de groep. Gebruiksdoel<strong>en</strong> bij de toepassing van LOVS <strong>DMT</strong> als<br />

signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong> zijn primair de niveau- <strong>en</strong> de progressiebepaling.<br />

Niveaubepaling Iedere toetsafname van de <strong>DMT</strong> geeft de leerkracht informatie over het technisch<br />

leesvaardigheidsniveau van zijn leerling<strong>en</strong>; individueel of als groep. De behaalde vaardigheidsscores<br />

kunn<strong>en</strong> daartoe normgericht geïnterpreteerd word<strong>en</strong> op basis van de vaardigheidsverdeling in e<strong>en</strong> adequate<br />

refer<strong>en</strong>tiegroep. (Zie voor de beschrijving van de gebruikte refer<strong>en</strong>tiegroep paragraaf 4.2 van deze<br />

verantwoording.)<br />

Progressiebepaling Daarnaast geeft LOVS <strong>DMT</strong> de leerkracht informatie over de ontwikkeling van de<br />

technische leesvaardigheid van zijn leerling<strong>en</strong> – individueel of als groep – gedur<strong>en</strong>de (bijna) de gehele<br />

basisschoolperiode. Beschouwing van de resultat<strong>en</strong> van achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de toetsafnam<strong>en</strong> geeft antwoord<br />

op vrag<strong>en</strong> als: is er sprake van vooruitgang, van achteruitgang of van stabilisering? Is de vooruitgang – gelet<br />

op de gemiddelde vooruitgang in de populatie – volg<strong>en</strong>s verwachting?<br />

Het gehanteerde psychometrisch model (zie de paragraf<strong>en</strong> 2.4.2 <strong>en</strong> 4.3 van deze verantwoording) maakt het<br />

mogelijk om de scores van e<strong>en</strong> leerling op verschill<strong>en</strong>de (combinaties van) leeskaart<strong>en</strong>, op verschill<strong>en</strong>de<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, onderling te vergelijk<strong>en</strong>. De ruwe scores – de aantall<strong>en</strong> opgav<strong>en</strong> goed – op de<br />

leeskaart<strong>en</strong> of op combinaties van leeskaart<strong>en</strong> zijn daartoe te transformer<strong>en</strong> in scores op één<br />

vaardigheidsschaal.<br />

Deze vaardigheidschaal <strong>en</strong> de schatting van de vaardigheidsverdeling zijn bepaald met behulp van het<br />

zogehet<strong>en</strong> Poisson-gamma-model, e<strong>en</strong> uitbreiding van het Poisson-model (Rasch, 1960) ontwikkeld door<br />

Jans<strong>en</strong> (1997) <strong>en</strong> Jans<strong>en</strong> & Van Duijn (1992). Sinds Verhelst & Kamphuis (2009) is het model ook geschikt<br />

voor incomplete designs.<br />

Probleemanalyse De inzet van de <strong>DMT</strong> als signaleringinstrum<strong>en</strong>t – stap 1 in onderstaand schema – laat<br />

overig<strong>en</strong>s onverlet dat uit de <strong>DMT</strong>-resultat<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele leerling<strong>en</strong> in de groep kan blijk<strong>en</strong> dat zij in<br />

aanmerking kom<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nadere, individuele analyse.<br />

stap 1 stap 2<br />

<strong>DMT</strong> → <strong>DMT</strong><br />

collectieve individuele<br />

scre<strong>en</strong>ing analyse<br />

Bij deze leerling<strong>en</strong> kan vervolg<strong>en</strong>s de probleemanalyse gestart word<strong>en</strong> (stap 2): het diepgaander onderzoek<br />

naar de <strong>DMT</strong>-scores om antwoord te krijg<strong>en</strong> op vrag<strong>en</strong> als: waarom blijft de technische leesvaardigheid van<br />

deze leerling<strong>en</strong> achter, waarop vall<strong>en</strong> zij uit? Op leestempo, op nauwkeurigheid, op beide?<br />

11


2.4 Theoretische inkadering 3<br />

2.4.1 Inhoudelijk<br />

Inleiding<br />

Voorwaardelijk voor het lez<strong>en</strong> met begrip is het complex van process<strong>en</strong> dat in het onderwijs in ons land<br />

bek<strong>en</strong>d staat als technisch lez<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het technisch lez<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> twee process<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële rol:<br />

decoder<strong>en</strong> <strong>en</strong> het proces van de woordherk<strong>en</strong>ning. Decoder<strong>en</strong>, ook wel ontsleutel<strong>en</strong> of verklank<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd, is het omzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> visuele code in e<strong>en</strong> klankcode: het legg<strong>en</strong> van relaties tuss<strong>en</strong><br />

'spraakklank<strong>en</strong>' <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>, waarbij de aanhalingstek<strong>en</strong>s rond het woord spraakklank<strong>en</strong> in deze<br />

omschrijving bedoeld zijn om aan te gev<strong>en</strong> dat het bij decoder<strong>en</strong> niet per definitie om het hardop uitsprek<strong>en</strong><br />

van ontsleutelde woord<strong>en</strong> hoeft te gaan; het verklank<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> kan hoorbaar of niet-hoorbaar<br />

gebeur<strong>en</strong>. Bij het decoder<strong>en</strong> gaat het om het legg<strong>en</strong> van relaties tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in hun orthografische vorm<br />

<strong>en</strong> de daarmee geassocieerde klankvorm. De sterkte van de cognitieve repres<strong>en</strong>tatie van de klankvorm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de snelheid <strong>en</strong> accuratesse waarmee die repres<strong>en</strong>taties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerkt,<br />

bepal<strong>en</strong> iemands decodeervaardigheid. Anders gezegd, leerling<strong>en</strong> zijn decodeervaardig in de mate dat deze<br />

deelprocess<strong>en</strong> bij h<strong>en</strong> accuraat <strong>en</strong> vlot verlop<strong>en</strong>. In met name het aanvankelijk (technisch-)leesonderwijs<br />

wordt dan ook gestreefd naar het bewerkstellig<strong>en</strong> van stabiele <strong>en</strong> vlot beschikbare orthografieklankassociaties<br />

bij leerling<strong>en</strong>.<br />

Woordherk<strong>en</strong>ning betreft het activer<strong>en</strong> van de met e<strong>en</strong> woord verbond<strong>en</strong> inhoudelijke informatie, met het<br />

oog op de toek<strong>en</strong>ning van betek<strong>en</strong>is aan dat woord. Zelfs bij de start van het aanvankelijk leesonderwijs –<br />

voor de meeste van h<strong>en</strong> in jaargroep 3 van de basisschool – hebb<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> behoorlijke<br />

(mondelinge) woord<strong>en</strong>schat. Het proces van de woordherk<strong>en</strong>ning komt in dat licht neer op het relater<strong>en</strong> van<br />

bek<strong>en</strong>de semantische informatie (woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>) aan op dat mom<strong>en</strong>t nog tamelijk onbek<strong>en</strong>de<br />

orthografische informatie (geschrev<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>), die – zie onder – al dan niet verklankt is. Uiteraard verloopt<br />

de woordherk<strong>en</strong>ning efficiënter <strong>en</strong> sneller naarmate meer woord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> meer woord<strong>en</strong> vollediger,<br />

gerepres<strong>en</strong>teerd zijn in het brein van de lezer.<br />

Het decodeerproces, het proces van de woordherk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> de relatie tuss<strong>en</strong> deze process<strong>en</strong> wordt<br />

beschrev<strong>en</strong> in diverse theoretische modell<strong>en</strong> die zijn ontwikkeld om het leesproces te beschrijv<strong>en</strong>. In het<br />

onderstaande word<strong>en</strong> de voornaamste van deze modell<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Bestudering van deze modell<strong>en</strong> is<br />

van belang omdat zij de variatie in de ontwikkeling van de leesvaardigheid kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>.<br />

Leesmodell<strong>en</strong><br />

In principe is er bij het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> woord rechtstreekse woordherk<strong>en</strong>ning mogelijk op basis van de<br />

orthografie van dat woord; zeker bij e<strong>en</strong> gevorderde lezer. Maar er is nog e<strong>en</strong> ander optie: de orthografie kan<br />

eerst omgezet – gedecodeerd – word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> fonologische repres<strong>en</strong>tatie die vervolg<strong>en</strong>s wordt gebruikt bij<br />

de woordherk<strong>en</strong>ning. Deze opties word<strong>en</strong> traditioneel respectievelijk direct <strong>en</strong> indirect g<strong>en</strong>oemd. De mate<br />

waarin de <strong>en</strong>e of de andere optie wordt toegepast is e<strong>en</strong> klassiek thema in het leesonderzoek; met<br />

consequ<strong>en</strong>ties voor de wijze waarop het ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Harm & Seid<strong>en</strong>berg,<br />

2004, maar zie ook Bosman & Van Ord<strong>en</strong>, 2003). Onderzoekers nem<strong>en</strong> in dez<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />

standpunt<strong>en</strong> in. Er zijn er die aan de fonologie ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele rol toeschrijv<strong>en</strong> als het om woordherk<strong>en</strong>ning<br />

gaat, terwijl ander<strong>en</strong> fonologie daarbij juist noodzakelijk acht<strong>en</strong>. En er zijn er ook die er e<strong>en</strong> 'verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>de'<br />

visie op nahoud<strong>en</strong>, welke inhoudt dat beide opties belangrijk zijn maar onder verschill<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong>;<br />

bijvoorbeeld bij de herk<strong>en</strong>ning van zogehet<strong>en</strong> regelmatige versus onregelmatige woord<strong>en</strong>: woord<strong>en</strong> die<br />

conform hun uitspraak gespeld word<strong>en</strong>, zoals 'jas', versus woord<strong>en</strong> waarvoor dat niet geldt, zoals 'jus'.<br />

Modell<strong>en</strong> die het leesproces beschrijv<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> deze <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel nog andere opties kunn<strong>en</strong><br />

verantwoord<strong>en</strong>. Het linguïstisch analysemodel, dat tot in de jar<strong>en</strong> zestig van de vorige eeuw de<br />

theorievorming met betrekking tot het lez<strong>en</strong> heeft gedomineerd, kan dat niet. Lez<strong>en</strong> wordt in dat model<br />

beschouwd als het omzett<strong>en</strong> van individuele grafem<strong>en</strong> in fonem<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> systeem van regels: de<br />

zogehet<strong>en</strong> grafeem-foneemcorrespond<strong>en</strong>tieregels. E<strong>en</strong> regelsysteem als dit kan het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> die<br />

in dit opzicht onregelmatig zijn echter niet verklar<strong>en</strong>. Voor het correct verklank<strong>en</strong> van deze woord<strong>en</strong> is<br />

aanvull<strong>en</strong>de informatie nodig. Deze informatie – de aard <strong>en</strong> de rol ervan – heeft e<strong>en</strong> plaats gekreg<strong>en</strong> in het<br />

dubbele-routemodel.<br />

3<br />

Paragraaf 2.4 maakt zowel onderdeel uit van de Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>DMT</strong> (deel 1) als van de<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets (deel 2). In paragraaf 8.4 van deel 2 zal dan ook terugverwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

naar paragraaf 2.4.<br />

12


Dubbele-routemodel<br />

Het oorspronkelijke dubbele-routemodel (Coltheart, 1978) beschrijft het leesproces in term<strong>en</strong> van twee<br />

gescheid<strong>en</strong>, onafhankelijk van elkaar werk<strong>en</strong>de, routes: e<strong>en</strong> fonologische route <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lexicale route.<br />

Daarnaast is in het model e<strong>en</strong> belangrijke rol weggelegd voor het zogehet<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale lexicon; e<strong>en</strong> intern<br />

repres<strong>en</strong>tatiesysteem waarin informatie over woord<strong>en</strong> is opgeslag<strong>en</strong>: orthografische, fonologische,<br />

syntactische <strong>en</strong> semantische informatie. Dit model veronderstelt dat bij het (indirecte) lez<strong>en</strong> via de<br />

fonologische route e<strong>en</strong> woord van links naar rechts, letter voor letter, verklankt wordt met behulp van e<strong>en</strong><br />

systeem van grafeem-foneemcorrespond<strong>en</strong>tieregels om, na het auditief synthetiser<strong>en</strong> van de fonologische<br />

code tot één geheel, in het m<strong>en</strong>tale lexicon als woord herk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>is voorzi<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Bij het<br />

lez<strong>en</strong> via de lexicale route zou de orthografische repres<strong>en</strong>tatie van e<strong>en</strong> woord direct als geheel in het<br />

m<strong>en</strong>tale lexicon geactiveerd word<strong>en</strong>, waardoor vervolg<strong>en</strong>s de betek<strong>en</strong>is van dat woord beschikbaar komt,<br />

zonder dat eerst e<strong>en</strong> fonologische omzetting heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. De term<strong>en</strong> direct <strong>en</strong> indirect verwijz<strong>en</strong><br />

naar de aanname dat de indirecte of fonologische aanpak meer tijd kost <strong>en</strong> dus minder efficiënt is dan de<br />

directe of lexicale aanpak. De lexicale route zou alle<strong>en</strong> mogelijk zijn bij het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />

orthografische repres<strong>en</strong>tatie hebb<strong>en</strong> in het m<strong>en</strong>tale lexicon; anders gezegd: woord<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> lezer relatief<br />

vaak heeft gelez<strong>en</strong>. Voor het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> waarvoor weinig of ge<strong>en</strong> informatie in het m<strong>en</strong>tale lexicon<br />

beschikbaar is (respectievelijk onbek<strong>en</strong>de, infrequ<strong>en</strong>te of pseudowoord<strong>en</strong>), zou de fonologische route<br />

gebruikt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Experim<strong>en</strong>teel onderzoek heeft <strong>en</strong>kele resultat<strong>en</strong> opgeleverd die door het<br />

oorspronkelijke dubbele-routemodel goed verklaard kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: bestaande woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sneller<br />

gelez<strong>en</strong> dan pseudowoord<strong>en</strong>; woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> regelmatige orthografie-klankcorrespond<strong>en</strong>tie word<strong>en</strong><br />

sneller gelez<strong>en</strong> dan onregelmatige woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoogfrequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sneller gelez<strong>en</strong> dan<br />

laagfrequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong> (Bosman, 2000). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> lange hoogfrequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> snel<br />

gelez<strong>en</strong> als korte hoogfrequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> lange pseudowoord<strong>en</strong> langzamer gelez<strong>en</strong> dan korte<br />

pseudowoord<strong>en</strong> (Juphard et al. 2004).<br />

Daarteg<strong>en</strong>over staan vele experim<strong>en</strong>tele bevinding<strong>en</strong> die de houdbaarheid van het model in zijn<br />

oorspronkelijke vorm serieus hebb<strong>en</strong> aangetast. Allereerst is duidelijk geword<strong>en</strong> dat er bij het lez<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

sprake kan zijn van volkom<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> routes oftewel van e<strong>en</strong> complete onderlinge onafhankelijkheid<br />

tuss<strong>en</strong> de fonologische <strong>en</strong> lexicale route (Coltheart & Rastle, 1994; Paap & Noel, 1991; Rapcsak et al.,<br />

2007). T<strong>en</strong> tweede blijkt het omzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> visuele code naar e<strong>en</strong> klankcode – het systeem van<br />

correspond<strong>en</strong>tieregels dat e<strong>en</strong> belangrijke functie heeft bij het lez<strong>en</strong> via de indirecte weg – niet alle<strong>en</strong> te<br />

spel<strong>en</strong> op het niveau van het grafeem maar ook op niveaus van e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> groter dan het grafeem (Paap &<br />

Noel, 1991). T<strong>en</strong> derde toont veel experim<strong>en</strong>teel onderzoek aan – maar zie Pugh et al. (1994) <strong>en</strong> Taft<br />

(2006) – dat lez<strong>en</strong> zonder gebruik te mak<strong>en</strong> van de klánk van woord<strong>en</strong> niet mogelijk is of niet plaats vindt<br />

(Van Ord<strong>en</strong> et al. 1988), <strong>en</strong> dat dit geldt voor lezers op alle vaardigheidsniveaus. Daaruit zou blijk<strong>en</strong> dat het<br />

indirecte lez<strong>en</strong> via de fonologische route ge<strong>en</strong> tijdelijk stadium is. Het komt niet alle<strong>en</strong> voor bij beginn<strong>en</strong>de<br />

lezers, maar ook bij ervar<strong>en</strong> lezers <strong>en</strong> bij h<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het lez<strong>en</strong> van onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> (Bosman,<br />

2000; McLeod et al., 2001).<br />

Evid<strong>en</strong>tie als hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, heeft geleid tot 1) bijstelling<strong>en</strong> van het dubbele-routemodel <strong>en</strong> 2) het<br />

ontstaan van alternatieve, connectionistische, ideeën. Zie voor e<strong>en</strong> bespreking van twee relevante<br />

connectionistische modell<strong>en</strong> de paragraaf hieronder. Deze paragraaf vervolgt met de bespreking van de<br />

belangrijkste bijstelling van het dubbele-routemodel: het dubbele-route-cascademodel of DRC-model,<br />

(Coltheart et al., 1993); e<strong>en</strong> digitale realisatie van het dubbele-routemodel. Digitaal in die zin dat het<br />

uitgevoerd is als computerprogramma waarmee tak<strong>en</strong> die in experim<strong>en</strong>teel leesonderzoek gebruikelijk zijn,<br />

gesimuleerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het model wordt cascadisch g<strong>en</strong>oemd vanwege de manier waarop de<br />

doorvoer van activatie in het model plaatsvindt: cascadische system<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> niet met drempelwaard<strong>en</strong>.<br />

Dit betek<strong>en</strong>t dat ook heel geringe activati<strong>en</strong>iveaus onbelemmerd kunn<strong>en</strong> 'doorstrom<strong>en</strong>' van het <strong>en</strong>e<br />

modulaire niveau naar het andere. Sinds de introductie is het DRC-model in veel empirisch onderzoek op de<br />

proef gesteld <strong>en</strong> heeft het deze tests over het algeme<strong>en</strong> doorstaan (Ziegler et al. 2000). Onder andere in<br />

Rastle & Coltheart (1999), waarin twee experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die steun aandrag<strong>en</strong> voor de<br />

aanwezigheid van twee routes, over het differ<strong>en</strong>tieel gebruik waarvan lezers ook e<strong>en</strong> bepaalde mate van<br />

controle blijk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Ziegler et al. (2000) ton<strong>en</strong> aan dat het DRC-model ook van toepassing is op het<br />

Duits. En in e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>tere beschrijving van het DRC-model claim<strong>en</strong> Coltheart et al. (2001) dat hun model<br />

zeer succesvol is in het simuler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> baaierd aan verschijnsel<strong>en</strong> op het gebied van (ondermeer) het<br />

hardop lez<strong>en</strong>. Zij eindig<strong>en</strong> hun artikel met e<strong>en</strong> lange lijst van voorbeeld<strong>en</strong> die deze claim moet<strong>en</strong> stav<strong>en</strong>.<br />

Steun voor het model komt ook van Rapcsak et al. (2007) die resultat<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> waaruit blijkt dat het<br />

DRC-model niet alle<strong>en</strong> de leesprestaties van normale lezers kan voorspell<strong>en</strong> maar ook die van patiënt<strong>en</strong> met<br />

verworv<strong>en</strong> alexie <strong>en</strong> agraphie. Besner & Roberts (2003) stell<strong>en</strong> desondanks e<strong>en</strong> wijziging van het model<br />

voor. Deze wijziging grijpt aan op het cascadische karakter van het model <strong>en</strong> komt erop neer dat het de<br />

voorkeur verdi<strong>en</strong>t om, in plaats van e<strong>en</strong> model dat volledig cascadisch van aard is, op lagere niveaus in het<br />

13


model toch 'drempels' in te bouw<strong>en</strong>. Dit zou het model in staat stell<strong>en</strong> om met z'n simulaties het m<strong>en</strong>selijk<br />

leesgedrag nog weer beter te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>.<br />

Coltheart et al. (2001) slag<strong>en</strong> erin om met het DRC-model achtti<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op alle<strong>en</strong> al het terrein van het<br />

hardop lez<strong>en</strong> te simuler<strong>en</strong>. Hoewel DRC aldus voldo<strong>en</strong>de ondersteund lijkt te word<strong>en</strong> vanuit de empirie –<br />

hetge<strong>en</strong> aansluit bij onze intuïtie dat e<strong>en</strong> model dat erin slaagt e<strong>en</strong> grote reeks van verschijnsel<strong>en</strong> te<br />

verklar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed model is – is het model niet onweersprok<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> model is slechts e<strong>en</strong> middel; het doel is<br />

e<strong>en</strong> theorie die leesgedrag <strong>en</strong> de neurale fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daarvan verklaart. Modell<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong><br />

beoordeeld word<strong>en</strong> naar de mate waarin zij robuuste effect<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald terrein, zoals hardop lez<strong>en</strong>,<br />

kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>, maar ook naar de mate waarin zij daarbuit<strong>en</strong> ‘functioner<strong>en</strong>’; bijvoorbeeld bij het verklar<strong>en</strong><br />

van de relatie tuss<strong>en</strong> gedrag <strong>en</strong> bepaalde neurofysiologische substrat<strong>en</strong> (Seid<strong>en</strong>berg, 2007). Deze pret<strong>en</strong>tie<br />

heeft het DRC-model niet, in ieder geval niet expliciet, maar hebb<strong>en</strong> connectionistische modell<strong>en</strong> wél. 4<br />

Connectionistische modell<strong>en</strong><br />

Sinds de late jar<strong>en</strong> tachtig van de vorige eeuw word<strong>en</strong> in het leesonderzoek connectionistische modell<strong>en</strong><br />

toegepast. Het gaat daarbij om computermodell<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op theorieën over hoe lez<strong>en</strong> in z'n<br />

werk gaat. En die onder andere pog<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> hoe kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, hoe het lez<strong>en</strong> van goede<br />

lezers verloopt <strong>en</strong> hoe leesproblem<strong>en</strong>, zoals dyslexie, verklaard kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering die<br />

steunt op gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> aannam<strong>en</strong> over de manier waarop k<strong>en</strong>nis in ons brein gerepres<strong>en</strong>teerd is, over de<br />

manier waarop die k<strong>en</strong>nis verworv<strong>en</strong> is <strong>en</strong> over de manier waarop deze gebruikt wordt. Connectionistische<br />

modell<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong> hypothes<strong>en</strong> over hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

theorie: e<strong>en</strong> theorie die omvangrijker is dan louter e<strong>en</strong> leestheorie.<br />

Ontwikkelaars van connectionistische modell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het idee van het m<strong>en</strong>tale lexicon verlat<strong>en</strong>. In plaats<br />

daarvan wordt e<strong>en</strong> uitgebreid netwerk van orthografische, fonologische <strong>en</strong> semantische e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />

verondersteld, waartuss<strong>en</strong> bij het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> woord verbinding<strong>en</strong> (connecties; vandaar de naamgeving<br />

van deze modell<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> gelegd. Kern van het connectionisme is dat bij het lez<strong>en</strong> de verklanking van e<strong>en</strong><br />

woord of pseudowoord tot stand komt in één geïntegreerd proces, waarin op basis van k<strong>en</strong>nis van<br />

statistische regelmatighed<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus activatie wordt opgebouwd. Letterclusters, syllab<strong>en</strong>,<br />

morfem<strong>en</strong> <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> die vaker zijn omgezet in klank<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s deze theorie sneller <strong>en</strong> preciezer<br />

herk<strong>en</strong>d (Schijf, 2009).<br />

In de literatuur zijn twee belangrijke connectionistische modell<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Het parallelle gedistribueerde<br />

verwerkingsmodel <strong>en</strong> het fonologisch-coher<strong>en</strong>tiemodel.<br />

Parallelle gedistribueerde verwerkingsmodel Het parallelle gedistribueerde verwerkings- of PDP-model,<br />

waarin PDP staat voor parallel distributed processing, is ontwikkeld door Seid<strong>en</strong>berg & McClelland (1989).<br />

In het dubbele-routemodel word<strong>en</strong> de lexicale <strong>en</strong> fonologische route als onafhankelijk opgevat.<br />

Het alternatief van het PDP-model is dat beide routes parallel werk<strong>en</strong>. Vandaar de term parallel in de naam<br />

van het model; distributed slaat op de manier waarop informatie gerepres<strong>en</strong>teerd wordt geacht. Bij e<strong>en</strong><br />

gedistribueerde repres<strong>en</strong>tatie wordt e<strong>en</strong> bepaald k<strong>en</strong>merk gerepres<strong>en</strong>teerd door e<strong>en</strong> activatiepatroon.<br />

Hierteg<strong>en</strong>over staat e<strong>en</strong> lokale repres<strong>en</strong>tatie, waarin e<strong>en</strong> bepaald k<strong>en</strong>merk gerepres<strong>en</strong>teerd wordt door één<br />

<strong>en</strong>kele eig<strong>en</strong>schap, die functioneert als e<strong>en</strong> detector welke geactiveerd wordt als het k<strong>en</strong>merk aanwezig is.<br />

De ontwikkelaars van het PDP-model – die overig<strong>en</strong>s niet zo zwaar lijk<strong>en</strong> te till<strong>en</strong> aan het verschil lokaal –<br />

gedistribueerd (Seid<strong>en</strong>berg, 2007) – opter<strong>en</strong> met name voor e<strong>en</strong> gedistribueerde repres<strong>en</strong>tatie omdat zij in<br />

hun model gebruik w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> van mechanism<strong>en</strong> die consist<strong>en</strong>t zijn met de gevond<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>tie met<br />

betrekking tot het functioner<strong>en</strong> van het brein. Parallel gedistribueerde netwerk<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> onderzoekers aldus<br />

redelijk goede b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> van de manier waarop informatie zich over het brein verspreid (Plunkett (2001)<br />

<strong>en</strong> ze hebb<strong>en</strong> daarmee dan ook e<strong>en</strong> behoorlijke psychologische realiteit. Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot het<br />

fonologisch coher<strong>en</strong>tiemodel (zie onder). Daarin wil m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directe analogie met het z<strong>en</strong>uwstelsel juist<br />

vermijd<strong>en</strong>. Het in dat model gepres<strong>en</strong>teerde netwerk is wel op de werking van het z<strong>en</strong>uwstelsel geïnspireerd,<br />

maar de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> ervan zijn ge<strong>en</strong> psychologisch reële e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (Bosman & Van Ord<strong>en</strong>, 2003).<br />

Het oorspronkelijke PDP-model bestaat uit verzameling<strong>en</strong> van onderling verbond<strong>en</strong> orthografische <strong>en</strong><br />

fonologische e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>niveau van 'verborg<strong>en</strong>' e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Laatstg<strong>en</strong>oemde e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zijn<br />

noodzakelijk omdat er gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn aan de verwerkingscapaciteit van netwerk<strong>en</strong> met daarin alle<strong>en</strong> directe<br />

verbinding<strong>en</strong>; de verborg<strong>en</strong> e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong> aan het systeem indirecte verbinding<strong>en</strong> toe. De verbinding<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zijn voorzi<strong>en</strong> van gewicht<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong> hoeveel informatie doorgegev<strong>en</strong><br />

wordt. Deze gewicht<strong>en</strong> weerspiegel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leereffect; de aggregatie van alle training die iemand in z'n<br />

‘leescarrière’ heeft ondergaan.<br />

4<br />

Levy et al. (2009) slag<strong>en</strong> er overig<strong>en</strong>s in fMRI-onderzoek in om functionele verbinding<strong>en</strong> in het brein op te spor<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong><br />

zijn bij het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> pseudowoord<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> manier die consist<strong>en</strong>t is met het DRC-model.<br />

14


Het model van Seid<strong>en</strong>berg & McClelland (1989) voldoet uitstek<strong>en</strong>d in het geval van e<strong>en</strong>lettergrepige<br />

woord<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong>: het kan de verklanking van dit type woord<strong>en</strong> goed verklar<strong>en</strong>, maar het model heeft<br />

e<strong>en</strong> beperkte waarde als het om de verklanking van pseudowoord<strong>en</strong> gaat. Volg<strong>en</strong>de versies van het PDPmodel<br />

(Harm & Seid<strong>en</strong>berg, 1999; Plaut et al., 1996) voldo<strong>en</strong> tamelijk goed in het geval van e<strong>en</strong>lettergrepige<br />

zowel als pseudowoord<strong>en</strong>. Harm & Seid<strong>en</strong>berg (1999) onderzoek<strong>en</strong> de rol van fonologische informatie bij<br />

het vroege lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> in dyslexie. Hun model behelst e<strong>en</strong> uitbreiding van de principes zoals geformuleerd in<br />

Seid<strong>en</strong>berg & McClelland (1989) <strong>en</strong> Plaut et al. (1996); het simuleert de ontwikkeling van de leesvaardigheid<br />

<strong>en</strong> de stoorniss<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s die ontwikkeling kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> draagt daardoor bij aan ons begrip van<br />

het ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ontstaan van dyslexie. In Harm et al. (2003) wordt het model van Harm & Seid<strong>en</strong>berg<br />

(1999) gebruikt om na te gaan waarom, met het oog op het opheff<strong>en</strong> van leesproblem<strong>en</strong>, bepaalde<br />

interv<strong>en</strong>ties effectiever zijn dan andere. De simulaties met dit model ler<strong>en</strong> ons waarom interv<strong>en</strong>ties die<br />

gericht zijn op de ontwikkeling van grafeem-foneemkoppeling<strong>en</strong> effectiever zijn dan interv<strong>en</strong>ties die zich<br />

uitsluit<strong>en</strong>d richt<strong>en</strong> op het bevorder<strong>en</strong> van het fonemisch bewustzijn.<br />

In e<strong>en</strong> latere versie van het PDP-model is ook e<strong>en</strong> semantische compon<strong>en</strong>t ingebouwd (Harm & Seid<strong>en</strong>berg,<br />

2004), met name om e<strong>en</strong> bijdrage te lever<strong>en</strong> aan het langlop<strong>en</strong>de debat over de rol van fonologische<br />

informatie bij het stil lez<strong>en</strong>. Dit model richt zich in ess<strong>en</strong>tie op de vraag hoe betek<strong>en</strong>is geactiveerd wordt in<br />

e<strong>en</strong> systeem waarin zowel e<strong>en</strong> visuele (van orthografie naar betek<strong>en</strong>is) als e<strong>en</strong> fonologische route (van<br />

orthografie via fonologie naar betek<strong>en</strong>is) beschikbaar is. E<strong>en</strong> dergelijk systeem blijkt efficiënter te werk<strong>en</strong><br />

wanneer beide routes gebruikt word<strong>en</strong> dan wanneer e<strong>en</strong> van de twee geïsoleerd gebruikt wordt.<br />

Aanvankelijk, bij de beginn<strong>en</strong>de lezer, wordt de semantische activatie grot<strong>en</strong>deels aangedrev<strong>en</strong> via de<br />

orthografie-fonologie-betek<strong>en</strong>isroute. Na verloop van tijd begint de orthografie-betek<strong>en</strong>isroute meer invloed<br />

te krijg<strong>en</strong>. Uiteindelijk is de situatie zo dat er bij het lez<strong>en</strong> van de meeste woord<strong>en</strong> input van beide routes<br />

komt.<br />

Fonologisch-coher<strong>en</strong>tiemodel E<strong>en</strong> ander relevant connectionistisch model is het fonologischcoher<strong>en</strong>tiemodel.<br />

Dit model is voor het eerst gepres<strong>en</strong>teerd in Van Ord<strong>en</strong> et al. (1990) – waarin ook de<br />

assumpties van het dubbele-routemodel besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondergrav<strong>en</strong> word<strong>en</strong> – <strong>en</strong> later verder uitgewerkt in<br />

onder andere Van Ord<strong>en</strong> & Goldinger (1994) <strong>en</strong> Bosman & Van Ord<strong>en</strong> (1997). Het model is gebaseerd op<br />

de principes van de dynamische systeemtheorie <strong>en</strong> geoperationaliseerd als e<strong>en</strong> netwerk waarin drie<br />

zogehet<strong>en</strong> knoopfamilies word<strong>en</strong> verondersteld: letterknop<strong>en</strong>, foneemknop<strong>en</strong> <strong>en</strong> semantischek<strong>en</strong>merkknop<strong>en</strong><br />

(Bosman, 2000). Deze knoopfamilies zijn onderling op e<strong>en</strong> recurr<strong>en</strong>te wijze verbond<strong>en</strong>, dat<br />

wil zegg<strong>en</strong> dat de activatie tuss<strong>en</strong> de knoopfamilies in beide richting<strong>en</strong> verloopt (zie voor empirische<br />

evid<strong>en</strong>tie: Stone et al., 1997); e<strong>en</strong> belangrijk onderscheid t<strong>en</strong> opzichte van het PDP-model, dat e<strong>en</strong><br />

zogehet<strong>en</strong> feedforward-model is waarin de activatie zich slechts in één richting verspreidt (Bosman & Van<br />

Ord<strong>en</strong>, 2003). Ook de verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de knop<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> familie zijn recurr<strong>en</strong>t maar deze<br />

verbinding<strong>en</strong> zijn inhibitoir, terwijl de verbinding<strong>en</strong> túss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de families steeds excitatoir zijn.<br />

Deze laatste verbinding<strong>en</strong> zijn niet alle ev<strong>en</strong> sterk. Dit is e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel k<strong>en</strong>merk van het systeem; het<br />

weerspiegelt de sterkte van de relaties tuss<strong>en</strong> de drie knoopfamilies. De sterkste verbinding<strong>en</strong> zijn die<br />

tuss<strong>en</strong> de letter- <strong>en</strong> de foneemknop<strong>en</strong>; dat ligt voor de hand: er bestaan immers zeer consist<strong>en</strong>te relaties<br />

tuss<strong>en</strong> letters <strong>en</strong> fonem<strong>en</strong>. En dit zou ook verklar<strong>en</strong> waarom de fonologie e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele rol speelt bij het<br />

lez<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is het verband tuss<strong>en</strong> spraakklank<strong>en</strong> <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>iselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> letters <strong>en</strong><br />

betek<strong>en</strong>iselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> veel geringer. Het verband tuss<strong>en</strong> de foneem- <strong>en</strong> semantische-k<strong>en</strong>merkknop<strong>en</strong> is<br />

overig<strong>en</strong>s sterker dan tuss<strong>en</strong> de letter- <strong>en</strong> semantische-k<strong>en</strong>merknop<strong>en</strong>; dit omdat we ler<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> voordat<br />

we ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> (Bosman, 2000; Bosman & Van Ord<strong>en</strong> 2003). Als dit connectionistisch netwerk e<strong>en</strong><br />

geschrev<strong>en</strong> woord krijgt voorgelegd, word<strong>en</strong> de letterknop<strong>en</strong> geactiveerd. Deze stur<strong>en</strong> hun activatie door<br />

(feedforward) naar de foneem- <strong>en</strong> semantische-k<strong>en</strong>merkknop<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s stur<strong>en</strong> de foneemknop<strong>en</strong> hun<br />

activatie terug (feedback) naar de letterknop<strong>en</strong> <strong>en</strong> door (feedforward) naar de semantische-k<strong>en</strong>merkknop<strong>en</strong>.<br />

Deze stur<strong>en</strong> hun activatie ook terug (feedback) naar de letterknop<strong>en</strong> <strong>en</strong> door (feedforward) naar de<br />

foneemknop<strong>en</strong>. De letterknop<strong>en</strong> z<strong>en</strong>d<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s hun activatie weer door (feedforward) naar de foneem-<br />

<strong>en</strong> semantische-k<strong>en</strong>merkknop<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort (Bosman & Van Ord<strong>en</strong>, 1997; Bosman & Van Ord<strong>en</strong>, 2003).<br />

Er ontstaat e<strong>en</strong> interactief patroon van voor- <strong>en</strong> terugwaartse activaties waarbij knop<strong>en</strong> van alle drie de<br />

knoopfamilies word<strong>en</strong> geactiveerd <strong>en</strong> inconsist<strong>en</strong>ties tuss<strong>en</strong> de activaties van de knop<strong>en</strong> goeddeels word<strong>en</strong><br />

weggewerkt. In dit proces komt aldus woordherk<strong>en</strong>ning tot stand door recurr<strong>en</strong>te, onderlinge beïnvloeding<br />

van knop<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de knoopfamilies: e<strong>en</strong> dynamisch proces van coöperatie <strong>en</strong> competitie, waaruit –<br />

als de voorwaartse <strong>en</strong> terugwaartse activaties overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> (het principe van de zelfconsist<strong>en</strong>tie; Van d<strong>en</strong><br />

Broeck & Ruijss<strong>en</strong>aars, 1995) – coher<strong>en</strong>te structur<strong>en</strong> ontstaan als relatief stabiele terugkoppelingsluss<strong>en</strong>.<br />

Onder invloed van e<strong>en</strong> covariant leerproces word<strong>en</strong> relaties tuss<strong>en</strong> knop<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de knoopfamilies<br />

tijdelijk als functionele e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, de zg. subsymbol<strong>en</strong> (Van Ord<strong>en</strong> et al., 1990), vastgelegd in het geheug<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s dat proces wordt de sterkte van de verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subsymbol<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d aangepast op<br />

15


asis van de leeservaring. Woordherk<strong>en</strong>ningsprocess<strong>en</strong> gaan hierdoor steeds efficiënter <strong>en</strong> sneller<br />

verlop<strong>en</strong>.<br />

Amalgaanmodell<strong>en</strong><br />

Het debat over de theorie van het leesproces wordt nog steeds gevoerd (zie bijvoorbeeld Coltheart, 2006;<br />

Harm & Seid<strong>en</strong>berg, 2004; Seid<strong>en</strong>berg, 2007) <strong>en</strong> kan in de context van deze verantwoording ge<strong>en</strong><br />

onderwerp zijn, maar in de nieuwste (computationele) modell<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> van het dubbeleroutemodel<br />

steeds vaker gecombineerd met connectionistische opvatting<strong>en</strong>. Schijf (2009) noemt in dit<br />

verband het CDP-model (Connectionist Dual Process Model of Reading Aloud) van Perry c.s. uit 2007.<br />

Maar al in de jar<strong>en</strong> tachtig van de vorige eeuw beschrijv<strong>en</strong> Reggia et al. (1988) e<strong>en</strong> model dat steun geeft<br />

aan e<strong>en</strong> gewijzigd dubbele-routemodel waarin e<strong>en</strong> rol voor interactieve routes is weggelegd. Hun Dual-route<br />

Connectionist Model of Print-to-sound Transformation hanteert bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> destijds nieuwe b<strong>en</strong>adering<br />

van de dynamiek in connectionistische modell<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> competitief activatiemechanisme in plaats<br />

van expliciete inhibitoire verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de niveaus. Ook in Bjaalid et al. (2002) wordt e<strong>en</strong><br />

gecombineerd framework voorgesteld; e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>smelting van de dubbele-route- <strong>en</strong> connectionistische<br />

woordherk<strong>en</strong>ningsmodell<strong>en</strong>. Houghton & Zorzi (2003) do<strong>en</strong> hetzelfde, maar dan voor het spell<strong>en</strong>. Met het<br />

Mixtures of Experts Network Model probeert Asakawa (2008) het DRC-model <strong>en</strong> het PDP-model te<br />

integrer<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde de og<strong>en</strong>schijnlijke willekeur van beide modell<strong>en</strong> wat betreft het verklar<strong>en</strong> van de<br />

neuropsychologische evid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s uit experim<strong>en</strong>teel onderzoek het hoofd te kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>.<br />

Tot besluit<br />

Zoals gezegd is deze verantwoording niet de plaats om de validiteit van de onderscheid<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> tot in<br />

alle details te bediscussiër<strong>en</strong>. Voor ons doel is het belangrijk dat de modell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Om te beginn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong> ze alle, het <strong>en</strong>e beter dan het andere, dat bek<strong>en</strong>dheid met <strong>en</strong><br />

van het te lez<strong>en</strong> (woord- <strong>en</strong> tekst)materiaal het lez<strong>en</strong> – de nauwkeurigheid <strong>en</strong> de vlotheid ervan – t<strong>en</strong> goede<br />

komt. Aan de kant van de lezer is dit e<strong>en</strong> leer- of trainingseffect: hoe vaker hij bepaalde letters, letterclusters,<br />

woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> woordgroep<strong>en</strong> heeft gedecodeerd, des te preciezer <strong>en</strong> sneller verloopt het leesproces. Aan de<br />

andere kant zal e<strong>en</strong> lezer bepaalde woord(groep)<strong>en</strong> vaker teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> dan andere woord(groep)<strong>en</strong>; de<br />

gebruiksfrequ<strong>en</strong>tie – <strong>en</strong> in het kielzog daarvan de bek<strong>en</strong>dheid – van woord<strong>en</strong> verschilt, met als absolute<br />

ondergr<strong>en</strong>s per definitie die van pseudowoord<strong>en</strong>. Daarnaast gaat het in alle bov<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> om<br />

sterkte van repres<strong>en</strong>taties <strong>en</strong> verbinding<strong>en</strong>, om doorvoer van activatie, om dynamiek in al dan niet<br />

interactieve patron<strong>en</strong>, om toegang tot system<strong>en</strong> of modules; eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong> die de verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de zwakkere <strong>en</strong> de betere lezers verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in hun sam<strong>en</strong>hang – op individueel niveau –<br />

resulter<strong>en</strong> in de leesvaardigheid van, in het geval van onze doelgroep, e<strong>en</strong> leerling. Di<strong>en</strong>s<br />

leesvaardigheidsniveau, d.i. de kwaliteit van zijn leesvaardigheid of het gebrek daaraan, wordt gek<strong>en</strong>merkt<br />

door e<strong>en</strong> bepaalde vlotheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde mate van nauwkeurigheid (het aantal leesfout<strong>en</strong> dat gemaakt<br />

wordt) tijd<strong>en</strong>s het lez<strong>en</strong>. Precies daarop richt<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets zich: op accuraatheid <strong>en</strong> snelheid<br />

bij het lez<strong>en</strong>. Hoe deze aspect<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid in de hier verantwoorde instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

geoperationaliseerd word<strong>en</strong>, wordt beschrev<strong>en</strong> in paragraaf 3.3 (<strong>DMT</strong>) <strong>en</strong> paragraaf 9.3 (<strong>AVI</strong>).<br />

Ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />

De basis voor de ontwikkeling van de technische leesvaardigheid ligt in de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse periode<br />

(Verhoev<strong>en</strong> & Aarnoutse, 2000). In e<strong>en</strong> omgeving waarin kinder<strong>en</strong> op betek<strong>en</strong>isvolle wijze met geschrev<strong>en</strong><br />

taal in aanraking kom<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> zij de functie daarvan <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige schriftconv<strong>en</strong>ties ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Het lees- <strong>en</strong><br />

schrijfgedrag van kleuters is echter nog slechts oriënter<strong>en</strong>d; vaak bootst het kind lees- <strong>en</strong> schrijfgedrag na.<br />

Meestal leert het de eig<strong>en</strong> naam <strong>en</strong> andere bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> vaak letters van het alfabet<br />

gek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>. Sommige kinder<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> zelfs zo ver dat zij min of meer spontaan<br />

zelfstandige woord<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> synthetiser<strong>en</strong>.<br />

De ervaring leert echter dat e<strong>en</strong> groot aantal kinder<strong>en</strong> moeite heeft met het doorzi<strong>en</strong> van de alfabetische<br />

structuur van ons schriftsysteem. Deze – <strong>en</strong> de meeste andere – kinder<strong>en</strong> wordt, doorgaans in jaargroep 3,<br />

in e<strong>en</strong> gestructureerd curriculum stap-voor-stap het inzicht in het alfabetische principe bijgebracht.<br />

Daarin wordt in de regel uitgegaan van twee fas<strong>en</strong>. In de eerste fase ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> dat woord<strong>en</strong> zijn<br />

opgebouwd uit klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat grafem<strong>en</strong> die klank<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> tijdsbestek van gemiddeld vier<br />

maand<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> zij hoe de klank<strong>en</strong> van onze taal door middel van letters kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

Zo ontwikkel<strong>en</strong> zij op systematische wijze e<strong>en</strong> fonemisch bewustzijn, ler<strong>en</strong> zij de relatie tuss<strong>en</strong> letters <strong>en</strong><br />

klank<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> zij van daaruit woord<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> (decoder<strong>en</strong>) <strong>en</strong> te spell<strong>en</strong> (coder<strong>en</strong>). Deze fase beperkt<br />

zicht tot de zogehet<strong>en</strong> klankzuivere woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige MKM-structuur (medeklinker-klinkermedeklinker,<br />

bijvoorbeeld: mes <strong>en</strong> pan). In de daaropvolg<strong>en</strong>de fase ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>taire lees- (<strong>en</strong><br />

spel)handeling die ze hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> te versnell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te breid<strong>en</strong> naar woord<strong>en</strong> met<br />

16


medeklinkercombinaties <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> (vgl. W<strong>en</strong>tink, 1997). Doordat kinder<strong>en</strong> de eerder<br />

geleerde decodeer- <strong>en</strong> woordherk<strong>en</strong>ningsvaardighed<strong>en</strong> in steeds hoger tempo ler<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> zij<br />

met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d gemak e<strong>en</strong>voudige tekst<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Op het eind van jaargroep 5 kunn<strong>en</strong> zij ongeveer 3000<br />

woord<strong>en</strong> vlot lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. (Hun mondelinge woord<strong>en</strong>schat bedraagt dan zo'n 9000 woord<strong>en</strong>.)<br />

Onder invloed van het gegev<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong> grafem<strong>en</strong>, spraakklank<strong>en</strong> <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> steeds<br />

sneller doorzi<strong>en</strong>, gaan de (technisch-)leesprocess<strong>en</strong> steeds meer e<strong>en</strong> automatisch verloop krijg<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong><br />

bouw<strong>en</strong> hun leesvaardigheid dan min of meer zelfstandig verder uit. Daarbij geldt dat het lez<strong>en</strong> van<br />

onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> ook van de geoef<strong>en</strong>de lezer bewuste aandacht vraagt. Het aantal bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong><br />

neemt in de loop van het basisonderwijs echter steeds verder toe <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het einde<br />

van de basisschool ongeveer ev<strong>en</strong>veel woord<strong>en</strong> in geschrev<strong>en</strong> vorm lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> als zij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in<br />

gesprok<strong>en</strong> vorm.<br />

Voor de meeste leerling<strong>en</strong> verloopt de ontwikkeling van de technische leesvaardigheid zonder<br />

noem<strong>en</strong>swaardige problem<strong>en</strong>. Onderzoek laat echter zi<strong>en</strong> dat er bij scre<strong>en</strong>ing van deze vaardigheid sprake<br />

is van grote standaardafwijking<strong>en</strong> in de scoreverdeling (Blomert, 2003; Struiksma, 2003). Er lijkt iets meer<br />

duidelijkheid te kom<strong>en</strong> over het antwoord op de vraag in hoeverre het technisch lez<strong>en</strong> van allochtone<br />

leerling<strong>en</strong> achterblijft bij dat van hun autochtone leeftijdsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Ouder onderzoek wees op e<strong>en</strong><br />

stagner<strong>en</strong>de ontwikkeling van allochtone leerling<strong>en</strong> (Verhoev<strong>en</strong>, 1990), maar uit rec<strong>en</strong>tere studies blijkt dat<br />

allochtone leerling<strong>en</strong> op dit terrein inmiddels ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige problem<strong>en</strong> meer ondervind<strong>en</strong>.<br />

Alle<strong>en</strong> bij het lez<strong>en</strong> van langere, gelede woord<strong>en</strong> zou nog sprake zijn van e<strong>en</strong> beperkte achterstand<br />

(Verhoev<strong>en</strong>, 2000; Droop & Verhoev<strong>en</strong>, 2003).<br />

2.4.2 Psychometrisch<br />

Zowel de <strong>DMT</strong> als de <strong>AVI</strong>-toets zijn toets<strong>en</strong> die afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onder tijdsdruk <strong>en</strong> de veel gebruikte<br />

modell<strong>en</strong> uit de Item Respons Theorie (IRT), zoals het Rasch-model, zijn minder geschikt om de antwoord<strong>en</strong><br />

op zulke toets<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong>. In deze paragraaf wordt – vooruitlop<strong>en</strong>d op e<strong>en</strong> uitgebreide behandeling<br />

later in deze verantwoording – kort ingegaan op de modell<strong>en</strong> die gebruikt zijn om de data die voor deze<br />

toets<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verzameld te analyser<strong>en</strong>.<br />

Zoals bij veel toets<strong>en</strong> het geval is, wordt de variabiliteit in de antwoord<strong>en</strong> verklaard vanuit twee verschill<strong>en</strong>de<br />

bronn<strong>en</strong>: de eerste bron is de intra-individuele variabiliteit (leerling<strong>en</strong> behal<strong>en</strong> niet steeds dezelfde score als<br />

de toets meerdere mal<strong>en</strong> onder dezelfde condities wordt afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de tweede bron is de interindividuele<br />

variabiliteit (leerling<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> onderling in hun scores). Als de eerste variantiebron belangrijk<br />

is, is de toetsscore relatief instabiel oftewel is de toets – zoals het in de testleer heet – niet betrouwbaar. Is<br />

de tweede bron relatief belangrijker dan de eerste, dan is de toets betrouwbaar <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we met meer<br />

vertrouw<strong>en</strong> echte verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> inferer<strong>en</strong> op basis van hun geobserveerde scores.<br />

In modell<strong>en</strong> met lat<strong>en</strong>te variabel<strong>en</strong> wordt ervan uitgegaan dat e<strong>en</strong> onderligg<strong>en</strong>de variabele die niet direct<br />

observeerbaar is belangrijke aspect<strong>en</strong> van het toetsgedrag bepaalt, maar dat deze afhankelijkheid van<br />

observeerbaar gedrag t<strong>en</strong> opzichte van de lat<strong>en</strong>te variabele niet deterministisch is, maar probabilistisch.<br />

Dergelijke probabilistische verband<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> erop neer dat niet het concrete gedrag zélf wordt voorspeld,<br />

maar de distributie van de toetsresultat<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> de waarde van de lat<strong>en</strong>te variabele. E<strong>en</strong> model dat op<br />

e<strong>en</strong> formele manier deze distributie beschrijft is e<strong>en</strong> meetmodel.<br />

Het vind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> adequaat meetmodel dat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mathematisch goed hanteerbaar is, is belangrijk<br />

maar daarmee is het werk niet af. Voor de toepassing van e<strong>en</strong> toets in e<strong>en</strong> welbepaalde populatie, di<strong>en</strong>t<br />

m<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> formele beschrijving te vind<strong>en</strong> van de verdeling van de lat<strong>en</strong>te variabele in deze populatie.<br />

Daarbij is het belangrijk dat m<strong>en</strong> 1) zorgvuldig onderscheid maakt tuss<strong>en</strong> de toetsscore <strong>en</strong> het concept dat<br />

m<strong>en</strong> wil met<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> 2) de (geobserveerde) verdeling van de toetsscores niet gaat verwarr<strong>en</strong> met de<br />

(in principe niet observeerbare) distributie van de lat<strong>en</strong>te variabele. Modell<strong>en</strong> die de distributie van de lat<strong>en</strong>te<br />

variabele in e<strong>en</strong> of meerdere populaties beschrijv<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> structurele of populatiemodell<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.<br />

In de paragraf<strong>en</strong> 4.3 <strong>en</strong> 10.3 word<strong>en</strong> de meetmodell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de structurele modell<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die zijn<br />

gebruikt voor respectievelijk de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets. Het is daarbij belangrijk goed voor og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> op<br />

welke manier de toetsscore voor beide toets<strong>en</strong> is gedefinieerd.<br />

Bij e<strong>en</strong> afname van de <strong>DMT</strong> krijgt de leerling e<strong>en</strong> of meer leeskaart<strong>en</strong> voorgelegd, met daarop ‘losse’<br />

woord<strong>en</strong> die de leerling hardop moet lez<strong>en</strong>. De leestijd per kaart is één minuut <strong>en</strong> de score op e<strong>en</strong> kaart<br />

is gedefinieerd als het aantal correct gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> afname van de <strong>AVI</strong>-toets krijgt e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> of meer toetskaart<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Op iedere<br />

kaart staat e<strong>en</strong> tekst. Deze wordt door de leerling hardop gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij word<strong>en</strong> twee scores<br />

geobserveerd. De eerste score is de tijd die de leerling nodig heeft voor het lez<strong>en</strong> van de gehele tekst.<br />

De tweede score is het aantal fout<strong>en</strong> dat de leerling daarbij maakt.<br />

17


We zi<strong>en</strong> dus dat bij de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> bij de tweede score (het aantal fout<strong>en</strong>) op de <strong>AVI</strong>-toets, de score e<strong>en</strong><br />

discrete variabele is die alle<strong>en</strong> de waard<strong>en</strong> 0, 1, 2, ... kan aannem<strong>en</strong>, terwijl de primaire score op de <strong>AVI</strong>kaart<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> continue variabele is. Dit maakt al mete<strong>en</strong> duidelijk dat we minst<strong>en</strong>s twee verschill<strong>en</strong>de<br />

meetmodell<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>.<br />

Merk t<strong>en</strong> slotte op, dat we voor ge<strong>en</strong> van beide toets<strong>en</strong> het begrip item hanter<strong>en</strong>. Hoewel het misschi<strong>en</strong> voor<br />

de hand lijkt te ligg<strong>en</strong> het woord in beide toets<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong> als elem<strong>en</strong>tair meetmom<strong>en</strong>t (<strong>en</strong> dus elk<br />

woord te scor<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> item), geeft e<strong>en</strong> dergelijke b<strong>en</strong>adering meestal zeer onbevredig<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong>.<br />

Bij de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> bij de <strong>AVI</strong>-toets is de elem<strong>en</strong>taire e<strong>en</strong>heid van observatie de kaart, die we zull<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong><br />

als taak. En we di<strong>en</strong><strong>en</strong> er dus voor te zorg<strong>en</strong> dat onze modell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede verklaring gev<strong>en</strong> voor de scores<br />

op e<strong>en</strong> of meerdere tak<strong>en</strong>.<br />

18


3 Beschrijving van de toets<br />

3.1 Opbouw <strong>en</strong> structuur van de toets<br />

De <strong>DMT</strong> voor de jaargroep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8 bestaat uit verschill<strong>en</strong>de leeskaart<strong>en</strong> waarop woord<strong>en</strong> staan die<br />

door de leerling hardop moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. De woord<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> specifieke woordtyp<strong>en</strong>, die zich<br />

onderscheid<strong>en</strong> op basis van de orthografische structuur <strong>en</strong>/of complexiteit, waardoor de leeskaart<strong>en</strong> drie<br />

moeilijkheidniveaus bestrijk<strong>en</strong>. Ieder moeilijkheidsniveau wordt verteg<strong>en</strong>woordigd door drie, parallelle,<br />

leeskaart<strong>en</strong>. Daardoor is het mogelijk om leerling<strong>en</strong> bij herhaald toets<strong>en</strong> op één niveau toch verschill<strong>en</strong>de<br />

leeskaart<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong>. Zo wordt voorkom<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> uit hun geheug<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> putt<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> aantal<br />

van de woord<strong>en</strong> – bijvoorbeeld het begin van de eerste woordrij – uit hun hoofd kunn<strong>en</strong> opzegg<strong>en</strong>, in plaats<br />

van ze op te moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. De kaart<strong>en</strong> zijn parallel in die zin dat zij dezelfde woord<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die per set<br />

van acht in e<strong>en</strong> andere volgorde zijn geplaatst.<br />

Op de leeskaart<strong>en</strong> van het eerste, laagste, niveau (Leeskaart 1A, 1B <strong>en</strong> 1C) staan vijf rij<strong>en</strong> van dertig<br />

klankzuivere e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> van het type KM (klinker-medeklinker; bijvoorbeeld: as <strong>en</strong> oom),<br />

MK (fee, bui) <strong>en</strong> MKM (vak, wit).<br />

Op de leeskaart<strong>en</strong> van het tweede niveau (Leeskaart 2A, 2B <strong>en</strong> 2C) staan vijf rij<strong>en</strong> van dertig<br />

e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> van het type MMK (plooi, vlaai), MMKM (smid, bloem), MKMM (tand, jurk),<br />

MMKMM (grond, vlecht), MMMKM (strik, spreeuw) <strong>en</strong> MKMMM (barst, di<strong>en</strong>st).<br />

Op de leeskaart<strong>en</strong> van het derde niveau (Leeskaart 3A, 3B <strong>en</strong> 3C) staan vier rij<strong>en</strong> van dertig woord<strong>en</strong><br />

met twee lettergrep<strong>en</strong> (band<strong>en</strong>, geluid), drie lettergrep<strong>en</strong> (dromerig, aarzel<strong>en</strong>) of vier lettergrep<strong>en</strong><br />

(keuk<strong>en</strong>tafel, punt<strong>en</strong>slijper).<br />

Bij de sam<strong>en</strong>stelling van de toets zijn random woord<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> uit de woordverzameling<strong>en</strong> in Kohnstamm<br />

et al. (1981) <strong>en</strong> Staphorsius et al. (1988). Vervolg<strong>en</strong>s is nagegaan of deze woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de<br />

verwervingsleeftijd <strong>en</strong>/of redelijke gebruiksfrequ<strong>en</strong>tie hebb<strong>en</strong>. Zie voor de beschrijving van het onderzoek<br />

naar deze beide k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woord<strong>en</strong> in de <strong>DMT</strong> paragraaf 3.3 van deze verantwoording.<br />

3.2 Afname <strong>en</strong> rapportage<br />

LOVS <strong>DMT</strong> wordt individueel afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De toetsleider zit teg<strong>en</strong>over de leerling. Iedere sessie begint met<br />

e<strong>en</strong> introductie annex instructie (zie voor deze introductie <strong>en</strong> instructie de handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>,<br />

onderdeel <strong>DMT</strong>, bladzijde 13 e.v.), waarna de toetsleider de leerling e<strong>en</strong> leeskaart voorlegt <strong>en</strong> het<br />

beginsignaal geeft. Tegelijkertijd start de toetsleider de tijdwaarneming. De leerling krijgt één minuut de tijd<br />

om zoveel mogelijk woord<strong>en</strong> van de leeskaart hardop te lez<strong>en</strong>. De woord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> per rij, van bov<strong>en</strong> naar<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het lez<strong>en</strong> noteert de toetsleider op e<strong>en</strong> met de betreff<strong>en</strong>de kaart<br />

corresponder<strong>en</strong>d scoreformulier, welke woord<strong>en</strong> fout gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; in de handleiding bij de toets word<strong>en</strong><br />

daartoe scorevoorschrift<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> notatiewijz<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> voor de diverse fout<strong>en</strong>typ<strong>en</strong>.<br />

(Zie voor deze scorevoorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> notatiewijz<strong>en</strong> de handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>, onderdeel <strong>DMT</strong>, bladzijde<br />

14.) Algeme<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> waarvan de uitspraak niet overe<strong>en</strong>komt met de spelling<br />

fout gerek<strong>en</strong>d. Klemtoonverschill<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> daar niet onder. Spel<strong>en</strong>d gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> (/s/-/a/-/p/ in plaats van<br />

/sap/) word<strong>en</strong> fout gerek<strong>en</strong>d, behalve als zij daarna alsnog correct verklankt word<strong>en</strong>: /s/-/a/-/p/ gevolgd door<br />

/sap/. Overig<strong>en</strong>s wordt niet alle<strong>en</strong> dit type fout<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> alle spontaan verbeterde<br />

fout<strong>en</strong> goed gerek<strong>en</strong>d. Meestal lukt het de leerling<strong>en</strong> – zeker de zwakkere lezers onder h<strong>en</strong> – niet om alle<br />

woord<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kaart binn<strong>en</strong> de tijd te lez<strong>en</strong>. Het aantal woord<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling wél gelez<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> ook<br />

goed gelez<strong>en</strong> heeft, dat wil zegg<strong>en</strong> zonder fout<strong>en</strong>, is zijn ruwe score; in de handleiding van LOVS <strong>DMT</strong><br />

toetsscore g<strong>en</strong>oemd. Deze score kan word<strong>en</strong> omgezet in e<strong>en</strong> vaardigheidscore, welke op haar beurt<br />

omgezet kan word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vaardigheidsniveau. Zie verderop in deze paragraaf.<br />

De <strong>DMT</strong> k<strong>en</strong>t twee normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: medio <strong>en</strong> einde leerjaar. De in ons normeringsonderzoek<br />

verzamelde norm<strong>en</strong> zijn dan ook alle<strong>en</strong> van toepassing als de leeskaart<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgelegd in de periode<br />

tweede helft januari/ eerste helft februari (medio jaargroep) <strong>en</strong> in de periode tweede helft mei/ eerste helft<br />

juni (einde jaargroep). Wélke leeskaart<strong>en</strong> wánneer word<strong>en</strong> voorgelegd, wordt duidelijk uit tabel 3.1.<br />

Op het eerste afnamemom<strong>en</strong>t, medio jaargroep 3, zijn de meeste leerling<strong>en</strong> nog niet vertrouwd met<br />

meerlettergrepige woord<strong>en</strong>. Leerkracht<strong>en</strong> wordt dan ook aangerad<strong>en</strong> om op dat mom<strong>en</strong>t alle<strong>en</strong> leeskaart<strong>en</strong><br />

van het eerste <strong>en</strong> het tweede niveau af te nem<strong>en</strong>. Aan het eind van jaargroep 3 <strong>en</strong> op de beide<br />

19


afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in jaargroep 4 kunn<strong>en</strong> alle kaart<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Echter, na groep 4 is dat<br />

doorgaans niet meer noodzakelijk: vanaf medio jaargroep 5 is het de bedoeling dat leerkracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>DMT</strong>-<br />

Tabel 3.1 Leeskaart<strong>en</strong> per afnamemom<strong>en</strong>t<br />

Afnamemom<strong>en</strong>t Leeskaart op niveau:<br />

Medio jaargroep 3 1 2<br />

Eind jaargroep 3 1 2 3<br />

Medio jaargroep 4 1 2 3<br />

Eind jaargroep 4 1 2 3<br />

Medio jaargroep 5 3 (2) (1)<br />

Eind jaargroep 5 3 (2) (1)<br />

Medio jaargroep 6 3 (2) (1)<br />

Eind jaargroep 6 3 (2) (1)<br />

Medio jaargroep 7 3 (2) (1)<br />

Eind jaargroep 7 3 (2) (1)<br />

Medio jaargroep 8 3 (2) (1)<br />

afname start<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leeskaart van het derde niveau. Afhankelijk van de ruwe score op deze kaart – het<br />

aantal goed gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> – wordt de afname beëindigd of krijgt deze e<strong>en</strong> vervolg. De afname wordt<br />

beëindigd als de leerling e<strong>en</strong> score behaalt bov<strong>en</strong> het cut-off-criterium dat voor zijn of haar jaargroep op de<br />

leeskaart<strong>en</strong> van het derde niveau van toepassing is. Deze criteria zijn zó bepaald dat het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

kaart op het derde niveau volstaat voor – landelijk gezi<strong>en</strong> – 50% van de leerling<strong>en</strong> op afnamemom<strong>en</strong>t medio<br />

groep 5, oplop<strong>en</strong>d tot 80% van de leerling<strong>en</strong> op afnamemom<strong>en</strong>t medio groep 8. Bij e<strong>en</strong> score onder het<br />

criterium wordt de afname vervolgd; steeds met het voorlegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leeskaart op het tweede <strong>en</strong> op het<br />

eerste niveau; in die volgorde. Zie voor het afnameschema vanaf medio groep 5 figuur 3.1.<br />

Wat de rapportage van de op LOVS <strong>DMT</strong> behaalde resultat<strong>en</strong> betreft, moet e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt<br />

word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het gebruik van de toets als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het<br />

gebruik als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse anderzijds. Wanneer de <strong>DMT</strong> als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t<br />

gebruikt wordt, wordt de leerkracht aangerad<strong>en</strong> van alle leerling<strong>en</strong> de ruwe score (toetsscore), de<br />

vaardigheidsscore <strong>en</strong> het vaardigheidsniveau te bepal<strong>en</strong>. Voor het omzett<strong>en</strong> van toetsscore naar<br />

vaardigheidsscore, <strong>en</strong> van vaardigheidsscore naar vaardigheidsniveaus word<strong>en</strong> in de handleiding bij de<br />

<strong>DMT</strong> tabell<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Zie de handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>, onderdeel <strong>DMT</strong>, bladzijde 59 e.v.<br />

G<strong>en</strong>oemde vaardigheidsniveaus kom<strong>en</strong> tot stand door de refer<strong>en</strong>tiegroep op basis van de scores van de<br />

leerling<strong>en</strong> in deze groep op twee manier<strong>en</strong> in vijf niveaugroep<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong>. De eerste manier levert de<br />

niveaugroep<strong>en</strong> A tot <strong>en</strong> met E op <strong>en</strong> is gebaseerd op e<strong>en</strong> indeling in kwartiel<strong>en</strong>. De niveaugroep<strong>en</strong> A, B <strong>en</strong><br />

C bestrijk<strong>en</strong> elk e<strong>en</strong> kwart. Het vierde <strong>en</strong> laagste kwartiel wordt opgesplitst in twee subgroep<strong>en</strong>: D (15%) <strong>en</strong><br />

E (10%). Zie tabel 3.2.<br />

Tabel 3.2 Vaardigheidsniveaus A tot <strong>en</strong> met E<br />

Niveaugroep Definitie<br />

A vaardigheidsscore > P75<br />

B P50 < vaardigheidsscore ≤ P75<br />

C P25 < vaardigheidsscore ≤ P50<br />

D P10 < vaardigheidsscore ≤ P25<br />

E vaardigheidsscore ≤ P10<br />

Deze indeling in niveaugroep<strong>en</strong> is van oudsher in gebruik in het Cito-Leerlingvolgsysteem, de voorloper van<br />

LOVS. In de praktijk is echter geblek<strong>en</strong> dat sommige leerkracht<strong>en</strong> die met deze indeling werk<strong>en</strong><br />

vaardigheidsniveau C – het middelste niveau – t<strong>en</strong> onrechte als het gemiddelde vaardigheidsniveau<br />

interpreter<strong>en</strong>. Er is inmiddels dan ook e<strong>en</strong> tweede, alternatieve, indeling geïntroduceerd; deze indeling, met<br />

de niveaugroep<strong>en</strong> I tot <strong>en</strong> met V, gaat uit van vijf groep<strong>en</strong> van ieder 20% (quintiel<strong>en</strong>) <strong>en</strong> is daarmee dus<br />

20


symmetrisch opgebouwd, hetge<strong>en</strong> als voordeel heeft – bov<strong>en</strong> de indeling gebaseerd op kwartiel<strong>en</strong> – dat er<br />

e<strong>en</strong> werkelijk middelste niveau onderscheid<strong>en</strong> wordt.<br />

Merk op dat in strikt statistische zin ook hier niet over niveaugroep III als over het gemiddelde niveau kan<br />

word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>; het is theoretisch immers mogelijk dat bij e<strong>en</strong> scheve verdeling de gemiddelde ruwe<br />

score niet e<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> dergelijke (middelste) groep ligt. In het geval van de <strong>DMT</strong> ligg<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s alle<br />

gemiddelde vaardigheidsscores, dat wil zegg<strong>en</strong>: de gemiddelde vaardigheidsscore op ieder<br />

normeringsmom<strong>en</strong>t, binn<strong>en</strong> niveaugroep III (zie ook tabel 4.17).<br />

Figuur 3.1 Afnameschema vanaf jaar groep 5<br />

Medio groep 5<br />

Eind groep 5<br />

Medio groep 6<br />

Eind groep 6<br />

Medio groep 7<br />

Eind groep 7<br />

Medio groep 8<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 2 + 1<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-61 62-120<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-65 66-120<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-70 71-120<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-73 74-120<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-73 74-120<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-73 74-120<br />

kaart 3<br />

toetsscore<br />

0-73 74-120<br />

21


Zie voor de omschrijving<strong>en</strong> van de niveaugroep<strong>en</strong> I tot <strong>en</strong> met V tabel 3.3 hieronder.<br />

Tabel 3.3 Vaardigheidsniveaus I tot <strong>en</strong> met V<br />

Niveau Definitie<br />

I vaardigheidsscore > P80<br />

II P60 < vaardigheidsscore ≤ P80<br />

III P40 < vaardigheidsscore ≤ P60<br />

IV P20 < vaardigheidsscore ≤ P40<br />

V vaardigheidsscore ≤ P20<br />

Voor het noter<strong>en</strong> van deze scores <strong>en</strong> niveaus zijn in de handleiding, losbladig, kopieerbare leerling- <strong>en</strong><br />

groepsrapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kopieerbaar groepsoverzicht opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De toetsresultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook<br />

geautomatiseerd verwerkt word<strong>en</strong>. In LOVS is e<strong>en</strong> computerprogramma beschikbaar dat, na invoering van<br />

de leerlingrespons<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>oemde rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> overzicht aanmaakt <strong>en</strong> daarnaast desgew<strong>en</strong>st overzicht<strong>en</strong><br />

van de <strong>DMT</strong>-resultat<strong>en</strong> in relatie tot resultat<strong>en</strong> op andere toets<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het LOVS – de zogehet<strong>en</strong> leerling-<br />

of groepsprofiel<strong>en</strong> – <strong>en</strong>/of overzicht<strong>en</strong> op schoolniveau t<strong>en</strong> behoeve van de schoolzelfevaluatie (Evers,<br />

2010).<br />

Wanneer LOVS <strong>DMT</strong> als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse gebruikt wordt, is het na het bepal<strong>en</strong> van de<br />

toetsscore, de vaardigheidsscore <strong>en</strong> het vaardigheidsniveau niet nodig om de resultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong><br />

op rapport<strong>en</strong> of overzicht<strong>en</strong> te noter<strong>en</strong>. Voorafgaand aan e<strong>en</strong> dergelijke <strong>DMT</strong>-afname heeft immers e<strong>en</strong><br />

afname met e<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> of Leestechniek & Leestempo plaatsgevond<strong>en</strong>; de<br />

resultat<strong>en</strong> op die toets heeft de leerkracht, ev<strong>en</strong>tueel door middel van het computerprogramma, kunn<strong>en</strong><br />

vastlegg<strong>en</strong> in de daarbij behor<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> overzicht<strong>en</strong>.<br />

3.3 Inhoudsverantwoording<br />

Met de <strong>DMT</strong> kan vastgesteld word<strong>en</strong> hoe goed leerling<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> van uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de moeilijkheid hardop<br />

kunn<strong>en</strong> verklank<strong>en</strong>. Het gaat bij deze toets om het lez<strong>en</strong> van 'losse', geïsoleerde, woord<strong>en</strong>; niet om het lez<strong>en</strong><br />

van zinn<strong>en</strong>, niet om het lez<strong>en</strong> van tekst. E<strong>en</strong> belangrijk verschil tuss<strong>en</strong> het lez<strong>en</strong> van losse woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

lez<strong>en</strong> van zinn<strong>en</strong> of tekst is dat de contextuele informatie die de zin of de tekst bevat e<strong>en</strong> rol kan spel<strong>en</strong> bij<br />

het decoder<strong>en</strong>: door gebruik te mak<strong>en</strong> van informatie uit de context kunn<strong>en</strong> lezers hun decodeerproblem<strong>en</strong><br />

tot op zekere hoogte comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> doordat de context als het ware aanvull<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong> verstrekt<br />

(Curtis & Glaser, 1983; Goldsmith-Phillips, 1989; Kim & Goetz, 1994: Leu Jr. et al., 1986; Nicholson, 1991;<br />

Nicholson et al., 1988; Stanovich, 1980; Stanovich & Stanovich, 1995; Stanovich et al., 1981). Goede lezers<br />

decoder<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s bijna altijd zonder daarbij gebruik te mak<strong>en</strong> van informatie uit de context of van welke<br />

k<strong>en</strong>nis – anders dan die over letters <strong>en</strong> klank<strong>en</strong> – dan ook. Zwakke lezers daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> steun<strong>en</strong> dikwijls op<br />

de context. Als zij e<strong>en</strong> woord teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> context die het woord in hoge mate voorspelbaar maakt,<br />

kunn<strong>en</strong> zij dat woord makkelijker ontsleutel<strong>en</strong>. Tekortkoming<strong>en</strong> in het afleid<strong>en</strong> van informatie uit het woord<br />

zelf kunn<strong>en</strong> op deze manier gecomp<strong>en</strong>seerd word<strong>en</strong>. Bij het lez<strong>en</strong> van de <strong>DMT</strong>-leeskaart<strong>en</strong> echter zal dit<br />

comp<strong>en</strong>satiemechanisme dus niet in werking kunn<strong>en</strong> tred<strong>en</strong>. De <strong>DMT</strong> voorziet dan ook in e<strong>en</strong> zuivere<br />

meting van de technische leesvaardigheid; ook in het geval van e<strong>en</strong> meting bij zwakkere technisch-lezers, in<br />

zoverre dat deze leerling<strong>en</strong> niet de kans krijg<strong>en</strong> 'zich beter voor te do<strong>en</strong>' door gebruik te mak<strong>en</strong> van<br />

contextinfomatie. Anderzijds is het lez<strong>en</strong> van geïsoleerde woord<strong>en</strong> natuurlijk e<strong>en</strong> leestaak die wat verder van<br />

het lez<strong>en</strong> van alledag af staat dan het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> in de context van e<strong>en</strong> zin of tekst.<br />

De scores op de leeskaart<strong>en</strong> van LOVS <strong>DMT</strong> gev<strong>en</strong> informatie over de technische leesvaardigheid van<br />

leerling<strong>en</strong> met betrekking tot het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> van uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de woordtyp<strong>en</strong>. De woord<strong>en</strong> op de<br />

onderscheid<strong>en</strong> leeskaart<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> immers wat betreft hun orthografische structuur <strong>en</strong>/of complexiteit, <strong>en</strong><br />

daarmee in moeilijkheidsgraad. E<strong>en</strong> score op de leeskaart<strong>en</strong> van het eerste niveau geeft aan hoe goed<br />

leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige klankzuivere woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verklank<strong>en</strong>. De leeskaart<strong>en</strong> van het tweede niveau<br />

gev<strong>en</strong> informatie over de mate waarin leerling<strong>en</strong> letterclusters <strong>en</strong> spellingpatron<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte ton<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> op de leeskaart<strong>en</strong> van het derde niveau aan in hoeverre leerling<strong>en</strong><br />

meerlettergrepige woord<strong>en</strong>, zoals pa-pe-gaai kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>iselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals in het woord<br />

keuk<strong>en</strong>-tafel-tje wet<strong>en</strong> af te leid<strong>en</strong>. Belangrijke betek<strong>en</strong>iselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de leeskaart<strong>en</strong> van het derde niveau<br />

zijn: woordstamm<strong>en</strong>, voor- <strong>en</strong> achtervoegsels <strong>en</strong> verbuigings- <strong>en</strong> vervoegingsuitgang<strong>en</strong>.<br />

Eerder onderzoek aan de <strong>DMT</strong>-kaart<strong>en</strong> (Moelands et al., 2003) heeft door middel van e<strong>en</strong> LISREL-analyse<br />

lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de leeskaart<strong>en</strong> weliswaar veel onderlinge sam<strong>en</strong>hang verton<strong>en</strong>, maar dat zij ook elk e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />

22


ijdrage aan de ontwikkeling van de decodeervaardigheid toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Naarmate het leesleerproces vordert,<br />

bleek de unieke bijdrage van de afzonderlijke leeskaart<strong>en</strong> groter te word<strong>en</strong> (ibid. p. 19).<br />

Bij het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid door middel van het hardop lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> (onder e<strong>en</strong><br />

zekere tijdsdruk) zijn e<strong>en</strong> aantal taakspecifieke aspect<strong>en</strong> van belang. In de eerste plaats is er de<br />

teg<strong>en</strong>stelling hardop versus stil lez<strong>en</strong>. Het lez<strong>en</strong> van alledag is – buit<strong>en</strong> school – voornamelijk stil lez<strong>en</strong>. Dát<br />

is het lez<strong>en</strong> waarvoor de basisschool ‘opleidt’; op het ontwikkel<strong>en</strong> van díe vaardigheid is het leesonderwijs<br />

uiteindelijk gericht. Kan e<strong>en</strong> leestoets die leerling<strong>en</strong> hardop laat lez<strong>en</strong>, beschouwd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

operationalisatie van die vaardigheid? Wij m<strong>en</strong><strong>en</strong> hierop e<strong>en</strong> positief antwoord te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, omdat de<br />

onderzoeksliteratuur weliswaar leert dat stil lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tieke process<strong>en</strong> zijn, maar ook<br />

dat leessnelheidsscores die behaald word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hardop-leestoets wel degelijk e<strong>en</strong> indicatie kunn<strong>en</strong> zijn<br />

voor het leestempo tijd<strong>en</strong>s het stil lez<strong>en</strong> (Allington, 1984; Armbruster & Wilkinson, 1991; Burge, 1983; Leu<br />

Jr., 1982; Mos<strong>en</strong>thal, 1976-1977; Mos<strong>en</strong>thal, 1978; Schumm & Baldwin, 1989; Søvik et al., 2000).<br />

In de tweede plaats maakt het uiteraard uit welke woord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Woordspecifieke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> van invloed op de leesscores van leerling<strong>en</strong>. We zag<strong>en</strong> dit al in paragraaf 2.4.1 van deze<br />

verantwoording waarin we veel onderzoek beschrev<strong>en</strong> dat uitgevoerd werd om de daar gepres<strong>en</strong>teerde<br />

theoretische leesmodell<strong>en</strong> empirisch te ondersteun<strong>en</strong>. Vooral woordbek<strong>en</strong>dheid blijkt e<strong>en</strong> belangrijke rol te<br />

spel<strong>en</strong>. Zo word<strong>en</strong> pseudowoord<strong>en</strong> (per definitie onbek<strong>en</strong>d) langzamer gelez<strong>en</strong> dan betek<strong>en</strong>isvolle woord<strong>en</strong>.<br />

Verder blijkt de woordfrequ<strong>en</strong>tie (gerelateerd aan woordbek<strong>en</strong>dheid; zie onder) ertoe te do<strong>en</strong>.<br />

Naarmate woord<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>ter voorkom<strong>en</strong> in geschrev<strong>en</strong> taal, word<strong>en</strong> ze sneller <strong>en</strong> accurater herk<strong>en</strong>d.<br />

Ook woordl<strong>en</strong>gte (gerelateerd aan frequ<strong>en</strong>tie 5 <strong>en</strong> dus aan bek<strong>en</strong>dheid) blijkt relevant: korte woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

over het algeme<strong>en</strong> sneller herk<strong>en</strong>d dan langere woord<strong>en</strong>. Verder lijkt onafhankelijk van de woordl<strong>en</strong>gte de<br />

orthografische complexiteit van woord<strong>en</strong> van belang. Deze wordt in de <strong>DMT</strong> gevarieerd met behulp van<br />

verschill<strong>en</strong>de combinaties van medeklinkers <strong>en</strong> klinkers: van KM tot <strong>en</strong> met MKMMM. Maar ook relatief korte<br />

woord<strong>en</strong> zoals hooi, duw, la zijn voor kinder<strong>en</strong> in de onderbouw van de basisschool toch relatief complex te<br />

noem<strong>en</strong>; in de <strong>DMT</strong> zijn e<strong>en</strong> beperkt aantal van dit soort woord<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

De inhoud van de <strong>DMT</strong>, reeds gedetailleerder weergegev<strong>en</strong> in paragraaf 3.1, laat zich als volgt<br />

sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>:<br />

Op de leeskaart<strong>en</strong> van het eerste niveau staan e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> van het type KM, MK <strong>en</strong> MKM.<br />

Op de leeskaart<strong>en</strong> van het tweede niveau staan e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> van het type MMK, MMKM,<br />

MKMM, MMKMM, MMMKM <strong>en</strong> MKMMM.<br />

Op de leeskaart<strong>en</strong> van het derde niveau staan woord<strong>en</strong> met twee, drie of vier lettergrep<strong>en</strong>.<br />

Zoals gezegd zijn de woord<strong>en</strong> op de leeskaart<strong>en</strong> van LOVS <strong>DMT</strong> afkomstig uit de woord<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> van<br />

Kohnstamm et al. (1981) <strong>en</strong> Staphorsius et al. (1988). Om voor de hand ligg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t het<br />

aanbeveling om in technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> die bij de leerling<strong>en</strong> in de doelgroep<br />

van de toets<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d zijn. In paragraaf 2.4.1 – zie ook de sam<strong>en</strong>vatting (In de tweede plaats…) hierbov<strong>en</strong><br />

– werd duidelijk dat alle daar besprok<strong>en</strong> leesmodell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect van woordbek<strong>en</strong>dheid op het<br />

verloop van het leesproces voorspell<strong>en</strong>: bek<strong>en</strong>dere woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> preciezer <strong>en</strong> vlotter gelez<strong>en</strong> dan<br />

onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> we interpreter<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> leer- of trainingseffect aan de kant van de lezer,<br />

dat z'n weerslag heeft in (het niveau van) zijn technische leesvaardigheid, maar ook als het gevolg van e<strong>en</strong><br />

onvervreemdbare eig<strong>en</strong>schap van de woord<strong>en</strong> die het betreft; sommige woord<strong>en</strong> zijn nu e<strong>en</strong>maal bek<strong>en</strong>der<br />

dan andere. In de mate waarin wij erin slag<strong>en</strong> om op de leeskaart<strong>en</strong> van de <strong>DMT</strong> woord<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong><br />

waarbij voor deze eig<strong>en</strong>schap gecontroleerd is, wordt met de <strong>DMT</strong> e<strong>en</strong> zuiverder meting van de technische<br />

leesvaardigheid van leerling<strong>en</strong> bereikt.<br />

In het onderstaande wordt dan ook onderzocht in hoeverre de woord<strong>en</strong> op de leeskaart<strong>en</strong> van LOVS <strong>DMT</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>d zijn. Omdat we niet kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> maat voor woordbek<strong>en</strong>dheid, moet deze<br />

variabele b<strong>en</strong>aderd word<strong>en</strong>. In ons geval do<strong>en</strong> wij dat met behulp van de variabel<strong>en</strong> woordfrequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />

woordverwervingsleeftijd. Niet met woordfrequ<strong>en</strong>tie alle<strong>en</strong>, omdat in iedere frequ<strong>en</strong>tielijst steeds e<strong>en</strong> flink<br />

aantal alledaagse woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zeer lage frequ<strong>en</strong>tie of in het geheel niet voorkomt (Staphorsius et al.,<br />

1988, p. 93). De verwervingsleeftijd van woord<strong>en</strong> is de leeftijd waarop woord<strong>en</strong>, gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

geleerd word<strong>en</strong> (Van Loon-Vervoorn, 1985a; Van Loon-Vervoorn, 1985b; Van Loon-Vervoorn, 1985c;<br />

Van Loon-Vervoorn et al., 1985; Krom, 1990). Voor alle woord<strong>en</strong> op de drie leeskaart<strong>en</strong> van LOVS <strong>DMT</strong> is<br />

deze leeftijd nagegaan <strong>en</strong> omgezet in e<strong>en</strong> aanduiding van de jaargroep waarin zich leerling<strong>en</strong> met deze<br />

5 Er is e<strong>en</strong> vrij sterk verband tuss<strong>en</strong> woordl<strong>en</strong>gte <strong>en</strong> woordfrequ<strong>en</strong>tie: frequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong> zijn over het algeme<strong>en</strong> korter dan<br />

minder frequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong>.<br />

23


leeftijd bevind<strong>en</strong>. In tabel 3.4 staat de verdeling van de woord<strong>en</strong> over de geclassificeerde jaargroepaanduiding<strong>en</strong><br />

aangegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 3.4 Verdeling van de woord<strong>en</strong> in de <strong>DMT</strong> naar verwervingsleeftijd (omgezet in e<strong>en</strong><br />

geclassificeerde jaargroepaanduiding)<br />

Geclassificeerde<br />

jaargroepaanduiding<br />

Aantal<br />

verworv<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong><br />

Perc<strong>en</strong>tage<br />

vóór groep 3 326 78%<br />

in groep 3 54 13%<br />

na groep 3 34 8%<br />

verwervingsleeftijd onbek<strong>en</strong>d 6 1%<br />

420<br />

91% van de woord<strong>en</strong> op de leeskaart<strong>en</strong> van de <strong>DMT</strong> wordt verworv<strong>en</strong> vóór of in jaargroep 3. 8% van de<br />

woord<strong>en</strong> wordt daarna verworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> van 1% van de woord<strong>en</strong> op de leeskaart<strong>en</strong> is de verwervingsleeftijd<br />

niet bek<strong>en</strong>d. Verreweg de meeste woord<strong>en</strong> in de <strong>DMT</strong> zijn dus bek<strong>en</strong>d bij de leerling<strong>en</strong> in de doelgroep.<br />

Van de woord<strong>en</strong> die verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in of na groep 3 of waarvan de verwervingsleeftijd<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d zijn,<br />

is de gebruiksfrequ<strong>en</strong>tie nagegaan in Schroot<strong>en</strong> & Vermeer (1994). Dit is e<strong>en</strong> woordfrequ<strong>en</strong>tielijst gebaseerd<br />

op telling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> corpus dat repres<strong>en</strong>tatief wordt geacht voor het taalaanbod van leerling<strong>en</strong> in het<br />

basisonderwijs. Daartoe is het corpus opgebouwd uit de volg<strong>en</strong>de domein<strong>en</strong>: (geschrev<strong>en</strong>) tekst in lees- <strong>en</strong><br />

pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<strong>en</strong>, zaakvakmethodes <strong>en</strong> taalmethodes, <strong>en</strong> (gesprok<strong>en</strong>) interactietaal van leerkracht<strong>en</strong> in de<br />

klas. In totaal omvat het geïnv<strong>en</strong>tariseerde corpus 1.823.129 tok<strong>en</strong>s 6 ; inclusief 540.422 gesprok<strong>en</strong> tok<strong>en</strong>s.<br />

De meeste woord<strong>en</strong> in LOVS <strong>DMT</strong> die in of na groep 3 verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of waarvan de<br />

verwervingsleeftijd<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d zijn, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijk tot hoge gebruiksfrequ<strong>en</strong>tie. Lage frequ<strong>en</strong>ties<br />

word<strong>en</strong> voor slechts zesti<strong>en</strong> van deze woord<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Deze woord<strong>en</strong> staan in tabel 3.5.<br />

Tabel 3.5 Frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> verwervingsleeftijd (omgezet in e<strong>en</strong> jaargroepaanduiding) van de woord<strong>en</strong> in de<br />

<strong>DMT</strong> met lage gebruiksfrequ<strong>en</strong>ties<br />

Woord Gebruiks- Verworv<strong>en</strong> in<br />

frequ<strong>en</strong>tie jaargroep…<br />

ernst 3 3<br />

flap 4 4 of 5<br />

geraas - 6 of 7<br />

gok 5 6 of 7<br />

h<strong>en</strong>gst 1 4 of 5<br />

klapraam - 4 of 5<br />

kramp 5 onbek<strong>en</strong>d<br />

rijm 2 3<br />

tuit 1 4 of 5<br />

vaat 4 3<br />

vangst 5 3<br />

vijl 2 3<br />

vlaai 3 4 of 5<br />

wandrek 1 3<br />

zet 5 3<br />

zetel 2 6 of 7<br />

6<br />

In e<strong>en</strong> corpus tekst<strong>en</strong> kan het aantal woord<strong>en</strong> geteld word<strong>en</strong>, maar ook het aantal verschill<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. Dit onderscheid komt<br />

overe<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de tweedeling in de taalkunde. Daarin spreekt m<strong>en</strong>, wanneer m<strong>en</strong> het heeft over e<strong>en</strong> woord als abstract<br />

taalbouwsel, van type. Elk individueel 'optred<strong>en</strong>' van e<strong>en</strong> woord wordt vervolg<strong>en</strong>s beschouwd als e<strong>en</strong> tok<strong>en</strong> van het type.<br />

Door het aantal verschill<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> in tekst<strong>en</strong> te tell<strong>en</strong>, bepaalt m<strong>en</strong> de frequ<strong>en</strong>tie waarmee die taalbouwsels in deze tekst<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>. Het aantal verschill<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> noemt m<strong>en</strong>, in o.a woordfrequ<strong>en</strong>tie-onderzoek, dan ook meestal 'het aantal types';<br />

het totaal aantal woord<strong>en</strong> in dergelijk onderzoek: 'het aantal tok<strong>en</strong>s'. Het aantal types in het corpus van Schroot<strong>en</strong> & Vermeer<br />

(1994) bedraagt: 26.600.<br />

24


Voor geraas, gok <strong>en</strong> zetel gaan deze frequ<strong>en</strong>ties sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> relatief hoge verwervingsleeftijd. Voor deze<br />

drie woord<strong>en</strong> is de woordbek<strong>en</strong>dheid misschi<strong>en</strong> geringer dan in deze context w<strong>en</strong>selijk g<strong>en</strong>oemd kan<br />

word<strong>en</strong>. De woord<strong>en</strong> zijn desalniettemin gehandhaafd; gok is gehandhaafd omdat het niet aannemelijk is dat<br />

de relatieve onbek<strong>en</strong>dheid van dit woord e<strong>en</strong> obstakel is voor het verklank<strong>en</strong> ervan; geraas <strong>en</strong> zetel omdat<br />

ze twee in het kader van het technisch-leesonderwijs relevante woordstructur<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>: geraas<br />

als repres<strong>en</strong>tant van de categorie ‘woord<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>d met ge-, be of ver-‘ <strong>en</strong> zetel als verteg<strong>en</strong>woordiger<br />

van de categorie ‘tweelettergrepige woord<strong>en</strong> met op<strong>en</strong> eerste lettergreep <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stomme /e/ in de tweede’.<br />

25


4 Het normeringsonderzoek<br />

4.1 Opzet <strong>en</strong> verloop van het normeringsonderzoek<br />

Begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig heeft Cito in het kader van het Leerlingvolgsysteem de <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> (<strong>DMT</strong>)<br />

uitgegev<strong>en</strong> (Verhoev<strong>en</strong>, 1992). De toets was primair bedoeld voor leerling<strong>en</strong> in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8<br />

van het basisonderwijs, hoewel de eerste druk slechts landelijke vergelijkingsgegev<strong>en</strong>s voor de groep<strong>en</strong> 3<br />

<strong>en</strong> 4 bevatte. Het duurde tot in 1995 voordat, in de derde druk, de vergelijkingsgegev<strong>en</strong>s tot <strong>en</strong> met groep 8<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Verhoev<strong>en</strong>, 1995).<br />

In 2008 heeft Cito gewerkt aan de herzi<strong>en</strong>ing van de norm<strong>en</strong> van de <strong>DMT</strong>. De bestaande leeskaart<strong>en</strong> zijn<br />

daartoe – <strong>en</strong> met het oog op kalibratie <strong>en</strong> hernieuwde kwaliteitscontrole – in januari/februari <strong>en</strong> mei/juni 2008<br />

voorgelegd aan leerling<strong>en</strong> in de jaargroep<strong>en</strong> 3, 4, 5, 6 <strong>en</strong> 7; <strong>en</strong> in januari/februari 2008 aan leerling<strong>en</strong> in<br />

jaargroep 8 volg<strong>en</strong>s het afnamedesign op macroniveau in tabel 4.1. De gearceerde cell<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan welke<br />

leeskaart<strong>en</strong> op welk normeringsmom<strong>en</strong>t zijn afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Om de belasting van de schol<strong>en</strong> te minimaliser<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> om de standaardisering <strong>en</strong> objectiviteit van de dataverzameling zoveel mogelijk in de hand te hebb<strong>en</strong>,<br />

werd beslot<strong>en</strong> schoolexterne toetsleiders bij de afnam<strong>en</strong> in te schakel<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> op schol<strong>en</strong> waaraan ge<strong>en</strong><br />

externe toetsleider toegewez<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> 7 , werd<strong>en</strong> de afnam<strong>en</strong> door 'eig<strong>en</strong>' toetsleiders (meestal de<br />

interne begeleider of de betreff<strong>en</strong>de groepsleerkracht) verzorgd. Dit laatste was op 19% van de schol<strong>en</strong> het<br />

geval.<br />

Tabel 4.1 Afnamedesign <strong>DMT</strong> 2008 (macroniveau)<br />

Normeringsmom<strong>en</strong>t eerste<br />

niveau<br />

Medio groep 3<br />

Eind groep 3<br />

Medio groep 4<br />

Eind groep 4<br />

Medio groep 5<br />

Eind groep 5<br />

Medio groep 6<br />

Eind groep 6<br />

Medio groep 7<br />

Eind groep 7<br />

Medio groep 8<br />

Leeskaart op het...<br />

tweede<br />

niveau<br />

27<br />

derde<br />

niveau<br />

Op basis van de op deze manier verkreg<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s zijn voor de oorspronkelijke <strong>DMT</strong>-leeskaart<strong>en</strong> nieuwe<br />

normtabell<strong>en</strong> opgesteld. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn de leeskaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> combinaties van leeskaart<strong>en</strong> op één meetschaal<br />

gebracht (gekalibreerd) met behulp van e<strong>en</strong> uitbreiding van het Poisson-gamma-model (Verhelst &<br />

Kamphuis, 2009; zie de paragraf<strong>en</strong> 2.4.2 <strong>en</strong> 4.3 van deze verantwoording).<br />

In de tabell<strong>en</strong> 4.2, 4.3 <strong>en</strong> 4.4 staan de afnamedesigns van het normeringsonderzoek uit 2008 op<br />

microniveau. Deze microdesigns zijn, in aanvulling op het macrodesign in tabel 4.1, in detail uitgewerkt om<br />

de voor de psychometrische analyses noodzakelijke koppeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de kaart<strong>en</strong> op leerlingniveau te<br />

kunn<strong>en</strong> bewerkstellig<strong>en</strong> zonder dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde kaart meer dan e<strong>en</strong>maal voorgelegd krijg<strong>en</strong>.<br />

7<br />

Cito werkt met e<strong>en</strong> pool van toetsleiders. In principe wordt e<strong>en</strong> toetsleider uit deze pool in nomerings- <strong>en</strong> kalibratieonderzoek<br />

toegewez<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> of meer van de deelnem<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> uit onze steekproef. In principe, want wanneer e<strong>en</strong> school niet op<br />

redelijke afstand van de woonplaats van e<strong>en</strong> van onze toetsleiders ligt – <strong>en</strong> de reistijd daardoor te lang zou word<strong>en</strong> – vrag<strong>en</strong> wij<br />

de school of zij zelf iemand voor de taak van toetsleider kunn<strong>en</strong> vrijmak<strong>en</strong>. Daarnaast zijn er schol<strong>en</strong> die deze taak om wat voor<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> dan ook niet aan extern<strong>en</strong> will<strong>en</strong> overlat<strong>en</strong>. En ook komt het natuurlijk voor dat e<strong>en</strong> reeds toegewez<strong>en</strong> toetsleider moet<br />

afhak<strong>en</strong>, weg<strong>en</strong>s ziekte bijvoorbeeld.


Tabel 4.2 bevat het design voor jaargroep 3, tabel 4.3 bevat het design voor de groep<strong>en</strong> 4 tot <strong>en</strong> met 7 <strong>en</strong><br />

tabel 4.4 het design voor groep 8.<br />

Tabel 4.2 Afnamedesign jaargroep 3 (microniveau)<br />

Medio leerjaar Einde leerjaar<br />

Sub- Lees- Lees- Lees- Lees- Leesgroep<br />

kaart kaart kaart kaart kaart<br />

1 1A 2A 1B 2B 3B<br />

2 1A 2A 1B 2B 3C<br />

3 1A 2A 1B 2B 3A<br />

4 1A 2B 1B 2C 3B<br />

5 1A 2B 1B 2C 3C<br />

6 1A 2B 1B 2C 3A<br />

7 1A 2C 1B 2A 3B<br />

8 1A 2C 1B 2A 3C<br />

9 1A 2C 1B 2A 3A<br />

10 1B 2A 1C 2B 3B<br />

11 1B 2A 1C 2B 3C<br />

12 1B 2A 1C 2B 3A<br />

13 1B 2B 1C 2C 3B<br />

14 1B 2B 1C 2C 3C<br />

15 1B 2B 1C 2C 3A<br />

16 1B 2C 1C 2A 3B<br />

17 1B 2C 1C 2A 3C<br />

18 1B 2C 1C 2A 3A<br />

19 1C 2A 1A 2B 3B<br />

20 1C 2A 1A 2B 3C<br />

21 1C 2A 1A 2B 3A<br />

22 1C 2B 1A 2C 3B<br />

23 1C 2B 1A 2C 3C<br />

24 1C 2B 1A 2C 3A<br />

25 1C 2C 1A 2A 3B<br />

26 1C 2C 1A 2A 3C<br />

27 1C 2C 1A 2A 3A<br />

De leerling<strong>en</strong> in jaargroep 3 kreg<strong>en</strong> halverwege het leerjaar twee <strong>en</strong> einde leerjaar drie leeskaart<strong>en</strong><br />

voorgelegd volg<strong>en</strong>s het microdesign in tabel 4.2. Daartoe zijn de deelnem<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> over 27<br />

subgroep<strong>en</strong> van vergelijkbare omvang verdeeld. Ter illustratie: de leerling<strong>en</strong> in subgroep 1 laz<strong>en</strong> halverwege<br />

groep 3 de leeskaart<strong>en</strong> 1A <strong>en</strong> 2A <strong>en</strong> aan het eind van groep 3 de leeskaart<strong>en</strong> 1B, 2B <strong>en</strong> 3B. Voor iedere<br />

subgroep geldt dat het design de leeskaart<strong>en</strong> zodanig combineerde dat ge<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> meer dan<br />

e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> zelfde versie (A of B) van e<strong>en</strong> leeskaart van e<strong>en</strong> bepaald niveau heeft gelez<strong>en</strong>.<br />

Alle leeskaartversies die op e<strong>en</strong> bepaald afnamemom<strong>en</strong>t ingezet werd<strong>en</strong>, zijn steeds aan e<strong>en</strong> gelijk aantal<br />

subgroep<strong>en</strong> voorgelegd; aan het eind van jaargroep 3 bijvoorbeeld is ieder van de neg<strong>en</strong> leeskaart<strong>en</strong> in ons<br />

onderzoek door neg<strong>en</strong> subgroep<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> in de groep<strong>en</strong> 4 tot <strong>en</strong> met 7 hebb<strong>en</strong> op beide afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – medio <strong>en</strong> einde leerjaar –<br />

drie leeskaart<strong>en</strong> voorgelegd gekreg<strong>en</strong>. Zie microdesign 4.3. Ook deze leerling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> per jaargroep over<br />

27 subgroep<strong>en</strong> verdeeld. En ook dit design liet iedere leeskaartversie per afnamemom<strong>en</strong>t steeds door neg<strong>en</strong><br />

subgroep<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgde ervoor dat ge<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kaart meer dan e<strong>en</strong>maal te lez<strong>en</strong> kreeg.<br />

De leerling<strong>en</strong> in jaargroep 8 – ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s verdeeld over 27 subgroep<strong>en</strong> – kreg<strong>en</strong> slechts op één<br />

afnamemom<strong>en</strong>t, namelijk medio leerjaar, (drie) leeskaart<strong>en</strong> voorgelegd. Om welke leeskaart<strong>en</strong> het ging <strong>en</strong><br />

hoe deze per subgroep gecombineerd werd<strong>en</strong> staat in microdesign 4.4.<br />

28


De aanbiedingsvolgorde van de leeskaart<strong>en</strong> liep in alle jaargroep<strong>en</strong> van 'laag' naar 'hoog'. Halverwege groep<br />

3, op welke afnamemom<strong>en</strong>t alle<strong>en</strong> leeskaart<strong>en</strong> van het eerste <strong>en</strong> tweede niveau werd<strong>en</strong> voorgelegd, las de<br />

leerling de leeskaart van het eerste niveau steeds vóór die van het tweede niveau. En in de overige<br />

jaargroep<strong>en</strong>, waarin op ieder afnamemom<strong>en</strong>t leeskaart<strong>en</strong> van alledrie de niveaus werd<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>, was de<br />

aanbiedingsvolgorde steeds als volgt: er werd gestart met de kaart van het eerste niveau, deze werd<br />

gevolgd door die van het tweede niveau, waarna beslot<strong>en</strong> werd met die van het derde niveau. In tabel 4.5<br />

staan de gerealiseerde aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> observaties in ons onderzoek. Ook uit deze tabel wordt, in de<br />

kolomm<strong>en</strong> Aantal observaties <strong>en</strong> Aantal leerling<strong>en</strong>, duidelijk dat door de leerling<strong>en</strong> halverwege jaargroep 3<br />

ieder twee kaart<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> door de leerling<strong>en</strong> op de overige tijdstipp<strong>en</strong> ieder drie kaart<strong>en</strong>.<br />

Tabel 4.3 Afnamedesign jaargroep<strong>en</strong> 4-7 (microniveau)<br />

Medio leerjaar Einde leerjaar<br />

Sub- Lees- Lees- Lees- Lees- Lees- Leesgroep<br />

kaart kaart kaart kaart kaart kaart<br />

1 1A 2A 3A 1B 2B 3B<br />

2 1A 2A 3B 1B 2B 3C<br />

3 1A 2A 3C 1B 2B 3A<br />

4 1A 2B 3A 1B 2C 3B<br />

5 1A 2B 3B 1B 2C 3C<br />

6 1A 2B 3C 1B 2C 3A<br />

7 1A 2C 3A 1B 2A 3B<br />

8 1A 2C 3B 1B 2A 3C<br />

9 1A 2C 3C 1B 2A 3A<br />

10 1B 2A 3A 1C 2B 3B<br />

11 1B 2A 3B 1C 2B 3C<br />

12 1B 2A 3C 1C 2B 3A<br />

13 1B 2B 3A 1C 2C 3B<br />

14 1B 2B 3B 1C 2C 3C<br />

15 1B 2B 3C 1C 2C 3A<br />

16 1B 2C 3A 1C 2A 3B<br />

17 1B 2C 3B 1C 2A 3C<br />

18 1B 2C 3C 1C 2A 3A<br />

19 1C 2A 3A 1A 2B 3B<br />

20 1C 2A 3B 1A 2B 3C<br />

21 1C 2A 3C 1A 2B 3A<br />

22 1C 2B 3A 1A 2C 3B<br />

23 1C 2B 3B 1A 2C 3C<br />

24 1C 2B 3C 1A 2C 3A<br />

25 1C 2C 3A 1A 2A 3B<br />

26 1C 2C 3B 1A 2A 3C<br />

27 1C 2C 3C 1A 2A 3A<br />

29


Tabel 4.4 Afnamedesign jaargroep 8 (microniveau)<br />

Medio leerjaar<br />

Sub- Lees- Lees- Leesgroep<br />

kaart kaart kaart<br />

1 1A 2A 3A<br />

2 1A 2A 3B<br />

3 1A 2A 3C<br />

4 1A 2B 3A<br />

5 1A 2B 3B<br />

6 1A 2B 3C<br />

7 1A 2C 3A<br />

8 1A 2C 3B<br />

9 1A 2C 3C<br />

10 1B 2A 3A<br />

11 1B 2A 3B<br />

12 1B 2A 3C<br />

13 1B 2B 3A<br />

14 1B 2B 3B<br />

15 1B 2B 3C<br />

16 1B 2C 3A<br />

17 1B 2C 3B<br />

18 1B 2C 3C<br />

19 1C 2A 3A<br />

20 1C 2A 3B<br />

21 1C 2A 3C<br />

22 1C 2B 3A<br />

23 1C 2B 3B<br />

24 1C 2B 3C<br />

25 1C 2C 3A<br />

26 1C 2C 3B<br />

27 1C 2C 3C<br />

Tabel 4.5 Gerealiseerde aantall<strong>en</strong> observaties per normeringsmom<strong>en</strong>t per leeskaart <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> per normeringsmom<strong>en</strong>t<br />

Leeskaart<br />

Normerings- 1A 1B 1C 2A 2B 2C 3A 3B 3C Aantal Aantal<br />

mom<strong>en</strong>t<br />

observaties leerling<strong>en</strong><br />

Medio groep 3 325 342 358 340 340 345 2050 1025<br />

Eind groep 3 312 305 325 317 311 314 308 325 309 2826 942<br />

Medio groep 4 339 343 336 332 342 344 341 348 329 3054 1018<br />

Eind groep 4 302 309 309 303 309 308 307 299 314 2760 920<br />

Medio groep 5 320 305 329 317 314 323 313 317 324 2862 954<br />

Eind groep 5 274 281 256 273 269 269 272 269 270 2433 811<br />

Medio groep 6 291 301 287 296 292 291 289 293 297 2637 879<br />

Eind groep 6 237 266 262 256 249 260 252 259 254 2295 765<br />

Medio groep 7 258 262 259 253 255 271 260 263 256 2337 779<br />

Eind groep 7 228 222 254 245 230 229 239 231 234 2112 704<br />

Medio groep 8 249 258 268 261 257 257 257 257 261 2325 775<br />

3135 3194 3243 3193 3168 3211 2838 2861 2848<br />

30


4.2 Repres<strong>en</strong>tativiteit 8<br />

De leerling<strong>en</strong> die in 2008 aan ons normeringsonderzoek hebb<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn afkomstig van schol<strong>en</strong> uit<br />

e<strong>en</strong> aselecte steekproef van schol<strong>en</strong>, getrokk<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> (gestratificeerd) steekproefkader dat in<br />

het onderstaande beschrev<strong>en</strong> wordt. De schol<strong>en</strong> in deze steekproef (n = 180) zijn uitg<strong>en</strong>odigd om op twee<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (halverwege <strong>en</strong> einde leerjaar) met de leerling<strong>en</strong> van de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8 te participer<strong>en</strong> in<br />

onderzoek met als doel hernormering van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> normering van de <strong>AVI</strong>-toets. 48 schol<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> aan<br />

deze uitnodiging gehoor; uiteindelijk hebb<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> van 44 van deze schol<strong>en</strong> op beide<br />

afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan het onderzoek deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In tabel 4.5 hierbov<strong>en</strong> staat het aantal deelnem<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> per normeringsmom<strong>en</strong>t vermeld.<br />

De leerling<strong>en</strong> die halverwege het leerjaar aan ons onderzoek deelnam<strong>en</strong> ded<strong>en</strong> dat in principe – maar zie<br />

dus hierbov<strong>en</strong> – aan het eind van het leerjaar weer. Met andere woord<strong>en</strong>: de 942 leerling<strong>en</strong> in de kolom<br />

Aantal leerling<strong>en</strong> op de rij Eind groep 3 bijvoorbeeld mak<strong>en</strong> deel uit van de verzameling van 1025 leerling<strong>en</strong><br />

in dezelfde kolom op de rij Medio groep 3.<br />

De repres<strong>en</strong>tativiteit van de normeringssteekproef is geëvalueerd met betrekking tot de aantall<strong>en</strong> (pot<strong>en</strong>tiële)<br />

achterstandsleerling<strong>en</strong>, de regionale spreiding <strong>en</strong> de mate van verstedelijking. Ook is de repres<strong>en</strong>tativiteit<br />

van de steekproef nagegaan voor de leerlingvariabel<strong>en</strong> geslacht, leeftijd <strong>en</strong> thuistaal, maar omdat niet alle<br />

deelnem<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> ons informatie over deze variabel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verstrekt, kunn<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> met<br />

betrekking tot geslacht, leeftijd <strong>en</strong> thuistaal niet voor alle 44 schol<strong>en</strong> gerapporteerd word<strong>en</strong>.<br />

Repres<strong>en</strong>tativiteit naar het aantal pot<strong>en</strong>tiële achterstandsleerling<strong>en</strong><br />

De steekproef t<strong>en</strong> behoeve van ons normeringsonderzoek is getrokk<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> steekproefkader<br />

dat speciaal voor dit doel is gemaakt. We nam<strong>en</strong> de CFI-gegev<strong>en</strong>s van 2007 als basis voor dit<br />

steekproefkader. Deze gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong> 7084 basisschol<strong>en</strong> waarvan we onder andere over de volg<strong>en</strong>de<br />

gegev<strong>en</strong>s beschikk<strong>en</strong>:<br />

Het BRIN-nummer 9<br />

Het totaal aantal leerling<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>d met het BRIN-nummer, opgesplitst naar leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> leeftijd naar formatiegewicht als beschrev<strong>en</strong> in tabel 4.6.<br />

Het formatiegewicht van e<strong>en</strong> leerling wordt bepaald door e<strong>en</strong> combinatie van het opleidingsniveau, de<br />

sociaal-economische status <strong>en</strong> de etnische herkomst van de ouders van de leerling. De variabele<br />

formatiegewicht kan vijf waard<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>.<br />

Tabel 4.6 Formatiegewicht<strong>en</strong><br />

Gewicht Omschrijving<br />

1.25 De leerling is e<strong>en</strong> arbeiderskind in term<strong>en</strong> van opleidings- <strong>en</strong>/of beroepsniveau van de ouders<br />

1.40 De leerling is e<strong>en</strong> schipperskind in internaat of pleeggezin<br />

1.70 De leerling is e<strong>en</strong> kind van ouders die behor<strong>en</strong> tot de reiz<strong>en</strong>de of rondtrekk<strong>en</strong>de bevolking<br />

1.90 De leerling heeft t<strong>en</strong>minste één ouder van niet-Nederlandse herkomst 10<br />

1.00 Aan de leerling kan ge<strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>staande gewicht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />

In het hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde bestand van ruim zev<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d schol<strong>en</strong> dat als basis voor ons steekproefkader<br />

is gekoz<strong>en</strong>, zijn vier strata gedefinieerd: voor elke school is bepaald welk perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

formatiegewicht had van 1.25 of 1.90. We duid<strong>en</strong> deze leerling<strong>en</strong> hier aan als pot<strong>en</strong>tiële<br />

achterstandsleerling<strong>en</strong>, waarbij leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gewicht anders dan 1.00, 1.25 of 1.90 buit<strong>en</strong><br />

beschouwing zijn gelat<strong>en</strong>. (De perc<strong>en</strong>teerbasis werd gevormd door alle leerling<strong>en</strong> van de school.)<br />

Dit perc<strong>en</strong>tage wordt in het onderstaande symbolisch voorgesteld met de letter P. Gebaseerd op P, zijn vier<br />

subgroep<strong>en</strong> gevormd: P > 50%, 25% < P ≤ 50%, 10% < P ≤ 25% <strong>en</strong> P ≤ 10%. De verdeling van de schol<strong>en</strong><br />

in de populatie over de aldus gevormde vier strata is weergegev<strong>en</strong> in tabel 4.7.<br />

8<br />

Paragraaf 4.2 maakt zowel onderdeel uit van de Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>DMT</strong> (deel 1) als van de<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets (deel 2). In paragraaf 10.2 in deel 2 zal dan ook terugverwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar<br />

paragraaf 4.2.<br />

9<br />

BRIN staat voor Basisregistratie Instelling<strong>en</strong>. Daarin geeft de Di<strong>en</strong>st Uitvoering Onderwijs (DUO) – voorhe<strong>en</strong> CFI – van het<br />

Ministerie van OCW e<strong>en</strong> overzicht van alle schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hiermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>. De schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> in dit<br />

bestand zijn voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uniek BRIN-nummer.<br />

10 De toek<strong>en</strong>ning wordt beperkt door het opleidings- <strong>en</strong>/of beroepsniveau; hier niet nader gespecificeerd.<br />

31


Tabel 4.7 Definitie van de strata <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de populatiegegev<strong>en</strong>s (gebaseerd op de CFI-gegev<strong>en</strong>s<br />

van 2007)<br />

Stratum Stratumdefinitie Aantal<br />

Perc<strong>en</strong>tage Aantal schol<strong>en</strong> Perc<strong>en</strong>tage<br />

leerling<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

schol<strong>en</strong><br />

1 P > 50% 169790 11 836 12<br />

2 25% < P ≤ 50% 279361 18 1381 20<br />

3 10% < P ≤ 25% 489546 32 2203 31<br />

4 P ≤ 10% 614346 40 2644 38<br />

1553043 7064 11<br />

Toelichting<br />

Aantal leerling<strong>en</strong>: het aantal leerling<strong>en</strong> in de populatie op schol<strong>en</strong> van het betreff<strong>en</strong>de stratum.<br />

Perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong>: het perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong> in de populatie op schol<strong>en</strong> van het betreff<strong>en</strong>de stratum.<br />

Aantal schol<strong>en</strong>: het aantal schol<strong>en</strong> in de populatie in het betreff<strong>en</strong>de stratum.<br />

Perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong>: het perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong> in het betreff<strong>en</strong>de stratum t<strong>en</strong> opzichte van het totaal aantal schol<strong>en</strong> in de populatie<br />

(n = 7064).<br />

De verdeling van de schol<strong>en</strong> in de normeringssteekproef staat in de kolom Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> in<br />

tabel 4.8. E<strong>en</strong> vergelijking van deze verdeling met de verdeling die op grond van de landelijke verdeling<br />

verwacht mocht word<strong>en</strong> (kolom Aantal schol<strong>en</strong> verwacht) laat zi<strong>en</strong> dat deze verdeling<strong>en</strong> nauwelijks van<br />

elkaar afwijk<strong>en</strong>. De afwijking is dan ook niet significant (Chi-kwadraat = 0,53; df = 3; p = 0,913). We vind<strong>en</strong><br />

dus ge<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>tie dat de steekproef niet repres<strong>en</strong>tatief is naar het aantal pot<strong>en</strong>tiële achterstandsleerling<strong>en</strong>.<br />

Tabel 4.8 Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwacht per stratum<br />

Stratum Aantal schol<strong>en</strong> Aantal schol<strong>en</strong><br />

geworv<strong>en</strong> verwacht<br />

1 4 5<br />

2 10 9<br />

3 14 14<br />

4<br />

Toelichting<br />

16 16<br />

In de kolom Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> staat het aantal schol<strong>en</strong> in de steekproef in het betreff<strong>en</strong>de stratum.<br />

In de kolom Aantal schol<strong>en</strong> verwacht staat het aantal schol<strong>en</strong> dat in de steekproef verwacht mocht word<strong>en</strong> op basis van de<br />

perc<strong>en</strong>tages in de kolom Perc<strong>en</strong>tages schol<strong>en</strong> van tabel 4.7.<br />

Repres<strong>en</strong>tativiteit naar regionale spreiding<br />

De verdeling van alle schol<strong>en</strong> in ons land naar regio staat in tabel 4.9. Regio Noord omvat de provincies<br />

Groning<strong>en</strong>, Friesland <strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the; Oost de provincies Overijssel, Gelderland <strong>en</strong> Flevoland; West de<br />

provincies Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland <strong>en</strong> Zeeland <strong>en</strong> de regio Zuid wordt sam<strong>en</strong>gesteld uit Noord-<br />

Brabant <strong>en</strong> Limburg.<br />

11 Het totaal aantal basisschol<strong>en</strong> in Nederland bedroeg in 2007 weliswaar 7084, maar van twintig schol<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong><br />

formatiegewicht<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d.<br />

32


Tabel 4.9 Onderscheid<strong>en</strong> regio's <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de populatiegegev<strong>en</strong>s (gebaseerd op de CFI-gegev<strong>en</strong>s<br />

van 2007)<br />

Regio Aantal<br />

Perc<strong>en</strong>tage Aantal schol<strong>en</strong> Perc<strong>en</strong>tage<br />

leerling<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

schol<strong>en</strong><br />

Noord 1626 10 1125 16<br />

Oost 353000 23 1708 24<br />

West 720804 46 2917 41<br />

Zuid 322032 21 1334 19<br />

Toelichting<br />

1558478 7084<br />

Aantal leerling<strong>en</strong>: het aantal leerling<strong>en</strong> in de populatie op schol<strong>en</strong> in de betreff<strong>en</strong>de regio.<br />

Perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong>: het perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong> in de populatie op schol<strong>en</strong> in de betreff<strong>en</strong>de regio.<br />

Aantal schol<strong>en</strong>: het aantal schol<strong>en</strong> in de populatie in de betreff<strong>en</strong>de regio.<br />

Perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong>: het perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong> in de betreff<strong>en</strong>de regio t<strong>en</strong> opzichte van het totaal aantal schol<strong>en</strong> in de populatie<br />

(n = 7084).<br />

De verdeling van de schol<strong>en</strong> in de normeringssteekproef staat in de kolom Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> in<br />

tabel 4.10. E<strong>en</strong> vergelijking van deze verdeling met de verdeling die op grond van de landelijke verdeling<br />

verwacht mocht word<strong>en</strong> (kolom Aantal schol<strong>en</strong> verwacht) laat e<strong>en</strong> lichte oververteg<strong>en</strong>woordiging van<br />

schol<strong>en</strong> uit de regio Noord <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichte onderverteg<strong>en</strong>woordiging van de regio West zi<strong>en</strong>. De afwijking<strong>en</strong><br />

zijn echter niet significant (Chi-kwadraat = 1,76; df = 3; p = 0,624). Er is met andere woord<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>tie<br />

dat de steekproef niet repres<strong>en</strong>tatief is met betrekking tot de variabele regio.<br />

Tabel 4.10 Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwacht naar regio<br />

Regio Aantal schol<strong>en</strong> Aantal schol<strong>en</strong><br />

geworv<strong>en</strong> verwacht<br />

Noord 10 7<br />

Oost 11 11<br />

West 16 18<br />

Zuid<br />

Toelichting<br />

7 8<br />

In de kolom Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> staat het aantal schol<strong>en</strong> in de steekproef in de betreff<strong>en</strong>de regio.<br />

In de kolom Aantal schol<strong>en</strong> verwacht staat het aantal schol<strong>en</strong> dat in de steekproef verwacht mocht word<strong>en</strong> op basis van de<br />

perc<strong>en</strong>tages in de kolom Perc<strong>en</strong>tages schol<strong>en</strong> van tabel 4.9.<br />

33


Repres<strong>en</strong>tativiteit naar mate van verstedelijking<br />

De verdeling van alle basisschol<strong>en</strong> in Nederland naar de mate van verstedelijking staat in tabel 4.11.<br />

Tabel 4.11 Verstedelijkingsgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de populatiegegev<strong>en</strong>s (gebaseerd op de CFI-gegev<strong>en</strong>s<br />

van 2007)<br />

Mate van Aantal<br />

Perc<strong>en</strong>tage Aantal schol<strong>en</strong> Perc<strong>en</strong>tage<br />

verstedelijking leerling<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

schol<strong>en</strong><br />

1 zeer sterk 237284 15 839 12<br />

2 sterk 425554 27 1546 22<br />

3 matig 328068 21 1382 20<br />

4 weinig 361548 23 1886 27<br />

5 niet 206024 13 1431 20<br />

Toelichting<br />

1558478 7084<br />

Aantal leerling<strong>en</strong>: het aantal leerling<strong>en</strong> in de populatie op schol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gebied met de betreff<strong>en</strong>de mate van verstedelijking.<br />

Perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong>: het perc<strong>en</strong>tage leerling<strong>en</strong> in de populatie op schol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gebied met de betreff<strong>en</strong>de mate van<br />

verstedelijking.<br />

Aantal schol<strong>en</strong>: het aantal schol<strong>en</strong> in de populatie in e<strong>en</strong> gebied met de betreff<strong>en</strong>de mate van verstedelijking.<br />

Perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong>: de perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gebied met de betreff<strong>en</strong>de mate van verstedelijking t<strong>en</strong> opzichte van het<br />

totaal aantal schol<strong>en</strong> in de populatie (n = 7084).<br />

De verdeling van de schol<strong>en</strong> in de normeringssteekproef staat in de kolom Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> in<br />

tabel 4.12. E<strong>en</strong> vergelijking van deze verdeling met de verdeling die op grond van de landelijke verdeling<br />

verwacht mocht word<strong>en</strong> (kolom Aantal schol<strong>en</strong> verwacht) laat e<strong>en</strong> onderverteg<strong>en</strong>woordiging van sterk<br />

verstedelijkte gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichte oververteg<strong>en</strong>woordiging van weinig verstedelijkte gebied<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

De afwijking<strong>en</strong> zijn echter niet significant (Chi-kwadraat = 3,45; df = 3; p = 0,328). Er is met andere woord<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>tie dat de steekproef niet repres<strong>en</strong>tatief is met betrekking tot de variabele mate van<br />

verstedelijking.<br />

Tabel 4.12 Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwacht naar mate van verstedelijking<br />

Mate van Aantal schol<strong>en</strong> Aantal schol<strong>en</strong><br />

verstedelijking geworv<strong>en</strong> verwacht<br />

1 zeer sterk 3 5<br />

2 sterk 6 10<br />

3 matig 10 9<br />

4 weinig 15 12<br />

5 niet<br />

Toelichting<br />

10 9<br />

In de kolom Aantal schol<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> staat het aantal schol<strong>en</strong> in de steekproef in e<strong>en</strong> gebied met de betreff<strong>en</strong>de mate van<br />

verstedelijking.<br />

In de kolom Aantal schol<strong>en</strong> verwacht staat het aantal schol<strong>en</strong> dat in de steekproef verwacht mocht word<strong>en</strong> op basis van de<br />

perc<strong>en</strong>tages in de kolom Perc<strong>en</strong>tage schol<strong>en</strong> van tabel 4.11.<br />

Repres<strong>en</strong>tativiteit naar sekse<br />

Voor de normering van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets zou het van belang kunn<strong>en</strong> zijn dat in de steekproef op<br />

ieder afnamemom<strong>en</strong>t leerling<strong>en</strong> van beiderlei kunn<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd zijn. Daar er in Nederland ge<strong>en</strong><br />

aparte jong<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> meisjesschol<strong>en</strong> zijn, kunn<strong>en</strong> we – gegev<strong>en</strong> de wijze van steekproeftrekking – aannem<strong>en</strong><br />

dat er in onze normeringsteekproef e<strong>en</strong> goed verteg<strong>en</strong>woordiging van beide seks<strong>en</strong> aanwezig is.<br />

34


Tabel 4.13 Aantall<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes per jaargroep in de steekproef (voor zover sekse<br />

bek<strong>en</strong>dgemaakt)<br />

Jong<strong>en</strong> Meisje Aantal leerling<strong>en</strong><br />

waarvan de sekse<br />

bek<strong>en</strong>d is<br />

Jaargroep 3 268 244 512 1025<br />

Jaargroep 4 222 262 484 1018<br />

Jaargroep 5 228 249 477 954<br />

Jaargroep 6 216 252 468 879<br />

Jaargroep 7 234 193 427 779<br />

Jaargroep 8 227 227 454 775<br />

1395 1427 2822 5430<br />

49% 51%<br />

35<br />

Aantal leerling<strong>en</strong> in de<br />

totale steekproef<br />

Dit wordt bevestigd in tabel 4.13. Aan de deelnem<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> is gevraagd ons van leerlinggegev<strong>en</strong>s te<br />

voorzi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van die gegev<strong>en</strong>s betrof de sekse van de leerling<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal schol<strong>en</strong> heeft ons dit gegev<strong>en</strong><br />

verstrekt; e<strong>en</strong> aantal schol<strong>en</strong> niet of voor slechts e<strong>en</strong> deel van hun leerling<strong>en</strong>. Zodo<strong>en</strong>de beschikk<strong>en</strong> we van<br />

ongeveer de helft van de leerling<strong>en</strong> in onze steekproef over de gevraagde informatie. Op deze leerling<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s in tabel 4.13. betrekking. Het is niet erg aannemelijk dat de andere helft van de<br />

steekproef e<strong>en</strong> volstrekt andere verdeling naar geslacht te zi<strong>en</strong> geeft. De conclusie lijkt gewettigd dat beide<br />

seks<strong>en</strong> in onze steekproef ev<strong>en</strong>redig verteg<strong>en</strong>woordigd zijn; conform de landelijke verdeling.<br />

Repres<strong>en</strong>tativiteit naar leeftijd<br />

Ook zou het voor onze normeringsgegev<strong>en</strong>s van belang kunn<strong>en</strong> zijn dat zich in de steekproef op ieder<br />

afnamemom<strong>en</strong>t leerling<strong>en</strong> van alle bij de betreff<strong>en</strong>de jaargroep behor<strong>en</strong>de leeftijd<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> (grofweg te<br />

categoriser<strong>en</strong> als: vroege leerling<strong>en</strong>, reguliere leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertraagde leerling<strong>en</strong>). Gegev<strong>en</strong> de wijze van<br />

steekproeftrekking kunn<strong>en</strong> we aannem<strong>en</strong> dat deze leeftijdscategorieën op alle normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatief verteg<strong>en</strong>woordigd zijn.<br />

Dit wordt bevestigd in tabel 4.14. Van e<strong>en</strong> aantal schol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we – desgevraagd – informatie ontvang<strong>en</strong><br />

over de leeftijd<strong>en</strong> van hun leerling<strong>en</strong>. Het gaat daarbij om dezelfde schol<strong>en</strong> die ons ook informatie over de<br />

sekse van hun leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verstrekt. Van ongeveer de helft van de leerling<strong>en</strong> in de steekpoef k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

we zodo<strong>en</strong>de de leeftijd. Deze is 'teruggerek<strong>en</strong>d' tot de geëig<strong>en</strong>de peildatum van schooljaar 2007/2008:<br />

1 oktober 2007. Ter illustratie, onder de leerling<strong>en</strong> van jaargroep 8 in onze steekproef bevond<strong>en</strong> zich op die<br />

datum: 12 ti<strong>en</strong>jarig<strong>en</strong>, 356 elfjarig<strong>en</strong>, 81 twaalfjarig<strong>en</strong>, vier derti<strong>en</strong>jarig<strong>en</strong> <strong>en</strong> één veerti<strong>en</strong>jarige. Oftewel, na<br />

categorisatie: 12 vroege leerling<strong>en</strong>, 437 reguliere leerling<strong>en</strong> (gearceerd in de tabel) <strong>en</strong> vijf vertraagde<br />

leerling<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, in onze steekproef is 96% van de achtstegroepers waarvan we de leeftijd<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, regulier. Dergelijke perc<strong>en</strong>tages kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor de overige jaargroep<strong>en</strong> in onze steekproef<br />

berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn conform de landelijke gegev<strong>en</strong>s. Hoewel we, zoals gezegd, slechts beschikk<strong>en</strong><br />

over leeftijdsgegev<strong>en</strong>s van ongeveer de helft van de leerling<strong>en</strong> in de steekproef, is het zeer aannemelijk dat<br />

de verdeling vroeg – regulier – vertraagd in onze totale steekproef in grote lijn<strong>en</strong> dezelfde is als die in<br />

tabel 4.14.


Tabel 4.14 Frequ<strong>en</strong>tie van de leeftijd<strong>en</strong> per jaargroep in de steekproef (voor zover leeftijd<br />

bek<strong>en</strong>dgemaakt)<br />

Leeftijd in jar<strong>en</strong><br />

14 13 12 11 10 9 8 7 6 5<br />

36<br />

Aantal<br />

leerling<strong>en</strong><br />

waarvan de<br />

leeftijd<br />

bek<strong>en</strong>d is<br />

Jaargroep 3 1 1 63 408 37 510 1025<br />

Jaargroep 4 68 399 14 481 1018<br />

Jaargroep 5 1 87 373 17 478 954<br />

Jaargroep 6 3 80 373 10 466 879<br />

Jaargroep 7 5 87 328 7 427 779<br />

Jaargroep 8 1 4 81 356 12 454 775<br />

2816 5430<br />

Aantal leerling<strong>en</strong><br />

in de totale<br />

steekproef<br />

Repres<strong>en</strong>tativiteit naar thuistaal<br />

Hoewel uit rec<strong>en</strong>te studies blijkt dat allochtone leerling<strong>en</strong> op het terrein van het technisch lez<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

van autochtone leerling<strong>en</strong> inmiddels ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige achterstand meer hebb<strong>en</strong> (zie ook paragraaf<br />

2.4.1 van deze verantwoording) is t<strong>en</strong> behoeve van ons onderzoek desalniettemin informatie over de<br />

variabele thuistaal opgevraagd: de taal die e<strong>en</strong> leerling in het gezin spreekt. In tabel 4.15 staan de daarbij<br />

gehanteerde categorieën.<br />

Tabel 4.15 Onderscheid<strong>en</strong> thuistaalcategorieën<br />

Thuistaalcode Thuistaal<br />

1 Nederlands<br />

2 Andere West-Europese taal<br />

3 Oost-Europese taal<br />

4 Nederlandse streektaal of Nederlands dialect<br />

5 Fries<br />

6 Turks<br />

7 Marokkaans (Arabisch)<br />

8 Berbers (Tamazight)<br />

9 Surinaams (Sranang)<br />

10 Hindoestaans (Sarnami)<br />

11 Papiam<strong>en</strong>ts<br />

12 Overig<br />

Helaas kreg<strong>en</strong> wij maar weinig respons op de vraag naar de thuistaal van de leerling<strong>en</strong>. Minder dan e<strong>en</strong><br />

derde van de schol<strong>en</strong> heeft ons deze informatie kunn<strong>en</strong> of will<strong>en</strong> verstrekk<strong>en</strong>. Daardoor is van in totaal<br />

slechts 1441 leerling<strong>en</strong> in onze steekproef de thuistaal bek<strong>en</strong>d. De frequ<strong>en</strong>ties van de tal<strong>en</strong> die deze<br />

leerling<strong>en</strong> thuis sprek<strong>en</strong> staan, per jaargroep, in tabel 4.16.<br />

Hoewel op onze vraag naar de thuistaal van de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringe respons volgde, zijn de gegev<strong>en</strong>s uit<br />

tabel 4.16 zeker indicatief <strong>en</strong> in overe<strong>en</strong>stemming met de landelijke verdeling. E<strong>en</strong> analyse van bijvoorbeeld<br />

de populatie die in 2009 heeft deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan de Eindtoets Basisonderwijs bracht e<strong>en</strong> verdeling naar<br />

thuistaal van 89% (Nederlands) vs. 11% (niet-Nederlands) aan het licht.


Tabel 4.16 Frequ<strong>en</strong>tie van thuistal<strong>en</strong> per jaargroep in de steekproef (voor zover thuistaal bek<strong>en</strong>dgemaakt)<br />

Thuistaalcodes<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Aantal<br />

leerling<strong>en</strong><br />

waarvan de<br />

thuistaal<br />

bek<strong>en</strong>d is<br />

Jaargroep 3 249 2 2 - 6 11 7 1 - - 1 3 282 1025<br />

Jaargroep 4 228 5 4 - 2 7 7 1 1 - - 6 261 1018<br />

Jaargroep 5 173 1 3 - 2 16 7 1 1 - - 7 211 954<br />

Jaargroep 6 212 1 5 9 5 - - - 1 4 237 879<br />

Jaargroep 7 178 6 2 6 1 14 8 1 - - - 8 224 779<br />

Jaargroep 8 194 - 1 7 6 7 3 2 - - - 6 226 775<br />

123<br />

4<br />

15 12 13 22 64 37 6 2 - 2 34 1441 5430<br />

86% 14%<br />

4.3 Kalibratie <strong>en</strong> normering<br />

4.3.1 Het meetmodel voor de <strong>DMT</strong>: het Rasch-Poisson-model<br />

37<br />

Aantal<br />

leerling<strong>en</strong> in<br />

de totale<br />

steekproef<br />

E<strong>en</strong> veel gebruikt model om variabiliteit in frequ<strong>en</strong>ties (aantall<strong>en</strong>) te beschrijv<strong>en</strong> is het Poisson-model. In zijn<br />

meest elem<strong>en</strong>taire vorm beschrijft dit model de kans op e<strong>en</strong> score s als<br />

s<br />

<br />

<br />

Ps () e<br />

(1)<br />

s!<br />

Waarin λ (> 0) de parameter van de verdeling is <strong>en</strong> de uitdrukking s! (lees: s-faculteit of s-factorieel) het<br />

product aanduidt s x (s – 1) x (s – 2) x ... x 2 x 1. Als s = 0, wordt 0! gedefinieerd als gelijk aan 1.<br />

Rasch (1960) heeft dit model uitgebreid door aan te nem<strong>en</strong> dat de waarde van de parameter λ afhankelijk is<br />

van de persoon <strong>en</strong> van de taak. Toegepast op de <strong>DMT</strong> leidt dit tot het volg<strong>en</strong>de model:<br />

<br />

(2)<br />

vj j j v<br />

waarin λ vi de waarde van de Poisson-parameter voorstelt wanneer leerling v taak j maakt. Deze parameter is<br />

multiplicatief sam<strong>en</strong>gesteld <strong>en</strong> bestaat uit drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De grootheid τ j is ge<strong>en</strong> parameter maar e<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>de constante die de omvang van de taak uitdrukt. Bij de <strong>DMT</strong> is dit de toegestane tijd (1 minuut per<br />

kaart). De parameter σ j drukt de moeilijkheid van de taak uit: hoe groter deze parameter hoe makkelijker de<br />

taak, <strong>en</strong> de grootheid θ v is de technische leesvaardigheid van de leerling v. De drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

Poisson-parameter zijn continue variabel<strong>en</strong> die alle<strong>en</strong> positieve waard<strong>en</strong> of de waarde nul kunn<strong>en</strong><br />

aannem<strong>en</strong>. De doelstelling van het gebruik van dit meetmodel is e<strong>en</strong> infer<strong>en</strong>tie te mak<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de<br />

vaardigheid van de leerling (θ v) die gebaseerd is op de observatie die we van deze leerling hebb<strong>en</strong> wanneer<br />

hij kaart j leest: de score s vj.<br />

De kansverdeling van de scores is afhankelijk van de Poisson-parmeter λ, die op zijn beurt weer<br />

sam<strong>en</strong>gesteld is uit drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Als de drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> zijn ligt hun product vast, maar als<br />

het product gegev<strong>en</strong> is ligg<strong>en</strong> de drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet uniek vast; we kunn<strong>en</strong> namelijk altijd e<strong>en</strong><br />

compon<strong>en</strong>t del<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> positieve constante c <strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de twee andere verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> met c, <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> dergelijke operatie laat het product onveranderd. Om zinvol over de waarde van de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te<br />

kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we twee normalisaties invoer<strong>en</strong>. Voor de <strong>DMT</strong> hebb<strong>en</strong> we dit als volgt gedaan:<br />

1 We kiez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid van tijd. Voor de <strong>DMT</strong> is deze e<strong>en</strong>heid de minuut. Omdat de toegestane leestijd<br />

voor alle kaart<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minuut is, geldt in deze toepassing dus dat τ j = 1 voor alle tak<strong>en</strong>.<br />

2 In het normeringsonderzoek van de <strong>DMT</strong> zijn neg<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de kaart<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 3<br />

van deze verantwoording) <strong>en</strong> voor elke kaart moet e<strong>en</strong> σ-parameter word<strong>en</strong> geschat. Hierbij is de<br />

restrictie opgelegd dat het product van deze neg<strong>en</strong> parameters gelijk moet zijn aan 1.<br />

E<strong>en</strong> echte of d<strong>en</strong>kbeeldige kaart waarvan de σ-parameter gelijk is aan 1, noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> standaardkaart.<br />

De interpretatie van de vaardigheid θ v in dit model is zeer elegant. Als e<strong>en</strong> variabele Poisson-verdeeld is<br />

(formule (1)), dan is het gemiddelde of de verwachte waarde van de verdeling gelijk aan de Poissonparameter<br />

λ. Als leerling v kaart i leest, dan is zijn score S vi e<strong>en</strong> toevalsvariabele, <strong>en</strong> door (1) <strong>en</strong> (2) te<br />

combiner<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> we dus


ES ( ) <br />

(3)<br />

vj vj j j v<br />

Als we nu alle groothed<strong>en</strong> gaan b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we het volg<strong>en</strong>de:<br />

Svj is e<strong>en</strong> aantal correct gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>; zijn verwachte waarde is dus ook e<strong>en</strong> aantal correct gelez<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong>.<br />

τ j is de toegestane leestijd uitgedrukt in minut<strong>en</strong>.<br />

σj vatt<strong>en</strong> we op als e<strong>en</strong> onb<strong>en</strong>oemd getal, e<strong>en</strong> soort correctiefactor die controleert voor de verschill<strong>en</strong>de<br />

moeilijkheid van de woord<strong>en</strong> op de kaart<strong>en</strong>. De standaardkaart heeft per definitie e<strong>en</strong> σ-waarde gelijk<br />

aan 1.<br />

Om het product van de rechterzijde in (3) in dezelfde e<strong>en</strong>heid uit te drukk<strong>en</strong> als de linkerzijde, moet<strong>en</strong><br />

we θ v b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> als het aantal correct gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> per tijdse<strong>en</strong>heid (minuut) op e<strong>en</strong><br />

standaardkaart.<br />

Lokale stochastische onafhankelijkheid<br />

Wat tot hiertoe beschrev<strong>en</strong> is, is de modellering van de uitkomst<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> leerling één <strong>en</strong>kele kaart<br />

leest. Maar er moet ook iets gezegd word<strong>en</strong> over de verdeling van de uitkomst<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> leerling twee<br />

of meer kaart<strong>en</strong> leest. Daarom moet er e<strong>en</strong> extra veronderstelling aan het model word<strong>en</strong> toegevoegd <strong>en</strong><br />

deze veronderstelling wordt meestal aangeduid als lokale stochastische of conditionele onafhankelijkheid.<br />

De veronderstelling bestaat eig<strong>en</strong>lijk uit twee del<strong>en</strong>:<br />

1 De vaardigheid van de leerling θ v blijft onveranderd bij het lez<strong>en</strong> van meerdere kaart<strong>en</strong> op één <strong>en</strong><br />

hetzelfde afnamemom<strong>en</strong>t.<br />

2 Bij elke kaart is de (Poisson-)verdeling van de score alle<strong>en</strong> afhankelijk van de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de<br />

kaart <strong>en</strong> de leestijd (de σ- <strong>en</strong> de τ-parameter) <strong>en</strong> van de vaardigheid (θv). En niet van de score die de<br />

leerling op e<strong>en</strong> van de andere kaart<strong>en</strong> heeft behaald.<br />

Als we deze veronderstelling aannem<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere eig<strong>en</strong>schap van de<br />

Poisson-verdeling: als e<strong>en</strong> (eindig) aantal toevalsvariabel<strong>en</strong> S 1, S 2, …, S k onafhankelijk Poisson-verdeeld is<br />

met parameters λ 1, λ 2, …, λ k, dan is hun som S = S 1+ S 2+…+S k Poisson-verdeeld met parameter λ = λ 1+<br />

λ 2+…+λ k.<br />

Hier is e<strong>en</strong> voorbeeld: veronderstel dat leerling v drie van de neg<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong> leest, waarna voor elke kaart zijn<br />

score wordt bepaald. De som van deze drie scores S v = S v1+S v2+S v3 is Poisson-verdeeld met parameter<br />

( )<br />

1 1 v 2 2 v 3 3 v v 1 1 2 2 3 3<br />

Dit voorbeeld veralgem<strong>en</strong>iser<strong>en</strong> we nu als volgt. Stel dat er in het normeringsonderzoek in totaal k kaart<strong>en</strong><br />

zijn gebruikt, <strong>en</strong> dat elke leerling e<strong>en</strong> aantal van deze kaart<strong>en</strong> heeft gelez<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vooraf vastgesteld<br />

design), dan definiër<strong>en</strong> we voor elke leerling de grootheid<br />

k<br />

d <br />

(4)<br />

v vj j j<br />

j1<br />

waarin d vj e<strong>en</strong> designvariabele is, die de waarde 1 aanneemt als leerling v kaart j heeft gelez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> 0 als dit<br />

niet het geval is. In het voorbeeld hierbov<strong>en</strong> is d vj = 1 voor j = 1, 2, 3 <strong>en</strong> 0 voor alle andere kaart<strong>en</strong>. Met deze<br />

notatie kunn<strong>en</strong> we het model specificer<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> leerling meerdere kaart<strong>en</strong> leest: de somscore is<br />

Poisson-verdeeld met parameter<br />

<br />

(5)<br />

v v v<br />

Hoewel formule (5) er heel e<strong>en</strong>voudig uitziet, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de parameter δ v e<strong>en</strong> behoorlijk<br />

complexe structuur heeft: hij is afhankelijk van het dataverzamelingsdesign (de specifieke kaart<strong>en</strong> die de<br />

leerling heeft gelez<strong>en</strong>), van de toegestane leestijd op deze kaart<strong>en</strong> (die in het geval van <strong>DMT</strong> wel constant<br />

is, maar in het algeme<strong>en</strong> kan variër<strong>en</strong> over de tak<strong>en</strong>) <strong>en</strong> van de onbek<strong>en</strong>de moeilijkheidsparameters σ<br />

(zie formule (4)).<br />

Schatting van de individuele vaardigheid θ v<br />

De eerste stap in de analyse van de normeringsdata is het schatt<strong>en</strong> van de taakparameters σ i. De procedure<br />

waarmee dit gebeurt, staat gedetailleerd beschrev<strong>en</strong> in Verhelst & Kamphuis (2009) <strong>en</strong> wordt hier verder niet<br />

uite<strong>en</strong>gezet. Belangrijk is dat deze moeilijkheidsparameters op e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te manier kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

geschat zonder dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanname hoeft te mak<strong>en</strong> over de verdeling van de technische leesvaardigheid<br />

in de populatie. Omdat de normeringssteekproef zeer groot is in vergelijking met het aantal te schatt<strong>en</strong><br />

parameters, is de schattingsfout van deze parameters vrij klein <strong>en</strong> kan ze voor praktische doeleind<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verwaarloosd. Dit wil zegg<strong>en</strong> dat we de schatting<strong>en</strong> van deze parameters verder kunn<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> als de<br />

38


echte waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus ook dat we voor elke leerling de parameter δv met behulp van formule (4) kunn<strong>en</strong><br />

uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De schatting van de vaardigheid van leerling v wordt gegev<strong>en</strong> door<br />

<strong>en</strong> de standaardfout (SE) door<br />

sv<br />

v <br />

<br />

39<br />

v<br />

(6)<br />

( sv<br />

SE v)<br />

(7)<br />

<br />

In beide formules betek<strong>en</strong>t s v de geobserveerde somscore die door leerling v is behaald. Merk op dat in dit<br />

model de standaardfout to<strong>en</strong>eemt met de behaalde score.<br />

4.3.2 Het populatiemodel voor de <strong>DMT</strong>: de gamma-verdeling<br />

E<strong>en</strong> groot voordeel van het gebruik van e<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>te-variabele-model zoals hierbov<strong>en</strong> is beschrev<strong>en</strong>, is dat<br />

m<strong>en</strong> de prestaties van leerling<strong>en</strong> zinvol kan vergelijk<strong>en</strong> als de leerling<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de kaart<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

gelez<strong>en</strong> of zelfs e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d aantal kaart<strong>en</strong>. Voor het opstell<strong>en</strong> van normeringstabell<strong>en</strong> echter, di<strong>en</strong>t<br />

m<strong>en</strong> voorzichtig te werk te gaan: gebruikmak<strong>en</strong>d van formule (6) hierbov<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> voor elke leerling e<strong>en</strong><br />

schatting mak<strong>en</strong> van zijn vaardigheid <strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de verdeling van deze schatting<strong>en</strong> bestuder<strong>en</strong><br />

om er normtabell<strong>en</strong> uit te distiller<strong>en</strong>. De verdeling is idealitergebaseerd op e<strong>en</strong> (redelijk) grote <strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatieve steekproef uit de populatie. Op zichzelf is hier niets teg<strong>en</strong> in te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zolang m<strong>en</strong> zich<br />

maar realiseert dat m<strong>en</strong> de verdeling van de vaardigheidsschatting<strong>en</strong> bestudeert <strong>en</strong> niet de verdeling van de<br />

vaardigheid. Omdat alle schatting<strong>en</strong> behept zijn met e<strong>en</strong> schattingsfout (de meetfout) zal de variantie van de<br />

verdeling van de schatting<strong>en</strong> onvermijdelijk groter zijn dan de variantie van de verdeling van de<br />

vaardighed<strong>en</strong> zelf. In deze sectie gaan we in op het schatt<strong>en</strong> van de vaardigheidsverdeling, <strong>en</strong> daarin spel<strong>en</strong><br />

de schatting<strong>en</strong> van de individuele vaardighed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele rol.<br />

Het basismodel dat wordt gebruikt is oorspronkelijk geïntroduceerd door Ow<strong>en</strong> (1969) <strong>en</strong> verder uitgewerkt<br />

in Jans<strong>en</strong> (1986) <strong>en</strong> Jans<strong>en</strong> & Van Duijn (1992). Het model stelt dat de lat<strong>en</strong>te leesvaardigheid in de<br />

populatie e<strong>en</strong> gamma-verdeling volgt. E<strong>en</strong> gamma-verdeling is e<strong>en</strong> verdeling voor niet-negatieve continue<br />

variabel<strong>en</strong>. De kansdichtheidsfunctie (pdf) wordt gegev<strong>en</strong> door<br />

<br />

<br />

(<br />

)<br />

<br />

1 g( ) e<br />

waarin α <strong>en</strong> β (beide positief) de parameters zijn van de verdeling, <strong>en</strong> Γ(.) de gammafunctie is. (Indi<strong>en</strong> het<br />

argum<strong>en</strong>t α e<strong>en</strong> geheel getal is, geldt dat Γ(α) = (α-1)!; de gammafunctie kan word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong><br />

uitbreiding van de faculteitfunctie tot gebrok<strong>en</strong> getall<strong>en</strong>.)<br />

De gamma- <strong>en</strong> de Poisson-verdeling gaan goed sam<strong>en</strong>. Om dit te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, herhal<strong>en</strong> we formule (1), maar<br />

we schrijv<strong>en</strong> deze nu wat nauwkeuriger op<br />

v<br />

(8)<br />

s<br />

( ) <br />

Ps ( | ) e<br />

(9)<br />

s!<br />

waarin het linkerlid duidelijk aangeeft dat het om e<strong>en</strong> conditionele kans gaat gegev<strong>en</strong> de waarde van de<br />

lat<strong>en</strong>te variabele θ <strong>en</strong> waarbij de parameter δ moet word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> zoals aangegev<strong>en</strong> door formule (4).<br />

De marginale likelihood, d.i. de kans dat we score s observer<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> random trekking uit de populatie, is<br />

dan gegev<strong>en</strong> door<br />

<br />

(10)<br />

Ps () Ps ( | ) g(<br />

) d<br />

0<br />

Als we het rechterlid van (8) <strong>en</strong> (9) substituer<strong>en</strong> in het rechterlid van (10) <strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong>, dan krijg<strong>en</strong> we als<br />

resultaat<br />

( s)<br />

s<br />

Ps () p(1 p)<br />

s!<br />

(<br />

)<br />

<br />

(11)


waarin<br />

p<br />

<br />

<br />

<br />

De verdeling met formule (11) als kansfunctie staat in de statistiek bek<strong>en</strong>d als de negatief binomiale<br />

verdeling. Deze formule is gebruikt om in de tweede stap van de schattingsprocedure de parameters α <strong>en</strong> β<br />

te schatt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waarin de schatting<strong>en</strong> van de δ-parameters uit de eerste stap als bek<strong>en</strong>de constant<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij de schatting<strong>en</strong> zijn elf verschill<strong>en</strong>de populaties beschouwd, overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>d met<br />

het tijdstip van toets<strong>en</strong>: medio jaargroep 3, eind jaargroep 3, medio jaargroep 4, ..., medio jaargroep 8, <strong>en</strong><br />

voor elke populatie is e<strong>en</strong> α- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> β-parameter geschat.<br />

4.3.3 Validering van het Poisson-gamma-model<br />

Hoewel het model – het sam<strong>en</strong>gaan van de Poisson-verdeling <strong>en</strong> de gamma-verdeling – wiskundig heel<br />

elegant is, betek<strong>en</strong>t dit niet automatisch dat het model valide is. Er di<strong>en</strong>t dus evid<strong>en</strong>tie aangedrag<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong> waaruit blijkt dat m<strong>en</strong> het model met e<strong>en</strong> grote mate van vertrouw<strong>en</strong> kan gebruik<strong>en</strong>. Bij dit model<br />

bleek dat niet het geval te zijn <strong>en</strong> de red<strong>en</strong> is overduidelijk bij het beschouw<strong>en</strong> van figuur 4.1.<br />

De onregelmatige lijn is het frequ<strong>en</strong>tiepolygoon van de scores van alle leerling<strong>en</strong> die medio jaargroep 3<br />

deelnam<strong>en</strong> aan het normeringsonderzoek. De vloei<strong>en</strong>de lijn is de voorspelling of verwachting van deze<br />

frequ<strong>en</strong>ties vanuit het Poisson-gamma-model.<br />

Figuur 4.1 Geobserveerde <strong>en</strong> verwachte frequ<strong>en</strong>tieverdeling voor medio jaargroep 3<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0 50 100 150 200 250<br />

score<br />

We zi<strong>en</strong> dat de geobserveerde curve e<strong>en</strong> groot aantal observaties heeft in het interval 40-50, maar zi<strong>en</strong> ook<br />

redelijk veel leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> score groter dan 100. De theoretisch verwachte curve kan die piek niet<br />

verklar<strong>en</strong>, <strong>en</strong> om de 'dikke staart' aan de rechterkant te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> overschatting gemaakt<br />

van de frequ<strong>en</strong>ties in het interval 50-100. We krijg<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> redelijk slechte voorspelling van de<br />

geobserveerde frequ<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> op grond daarvan di<strong>en</strong><strong>en</strong> we het vertrouw<strong>en</strong> in het psychometrische model op<br />

te zegg<strong>en</strong>. Voor de andere halfjaargroep<strong>en</strong> dan medio groep 3 was de misfit tuss<strong>en</strong> geobserveerde <strong>en</strong><br />

voorspelde frequ<strong>en</strong>ties minder dramatisch dan weergegev<strong>en</strong> in figuur 1, maar desalniettemin<br />

onbevredig<strong>en</strong>d.<br />

Om e<strong>en</strong> betere fit te verkrijg<strong>en</strong> is het populatiemodel vervolg<strong>en</strong>s uitgebreid: er werd verondersteld dat de<br />

populaties medio jaargroep 3, eind jaargroep 3, medio jaargroep 4, ..., medio jaargroep 8 niet bestond<strong>en</strong> uit<br />

één <strong>en</strong>kele homog<strong>en</strong>e populatie waarbinn<strong>en</strong> de vaardigheid gamma-verdeeld is, maar uit twee verschill<strong>en</strong>de<br />

populaties (of lat<strong>en</strong>te klass<strong>en</strong>) <strong>en</strong> wel zodanig dat binn<strong>en</strong> elke klasse de vaardigheid gamma-verdeeld is.<br />

In figuur 4.2 wordt e<strong>en</strong> grafisch voorbeeld gegev<strong>en</strong> van deze b<strong>en</strong>adering, waarbij klasse 1 (class 1 in de<br />

figuur) ongeveer 55% van de totale populatie omvat.<br />

40<br />

obs<br />

verw.


Figuur 4.2 De verdeling van de lat<strong>en</strong>te variabele als e<strong>en</strong> ‘mixture’ van twee gamma-verdeling<strong>en</strong><br />

class 1<br />

class 2<br />

mixture<br />

0 20 40 60 80 100<br />

theta (aantal woord<strong>en</strong> per minuut)<br />

De twee curv<strong>en</strong> die onder de bov<strong>en</strong>ste curve ligg<strong>en</strong> zijn grafische weergav<strong>en</strong> van twee verschill<strong>en</strong>de<br />

gamma-verdeling<strong>en</strong>. De oppervlakte onder de meeste gepiekte van de twee (class 1) is 0.55 (55% van de<br />

populatie); de oppervlakte onder de platste curve (class 2) is 0.45. De bov<strong>en</strong>ste curve in figuur 4.2 is de som<br />

van beide andere curv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oppervlakte onder die curve is precies gelijk aan 1.<br />

Het schattingsprobleem wordt nu iets gecompliceerder: we moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> α- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> β-parameter schatt<strong>en</strong> voor<br />

elk van de twee klass<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we het relatieve aandeel van de twee klass<strong>en</strong> in beide<br />

populaties schatt<strong>en</strong>. Per onderscheid<strong>en</strong> populatie moet<strong>en</strong> we dus vijf in plaats van twee parameters<br />

schatt<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> voor medio jaargroep 3 (geobserveerde <strong>en</strong> verwachte frequ<strong>en</strong>ties) zijn weergegev<strong>en</strong><br />

in figuur 4.3. E<strong>en</strong> vergelijking met figuur 4.1 toont duidelijk aan dat de theoretisch verwachte frequ<strong>en</strong>ties<br />

duidelijk beter het algem<strong>en</strong>e patroon van de geobserveerde frequ<strong>en</strong>ties volg<strong>en</strong>.<br />

Figuur 4.3 Geobserveerde <strong>en</strong> verwachte frequ<strong>en</strong>ties in halfjaargroep medio 3 met het twee-klass<strong>en</strong> model<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0 50 100 150 200 250<br />

score<br />

Omdat er zoveel scorepunt<strong>en</strong> zijn, is de gemiddelde frequ<strong>en</strong>tie per scorepunt echter heel bescheid<strong>en</strong> (ver<br />

onder de 20), <strong>en</strong> daardoor is het te verwacht<strong>en</strong> dat de geobserveerde frequ<strong>en</strong>ties veel onregelmatighed<strong>en</strong><br />

verton<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> beoordeling van de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> geobserveerd <strong>en</strong> verwacht kunn<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kan echter gemakkelijk van deze onregelmatighed<strong>en</strong> afkom<strong>en</strong> door cumulatieve frequ<strong>en</strong>ties te<br />

beschouw<strong>en</strong>. In figuur 4.4 zijn de geobserveerde <strong>en</strong> verwachte cumulatieve frequ<strong>en</strong>tieverdeling<strong>en</strong> voor de<br />

halfjaargroep<strong>en</strong> medio <strong>en</strong> einde jaargroep 3 weergegev<strong>en</strong>. De twee linkercurv<strong>en</strong> (die elkaar bijna geheel<br />

bedekk<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> betrekking op medio jaargroep 3; de rechtercurv<strong>en</strong> op einde jaargroep 3. Voor de neg<strong>en</strong><br />

andere populaties is de fit ev<strong>en</strong>goed als voor deze twee voorbeeld<strong>en</strong>.<br />

41<br />

obs<br />

verw.


Figuur 4.4 Cumulatieve frequ<strong>en</strong>tieverdeling<strong>en</strong> voor medio (links) <strong>en</strong> einde (rechts) jaargroep 3<br />

cumulative proportion<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

0 50 100 150 200 250<br />

observed scores<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het feit dat na het introducer<strong>en</strong> van de twee lat<strong>en</strong>te klass<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de model fit werd<br />

verkreg<strong>en</strong>, dringt de interpretatie zich op dat deze splitsing e<strong>en</strong> welbek<strong>en</strong>de tweedeling uit de<br />

onderzoeksliteratuur <strong>en</strong> uit de praktijk van het leesonderwijs weerspiegelt, namelijk die tuss<strong>en</strong> lezers met<br />

e<strong>en</strong> ‘rad<strong>en</strong>de’ <strong>en</strong> lezers met e<strong>en</strong> ‘spell<strong>en</strong>de’ leesstrategie. De strategieën met andere woord<strong>en</strong> die in<br />

extremis toegepast word<strong>en</strong> door twee onderscheid<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> van zwakke lezers (van oudsher<br />

gekwalificeerd als raders of spellers 12 ), maar die ook bij de betere lezers – in minder uitgesprok<strong>en</strong> vorm –<br />

terug te vind<strong>en</strong> zijn. Ook in de totale lezerspopulatie kunn<strong>en</strong> twee groep<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: lezers<br />

waarbij onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> (bijvoorbeeld bij het lez<strong>en</strong> van onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of van lange<br />

woord<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> rad<strong>en</strong>de strategie het primaat heeft <strong>en</strong> lezers waarvoor dat geldt voor e<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>de strategie.<br />

Het hier gehanteerde onderzoekskader laat toetsing van bov<strong>en</strong>staande interpretatie aan de verzamelde data<br />

niet toe. E<strong>en</strong> dergelijke toetsing vereist nader (experim<strong>en</strong>teel) onderzoek.<br />

4.3.4 Normering<br />

In de paragraf<strong>en</strong> 4.3.1 <strong>en</strong> 4.3.2 is het psychometrisch model beschrev<strong>en</strong> dat gebruikt is om de<br />

leerlingrespons<strong>en</strong> op LOVS <strong>DMT</strong> te modeller<strong>en</strong>. In paragraaf 4.3.3 werd het model gevalideerd.<br />

De verkreg<strong>en</strong> model fit impliceert dat door het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of meer <strong>DMT</strong>-leeskaart<strong>en</strong> de technische<br />

leesvaardigheid van e<strong>en</strong> leerling gemet<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Hoe betrouwbaar <strong>en</strong> nauwkeurig die meting is, staat<br />

in respectievelijk paragraaf 5.1 <strong>en</strong> paragraaf 5.2.<br />

Er kan nu e<strong>en</strong> schatting gemaakt word<strong>en</strong> van de verdeling<strong>en</strong> van de vaardigheid in welomschrev<strong>en</strong><br />

populaties, omdat (combinaties van) kaart<strong>en</strong> zijn voorgelegd aan aselecte steekproev<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> uit<br />

populaties die relevant zijn voor de normering van de <strong>DMT</strong>. De toegepaste steekproeftrekking is e<strong>en</strong><br />

aselecte trekking van schol<strong>en</strong>, waarbij per school in principe alle leerling<strong>en</strong> uit de betreff<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong><br />

(in het geval van de <strong>DMT</strong>: de jaargroep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8) deel uitmak<strong>en</strong> van de steekproef.<br />

In figuur 4.5 zijn de cumulatieve vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> voor de leerling<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de<br />

normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

12<br />

Zwakke lezers in de categorie raders besluit<strong>en</strong> in veel gevall<strong>en</strong> tot herk<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> woord op grond van te weinig<br />

woordspecifieke informatie. Ze concluder<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bepaald woord geschrev<strong>en</strong> staat, op basis van slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel k<strong>en</strong>merk<br />

van dat woord: bijvoorbeeld e<strong>en</strong> typische klinkercombinatie, e<strong>en</strong> paar beginletters of de l<strong>en</strong>gte van het woord, met als<br />

onvermijdelijk gevolg dat er nogal wat fout<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zwakke lezers in de categorie spellers zijn lezers met e<strong>en</strong> leesstijl<br />

die gek<strong>en</strong>merkt wordt door e<strong>en</strong> overmatige afhankelijkheid van het letter-voor-letter verklank<strong>en</strong>. Ook nog in die fas<strong>en</strong> van de<br />

leesontwikkeling waarin dat niet functioneel meer is <strong>en</strong> waarin eig<strong>en</strong>lijk sprake zou moet<strong>en</strong> zijn van directe woordherk<strong>en</strong>ning of –<br />

waar directe woordherk<strong>en</strong>ning niet mogelijk is – van e<strong>en</strong> verkorting in het proces, waardoor del<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> verklankt die groter zijn dan één <strong>en</strong>kele letter. Deze leerling<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> er niet in om woord<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aanvaardbaar tempo<br />

correct te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.<br />

42


Figuur 4.5 Cumulatieve vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> voor de populaties medio jaargroep 3 (M3) tot <strong>en</strong> met<br />

medio jaargroep 8 (M8)<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8<br />

0 20 40 60 80 100 120<br />

theta (= woord<strong>en</strong> per minuut)<br />

__________<br />

Toelichting<br />

Theta, de vaardigheidsscore, wordt uitgedrukt in het aantal correct gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> per minuut.<br />

Zie voor aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>, gemiddeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> standaardafwijking<strong>en</strong> op de normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van LOVS<br />

<strong>DMT</strong> tabel 4.17 (Vanwege de scheefheid van de verdeling<strong>en</strong> zijn de gevond<strong>en</strong> standaardafwijking<strong>en</strong> relatief<br />

groot.) Uitgaande van deze gegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> ook schatting<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> van de perc<strong>en</strong>tiel<strong>en</strong> in de<br />

populaties, die van belang zijn voor de indeling van leerling<strong>en</strong> in de niveaugroep<strong>en</strong> die zijn beschrev<strong>en</strong> in<br />

paragraaf 3.2.<br />

Tabel 4.17 Overzicht van de vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> per normeringsmom<strong>en</strong>t<br />

Normeringsmom<strong>en</strong>t Aantal leerling<strong>en</strong> Gemiddelde vaardigheid Standaardafwijking<br />

Medio groep 3 1025 23.281 14.495<br />

Eind groep 3 942 35.975 17.560<br />

Medio groep 4 1018 52.750 19.036<br />

Eind groep 4 920 61.454 18.147<br />

Medio groep 5 954 70.290 16.903<br />

Eind groep 5 811 74.741 16.264<br />

Medio groep 6 879 81.342 14.224<br />

Eind groep 6 765 86.098 13.148<br />

Medio groep 7 779 88.927 15.395<br />

Eind groep 7 704 92.999 15.703<br />

Medio groep 8 775 95.123 13.669<br />

43


5 Betrouwbaarheid <strong>en</strong> meetnauwkeurigheid<br />

5.1 Betrouwbaarheid<br />

Als het gaat om betrouwbaarheidsschatting<strong>en</strong> voor scores op de <strong>DMT</strong> moet de voorkeur gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aan schatting<strong>en</strong> gebaseerd op de geobserveerde correlaties bov<strong>en</strong> schatting<strong>en</strong> gebaseerd op de verwachte<br />

correlaties die volg<strong>en</strong> uit het gehanteerde model (zie Verhelst & Kamphuis, 2009, bladzijde 33 e.v.).<br />

Daardoor is het niet mogelijk om e<strong>en</strong> goede betrouwbaarheidsschatting van de scores op kaart<strong>en</strong><br />

afzonderlijk te gev<strong>en</strong>, omdat de leerling<strong>en</strong> in ons onderzoek uitsluit<strong>en</strong>d combinaties van kaart<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong><br />

voorgelegd. Zie ook tabel 3.1. Nu is dat conform de praktijk, ook dan lez<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> doorgaans meer dan<br />

één kaart per afnamemom<strong>en</strong>t. (Behalve als zij – vanaf halverwege jaargroep 5 – zó goed lez<strong>en</strong> dat het<br />

hardop lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kaart van het derde niveau volstaat.)<br />

Wat wél tot de mogelijkhed<strong>en</strong> behoort, is het gev<strong>en</strong> van betrouwbaarheidsschatting<strong>en</strong> voor scores behaald<br />

op kaart<strong>en</strong> van het eerste <strong>en</strong> het tweede niveau gezam<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> op kaart<strong>en</strong> van het eerste, tweede <strong>en</strong> derde<br />

niveau gezam<strong>en</strong>lijk. We kunn<strong>en</strong> hier van niveau sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> niet te referer<strong>en</strong> aan de specifieke<br />

kaart<strong>en</strong> 1A, 1B, ... 3B, 3C, omdat vastgesteld is dat de drie kaart<strong>en</strong> per moeilijkheidsniveau daadwerkelijk<br />

parallel zijn. Zie tabel 5.1 waarin de σ-parameters, die de moeilijkheid van de neg<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong>,<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn.<br />

Tabel 5.1 σ-parameterschatting<strong>en</strong> van de neg<strong>en</strong> <strong>DMT</strong>-leeskaart<strong>en</strong><br />

Niveau\versie A B C geometrisch<br />

gemiddelde<br />

1 1.154 1.144 1.156 1.151<br />

2 1.016 1.010 1.023 1.016<br />

3 0.856 0.858 0.850 0.855<br />

De drie niveaus (1, 2, 3) verschill<strong>en</strong> duidelijk in moeilijkheid – hoe kleiner σ, des te moeilijker de kaart; de<br />

parameterschatting<strong>en</strong> van de drie parallelle versies (A, B, C) van één niveau ligg<strong>en</strong> steeds erg dicht bij<br />

elkaar. Vanwege deze nabijheid kond<strong>en</strong> de parallelle versies bij het bepal<strong>en</strong> van de<br />

betrouwbaarheidsschatting<strong>en</strong> als één beschouwd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd er e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke σ-waarde<br />

aan toegek<strong>en</strong>d. Deze waarde is het geometrisch gemiddelde van de drie parameterschatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> staat in<br />

de laatste kolom van tabel 5.1.<br />

Als schatting van de betrouwbaarheid gebruik<strong>en</strong> we hier Cronbach's alpha. De resultat<strong>en</strong> staan in tabel 5.2.<br />

De tweede kolom geeft e<strong>en</strong> schatting van de betrouwbaarheid van de somscore op de kaart<strong>en</strong> van het<br />

eerste plus het tweede niveau (1 + 2); de derde kolom geeft de betrouwbaarheid van de somscore op de<br />

kaart<strong>en</strong> van het eerste plus het tweede plus het derde niveau (1 + 2 + 3).<br />

Tabel 5.2 Cronbach's alpha voor combinaties van <strong>DMT</strong>-leeskaart<strong>en</strong><br />

Halfjaargroep 1 + 2 1 + 2 + 3<br />

Medio groep 3 0.964 -<br />

Eind groep 3 0.967 0.971<br />

Medio groep 4 0.956 0.968<br />

Eind groep 4 0.959 0.970<br />

Medio groep 5 0.941 0.957<br />

Eind groep 5 0.943 0.958<br />

Medio groep 6 0.921 0.942<br />

Eind groep 6 0.932 0.943<br />

Medio groep 7 0.930 0.948<br />

Eind groep 7 0.943 0.955<br />

Medio groep 8 0.941 0.947<br />

45


De betrouwbaarheidsschatting<strong>en</strong> in tabel 5.2 zijn zonder uitzondering hoog. Voor toets<strong>en</strong> van het type waar<br />

ge<strong>en</strong> zware consequ<strong>en</strong>ties voor leerling<strong>en</strong> aan verbond<strong>en</strong> zijn, zoals de <strong>DMT</strong>, geeft de COTAN (Commissie<br />

Testaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van het Nederlands Instituut voor Psycholog<strong>en</strong>) aan dat e<strong>en</strong> betrouwbaarheidscoëfficiënt<br />

lager dan 0.70 onvoldo<strong>en</strong>de is, e<strong>en</strong> betrouwbaarheidscoëfficiënt tuss<strong>en</strong> 0.70 <strong>en</strong> 0.80 voldo<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betrouwbaarheidscoëfficiënt hoger dan 0.80 goed (Evers et al., 2009, p. 33). Op grond van deze<br />

criteria is de betrouwbaarheid van de <strong>DMT</strong> goed te noem<strong>en</strong>.<br />

5.2 Nauwkeurigheid<br />

Lokale meetnauwkeurigheid (grafisch)<br />

De hiervoor vermelde betrouwbaarheidcoëfficiënt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de globale meetnauwkeurigheid<br />

van de beide kaartcombinaties (1 + 2 <strong>en</strong> 1 + 2 + 3) die in ons normeringsonderzoek zijn afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar<br />

gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> beeld van de lokale meetnauwkeurigheid. Dat doet figuur 5.1 wel.<br />

Figuur 5.1 Grootte van de meetfout<strong>en</strong> van de (combinaties van) leeskaart<strong>en</strong><br />

In deze figuur staat voor de drie leeskaart<strong>en</strong> van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> voor combinaties daarvan de grootte van de<br />

meetfout afgebeeld. Figuur 5.1 maakt duidelijk dat voor alle leeskaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> combinaties van kaart<strong>en</strong> de<br />

meetfout to<strong>en</strong>eemt met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vaardigheid, maar alleszins binn<strong>en</strong> de perk<strong>en</strong> blijft; zeker voor de<br />

combinaties (de drie onderste curv<strong>en</strong>). En het zijn met name de combinaties – vooral 1 + 2 <strong>en</strong> 1 + 2 + 3 – die<br />

in de schoolse praktijk aan de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgelegd.<br />

De hoogste nauwkeurigheid wordt bereikt in de lagere vaardigheidsregion<strong>en</strong>; de <strong>DMT</strong> is met andere<br />

woord<strong>en</strong> vooral gericht op het goed in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de vaardigheid van de minder goede leerling<strong>en</strong>, de<br />

beginn<strong>en</strong>de lezers veelal; in die fase van het leesonderwijs waar dat het belangrijkst is.<br />

Lokale meetnauwkeurigheid (tabellarisch)<br />

De betek<strong>en</strong>is van de meetnauwkeurigheid voor de beslissing<strong>en</strong> die met de toets<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, staan<br />

in de zogehet<strong>en</strong> classificatie-/misclassificatietabell<strong>en</strong>. Deze tabell<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> het effect van de lokale<br />

46


meetnauwkeurigheid zi<strong>en</strong>. Zo laat tabel 5.3 bijvoorbeeld zi<strong>en</strong> dat ruim 89% van de leerling<strong>en</strong> halverwege<br />

jaargroep 3 die op de combinatie 1 + 2 met hun geschatte vaardigheidsscore in scoregroep A vall<strong>en</strong> ook met<br />

hun werkelijke vaardigheidsscore in deze groep vall<strong>en</strong>. Anders gezegd, de kans dat e<strong>en</strong> A-leerling (terecht)<br />

als e<strong>en</strong> A-leerling wordt bestempeld is ongeveer 89%. Verder laat de tabel zi<strong>en</strong> dat ongeveer 11% van de<br />

leerling<strong>en</strong> in niveaugroep A e<strong>en</strong> vaardigheidsscore heeft die in werkelijkheid in scoregroep B valt.<br />

Tabel 5.3 Classificatie-/misclassificatietabel voor de combinatie van leeskaart<strong>en</strong> van het eerste <strong>en</strong><br />

tweede niveau halverwege jaargroep 3<br />

Niveaugroep<strong>en</strong> E tot <strong>en</strong> met A Niveaugroep<strong>en</strong> V tot <strong>en</strong> met I<br />

Scoregroep E D C B A Scoregroep V IV III II I<br />

waarin ware<br />

waarin ware<br />

score valt<br />

score valt<br />

E 68.4 13.8 0.5 0.0 0.0 V 75.0 14.7 0.6 0.0 0.0<br />

D 28.6 54.2 16.3 0.3 0.0 IV 23.8 61.2 23.1 0.9 0.0<br />

C 3.0 31.2 64.7 18.6 0.0 III 1.2 23.0 58.4 20.3 0.0<br />

B 0.0 0.8 18.4 72.2 10.7 II 0.0 1.0 17.9 70.3 11.0<br />

A 0.0 0.0 0.0 8.9 89.3 I 0.0 0.0 0.0 8.5 89.0<br />

In tabel 5.4 is te zi<strong>en</strong> dat op normeringsmom<strong>en</strong>t eind groep 3, als er kaart<strong>en</strong> van alle drie de niveaus word<strong>en</strong><br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de kans dat e<strong>en</strong> V-leerling terecht als e<strong>en</strong> V-leerling bestempeld wordt ongeveer 87% is.<br />

Ook blijkt uit de tabel dat ongeveer 13% van de leerling<strong>en</strong> in niveaugroep V e<strong>en</strong> vaardigheidsscore heeft die<br />

in werkelijkheid in scoregroep IV valt.<br />

Tabel 5.4 Classificatie-/misclassificatietabel voor de combinatie van leeskaart<strong>en</strong> van het eerste, tweede<br />

<strong>en</strong> derde niveau eind jaargroep 3<br />

Niveaugroep<strong>en</strong> E tot <strong>en</strong> met A Niveaugroep<strong>en</strong> V tot <strong>en</strong> met I<br />

Scoregroep E D C B A Scoregroep V IV III II I<br />

waarin ware<br />

waarin ware<br />

score valt<br />

score valt<br />

E 80.9 9.0 0.0 0.0 0.0 V 87.3 11.2 0.0 0.0 0.0<br />

D 19.1 71.0 9.0 0.0 0.0 IV 12.7 73.9 13.8 0.0 0.0<br />

C 0.1 19.9 78.9 11.1 0.0 III 0.0 14.9 72.1 13.5 0.0<br />

B 0.0 0.0 12.1 79.9 9.4 II 0.0 0.0 14.0 76.5 10.7<br />

A 0.0 0.0 0.0 9.0 90.6 I 0.0 0.0 0.0 10.0 89.3<br />

In bijlage 2 zijn, behalve bov<strong>en</strong>staande tabell<strong>en</strong>, ook alle overige classificatie-/misclassificatietabell<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Aanvull<strong>en</strong>de informatie over de meetnauwkeurigheid van de combinaties van leeskaart<strong>en</strong> is te vind<strong>en</strong> in de<br />

handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>, onderdeel <strong>DMT</strong>, bladzijde 60 e.v. In de tabell<strong>en</strong> Van toetsscore naar<br />

vaardigheidscore <strong>en</strong> vaardigheidsniveau in bijlage 1 van deze handleiding is e<strong>en</strong> kolom opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waarin<br />

het score-interval vermeld is. In deze kolom staat voor iedere ruwe score het 67%-betrouwbaarheidsinterval<br />

voor de bijbehor<strong>en</strong>de vaardigheidsschatting.<br />

47


6 Validiteit<br />

6.1 Inhoudsvaliditeit<br />

De inhoudsvaliditeit van e<strong>en</strong> toets heeft betrekking op de vraag in hoeverre de opgav<strong>en</strong> – in het geval van<br />

de <strong>DMT</strong>: de tak<strong>en</strong> (zie ook paragraaf 2.4.2) – in e<strong>en</strong> toets e<strong>en</strong> welomschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgebak<strong>en</strong>d universum<br />

repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. De inhoudsvaliditeit van de <strong>DMT</strong> wordt gewaarborgd door de inrichting van de toets <strong>en</strong> de<br />

wijze waarop de tak<strong>en</strong>, de leeskaart<strong>en</strong>, zijn sam<strong>en</strong>gesteld. In paragraaf 3.3 (Inhoudsverantwoording) werd al<br />

uitgebreid ingegaan op het aspect van het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> (versus het lez<strong>en</strong> van zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong>), op<br />

het aspect van het hardop lez<strong>en</strong> (versus het stil lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong> op de keuze van woord<strong>en</strong> (met e<strong>en</strong> bepaalde<br />

leesmoeilijkheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde bek<strong>en</strong>dheid) voor de verschill<strong>en</strong>de leeskaart<strong>en</strong>.<br />

6.2 Begripsvaliditeit<br />

De begripsvaliditeit van e<strong>en</strong> toets heeft betrekking op de vraag in hoeverre de scores op de toets toe te<br />

schrijv<strong>en</strong> zijn aan de verklar<strong>en</strong>de concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> construct<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van het theoretisch kader dat<br />

aan de ontwikkeling van de toets t<strong>en</strong> grondslag ligt. Hieronder word<strong>en</strong> drie indicaties gegev<strong>en</strong> van de<br />

begripsvaliditeit van de <strong>DMT</strong>.<br />

6.2.1 Passing van het psychometrisch model<br />

E<strong>en</strong> eerste belangrijke indicatie van de begripsvaliditeit van de <strong>DMT</strong> is dat de tak<strong>en</strong> (leeskaart<strong>en</strong>) die daarin<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> waarvan de inhoud in paragraaf 3.3 wordt verantwoord, voldo<strong>en</strong> aan de passingscriteria<br />

die aan bod kwam<strong>en</strong> in paragraaf 4.3.3. Dat is e<strong>en</strong> goede waarborg voor de constructvaliditeit van de <strong>DMT</strong>,<br />

omdat er aldus evid<strong>en</strong>tie is voor de aanname dat e<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde vaardigheid t<strong>en</strong> grondslag ligt aan de<br />

respons<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> op de tak<strong>en</strong> in de toets.<br />

Kalibratie-analyse, als puur formeel proces, laat ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> toe over de validiteit als antwoord op de<br />

vraag: hoe kan word<strong>en</strong> aangetoond dat het concept dat de tak<strong>en</strong> in <strong>DMT</strong> met<strong>en</strong>, dekk<strong>en</strong>d is voor <strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>valt met het construct technisch lez<strong>en</strong> zoals dat in het didactisch <strong>en</strong> het wet<strong>en</strong>schappelijk forum wordt<br />

bedoeld. Maar in combinatie met de inhoudelijke waarborg<strong>en</strong> uit paragraaf 3.3, kort opgesomd in<br />

paragraaf 6.1 hierbov<strong>en</strong>, kan de vraag of het concept dat t<strong>en</strong> grondslag ligt aan de tak<strong>en</strong> van <strong>DMT</strong> mag<br />

word<strong>en</strong> opgevat als de technische leesvaardigheid met 'ja' beantwoord word<strong>en</strong>. De geslaagde kalibratie<br />

maakt duidelijk dat er sprake is van unidim<strong>en</strong>sionaliteit <strong>en</strong> dat de gekalibreerde tak<strong>en</strong> de lat<strong>en</strong>te trek met<strong>en</strong><br />

die we de vaardigheid technisch lez<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>.<br />

6.2.2 Equival<strong>en</strong>tie met andere toets<strong>en</strong> 13<br />

De mate waarin de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets gerelateerd zijn aan soortg<strong>en</strong>ootinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (zijzelf, t<strong>en</strong> opzichte<br />

van elkaar, incluis) <strong>en</strong> niet-soortg<strong>en</strong>ootinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> tweede aanwijzing voor de begripsvaliditeit van<br />

de toets<strong>en</strong>. In de tabell<strong>en</strong> 6.1 tot <strong>en</strong> met 6.6 word<strong>en</strong> correlaties gerapporteerd tuss<strong>en</strong> scores op de <strong>DMT</strong>, de<br />

<strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> andere toets<strong>en</strong> die in het kader van de ontwikkeling van het Cito-Leerling- <strong>en</strong><br />

onderwijsvolgsysteem (LOVS) zijn gecontrueerd: de toets<strong>en</strong> die in januari/februari <strong>en</strong> mei/juni 2008<br />

tegelijkertijd met de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets zijn voorgelegd aan de leerling<strong>en</strong> in onze refer<strong>en</strong>tiegroep.<br />

De hoogste correlaties in tabel 6.1 zijn die van de <strong>DMT</strong> met de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> van deze toets<strong>en</strong> met zichzelf<br />

op het andere afnamemom<strong>en</strong>t. De laagste correlaties zijn die tuss<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong>schattoets<strong>en</strong> (WS) <strong>en</strong> alle<br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (<strong>DMT</strong>, <strong>AVI</strong>, LT <strong>en</strong> LTP). De correlaties van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets<br />

met Leestechniek (LT) <strong>en</strong> Leestempo (LTP) nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>positie in. Alle vier zijn het<br />

leessnelheidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die echter op twee belangrijke punt<strong>en</strong> van elkaar verschill<strong>en</strong>: 1) <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong><br />

lat<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong>, terwijl LT <strong>en</strong> LTP stil lat<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> 2) <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> LT lat<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> woord<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong>, terwijl <strong>AVI</strong> <strong>en</strong> LTP tekst<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> (zie ook deze verantwoording tabel 2.2). De gevond<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> LT <strong>en</strong> LTP anderzijds is dan ook volg<strong>en</strong>s verwachting; niet van<br />

13<br />

Paragraaf 6.2.2 maakt zowel onderdeel uit van de Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording va de <strong>DMT</strong> (deel 1) als van de<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets (deel 2). In paragraaf 12.2.2 van deel 2 zal dan ook terugverwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

naar paragraaf 6.2.2.<br />

49


de orde van grootte van de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> onderling, maar toch redelijk; redelijk hoog zelfs<br />

als het om de correlaties met LTP gaat. De correlaties van <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> met deze soortg<strong>en</strong>oot-instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

zijn in ieder geval flink hoger dan die met e<strong>en</strong> niet-soortg<strong>en</strong>oot als Woord<strong>en</strong>schat (WS).<br />

Tabel 6.1 Correlaties tuss<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong>, de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> andere toets<strong>en</strong> in groep 3<br />

<strong>DMT</strong> medio <strong>DMT</strong> eind <strong>AVI</strong> medio <strong>AVI</strong> eind WS medio WS eind LT medio<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> eind .846<br />

<strong>AVI</strong> medio .887 .803<br />

<strong>AVI</strong> eind .754 .860 .765<br />

WS medio .191 .118 .123 .149<br />

WS eind .173 .122 .127 .155 .646<br />

LT medio .514 .497 .424 .436 .258 .328<br />

LT eind .563 .627 .449 .540 .200 .288 .532<br />

LTP eind<br />

Toelichting<br />

.700 .734 .170 .239<br />

WS staat voor Woord<strong>en</strong>schat.<br />

LT staat voor Leestechniek.<br />

LTP staat voor Leestempo.<br />

Tabel 6.2 Correlaties tuss<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong>, de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> andere toets<strong>en</strong> in groep 4<br />

<strong>DMT</strong> medio <strong>DMT</strong> eind <strong>AVI</strong> medio <strong>AVI</strong> eind WS medio WS eind LTP medio<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> eind .932<br />

<strong>AVI</strong> medio .871 .825<br />

<strong>AVI</strong> eind .859 .861 .915<br />

WS medio .284 .276 .266 .246<br />

WS eind .326 .361 .304 .317 .565<br />

LTP medio .856 .838 .308 .387<br />

LTP eind<br />

Toelichting<br />

.781 .810 .245 .309 .891<br />

WS staat voor Woord<strong>en</strong>schat.<br />

LTP staat voor Leestempo.<br />

Ook in tabel 6.2 zijn de hoogste correlaties die van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets met elkaar, met zichzelf op het<br />

andere afnamemom<strong>en</strong>t <strong>en</strong> met het soortg<strong>en</strong>ootinstrum<strong>en</strong>t Leestempo (LTP). De laagste correlaties zijn die<br />

tuss<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong>schattoets<strong>en</strong> (WS) <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (<strong>DMT</strong>, <strong>AVI</strong> <strong>en</strong> LTP)<br />

anderzijds.<br />

Tabel 6.3 Correlaties tuss<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets in groep 5<br />

<strong>DMT</strong> medio <strong>DMT</strong> eind <strong>AVI</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> eind .922<br />

<strong>AVI</strong> medio .821 .747<br />

<strong>AVI</strong> eind .787 .827 .862<br />

In tabel 6.4 zijn het ook weer de correlaties van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets met elkaar <strong>en</strong> met zichzelf op het<br />

andere afnamemom<strong>en</strong>t het hoogst. Opvall<strong>en</strong>d zijn de lage correlaties van <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> met de toets<br />

Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> (BL). De correlaties tuss<strong>en</strong> <strong>AVI</strong> <strong>en</strong> BL zijn iets hoger dan die tuss<strong>en</strong> <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> BL;<br />

vermoedelijk omdat het zowel in de <strong>AVI</strong>-toets als in de toets Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> om het lez<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> gaat.<br />

De correlaties tuss<strong>en</strong> <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de spellingtoets<strong>en</strong> uit LVS anderzijds nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

midd<strong>en</strong>positie in. Ze zijn hoger dan die van <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> met BL, maar lang niet zo hoog als de correlaties<br />

van <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> onderling <strong>en</strong> met zichzelf.<br />

50


Tabel 6.4 Correlaties tuss<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong>, de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> andere toets<strong>en</strong> in groep 6<br />

<strong>DMT</strong> medio <strong>DMT</strong> eind <strong>AVI</strong> medio <strong>AVI</strong> eind BL medio SP medio<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> eind .900<br />

<strong>AVI</strong> medio .782 .765<br />

<strong>AVI</strong> eind .770 .773 .896<br />

BL medio .271 .290 .333 .316<br />

SP medio .457 .436 .454 .432 .412<br />

SP eind<br />

Toelichting<br />

.508 .481 .483 .450 .424 .813<br />

BL staat voor Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>.<br />

SP staat voor Spelling.<br />

Tabel 6.5 Correlaties tuss<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong>, de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> andere toets<strong>en</strong> in groep 7<br />

<strong>DMT</strong> medio <strong>DMT</strong> eind <strong>AVI</strong> medio <strong>AVI</strong> eind SP medio<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> eind .922<br />

<strong>AVI</strong> medio .761 .740<br />

<strong>AVI</strong> eind .763 .771 .883<br />

SP medio .452 .429 .489 .477<br />

SP eind .438 .410 .466 .452 .821<br />

Tabel 6.6 Correlatie tuss<strong>en</strong> de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets in groep 8<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>DMT</strong> medio<br />

<strong>AVI</strong> medio .922<br />

Uit alle tabell<strong>en</strong> hierbov<strong>en</strong> bleek dat de correlaties tuss<strong>en</strong> scores op de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> die op soortg<strong>en</strong>ootinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

(de <strong>AVI</strong>-toets, de toets<strong>en</strong> Leestechniek <strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> Leestempo) hoger zijn dan de correlaties<br />

van de <strong>DMT</strong> met niet-soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (de toets<strong>en</strong> Woord<strong>en</strong>schat, Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Spelling). Hetzelfde<br />

geldt mutatis mutandis voor de <strong>AVI</strong>-toets: hogere correlaties met soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (de <strong>DMT</strong>, de toets<strong>en</strong><br />

Leestechniek <strong>en</strong> Leestempo); lagere correlaties met niet-soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (de toets<strong>en</strong> Woord<strong>en</strong>schat,<br />

Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Spelling). De correlaties van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets met de soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, waaronder<br />

zijzelf, zijn tamelijk tot behoorlijk hoog, maar niet perfect (lager dan 0.95). De <strong>DMT</strong>, de <strong>AVI</strong>-toets, de toets<strong>en</strong><br />

Leestechniek <strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> Leestempo met<strong>en</strong> dus niet precies hetzelfde; waarschijnlijk wel hetzelfde<br />

construct, maar elk op e<strong>en</strong> andere manier – met andere operationalisering<strong>en</strong> (zie tabel 2.2 voor e<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>vatting) – gemet<strong>en</strong>. De <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets met<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> de lage correlaties met deze toets<strong>en</strong>,<br />

duidelijk iets anders dan de toets<strong>en</strong> Woord<strong>en</strong>schat <strong>en</strong> Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>.<br />

We mog<strong>en</strong> dit beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> aanwijzing voor de begripsvaliditeit van de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets.<br />

6.2.3 Longitudinale vaardigheidsto<strong>en</strong>ame<br />

E<strong>en</strong> derde indicatie voor de begripsvaliditeit van de <strong>DMT</strong> is te vind<strong>en</strong> in tabel 6.7. Deze tabel bevat<br />

informatie over de gemiddelde technische leesvaardigheid, dat wil zegg<strong>en</strong> het gemiddelde van de geschatte<br />

vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de spreiding van de vaardigheid op de verschill<strong>en</strong>de afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, i.e. voor de<br />

verschill<strong>en</strong>de populaties.<br />

De gemiddeld vaardigheid van de leerling<strong>en</strong> blijkt van afname tot afname gestaag toe te nem<strong>en</strong>. In<br />

paragraaf 2.4.1 onder het kopje Ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> we hoe de technische leesvaardigheid zich vanaf groep 3<br />

tot <strong>en</strong> met groep 8 ontwikkelt: nadat de elem<strong>en</strong>taire leeshandeling is verworv<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> deze te<br />

versnell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te breid<strong>en</strong> naar complexere woord<strong>en</strong>. Het technisch lez<strong>en</strong> krijgt steeds meer e<strong>en</strong><br />

automatisch verloop; de eerder geleerde decoderings- <strong>en</strong> woordherk<strong>en</strong>ningsprocess<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

steeds hoger tempo <strong>en</strong> steeds nauwkeuriger uitgevoerd.<br />

51


Deze ontwikkeling wordt 'empirisch' weerspiegeld in de met de <strong>DMT</strong> verzamelde vaardigheidsscores in<br />

tabel 6.7. Deze laat immers e<strong>en</strong> stapsgewijze to<strong>en</strong>ame zi<strong>en</strong> van de technisch-leesscores van<br />

basisschoolleerling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> jaargroep 3 <strong>en</strong> jaargroep 8.<br />

Tabel 6.7 Gemiddelde vaardigheid <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de standaardafwijking voor de verschill<strong>en</strong>de populaties<br />

Populatie op… Gemiddelde vaardigheid Standaardafwijking<br />

medio groep 3 23.281 14.495<br />

eind groep 3 35.975 17.560<br />

medio groep 4 52.750 19.036<br />

eind groep 4 61.454 18.147<br />

medio groep 5 70.290 16.903<br />

eind groep 5 74.741 16.264<br />

medio groep 6 81.342 14.224<br />

eind groep 6 86.098 13.148<br />

medio groep 7 88.927 15.395<br />

eind groep 7 92.999 15.703<br />

medio groep 8 95.123 13.669<br />

Wel mak<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>staande gegev<strong>en</strong>s duidelijk dat de groei van de vaardigheid vanaf afnamemom<strong>en</strong>t eind<br />

groep 6 minder groot is dan vóór dat mom<strong>en</strong>t. Dat is niet verrass<strong>en</strong>d; de technisch-leesontwikkeling van<br />

leerling<strong>en</strong> maakt in de aanvangsfase nu e<strong>en</strong>maal de grootste sprong<strong>en</strong>.<br />

52


7 Sam<strong>en</strong>vatting deel 1<br />

In de voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> zijn alle aspect<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die het mogelijk mak<strong>en</strong> om de kwaliteit van de<br />

<strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> (<strong>DMT</strong>) te beoordel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het COTAN-beoordelingssysteem (Evers et al., 2009).<br />

In onderstaande sam<strong>en</strong>vatting wordt deze bespreking kort weergegev<strong>en</strong>.<br />

Na de Inleiding, hoofdstuk 1, volgt in hoofdstuk 2 e<strong>en</strong> uitvoerige beschrijving van de uitgangspunt<strong>en</strong> bij de<br />

constructie van de <strong>DMT</strong>. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> de meetpret<strong>en</strong>tie, de doelgroep <strong>en</strong> de gebruiksfuncties<br />

aan bod, waarna het hoofdstuk wordt afgeslot<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beschrijving van de theoretische fundering van de<br />

toets; zowel inhoudelijk als psychometrisch.<br />

In hoofdstuk 3 wordt de inhoud van de toets beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoord, <strong>en</strong> wordt ingegaan op de<br />

afnameprocedure van de toets <strong>en</strong> op de rapportage van de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />

Hoofdstuk 4 doet eerst verslag van de opzet <strong>en</strong> het verloop van het normeringsonderzoek. Daarna kom<strong>en</strong><br />

de steekproeftrekking <strong>en</strong> de repres<strong>en</strong>tativiteit van de steekproef aan de orde. Deze steekproef werd aselect<br />

getrokk<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> gestratificeerde populatie <strong>en</strong> is geëvalueerd met betrekking tot het aantal pot<strong>en</strong>tiële<br />

achterstandsleerling<strong>en</strong>, de regionale spreiding <strong>en</strong> de mate van verstedelijking van de deelnem<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> met betrekking tot de sekse, de leeftijd <strong>en</strong> de thuistaal van de leerling<strong>en</strong> op deze schol<strong>en</strong>. Wat de<br />

schoolk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> betreft, word<strong>en</strong> in de diverse substeekproev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> of slechts geringe afwijking<strong>en</strong><br />

geconstateerd tuss<strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> in onze steekproef <strong>en</strong> de populatie van basisschol<strong>en</strong> in ons land.<br />

Ge<strong>en</strong> van de afwijking<strong>en</strong> bleek significant. We mog<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat de steekproef op deze punt<strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatief g<strong>en</strong>oemd kan word<strong>en</strong>. Ook de leerlingk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> in die richting; al zijn deze ons niet<br />

van alle deelnem<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> verstrekt. Voor de leerling<strong>en</strong> waarvan we de betreff<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong><br />

geldt: de verdeling jong<strong>en</strong>-meisjes is ongeveer fifty-fifty, de steekproef bestaat voor 96% uit reguliere (nietvertraagde,<br />

niet-vroege) leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de verdeling naar thuistaal laat in de steekproef e<strong>en</strong> landelijke<br />

beeld zi<strong>en</strong>: de perc<strong>en</strong>tages Nederlands <strong>en</strong> niet-Nederlands zijn in overe<strong>en</strong>stemming met de perc<strong>en</strong>tages,<br />

verzameld onder Eindtoets-deelnemers. Het hoofdstuk vervolgt met de beschrijving <strong>en</strong> validering van het<br />

gebruikte psychometrisch model <strong>en</strong> besluit met de resultat<strong>en</strong> uit het normeringsonderzoek: het overzicht van<br />

de vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> per normeringmom<strong>en</strong>t.<br />

In hoofdstuk 5 wordt gerapporteerd over de betrouwbaarheid <strong>en</strong> de meetnauwkeurigheid.<br />

De betrouwbaarheidscoëfficiënt<strong>en</strong> (Cronbach's alpha) voor de vaakst gehanteerde combinaties van<br />

leeskaart<strong>en</strong> zijn op ieder afnamemom<strong>en</strong>t groter dan 0.92. De lokale meetnauwkeurigheid wordt zowel<br />

grafisch als tabellarisch weergegev<strong>en</strong>. De meetfout<strong>en</strong> zijn het kleinst in de lagere vaardigheidsregion<strong>en</strong>,<br />

waar nauwkeurig met<strong>en</strong> de hoogste prioriteit heeft, maar blijv<strong>en</strong> ook in de hogere region<strong>en</strong> beperkt.<br />

De combinatie van e<strong>en</strong> leeskaart van het eerste <strong>en</strong> het tweede niveau plaatst op afnamemom<strong>en</strong>t medio<br />

jaargroep 3 97% à 99% van respectievelijk de E- <strong>en</strong> de V-leerling<strong>en</strong> in het juiste of in het aanligg<strong>en</strong>de<br />

vaardigheidsniveau <strong>en</strong> op afnamemom<strong>en</strong>t medio jaargroep 8 zijn deze perc<strong>en</strong>tages 92% à 94%. Voor de<br />

combinatie van alle drie de kaart<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong> de perc<strong>en</strong>tages: 99% à 100% <strong>en</strong> 96% à 97%.<br />

Hoofdstuk 6 gaat in op de validiteit van de <strong>DMT</strong>. Voor de inhoudsvaliditeit wordt terugverwez<strong>en</strong> naar de<br />

inhoudsverantwoording in hoofdstuk 3. Daar word<strong>en</strong> de keuzes betreff<strong>en</strong>de het leesmateriaal ('losse'<br />

woord<strong>en</strong> in plaats van zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong>), het vereiste leesgedrag (hardop lez<strong>en</strong> in plaats van stil lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

de selectie van de woord<strong>en</strong> (qua moeilijkheid <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>dheid) op de leeskaart<strong>en</strong> verantwoord. Met het oog<br />

op de begripsvaliditeit geeft hoofdstuk 6 drie indicaties:<br />

- Alle <strong>DMT</strong>-tak<strong>en</strong> (leeskaart<strong>en</strong>) voldo<strong>en</strong> aan de criteria voor model fit; er kan dus aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat<br />

de met de toets gemet<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> zijn vanuit e<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde<br />

vaardigheid. Dat deze vaardigheid vervolg<strong>en</strong>s technisch lez<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd mag word<strong>en</strong>, vloeit voort uit de<br />

inhoudelijke waarborg<strong>en</strong>, beschrev<strong>en</strong> in hoofdstuk 3.<br />

- Uit de correlaties tuss<strong>en</strong> de scores op de <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> die op andere meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Cito-<br />

Leerling- <strong>en</strong> onderwijsvolgsysteem (LOVS) blijkt dat de scores op de <strong>DMT</strong> sterk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met<br />

andere toets<strong>en</strong> voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid (de <strong>AVI</strong>-toets, de toets<strong>en</strong><br />

Leestechniek <strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> Leestempo) <strong>en</strong> nauwelijks of minder sterk met scores op andere onderdel<strong>en</strong><br />

(de toets<strong>en</strong> Woord<strong>en</strong>schat, Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Spelling). De g<strong>en</strong>oemde technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

waaronder de <strong>DMT</strong>, met<strong>en</strong> elk op eig<strong>en</strong> wijze hetzelfde construct <strong>en</strong> duidelijk iets anders dan de andere<br />

toets<strong>en</strong> in het LOVS. We mog<strong>en</strong> dit opvatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> aanwijzing voor de begripsvaliditeit van de <strong>DMT</strong>.<br />

- E<strong>en</strong> van de uitgangspunt<strong>en</strong> van de <strong>DMT</strong> is de aanname dat de technische leesvaardigheid van<br />

leerling<strong>en</strong> over de tijd to<strong>en</strong>eemt. Deze aanname wordt door de data bevestigd: de gemiddelde<br />

vaardigheidsscores voor de onderscheid<strong>en</strong> (halfjaarlijkse) populaties word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> jaargroep 3 <strong>en</strong> 8<br />

stapsgewijs hoger.<br />

53


Deel 2 Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets<br />

8 Uitgangspunt<strong>en</strong> van de toetsconstructie<br />

8.1 Meetpret<strong>en</strong>tie<br />

Lez<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> complex sam<strong>en</strong>spel tuss<strong>en</strong> process<strong>en</strong> van hogere orde, waarin het begrijp<strong>en</strong> van geschrev<strong>en</strong><br />

tekst<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staat, <strong>en</strong> process<strong>en</strong> van lagere orde, waarin het om de techniek van het lez<strong>en</strong> gaat (Sijtstra,<br />

2003). In lijn hiermee wordt binn<strong>en</strong> het leesonderwijs op de basisschool e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> technisch lez<strong>en</strong>. Het technisch lez<strong>en</strong> is daarbij strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> doel op zich, maar<br />

kan word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> voorwaardelijke activiteit voor het begrijp<strong>en</strong> van geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>. Dit laat<br />

onverlet dat technisch lez<strong>en</strong> in het basisonderwijs – in ieder geval in de onder- <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>bouw – naast<br />

begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volwaardige plaats inneemt op het rooster <strong>en</strong> ook regelmatig getoetst wordt.<br />

Voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid van leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de literatuur verscheid<strong>en</strong>de<br />

typ<strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorgesteld. Zie voor e<strong>en</strong> overzicht van in Nederland uitgegev<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op dit<br />

gebied tabel 2.1. Deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> onderling wat betreft het van de leerling<strong>en</strong> gevraagde<br />

leesgedrag (hardop lez<strong>en</strong> of stil lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het te lez<strong>en</strong> materiaal (woord<strong>en</strong>, pseudowoord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> of<br />

tekst<strong>en</strong>), maar hebb<strong>en</strong> één k<strong>en</strong>merk geme<strong>en</strong>: zij word<strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> zekere tijdsdruk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit omdat<br />

de technische leesvaardigheid bij voorkeur wordt gedefinieerd in term<strong>en</strong> van nauwkeurigheid én snelheid.<br />

In LOVS zijn voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid verteg<strong>en</strong>woordigers van meerdere typ<strong>en</strong><br />

meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beschikbaar: de toets<strong>en</strong> Leestechniek uit het toetspakket Technisch lez<strong>en</strong> Groep 3 lat<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> stil lez<strong>en</strong>, de toets<strong>en</strong> Leestempo uit hetzelfde pakket <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de pakkett<strong>en</strong> Technisch<br />

lez<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> stil lez<strong>en</strong>, de <strong>DMT</strong>, het instrum<strong>en</strong>t dat in het voorafgaande werd verantwoord,<br />

laat leerling<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets, het instrum<strong>en</strong>t dat op deze plaats verantwoord wordt,<br />

laat leerling<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> hardop lez<strong>en</strong>. Zie ook tabel 2.2.<br />

8.2 Doelgroep<br />

De <strong>AVI</strong>-toets is primair bedoeld voor leerling<strong>en</strong> in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8 van het basisonderwijs. In deze<br />

jaargroep<strong>en</strong> zijn de populatieparameters zowel midd<strong>en</strong> leerjaar (in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8) als einde<br />

leerjaar (in de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 7) bepaald.<br />

De toets is ook geschikt voor leerling<strong>en</strong> op speciale schol<strong>en</strong> voor basisonderwijs <strong>en</strong> voor speciale leerling<strong>en</strong><br />

in het regulier basisonderwijs. In de handleiding bij de toets zijn met het oog op het gebruik in deze<br />

doelgroep<strong>en</strong> extra aanwijzing<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; er zijn echter ge<strong>en</strong> aparte refer<strong>en</strong>tiegegev<strong>en</strong>s verzameld: voor<br />

speciale leerling<strong>en</strong> zijn dezelfde norm<strong>en</strong> van toepassing als voor leerling<strong>en</strong> in het regulier basisonderwijs.<br />

Daardoor zijn de prestaties van beide doelgroep<strong>en</strong> (speciaal versus regulier) op de <strong>AVI</strong>-toets goed<br />

vergelijkbaar.<br />

Voor één groep leerling<strong>en</strong> is de <strong>AVI</strong>-toets niet geschikt: voor kinder<strong>en</strong> met ernstige spraakmoeilijkhed<strong>en</strong>.<br />

8.3 Gebruiksdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong><br />

De <strong>AVI</strong>-toets heeft vier doel<strong>en</strong>: niveaubepaling, progressiebepaling, probleemanalyse <strong>en</strong> selectie van<br />

leesstof, <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t twee toepassing<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> toepassing als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

toepassing als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong>.<br />

Instrum<strong>en</strong>t voor individuele analyse<br />

De <strong>AVI</strong>-toets kan ingezet word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toetsingsprocedure die start met het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toets uit e<strong>en</strong><br />

van de pakkett<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> (Jong<strong>en</strong> et al., 2009a; 2009b; 2010) of uit het pakket Leestechniek &<br />

Leestempo (Krom, 2004) 14 . Op basis van de resultat<strong>en</strong> op deze (scre<strong>en</strong>ings)toets kan de leerkracht<br />

14<br />

De pakkett<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> zijn het pakket Leestechniek & Leestempo geleidelijk aan het vervang<strong>en</strong>. In schooljaar<br />

2012/2013 zal deze vervanging compleet zijn. Tot die tijd functioner<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Leestechniek & Leestempo naast<br />

elkaar.<br />

55


leerling<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die wat hun technische leesvaardigheid betreft bijzondere aandacht behoev<strong>en</strong>.<br />

Dat zijn bijvoorbeeld de leerling<strong>en</strong> die in vergelijking met de refer<strong>en</strong>tiegroep laag scor<strong>en</strong> of die e<strong>en</strong><br />

stagner<strong>en</strong>de of teruglop<strong>en</strong>de ontwikkeling verton<strong>en</strong>. Deze leerling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in het vervolg van de<br />

toetsingsprocedure (de 'diagnostische' fase) in aanmerking voor e<strong>en</strong> nadere analyse. Deze analyse kan<br />

word<strong>en</strong> uitgevoerd met de <strong>AVI</strong>-toets, die in dat geval wordt toegepast als instrum<strong>en</strong>t voor individuele<br />

analyse. Zie ook onderstaand schema.<br />

stap 1 stap 2<br />

TTL / LT& LTP → <strong>AVI</strong>-toets<br />

collectieve individuele<br />

scre<strong>en</strong>ing analyse<br />

Typisch gebruiksdoel bij deze toepassing van de <strong>AVI</strong>-toets is de probleemanalyse. E<strong>en</strong> ander gebruiksdoel<br />

in dit kader: de selectie van pass<strong>en</strong>d leesmateriaal<br />

Probleemanalyse Iedere afname van e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-toetskaart levert e<strong>en</strong> snelheidsscore <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

nauwkeurigheidsscore op. Beide scores spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol bij het bepal<strong>en</strong> van het <strong>AVI</strong>-niveau van e<strong>en</strong> leerling.<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> de twee scores kan het uitgangspunt zijn voor e<strong>en</strong> kwalitatieve analyse van het lez<strong>en</strong><br />

van de leerling. Daaruit kan namelijk word<strong>en</strong> afgeleid waar de problem<strong>en</strong> van de leerling vooral ligg<strong>en</strong>: is er<br />

sprake van e<strong>en</strong> tempoprobleem (als de leerling foutloos maar traag leest), zijn er problem<strong>en</strong> met de<br />

nauwkeurigheid (als de leerling vlot maar slordig leest) of is hij e<strong>en</strong> trage lezer die daarbij veel leesfout<strong>en</strong><br />

maakt, gekoppeld aan de vraag: welke typ<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> zijn dat? Zwakke technisch-lezers onderscheid<strong>en</strong> zich<br />

overig<strong>en</strong>s met name door e<strong>en</strong> geringe leessnelheid. Uit de individuele analyse van de leesprestaties van<br />

laag scor<strong>en</strong>de, dus doorgaans langzaam lez<strong>en</strong>de, leerling<strong>en</strong> kan echter blijk<strong>en</strong> dat deze niet alle<strong>en</strong> moeite<br />

hebb<strong>en</strong> met het tempo maar ook met de accuratesse waarmee gelez<strong>en</strong> wordt.<br />

In paragraaf 3.1 van de toetshandleiding (Verzameloverzicht voor individuele analyse; pagina 25 e.v.) wordt<br />

nader ingegaan op het verwerk<strong>en</strong> van de gegev<strong>en</strong>s die uitgangspunt kunn<strong>en</strong> zijn voor e<strong>en</strong> kwalitatieve<br />

analyse. In de betreff<strong>en</strong>de paragraaf wordt e<strong>en</strong> formulier beschrev<strong>en</strong> – het verzameloverzicht – waarop<br />

leerkracht<strong>en</strong> alle informatie kunn<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong> die van belang is voor de remediëring van zwakke lezers.<br />

Per afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> toets kan naast de leestijd, het aantal fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> de score op basis van leestijd <strong>en</strong> aantal<br />

fout<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> bepaald niveau niet beheerst vanwege de leestijd, vanwege<br />

het aantal gemaakte fout<strong>en</strong> of vanwege beide. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan vastgelegd word<strong>en</strong> hoe vaak welk type fout<br />

door de leerling gemaakt is: hoeveel woord<strong>en</strong> hij verkeerd heeft gelez<strong>en</strong>, hoeveel woord<strong>en</strong> hij spell<strong>en</strong>d heeft<br />

gelez<strong>en</strong>, hoeveel keer hij e<strong>en</strong> woord heeft overgeslag<strong>en</strong>, hoeveel keer hij e<strong>en</strong> woord heeft tuss<strong>en</strong>gevoegd<br />

<strong>en</strong> hoeveel woord<strong>en</strong> er door de toetsleider moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgezegd.<br />

Selectie van leesstof E<strong>en</strong> belangrijk gebruiksdoel van de <strong>AVI</strong>-toets is het afstemm<strong>en</strong> van de leesstof op de<br />

leesvaardigheid. Hoe gaat die afstemming in z'n werk? De technische leesvaardigheid van e<strong>en</strong> leerling zoals<br />

bepaald met de <strong>AVI</strong>-toets kan uitgedrukt word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveau. Maar ook de moeilijkheid die e<strong>en</strong> tekst<br />

leestechnisch gesprok<strong>en</strong> heeft, kan uitgedrukt word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveau. Zie ook paragraaf 9.3 van deze<br />

verantwoording. Dit maakt het mogelijk om voor e<strong>en</strong> leerling leestekst<strong>en</strong> te selecter<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> moeilijkheid<br />

die afgestemd is op de leestechniek waarover hij kan beschikk<strong>en</strong>.<br />

In het kader van de toepassing van de <strong>AVI</strong>-toets als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse gaat het vooral<br />

om het selecter<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dusdanige leestechnische moeilijkheid dat leerling<strong>en</strong> die als zwakke<br />

lezer gesignaleerd zijn er hun technische leesvaardigheid mee kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong><br />

De <strong>AVI</strong>-toets kan ook ingezet word<strong>en</strong> als scre<strong>en</strong>ings- of signaleringsinstrum<strong>en</strong>t. In deze toepassing wordt de<br />

toets voorgelegd aan alle leerling<strong>en</strong> in de groep. Gebruiksdoel<strong>en</strong> bij de toepassing van de <strong>AVI</strong>-toets als<br />

signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong> zijn primair de niveau- <strong>en</strong> progressiebepaling <strong>en</strong> de selectie van<br />

pass<strong>en</strong>d tekstmateriaal.<br />

Niveaubepaling Iedere toetsafname van de <strong>AVI</strong>-toets geeft de leerkracht informatie over het technisch<br />

leesvaardigheidsniveau van zijn leerling<strong>en</strong>; in teg<strong>en</strong>stelling tot de <strong>DMT</strong> uitsluit<strong>en</strong>d van individuele leerling<strong>en</strong>;<br />

niet van de groep als geheel. De behaalde vaardigheidsscores kunn<strong>en</strong> daartoe normgericht geïnterpreteerd<br />

56


word<strong>en</strong> op basis van de vaardigheidsverdeling in e<strong>en</strong> adequate refer<strong>en</strong>tiegroep. Zie voor de beschrijving van<br />

de gebruikte refer<strong>en</strong>tiegroep: paragraaf 4.2 van deze verantwoording.<br />

Progressiebepaling Daarnaast geeft de <strong>AVI</strong>-toets de leerkracht informatie over de ontwikkeling van de<br />

technische leesvaardigheid van zijn (individuele) leerling<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de (bijna) de gehele basisschoolperiode.<br />

Beschouwing van de resultat<strong>en</strong> van achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de toetsafnam<strong>en</strong> geeft antwoord op vrag<strong>en</strong> als: is er<br />

sprake van vooruitgang, van achteruitgang of van stabilisering? Is de vooruitgang – gelet op de gemiddelde<br />

vooruitgang in de populatie – volg<strong>en</strong>s verwachting?<br />

Het psychometrische model dat gehanteerd is om de scores van leerling<strong>en</strong> te modeller<strong>en</strong> (zie de paragraf<strong>en</strong><br />

2.4.2 <strong>en</strong> 10.3 van deze verantwoording) maakt het mogelijk om deze scores van e<strong>en</strong> leerling op<br />

verschill<strong>en</strong>de subtoets<strong>en</strong> (toetskaart<strong>en</strong>), op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, onderling te vergelijk<strong>en</strong>.<br />

Deze scores zijn daartoe te transformer<strong>en</strong> in scores op één vaardigheidsschaal. Deze vaardigheidschaal <strong>en</strong><br />

de schatting van de vaardigheidsverdeling zijn bepaald met behulp van het zogehet<strong>en</strong> gamma-gammamodel<br />

(Verhelst & Kamphuis, in druk); e<strong>en</strong> combinatie van het gamma-(meet)model van Rasch (1960) <strong>en</strong><br />

het populatiemodel – id<strong>en</strong>tiek aan dat van de <strong>DMT</strong> – van Jans<strong>en</strong> (1997) waarin wordt verondersteld dat de<br />

leesvaardigheid in de populatie gamma-verdeeld is.<br />

Selectie van leesstof Ook in de context van de toepassing van de <strong>AVI</strong>-toets als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t kan<br />

het <strong>AVI</strong>-niveau dat e<strong>en</strong> leerling op e<strong>en</strong> bepaald afnamemom<strong>en</strong>t behaalt, gebruikt word<strong>en</strong> om voor deze<br />

leerling pass<strong>en</strong>d tekstmateriaal – i.c. boek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> technische leesmoeilijkheid afgestemd op zijn<br />

vaardigheidsniveau – te selecter<strong>en</strong>.<br />

Probleemanalyse De inzet van de <strong>AVI</strong>-toets als signaleringinstrum<strong>en</strong>t – stap 1 in onderstaand schema –<br />

laat onverlet dat uit de <strong>AVI</strong>-resultat<strong>en</strong> van (<strong>en</strong>kele) leerling<strong>en</strong> in de groep kan blijk<strong>en</strong> dat zij in aanmerking<br />

kom<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nadere, individuele analyse.<br />

stap 1 stap 2<br />

<strong>AVI</strong>-toets → <strong>AVI</strong>-toets<br />

collectieve individuele<br />

scre<strong>en</strong>ing analyse<br />

Bij deze leerling<strong>en</strong> kan vervolg<strong>en</strong>s (stap 2) de probleemanalyse gestart word<strong>en</strong>: het onderzoek naar de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> de beide <strong>AVI</strong>-scores (leestijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> fout<strong>en</strong>) om antwoord te krijg<strong>en</strong> op vrag<strong>en</strong><br />

als: waarom blijft de technische leesvaardigheid van deze leerling<strong>en</strong> achter, waarop vall<strong>en</strong> zij uit? Op het<br />

leestempo, op de nauwkeurigheid of op beide?<br />

8.4 Theoretische inkadering<br />

Deze paragraaf hebb<strong>en</strong> de Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets (deel 2) <strong>en</strong> de<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>DMT</strong> (deel 1) geme<strong>en</strong>. Daarom wordt in het onderstaande<br />

terugverwez<strong>en</strong> naar de paragraf<strong>en</strong> 2.4.1 <strong>en</strong> 2.4.2.<br />

8.4.1 Inhoudelijk<br />

Zie voor de inhoud van deze paragraaf: paragraaf 2.4.1<br />

8.4.2 Psychometrisch<br />

Zie voor de inhoud van deze paragraaf: paragraaf 2.4.2<br />

57


9 Beschrijving van de toets<br />

9.1 Opbouw <strong>en</strong> structuur van de toets<br />

Het toetsmateriaal van LOVS <strong>AVI</strong> voor de jaargroep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8 omvat tweeëntwintig toetskaart<strong>en</strong>.<br />

Op iedere kaart staat e<strong>en</strong> tekst van e<strong>en</strong> bepaalde (leestechnische) moeilijkheid. Deze tekst moet door de<br />

leerling hardop word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Het gaat in alle gevall<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tekst die e<strong>en</strong> afgerond geheel vormt <strong>en</strong> die<br />

geschrev<strong>en</strong> is op één van elf onderscheid<strong>en</strong> moeilijkheidsniveaus, waardoor iedere <strong>AVI</strong>-tekst voldoet aan<br />

alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het betreff<strong>en</strong>de moeilijkheidsniveau. Deze moeilijkheidsniveaus word<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveaus<br />

g<strong>en</strong>oemd. Zie voor de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong> paragraaf 9.3 van deze<br />

verantwoording.<br />

Het pakket bevat tweeëntwintig kaart<strong>en</strong> omdat ieder moeilijkheidsniveau wordt verteg<strong>en</strong>woordigd door twee,<br />

parallelle, toetskaart<strong>en</strong> (A <strong>en</strong> B). Daardoor is het mogelijk om leerling<strong>en</strong> bij herhaald toets<strong>en</strong> op één <strong>AVI</strong>niveau<br />

toch verschill<strong>en</strong>de kaart<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong>. Aldus wordt voorkom<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> die het betreft te<br />

bek<strong>en</strong>d rak<strong>en</strong> met de tekst<strong>en</strong>. De parallelliteit van de kaart<strong>en</strong> is nagegaan in het onderzoek naar de validiteit<br />

van het psychometrisch model. (Zie paragraaf 10.3.3 van deze verantwoording.) Uit de analyse van de data<br />

bleek dat de moeilijkheidsparameters van de A- <strong>en</strong> B-kaart<strong>en</strong> bij b<strong>en</strong>adering als parallel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

beschouwd. (Zie ook paragraaf 11.1 van deze verantwoording.)<br />

Tabel 9.1 <strong>AVI</strong>-niveaus <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong><br />

<strong>AVI</strong>-Niveau <strong>Toets</strong>kaart<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-Niveau <strong>Toets</strong>kaart<strong>en</strong><br />

<strong>AVI</strong>-Start <strong>AVI</strong>-E5 E5 A <strong>en</strong> B<br />

<strong>AVI</strong>-M3 M3 A <strong>en</strong> B <strong>AVI</strong>-M6 M6 A <strong>en</strong> B<br />

<strong>AVI</strong>-E3 E3 A <strong>en</strong> B <strong>AVI</strong>-E6 E6 A <strong>en</strong> B<br />

<strong>AVI</strong>-M4 M4 A <strong>en</strong> B <strong>AVI</strong>-M7 M7 A <strong>en</strong> B<br />

<strong>AVI</strong>-E4 E4 A <strong>en</strong> B <strong>AVI</strong>-E7 E7 A <strong>en</strong> B<br />

<strong>AVI</strong>-M5 M5 A <strong>en</strong> B <strong>AVI</strong>-Plus Plus A <strong>en</strong> B<br />

We onderscheid<strong>en</strong> twaalf <strong>AVI</strong>-niveaus <strong>en</strong> er zijn toetskaart<strong>en</strong> op elf niveaus (zie tabel 9.1). Voor <strong>AVI</strong>-Start is<br />

het niet strikt nodig kaart<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong>; leerling<strong>en</strong> die niveau <strong>AVI</strong>-M3 niet beheers<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> op niveau <strong>AVI</strong>-<br />

Start.<br />

9.2 Afname <strong>en</strong> rapportage<br />

9.2.1 Afname<br />

De <strong>AVI</strong>-toets k<strong>en</strong>t twee normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: medio <strong>en</strong> einde leerjaar. Will<strong>en</strong> de in ons<br />

normeringsonderzoek verzamelde norm<strong>en</strong> van toepassing zijn, dan moet<strong>en</strong> de toetskaart<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> in de periode tweede helft januari/eerste helft februari (medio jaargroep) <strong>en</strong> in de periode tweede<br />

helft mei/eerste helft juni (einde jaargroep). Het bov<strong>en</strong>staande geldt onverkort voor de groep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met<br />

7; in jaargroep 8 echter is er slecht één normeringsmom<strong>en</strong>t: medio leerjaar.<br />

De <strong>AVI</strong>-toets wordt individueel afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De toetsleider <strong>en</strong> de leerling die de toets krijgt voorgelegd zitt<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>over elkaar; de te lez<strong>en</strong> toetskaart ligt omgekeerd tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> in. Iedere sessie begint met e<strong>en</strong><br />

introductie annex instructie (zie voor deze introductie <strong>en</strong> instructie: de handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>, onderdeel<br />

<strong>AVI</strong>, bladzijde 12 e.v.), waarna de toetsleider de toetskaart omdraait, zelf de titel voorleest – deze kan<br />

namelijk woord<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die, hoewel onmisbaar, voor de leerling<strong>en</strong> nog te moeilijk zijn – <strong>en</strong> de leerling<br />

begint te lez<strong>en</strong>. Op dat mom<strong>en</strong>t start de toetsleider de tijdwaarneming. Tijd<strong>en</strong>s het lez<strong>en</strong> noteert de<br />

toetsleider op e<strong>en</strong> met de betreff<strong>en</strong>de toetskaart corresponder<strong>en</strong>d scoreformulier welke woord<strong>en</strong> fout<br />

gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; in de handleiding bij de toets word<strong>en</strong> daartoe e<strong>en</strong>duidige scorevoorschrift<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> notatiewijz<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> voor de diverse fouttyp<strong>en</strong>. (Zie voor deze scorevoorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

notatiewijz<strong>en</strong>: de handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>, onderdeel <strong>AVI</strong>, bladzijde 15 e.v.) Wanneer de leerling de<br />

gehele tekst gelez<strong>en</strong> heeft, stopt de toetsleider de tijdwaarneming <strong>en</strong> telt hij de fout<strong>en</strong> die de leerling<br />

gemaakt heeft op. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de gebruikte leestijd <strong>en</strong> het aantal leesfout<strong>en</strong> op het scoreformulier<br />

59


g<strong>en</strong>oteerd. Op basis van beide mat<strong>en</strong> wordt aansluit<strong>en</strong>d de score bepaald. Voor wat betreft de aanduiding<br />

van deze scores is aangeslot<strong>en</strong> bij de terminologie van Struiksma et al (2009). In navolging van h<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

we als het gaat over de drie mogelijke scores op LOVS <strong>AVI</strong> van: beheersings-, instructie- <strong>en</strong> frustrati<strong>en</strong>iveau.<br />

(Zie voor de gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> van deze niveaus in term<strong>en</strong> van leestijd <strong>en</strong> aantal fout<strong>en</strong> de tabell<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 5 in de<br />

handleiding bij <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>, onderdeel <strong>AVI</strong>, bladzijde 19.) Wanneer e<strong>en</strong> leerling op e<strong>en</strong> kaart van e<strong>en</strong><br />

bepaald <strong>AVI</strong>-niveau de score beheersingsniveau behaalt, heet het dat deze leerling op dat <strong>AVI</strong>-niveau leest.<br />

Afnameopties: keuze van de beginkaart <strong>en</strong> van de vervolgkaart<strong>en</strong> ('doortoets<strong>en</strong>')<br />

Voor de meeste leerling<strong>en</strong> bestaat e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-afname uit het lez<strong>en</strong> van meer dan één toetskaart. Afhankelijk<br />

van zijn resultaat op de eerste kaart van de afnamesessie krijgt de leerling e<strong>en</strong> tweede kaart van e<strong>en</strong> lager<br />

of hoger <strong>AVI</strong>-niveau voorgelegd; afhankelijk van het resultaat op deze kaart volgt ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> derde kaart,<br />

<strong>en</strong>zovoort. Op dit zogehet<strong>en</strong> 'doortoets<strong>en</strong>' kom<strong>en</strong> we hieronder terug; daarvóór wordt ingegaan op de keuze<br />

van de toetskaart waarmee begónn<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>.<br />

Beginkaart Het niveau van de kaart waar e<strong>en</strong> afname mee begonn<strong>en</strong> wordt, hangt af van hoe de <strong>AVI</strong>-toets<br />

gebruikt wordt: als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse of als signaleringinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong>.<br />

In het eerste geval is met e<strong>en</strong> toets uit e<strong>en</strong> van de pakkett<strong>en</strong> Technisch lez<strong>en</strong> of uit het pakket Leestechniek<br />

& Leestempo reeds bepaald welk <strong>AVI</strong>-niveau e<strong>en</strong> leerling beheerst. De <strong>AVI</strong>-sessie begint dan met de<br />

toetskaart van één niveau hoger dan het met e<strong>en</strong> toets uit Technisch lez<strong>en</strong> of Leestechniek & Leestempo<br />

vastgestelde niveau.<br />

Wordt LOVS <strong>AVI</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> als signaleringinstrum<strong>en</strong>t gebruikt <strong>en</strong> start de leerkracht daar halverwege<br />

groep 3 mee, dan is de eerste toetskaart voor al zijn leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kaart op niveau <strong>AVI</strong>-M3. Start e<strong>en</strong><br />

leerkracht aan het eind van groep 3, dan zou de eerste kaart e<strong>en</strong> kaart op niveau <strong>AVI</strong>-E3 zijn, <strong>en</strong>zovoort.<br />

Doortoets<strong>en</strong> Zoals gezegd, is e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-sessie doorgaans niet afgelop<strong>en</strong> na het lez<strong>en</strong> van de tekst op de als<br />

eerste aangebod<strong>en</strong> toetskaart. Integ<strong>en</strong>deel, in de meeste gevall<strong>en</strong> wordt er doorgetoetst. Of <strong>en</strong> met welke<br />

kaart er doorgetoetst di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> hangt af van de behaalde score op de beginkaart (beheersings,<br />

instructie- of frustrati<strong>en</strong>iveau) én van de gebruikstoepassing van LOVS <strong>AVI</strong> (als instrum<strong>en</strong>t voor de<br />

individuele analyse of als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong>). En dit geldt ook voor alle volg<strong>en</strong>de<br />

kaart<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de toetskaart<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t gaat het de leerkracht om het bepal<strong>en</strong><br />

van het <strong>AVI</strong>-niveau van ieder van zijn leerling<strong>en</strong>; dat wil zegg<strong>en</strong>: het hoogste <strong>AVI</strong>-niveau waarop e<strong>en</strong> leerling<br />

de score beheersingsniveau behaalt. In dit geval wordt steeds – ook na de beginkaart – e<strong>en</strong> hogere kaart<br />

voorgelegd aan leerling<strong>en</strong> met score beheersingsniveau <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere kaart aan leerling<strong>en</strong> met scores<br />

instructi<strong>en</strong>iveau <strong>en</strong> frustrati<strong>en</strong>iveau. Heeft e<strong>en</strong> leerkracht deze gebruikstoepassing voor og<strong>en</strong> dan di<strong>en</strong>t hij<br />

door te toets<strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met de kaart waarop e<strong>en</strong> leerling de score beheersingsniveau niet meer haalt.<br />

De leerling leest dan op het <strong>AVI</strong>-niveau van de voorafgaande kaart.<br />

Gebruikt de leerkracht LOVS <strong>AVI</strong> als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse, dan gaat het om het bepal<strong>en</strong><br />

van het hoogste <strong>AVI</strong>-niveau waarop de leerling nog de score instructi<strong>en</strong>iveau behaalt. Dit <strong>AVI</strong>-niveau geeft<br />

het maximale moeilijkheidsniveau aan van tekst<strong>en</strong> die voor de betreff<strong>en</strong>de leerling het meest geschikt zijn<br />

om de technische leesvaardigheid verder mee te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. In dit geval wordt steeds e<strong>en</strong> hogere kaart<br />

voorgelegd aan leerling<strong>en</strong> met scores beheersingsniveau <strong>en</strong> instructi<strong>en</strong>iveau <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere kaart aan<br />

leerling<strong>en</strong> met score frustrati<strong>en</strong>iveau. Bij deze gebruikstoepassing di<strong>en</strong>t de leerkracht door te toets<strong>en</strong> totdat<br />

de leerling op e<strong>en</strong> kaart de score frustrati<strong>en</strong>iveau behaalt. De niveaus tuss<strong>en</strong> het <strong>AVI</strong>-niveau dat de leerling<br />

beheerst <strong>en</strong> het <strong>AVI</strong>-niveau dat tot frustratie leidt, gev<strong>en</strong> aan met welke tekst<strong>en</strong> – tekst<strong>en</strong> van welk<br />

moeilijkheidsniveau – de leerling zijn technische leesvaardigheid kan oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

9.2.2 Rapportage<br />

Ook wat betreft de rapportage van de op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> behaalde resultat<strong>en</strong> moet e<strong>en</strong> onderscheid<br />

gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het gebruik als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het gebruik<br />

als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse anderzijds.<br />

Rapportage bij gebruik als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t<br />

Wanneer de <strong>AVI</strong>-toets door e<strong>en</strong> leerkracht wordt ingezet als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> hij de <strong>AVI</strong>-niveaus<br />

van zijn leerling<strong>en</strong> heeft vastgesteld, is het voor hem relevant om deze niveaus vervolg<strong>en</strong>s normgericht te<br />

interpreter<strong>en</strong>, anders gezegd: om de in zijn groep behaalde <strong>AVI</strong>-niveaus te vergelijk<strong>en</strong> met die van e<strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatieve refer<strong>en</strong>tiegroep. Zie ook paragraaf 4.2 van deze verantwoording. Om deze vergelijking<br />

mogelijk te mak<strong>en</strong> wordt per normeringsmom<strong>en</strong>t (medio jaargroep 3, eind jaargroep 3, medio jaargroep 4, ...,<br />

60


medio jaargroep 8) uitgegaan van de geobserveerde scoreverdeling<strong>en</strong> van leestijd<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in de<br />

refer<strong>en</strong>tiegroep op de toetskaart<strong>en</strong> waarop zij hun hoogste beheersingniveau (= <strong>AVI</strong>-niveau) behaald<strong>en</strong>.<br />

Deze scoreverdeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, anders dan in de overige toets<strong>en</strong> in LOVS, niet gecategoriseerd in term<strong>en</strong><br />

van de vaardigheidsniveaus A tot <strong>en</strong> met E of I tot <strong>en</strong> met V. Dat is e<strong>en</strong> gevolg van de toegepaste procedure<br />

bij het toewijz<strong>en</strong> van vaardigheidsscores aan <strong>AVI</strong>-niveaus. Ieder <strong>AVI</strong>-niveau is namelijk gekoppeld aan de<br />

interkwartielrange van de op het betreff<strong>en</strong>de afnamemom<strong>en</strong>t behaalde scores: de vaardigheidsscores van<br />

de P25- tot <strong>en</strong> met de P75-leerling. Deze scores hebb<strong>en</strong> we ook bij de afbak<strong>en</strong>ing van vaardigheidsniveaus<br />

bij elkaar will<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> in één niveau, wat het aantal te onderscheid<strong>en</strong> vaardigheidsniveaus <strong>en</strong>igszins<br />

inperkt. In plaats van e<strong>en</strong> vijfdeling wordt daarom bij de <strong>AVI</strong>-toets e<strong>en</strong> indeling in drieën gehanteerd: L, M <strong>en</strong><br />

H. Vaardigheidsniveau L is toegewez<strong>en</strong> aan de 25% langzaamste lezers, vaardigheidsniveau M aan de 50%<br />

in dit opzicht middelste leerling<strong>en</strong> (de ‘interkwartielers’, zie bov<strong>en</strong>) <strong>en</strong> vaardigheidsniveau H aan de 25%<br />

snelste lezers. Voor de goede orde: deze indeling stoelt, zoals gezegd, op verdeling<strong>en</strong> van leestijd<strong>en</strong> op<br />

kaart<strong>en</strong> die door de leerling<strong>en</strong> in de refer<strong>en</strong>tiegroep beheerst werd<strong>en</strong>, dus op tijd<strong>en</strong> die verzameld zijn op<br />

basis van leesprestaties die stuk voor stuk aan de hoogste nauwkeurigheidscriteria voldo<strong>en</strong>.<br />

Rapportage bij gebruik als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse<br />

Voor het gebruik van LOVS <strong>AVI</strong> als signaleringsinstrum<strong>en</strong>t zijn in het toetspakket twee losbladige,<br />

kopieerbare rapport<strong>en</strong> beschikbaar: e<strong>en</strong> leerling- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groepsrapport. Op het leerlingrapport kunn<strong>en</strong> de<br />

vordering<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leerling in term<strong>en</strong> van zijn respectievelijke <strong>AVI</strong>-niveaus over de tijd gevolgd word<strong>en</strong>.<br />

Het groepsrapport geeft e<strong>en</strong> overzicht van de <strong>AVI</strong>-niveaus, de daaraan t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>de mat<strong>en</strong><br />

(leestijd <strong>en</strong> aantal leesfout<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de vaardigheidsniveaus (L, M <strong>en</strong> H) van e<strong>en</strong> groep leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zelfde<br />

meetmom<strong>en</strong>t. In LOVS is e<strong>en</strong> computerprogramma voorhand<strong>en</strong> dat – na invoering van de gebruikte leestijd<br />

<strong>en</strong> het aantal leesfout<strong>en</strong> per leerling – automatisch leerlingrapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groepsprofiel (e<strong>en</strong> grafische<br />

alternatief voor het groepsrapport) aanmaakt <strong>en</strong> daarnaast desgew<strong>en</strong>st overzicht<strong>en</strong> van de <strong>AVI</strong>-resultat<strong>en</strong> in<br />

relatie tot resultat<strong>en</strong> op andere LVS-toets<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of overzicht<strong>en</strong> op schoolniveau t<strong>en</strong> behoeve van de<br />

schoolzelfevaluatie (Evers, 2010).<br />

Voor het gebruik van LOVS <strong>AVI</strong> als instrum<strong>en</strong>t voor individuele analyse is – naast het leerlingrapport – e<strong>en</strong><br />

verzameloverzicht beschikbaar. Op dit overzicht kunn<strong>en</strong>, met het oog op verdere remediëring, diverse<br />

gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-sessie g<strong>en</strong>oteerd word<strong>en</strong>: welke kaart<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s zijn voorgelegd; de<br />

gebruikte leestijd, het aantal fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> de score per kaart; de oorzaak of oorzak<strong>en</strong> voor het niet behal<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> score beheersingsniveau (te veel tijd of te veel fout<strong>en</strong> of beide) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadere uitsplitsing naar<br />

fout<strong>en</strong>typ<strong>en</strong>. Het aanmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groepsrapport/-profiel is bij deze gebruikstoepassing niet functioneel;<br />

wanneer de <strong>AVI</strong>-toets ingezet wordt als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse wordt deze immers niet aan<br />

de groep als geheel voorgelegd, maar alle<strong>en</strong> aan bepaalde leerling<strong>en</strong> – voornamelijk de zwakke lezers – in<br />

de groep.<br />

9.3 Inhoudsverantwoording<br />

De <strong>AVI</strong>-toets is opgebouwd uit tekst<strong>en</strong>. Hét argum<strong>en</strong>t om in e<strong>en</strong> technisch-leestoets te kiez<strong>en</strong> voor tekst<strong>en</strong><br />

als stimulusmateriaal is de zogehet<strong>en</strong> ecologische validiteit: de toetssituatie lijkt op de alledaagse<br />

leessituatie, waarin leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Daarbij is de <strong>AVI</strong>-toets e<strong>en</strong> goede<br />

aanvulling op de <strong>DMT</strong>, waarin de technische leesvaardigheid immers gemet<strong>en</strong> wordt door leerling<strong>en</strong><br />

wóórd<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />

Het gebruik van tekst<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t geeft leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> minder goed ontwikkelde<br />

leestechniek de mogelijkheid om deze handicap te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> door gebruik te mak<strong>en</strong> van de context<br />

(Curtis & Glaser, 1983; Goldsmith-Phillips, 1989; Kim & Goetz, 1994: Leu Jr. et al., 1986; Nicholson, 1991;<br />

Nicholson et al., 1988; Stanovich, 1980; Stanovich & Stanovich, 1995; Stanovich et al., 1981). Is dat ge<strong>en</strong><br />

zwak punt van LOVS <strong>AVI</strong>? Wij hebb<strong>en</strong> goede grond<strong>en</strong> om aan te nem<strong>en</strong> dat dat niet zo is.<br />

Het comp<strong>en</strong>satieprincipe zal bij de afname van e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-toetskaart namelijk niet snel leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

verkeerde – te hoge – inschatting van de vaardigheid, gegev<strong>en</strong> de vertraging die zal optred<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong><br />

leerling bij de herk<strong>en</strong>ning van de woord<strong>en</strong> in de <strong>AVI</strong>-tekst hogere-ordeprocess<strong>en</strong> moet inschakel<strong>en</strong>.<br />

Hoe meer e<strong>en</strong> leerling gebruikmaakt van de context, des te langzamer zal zijn leessnelheid zijn. De invloed<br />

van de context zal bij de betere lezers zeer beperkt zijn.<br />

In LOVS <strong>AVI</strong> moet hardop gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Is dat e<strong>en</strong> valide manier om de technische leesvaardigheid vast<br />

te stell<strong>en</strong>? Immers het hardop lez<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> vraagt meer dan alle<strong>en</strong> het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> in<br />

zinsverband: de leerling moet de woord<strong>en</strong> ook omzett<strong>en</strong> in hoorbare spraakklank<strong>en</strong>. De <strong>AVI</strong>-toets vraagt<br />

activiteit van het vocale apparaat. Toevallige verspreking<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijke spraakproblem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de<br />

prestaties op de toets (de b<strong>en</strong>odigde tijd voor het lez<strong>en</strong> van de tekst, het aantal leesfout<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling<br />

61


daarbij maakt) beïnvloed<strong>en</strong>. Ondanks deze beperking hebb<strong>en</strong> we ook voor deze <strong>AVI</strong>-toets, analoog aan<br />

eerdere <strong>AVI</strong>-versies (Van d<strong>en</strong> Berg & Te Lintelo, 1977; Visser, Van Laarhov<strong>en</strong> & Ter Beek, 1994 <strong>en</strong> 1996),<br />

gekoz<strong>en</strong> voor hardop lez<strong>en</strong>. Dit houdt wel in dat LOVS <strong>AVI</strong> niet geschikt is voor leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

structureel spraakprobleem. Maar bij leerling<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> dergelijk probleem mag verwacht word<strong>en</strong> dat<br />

hardop lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> adequaat beeld geeft van de technische leesvaardigheid. De onderzoeksliteratuur leert<br />

ons weliswaar dat hardop <strong>en</strong> stil lez<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tieke process<strong>en</strong> zijn, maar ook dat leessnelheidsscores die<br />

behaald word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hardop-leestoets wel degelijk e<strong>en</strong> indicatie kunn<strong>en</strong> zijn voor het leestempo tijd<strong>en</strong>s<br />

het stil lez<strong>en</strong> (Allington, 1984; Armbruster & Wilkinson, 1991; Burge, 1983; Leu Jr., 1982; Mos<strong>en</strong>thal,<br />

1976-1977; Mos<strong>en</strong>thal, 1978; Schumm & Baldwin, 1989; Søvik et al., 2000). De extra informatie die door<br />

middel van hardop lez<strong>en</strong> beschikbaar komt <strong>en</strong> die kan verklar<strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> zwakke lezer is,<br />

weegt in diagnostisch-analytische <strong>en</strong> – in het vervolg daarvan – remediër<strong>en</strong>de zin ruimschoots op teg<strong>en</strong> de<br />

hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> beperking.<br />

In LOVS <strong>AVI</strong> zijn voor elf van de twaalf onderscheid<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveaus toetskaart<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Voor <strong>AVI</strong>-<br />

Start, het laagste van de twaalf niveaus, bevat het pakket ge<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong>. Dit niveau wordt toegek<strong>en</strong>d aan<br />

leerling<strong>en</strong> voor wie kaart M3 nog te moeilijk is. Voor ieder van de overige niveaus is e<strong>en</strong> A- <strong>en</strong> B-versie<br />

beschikbaar; de <strong>AVI</strong>-toets bevat in totaal dus 22 toetskaart<strong>en</strong>. Op elke kaart staat e<strong>en</strong> tekst, die e<strong>en</strong><br />

afgerond geheel vormt. Alle tekst<strong>en</strong> zijn geschrev<strong>en</strong> door professionele auteurs van jeugdliteratuur. Zij zijn<br />

gevraagd om tekst<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong> voor bepaalde doelgroep<strong>en</strong> (medio jaargroep 3, einde jaargroep 3, medio<br />

jaargroep 4, <strong>en</strong>zovoort), rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met het onderwijsaanbod aan deze leerling<strong>en</strong> op het gebied van<br />

technisch lez<strong>en</strong>. Deze tekst<strong>en</strong> onderscheidd<strong>en</strong> zich dan ook op e<strong>en</strong> aantal kwalitatief-linguïstische<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Van de aldus geproduceerde tekst<strong>en</strong> is vervolg<strong>en</strong>s de leestechnische moeilijkheid nagemet<strong>en</strong><br />

met behulp van e<strong>en</strong> leesbaarheidsformule. (Zie voor de ontwikkeling van de formule Staphorsius & Verhelst<br />

(1997). Met behulp van deze formule kan de technische leesbaarheid van tekst<strong>en</strong> voor de jeugd vastgesteld<br />

word<strong>en</strong>, welke per tekst berek<strong>en</strong>d wordt met behulp van twee kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: de<br />

gemiddelde woordl<strong>en</strong>gte van de tekst <strong>en</strong> het perc<strong>en</strong>tage hoogfrequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong> in de tekst. 15<br />

Deze leesbaarheid wordt uitgedrukt in e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> leesbaarheidsindex. Voor ieder van de tekst<strong>en</strong> die<br />

geschrev<strong>en</strong> zijn om mogelijkerwijs te word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de <strong>AVI</strong>-toets is op deze manier de<br />

leesbaarheidsindex berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> uitgedrukt in e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveau. Tekst<strong>en</strong> waarvan het gemet<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveau<br />

niet strookte met de kwalitatief-linguïstische inhoud, zijn niet in het pakket opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 16 . Zie voor de<br />

waard<strong>en</strong> van de kwantitatief- <strong>en</strong> kwalitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de in de <strong>AVI</strong>-toets opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

tekst<strong>en</strong> respectievelijk tabel 9.2 <strong>en</strong> 9.3.<br />

15<br />

E<strong>en</strong> leesbaarheidsformule – in statistische zin: e<strong>en</strong> regressievergelijking – bevat naast e<strong>en</strong> aantal van dit type k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

constante <strong>en</strong> de aan de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> gewicht<strong>en</strong>.<br />

16<br />

Dit lot trof ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> tweetal tekst<strong>en</strong> na inspectie van de geschatte moeilijkheidsparameters tijd<strong>en</strong>s de validatie van het<br />

gebruikte psychometrisch model. Zie paragraaf 10.3.3.<br />

62


Tabel 9.2 Kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> 17<br />

<strong>Toets</strong>kaart Titel van de tekst Gemiddelde<br />

woordl<strong>en</strong>gte<br />

63<br />

Perc<strong>en</strong>tage<br />

frequ<strong>en</strong>te<br />

woord<strong>en</strong><br />

<strong>AVI</strong>-<br />

Niveau<br />

M3 A wie b<strong>en</strong> ik 3.09 93.75 <strong>AVI</strong>-M3<br />

M3 B boos 3.01 86.73 <strong>AVI</strong>-M3<br />

E3 A De rat 3.57 79.81 <strong>AVI</strong>-E3<br />

E3 B E<strong>en</strong> luis 3.60 80.91 <strong>AVI</strong>-E3<br />

M4 A De langste achtbaan 3.92 85.71 <strong>AVI</strong>-M4<br />

M4 B E<strong>en</strong> loods? 3.90 80.36 <strong>AVI</strong>-M4<br />

E4 A Avontur<strong>en</strong> 3.92 75.84 <strong>AVI</strong>-E4<br />

E4 B Toverdier<strong>en</strong>? 4.02 81.88 <strong>AVI</strong>-E4<br />

M5 A Er zit muziek in e<strong>en</strong> musical! 4.13 75.15 <strong>AVI</strong>-M5<br />

M5 B Hoera, het circus! 4.12 76.84 <strong>AVI</strong>-M5<br />

E5 A Chips met suiker! 4.18 71.08 <strong>AVI</strong>-E5<br />

E5 B Inbraak, bah! 4.27 74.40 <strong>AVI</strong>-E5<br />

M6 A Bang van het nieuws 4.55 80.92 <strong>AVI</strong>-M6<br />

M6 B Pas op, hier is de ambulance! 4.50 77.71 <strong>AVI</strong>-M6<br />

E6 A E<strong>en</strong> mysterieus beroep... 4.54 74.57 <strong>AVI</strong>-E6<br />

E6 B Lastige taal 4.55 76.10 <strong>AVI</strong>-E6<br />

M7 A Titanic toch niet onzinkbaar? 4.70 71.22 <strong>AVI</strong>-M7<br />

M7 B De Vere<strong>en</strong>igde Oost-Indische Compagnie (VOC) 4.65 69.35 <strong>AVI</strong>-M7<br />

E7 A Je id<strong>en</strong>titeitsbewijs graag 4.87 75.74 <strong>AVI</strong>-E7<br />

E7 B Robots, slimmer dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>! 4.85 73.78 <strong>AVI</strong>-E7<br />

Plus A Zeg het met bloem<strong>en</strong> 5.07 67.91 <strong>AVI</strong>-Plus<br />

Plus B Wadd<strong>en</strong>natuur is bijzondere natuur 5.27 64.11 <strong>AVI</strong>-Plus<br />

Tabel 9.3 Kwalitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> 18<br />

M3 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

korte zinn<strong>en</strong>; één zin per regel<br />

ge<strong>en</strong> hoofdletters<br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong><br />

E3 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

korte zinn<strong>en</strong>; één zin per regel<br />

hoofdletters aan het begin van e<strong>en</strong> zin<br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong><br />

hoogfrequ<strong>en</strong>te tweelettergrepige woord<strong>en</strong><br />

17 Zie voor meer kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s over de tekst<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong>: Krom & Jong<strong>en</strong> (2009).<br />

18 Deze tabel geeft de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong>. Zie voor de volledige beschrijving van de kwalitatieve<br />

gegev<strong>en</strong>s per <strong>AVI</strong>-niveau: Evers (2008).


M4 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

ook sam<strong>en</strong>gestelde zinn<strong>en</strong> (nev<strong>en</strong>- <strong>en</strong> onderschikk<strong>en</strong>d)<br />

ook zinn<strong>en</strong> die betek<strong>en</strong>isvol zijn afgebrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de regel<br />

iedere nieuwe zin begint op e<strong>en</strong> nieuwe regel<br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

voornamelijk e<strong>en</strong>- <strong>en</strong> tweelettergrepige woord<strong>en</strong><br />

drielettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong><br />

E4 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

nieuwe zinn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> niet per se op e<strong>en</strong> nieuwe regel<br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

voornamelijk e<strong>en</strong>- <strong>en</strong> tweelettergrepige woord<strong>en</strong>.<br />

drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong>.<br />

ook <strong>en</strong>kele drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> met leesmoeilijkhed<strong>en</strong>, zoals gerepareerd, z<strong>en</strong>uwachtig,<br />

vakantie<br />

ook le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> zonder lastige, afwijk<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>-klankcombinaties<br />

M5 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

ge<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong><br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong>- <strong>en</strong> tweelettergrepige woord<strong>en</strong><br />

drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong><br />

ook <strong>en</strong>kele drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> met leesmoeilijkhed<strong>en</strong>, zoals typische, actrices, musici<br />

ook le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong><br />

E5 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

ge<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong><br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong>- <strong>en</strong> tweelettergrepige woord<strong>en</strong><br />

drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong><br />

ook <strong>en</strong>kele drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong> met leesmoeilijkhed<strong>en</strong>, zoals chocolade, horloge, bureau<br />

le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong><br />

M6 A <strong>en</strong> B<br />

Tekstk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

ge<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong><br />

Woordtyp<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong>- <strong>en</strong> tweelettergrepige woord<strong>en</strong><br />

alle drie- <strong>en</strong> meerlettergrepige woord<strong>en</strong><br />

E6 A <strong>en</strong> B<br />

Op dit niveau zijn uitsluit<strong>en</strong>d de kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d. Zie daarvoor tabel 9.2<br />

64


M7 A <strong>en</strong> B<br />

Op dit niveau zijn uitsluit<strong>en</strong>d de kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d. Zie daarvoor tabel 9.2<br />

E7 A <strong>en</strong> B<br />

Op dit niveau zijn uitsluit<strong>en</strong>d de kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d. Zie daarvoor tabel 9.2<br />

Plus A <strong>en</strong> B<br />

Op dit niveau zijn uitsluit<strong>en</strong>d de kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d. Zie daarvoor tabel 9.2<br />

Met de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> kan het technisch leesvaardigheidsniveau van leerling<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong>. Primair –<br />

wanneer de <strong>AVI</strong>-toets gebruikt wordt als instrum<strong>en</strong>t voor de individuele analyse – is deze niveaubepaling<br />

dus gericht op de leesvaardigheid van, globaal gesprok<strong>en</strong>, de zwakke lezers, maar in principe kan ieder<br />

leesvaardigheidsniveau word<strong>en</strong> uitgedrukt in e<strong>en</strong> van de twaalf onderscheid<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveaus; dus ook<br />

wanneer de <strong>AVI</strong>-toets wordt gebruikt als signaleringinstrum<strong>en</strong>t voor alle leerling<strong>en</strong>. Omdat ook veel tekst<strong>en</strong><br />

(boek<strong>en</strong>) door uitgevers van e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveau word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>, kan voor iedere leerling leesstof word<strong>en</strong><br />

gekoz<strong>en</strong> die aansluit bij zijn technisch-leesvaardigheidsniveau. Op deze manier wordt gezorgd voor e<strong>en</strong><br />

optimale aansluiting tuss<strong>en</strong> de leesontwikkeling van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ord<strong>en</strong>ing van leesstof naar technische<br />

leesmoeilijkheid.<br />

65


10 Het normeringsonderzoek<br />

10.1 Opzet <strong>en</strong> verloop van het normeringsonderzoek<br />

In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig ontwikkelde het KPC – later KPC Groep gehet<strong>en</strong> – de oorspronkelijke <strong>AVI</strong>-niveaus <strong>en</strong><br />

de eerste versie van de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong>. Dit gebeurde in het kader van het project <strong>AVI</strong> (Analyse van<br />

Individualiseringsvorm<strong>en</strong>) waarin het ontwikkel<strong>en</strong> van hulpmiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkwijz<strong>en</strong> voor de individualisering<br />

van het leesonderwijs c<strong>en</strong>traal stond. Om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat het leesniveau van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

moeilijkheidsgraad van tekst<strong>en</strong> op elkaar afgestemd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> neg<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-niveaus ontwikkeld<br />

(Van d<strong>en</strong> Berg & Te Lintelo, 1977). De verschill<strong>en</strong> in de neg<strong>en</strong> niveaus zijn terug te voer<strong>en</strong> op de woord- <strong>en</strong><br />

zinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leesindex A (Brouwer, 1976). In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig bracht KPC Groep e<strong>en</strong><br />

geheel herzi<strong>en</strong>e versie van de <strong>AVI</strong>-toets uit (Visser, 1997; Visser et al., 1994 <strong>en</strong> 1996). De tekst<strong>en</strong> op de<br />

toetskaart<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vernieuwd, de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>d bij de niveaus werd<strong>en</strong> waar nodig aangepast aan<br />

rec<strong>en</strong>tere method<strong>en</strong> voor aanvankelijk lez<strong>en</strong>, er werd<strong>en</strong> nieuwe gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> voor het bepal<strong>en</strong> van de <strong>AVI</strong>niveaus<br />

vastgesteld <strong>en</strong> de kaart<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van (landelijke) refer<strong>en</strong>tiegegev<strong>en</strong>s. Inmiddels zijn ook<br />

de tekst<strong>en</strong> op déze toetskaart<strong>en</strong> verouderd <strong>en</strong> zo ook de in begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig verzamelde normgegev<strong>en</strong>s.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er sindsdi<strong>en</strong> betere mat<strong>en</strong> ontwikkeld voor het bepal<strong>en</strong> van de leestechnische moeilijkheid<br />

van tekst<strong>en</strong>. Cito <strong>en</strong> KPC Groep hebb<strong>en</strong> dan ook nieuwe toetskaart<strong>en</strong> ontwikkeld.<br />

Cito heeft deze kaart<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van de normering, de kalibratie <strong>en</strong> de kwaliteitscontrole van e<strong>en</strong> nieuwe<br />

<strong>AVI</strong>-toets in januari/februari <strong>en</strong> in mei/juni 2008 voorgelegd aan leerling<strong>en</strong> in de jaargroep<strong>en</strong> 3, 4, 5, 6 <strong>en</strong> 7;<br />

<strong>en</strong> in januari/februari 2008 aan leerling<strong>en</strong> van jaargroep 8 volg<strong>en</strong>s het (incomplete, maar verbond<strong>en</strong>)<br />

afnamedesign op macroniveau in tabel 10.1. In dit design treft u ook kaart<strong>en</strong> op niveau Start aan, want<br />

hoewel in het definitieve toetspakket ge<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong> van dit niveau zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maakt<strong>en</strong> deze nog wel<br />

deel uit van het toetsmateriaal tijd<strong>en</strong>s het normeringsonderzoek. De beslissing om uiteindelijk ge<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong><br />

op niveau Start op te nem<strong>en</strong>, is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op basis van de analyses gericht op de validering van het<br />

gebruikte psychometrisch model (zie paragraaf 10.3 van deze verantwoording). In die analyses bleek – als<br />

algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>d – de moeilijkheid van de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> toe te nem<strong>en</strong> naarmate de kaart<strong>en</strong> voor hogere<br />

<strong>AVI</strong>-niveaus zijn ontwikkeld, hoewel het verband niet helemaal monotoon is. Zie voor e<strong>en</strong> grafische<br />

weergave hiervan figuur 10.4 in deze verantwoording. Om het verband aan het begin van de reeks – daar<br />

waar dat het hardst nodig is: in de fase van het aanvankelijk lez<strong>en</strong> – te optimaliser<strong>en</strong>, is beslot<strong>en</strong> de<br />

oorspronkelijke M3-kaart<strong>en</strong> niet in de reeks op te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun plaats te lat<strong>en</strong> innem<strong>en</strong> door kaart<strong>en</strong> op<br />

niveau Start. Dit was overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> groot probleem omdat het Start- <strong>en</strong> M3-niveau dezelfde range van<br />

leesbaarheidindex<strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op het punt van de kwalitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins<br />

verschill<strong>en</strong>: in tekst<strong>en</strong> op niveau <strong>AVI</strong>-M3 kunn<strong>en</strong> alle e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>; in tekst<strong>en</strong> op niveau <strong>AVI</strong>-Start staat de klankzuiverheid van e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> wat meer<br />

c<strong>en</strong>traal, hoewel ook op dit niveau al e<strong>en</strong>lettergrepige niet-klankzuivere woord<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.<br />

Om de belasting van de schol<strong>en</strong> te minimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de standaardisering <strong>en</strong> objectiviteit van de<br />

dataverzameling zoveel mogelijk te kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>, is beslot<strong>en</strong> schoolexterne toetsleiders bij de<br />

afnam<strong>en</strong> in te schakel<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> op schol<strong>en</strong> waaraan ge<strong>en</strong> externe toetsleider toegewez<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> 19 ,<br />

werd<strong>en</strong> de afnam<strong>en</strong> door 'eig<strong>en</strong>' toetsleiders (meestal de interne begeleider of de betreff<strong>en</strong>de<br />

groepsleerkracht) verzorgd. Dit laatste was op 19% van de schol<strong>en</strong> het geval.<br />

Op basis van de op deze manier verzamelde gegev<strong>en</strong>s zijn voor de nieuwe <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> norm<strong>en</strong><br />

vastgesteld <strong>en</strong> gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> voor de beide mat<strong>en</strong> – b<strong>en</strong>odigde leestijd <strong>en</strong> aantal gemaakte fout<strong>en</strong> –<br />

bepaald. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn toetskaart<strong>en</strong> op één meetschaal gebracht (gekalibreerd) met behulp van het<br />

gamma-gamma-model (Verhelst & Kamphuis, in druk). Zie hiervoor de paragraf<strong>en</strong> 10.3.1, 10.3.2 <strong>en</strong> 10.3.3<br />

van deze verantwoording.<br />

In de tabell<strong>en</strong> 10.2, 10.3 <strong>en</strong> 10.4 staan afnamedesigns (niet alle) van het normeringsonderzoek uit 2008 op<br />

microniveau. Deze microdesigns zijn, in aanvulling op het macrodesign in tabel 10.1, in detail uitgewerkt om<br />

19<br />

Cito werkt met e<strong>en</strong> pool van toetsleiders. In principe wordt e<strong>en</strong> toetsleider uit deze pool in nomerings- <strong>en</strong> kalibratieonderzoek<br />

toegewez<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> of meer van de deelnem<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> uit onze steekproef. In principe, want wanneer e<strong>en</strong> school niet op<br />

redelijke afstand van de woonplaats van e<strong>en</strong> van onze toetsleiders ligt – <strong>en</strong> de reistijd daardoor te lang zou word<strong>en</strong> – vrag<strong>en</strong> wij<br />

de school of zij zelf iemand voor de taak van toetsleider kunn<strong>en</strong> vrijmak<strong>en</strong>. Daarnaast zijn er schol<strong>en</strong> die deze taak om wat voor<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> dan ook niet aan extern<strong>en</strong> will<strong>en</strong> overlat<strong>en</strong>. En ook komt het natuurlijk voor dat e<strong>en</strong> reeds toegewez<strong>en</strong> toetsleider moet<br />

afhak<strong>en</strong>, weg<strong>en</strong>s ziekte bijvoorbeeld.<br />

67


Tabel 10.1 Afnamedesign <strong>AVI</strong>-toets 2008 (macroniveau)<br />

<strong>Toets</strong>kaart op niveau...<br />

Normeringsmom<strong>en</strong>t ST M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 PL<br />

Medio groep 3 2 2<br />

Eind groep 3 2 2 2<br />

Medio groep 4 (a) 1 1 1<br />

Medio groep 4 (b) 1 1 1<br />

Eind groep 4 (a) 1 1 1<br />

Eind groep 4 (b) 1 1 1<br />

Medio groep 5 (a) 1 1 1<br />

Medio groep 5 (b) 1 1 1<br />

Eind groep 5 (a) 1 1 1<br />

Eind groep 5 (b) 1 1 1<br />

Medio groep 6 (a) 1 1<br />

Medio groep 6 (b) 1 1 1<br />

Eind groep 6 (a) 1 1 1<br />

Eind groep 6 (b) 1 1 1<br />

Medio groep 7 (a) 1 1 1<br />

Medio groep 7 (b) 1 1 1<br />

Eind groep 7 (a) 1 1 1<br />

Eind groep 7 (b) 1 1 1<br />

Medio groep 8 (a) 1 1 1<br />

Medio groep 8 (b)<br />

Toelichting<br />

1 1<br />

Met ST wordt e<strong>en</strong> toetskaart op het niveau Start bedoeld.<br />

Met PL wordt e<strong>en</strong> toetskaart op het niveau Plus bedoeld.<br />

De cijfers (1 <strong>en</strong> 2) in de gearceerde cell<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> erop dat het aantal leerling<strong>en</strong> in cell<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> 2 staat het dubbele bedraagt<br />

van het aantal leerling<strong>en</strong> in cell<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> 1 staat.<br />

De letters a <strong>en</strong> b tuss<strong>en</strong> de haakjes gev<strong>en</strong> aan dat op neg<strong>en</strong> van de elf normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de groep deelnem<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong><br />

in tweeën wordt gedeeld; met voor iedere 'helft' e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> toewijzing aan toetskaart<strong>en</strong>.<br />

in dit (opzettelijk) incomplete design de voor de psychometrische analyses noodzakelijke koppeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de kaart<strong>en</strong> op leerlingniveau te kunn<strong>en</strong> bewerkstellig<strong>en</strong> zonder dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde kaart meer dan<br />

e<strong>en</strong>maal voorgelegd krijg<strong>en</strong>. Tabel 10.2 bevat het design voor jaargroep 3, tabel 10.3 bevat het design voor<br />

groep 4; dit design geldt, mutatis mutandis, ev<strong>en</strong>zeer voor de groep<strong>en</strong> 5 tot met 7. Tabel 10.4 bevat het<br />

design voor jaargroep 8. Met name tabel 10.3 maakt duidelijk dat de verschill<strong>en</strong>de kaart<strong>en</strong> die op twee<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de leerling<strong>en</strong> van jaargroep 4 word<strong>en</strong> voorgelegd ondanks het incomplete design onderling<br />

toch goed verbond<strong>en</strong> zijn.<br />

Tabel 10.2 Afnamedesign jaargroep 3 (microniveau)<br />

Medio leerjaar Einde leerjaar<br />

Sub- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>groep<br />

kaart kaart kaart kaart kaart<br />

1 Start A M3 A Start B M3 B E3 A<br />

2 Start A M3 B Start B M3 A E3 A<br />

3 Start B M3 A Start A M3 B E3 A<br />

4 Start B M3 B Start A M3 A E3 A<br />

5 Start A M3 A Start B M3 B E3 B<br />

6 Start A M3 B Start B M3 A E3 B<br />

7 Start B M3 A Start A M3 B E3 B<br />

8 Start B M3 B Start A M3 A E3 B<br />

68


De leerling<strong>en</strong> in jaargroep 3 kreg<strong>en</strong> halverwege het leerjaar twee <strong>en</strong> einde leerjaar drie toetskaart<strong>en</strong><br />

voorgelegd volg<strong>en</strong>s het microdesign in tabel 10.2. 20 De leerling<strong>en</strong> zijn daartoe over acht subgroep<strong>en</strong> van<br />

vergelijkbare omvang verdeeld. Ter illustratie: de leerling<strong>en</strong> in subgroep 1 laz<strong>en</strong> halverwege groep 3 de<br />

toetskaart<strong>en</strong> Start A <strong>en</strong> M3 A <strong>en</strong> aan het eind van groep 3 de toetskaart<strong>en</strong> Start B, M3 B <strong>en</strong> E3 A.<br />

Voor iedere subgroep geldt dat het design de toetskaart<strong>en</strong> zodanig combineerde dat ge<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong><br />

meer dan e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> zelfde versie (A of B) van e<strong>en</strong> toetskaart van e<strong>en</strong> bepaald niveau heeft gelez<strong>en</strong>.<br />

En steeds zijn de beide versies van de drie toetskaartniveaus die in groep 3 ingezet werd<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> zelfde<br />

aantal subgroep<strong>en</strong> verdeeld.<br />

Tabel 10.3 Afnamedesign jaargroep 4 (microniveau)<br />

Medio leerjaar Einde leerjaar<br />

Sub- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>groep<br />

kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart<br />

1 M3 A E3 A M4 A E3 B M4 B E4 A<br />

2 M3 A E3 A M4 B E3 B M4 A E4 B<br />

3 M3 A E3 B M4 A E3 A M4 B E4 A<br />

4 M3 A E3 B M 4 B E3 A M4 A E4 B<br />

5 M3 B E3 A M4 A E3 B M4 B E4 A<br />

6 M3 B E3 A M4 B E3 B M4 A E4 B<br />

7 M3 B E3 B M4 A E3 A M4 B E4 A<br />

8 M3 B E3 B M4 B E3 A M4 A E4 B<br />

9 E3 A M4 A E4 A M4 B E4 B M5 A<br />

10 E3 A M4 A E4 B M4 B E4 A M5 B<br />

11 E3 A M4 B E4 A M4 A E4 B M5 A<br />

12 E3 A M4 B E4 B M4 A E4 A M5 B<br />

13 E3 B M4 A E4 A M4 B E4 B M5 A<br />

14 E3 B M4 A E4 B M4 B E4 A M5 B<br />

15 E3 B M4 B E4 A M4 A E4 B M5 A<br />

16 E3 B M4 B E4 B M4 A E4 A M5 B<br />

De leerling<strong>en</strong> in groep 4 hebb<strong>en</strong> op beide afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> drie toetskaart<strong>en</strong> voorgelegd gekreg<strong>en</strong>.<br />

Zie microdesign 10.3. Deze leerling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> over 16 groep<strong>en</strong> verdeeld. En ook dit design combineerde de<br />

toetskaart<strong>en</strong> zodanig dat ge<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> meer dan e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> zelfde versie (A of B) van e<strong>en</strong><br />

toetskaart van e<strong>en</strong> bepaald niveau heeft gelez<strong>en</strong>. De beide versies van de in totaal vijf toetskaartniveaus die<br />

in groep 4 werd<strong>en</strong> ingezet, zijn steeds over e<strong>en</strong> zelfde aantal subgroep<strong>en</strong> verdeeld. Op normeringsmom<strong>en</strong>t<br />

einde leerjaar kreg<strong>en</strong> – in teg<strong>en</strong>stelling tot de gang van zak<strong>en</strong> op normeringsmom<strong>en</strong>t medio leerjaar –<br />

steeds twee subgroep<strong>en</strong> dezelfde toetskaart<strong>en</strong> voorgelegd. (Zie bijvoorbeeld de subgroep<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 5.) Dit om<br />

in het onderzoek van mei/juni de omvang van de logistieke handling (het vergar<strong>en</strong>, inpakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verz<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

van de toetsmaterial<strong>en</strong>) te reducer<strong>en</strong>.<br />

De microdesigns voor de jaargroep<strong>en</strong> 5, 6 <strong>en</strong> 7 zijn vergelijkbaar met het design voor jaargroep 4; zij het dat<br />

de designs voor groep 5 tot <strong>en</strong> met 7 kaart<strong>en</strong> van steeds iets hogere niveaus bevatt<strong>en</strong>: de range van<br />

kaartniveaus voorgelegd aan de leerling<strong>en</strong> in groep 4 loopt van M3 tot <strong>en</strong> met M5; in groep 5 van M4 tot <strong>en</strong><br />

met M6; in groep 6 van M5 tot <strong>en</strong> met M7 <strong>en</strong> in groep 7 van M6 tot <strong>en</strong> met Plus (het hoogste kaartniveau).<br />

De leerling<strong>en</strong> in groep 8 – verdeeld over twaalf subgroep<strong>en</strong> – kreg<strong>en</strong> slechts op één afnamemom<strong>en</strong>t,<br />

namelijk halverwege het leerjaar (twee of drie) toetskaart<strong>en</strong> voorgelegd. Om welke toetskaart<strong>en</strong> het ging <strong>en</strong><br />

hoe deze per subgroep gecombineerd werd<strong>en</strong> staat in tabel 10.4.<br />

20 Dit design gaat niet in op de aanbiedingsvolgorde van de kaart<strong>en</strong>; zie daarvoor het slot van deze paragraaf.<br />

69


Tabel 10.4 Afnamedesign jaargroep 8 (microniveau)<br />

Medio leerjaar<br />

Sub- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>- <strong>Toets</strong>groep<br />

kaart kaart kaart<br />

1 M7 A E7 A Plus A<br />

2 M7 A E7 A Plus B<br />

3 M7 A E7 B Plus A<br />

4 M7 A E7 B Plus B<br />

5 M7 B E7 A Plus A<br />

6 M7 B E7 A Plus B<br />

7 M7 B E7 B Plus A<br />

8 M7 B E7 B Plus B<br />

9 E7 A Plus A<br />

10 E7 A Plus B<br />

11 E7 B Plus A<br />

12 E7 B Plus B<br />

De aanbiedingsvolgorde van de kaart<strong>en</strong> was t<strong>en</strong> behoeve van de toetsleiders vastgelegd in leerlinglijst<strong>en</strong>,<br />

gesorteerd per school per jaargroep. Zie voor e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> dergelijke lijst bijlage 1.<br />

De lijst is daar overig<strong>en</strong>s geanonimiseerd: de leerlingnam<strong>en</strong> zijn met het oog op opname in deze<br />

verantwoording, uit overweging<strong>en</strong> de privacy van de leerling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>d, vervang<strong>en</strong> door leerlingnummers<br />

(Leerling-001, Leerling-002 <strong>en</strong>zovoort). De toetsleiders werd uitdrukkelijk verzocht niet van de<br />

voorgeschrev<strong>en</strong> volgorde af te wijk<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> leerling de kaart die het eerst werd aangebod<strong>en</strong> niet<br />

binn<strong>en</strong> drie minut<strong>en</strong> kon voorlez<strong>en</strong> of als anderszins bleek dat de moeilijkheid van de tekst op deze kaart de<br />

vaardigheid van de leerling ver te bov<strong>en</strong> ging, kon van de geplande volgorde afgewek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> mocht<br />

als tweede kaart e<strong>en</strong> kaart van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger niveau word<strong>en</strong> voorgelegd – indi<strong>en</strong> deze althans in de aan<br />

de leerling toegewez<strong>en</strong> serie aanwezig was. Indi<strong>en</strong> dit niet het geval was, moest de toetsleider de sessie<br />

afbrek<strong>en</strong>.<br />

In tabel 10.5 staan de gerealiseerde aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> observaties in ons onderzoek.<br />

70


71<br />

.<br />

Tabel 10.5 Gerealiseerde aantall<strong>en</strong> observaties per toetskaart per normeringsmom<strong>en</strong>t <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> per normeringsmom<strong>en</strong>t<br />

<strong>Toets</strong>kaart<br />

ST M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 PL<br />

Normerings- A B A B A B A B A B A B A B A B A B A B A B A B Aant. Aant.<br />

mom<strong>en</strong>t<br />

obs. lln<br />

Medio groep 3 393 380 379 328 1480 800<br />

Eind groep 3 425 432 431 412 390 376 2466 873<br />

Medio groep 4 239 239 473 483 472 478 176 194 2754 988<br />

Eind groep 4 209 205 423 381 372 168 164 2345 857<br />

Medio groep 5 3 3 8 7 217 221 403 414 406 408 201 213 2 2506 900<br />

Eind groep 5 1 5 4 172 180 238 338 344 344 176 160 2062 720<br />

Medio groep 6 194 187 379 387 385 391 194 193 2310 802<br />

Eind groep 6 173 174 340 338 164 166 2033 699<br />

Medio groep 7 187 191 373 363 381 367 178 179 2219 765<br />

Eind groep 7 159 164 321 319 322 324 156 146 1911 664<br />

Medio groep 8 244 240 373 371 362 363 1953 750<br />

Toelichting<br />

818 812 1052 982 1081 1071 1117 1126 1132 1160 1106 1097 1097 1118 1090 1080 1066 1058 1110 1092 873 874 518 509<br />

Met ST wordt e<strong>en</strong> toetskaart (A of B) op het niveau Start bedoeld.<br />

Met PL wordt e<strong>en</strong> toetskaart (A of B) op het niveau Plus bedoeld.<br />

Aantal obs. staat voor Aantal observaties.<br />

Aantal lln staat voor Aantal leerling<strong>en</strong>


10.2 Repres<strong>en</strong>tativiteit<br />

Deze paragraaf hebb<strong>en</strong> de Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets (deel 2) <strong>en</strong> de<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>DMT</strong> (deel 1) geme<strong>en</strong>. Zie voor de inhoud van deze paragraaf:<br />

paragraaf 4.2.<br />

10.3 Kalibratie <strong>en</strong> normering<br />

10.3.1 Het meetmodel voor de leestijd<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toets: het Rasch-gamma-model<br />

Op ing<strong>en</strong>ieuze wijze heeft Rasch (1960) aangetoond dat, indi<strong>en</strong> het aantal gelez<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vastgestelde tijd Poisson-verdeeld is, de b<strong>en</strong>odigde tijd om e<strong>en</strong> aantal woord<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> de gammaverdeling<br />

moet volg<strong>en</strong>, waarbij e<strong>en</strong> van de parameters van die verdeling gelijk is aan het aantal woord<strong>en</strong>.<br />

Op deze manier zijn twee soort<strong>en</strong> snelheidstoets<strong>en</strong> – met tijdslimiet <strong>en</strong> zonder tijdslimiet 21 – op e<strong>en</strong> elegante<br />

manier met elkaar in verband gebracht.<br />

Omdat de tijd e<strong>en</strong> continue variabele is, sprek<strong>en</strong> we niet van de kansverdeling maar van de<br />

kansdichtheidsverdeling. De formule voor de kansdichtheidsfunctie is<br />

m<br />

m1t f () t t e<br />

( m 1)!<br />

Waarin m het aantal woord<strong>en</strong> in de tekst is. In figuur 10.1 wordt deze functie grafisch weergegev<strong>en</strong> voor<br />

m = 100 <strong>en</strong> λ = 1/0.7 = 1.43. Het gemiddelde van de verdeling is 70 <strong>en</strong> de standaardafwijking is gelijk aan 7.<br />

In dezelfde figuur is ook de normale verdeling met hetzelfde gemiddelde <strong>en</strong> dezelfde standaardafwijking<br />

afgebeeld (de stippellijn).<br />

Figuur 10.1 E<strong>en</strong> gamma-verdeling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> normale verdeling (gemiddelde = 70; SD = 7)<br />

Gamma<br />

Normaal<br />

50 60 70 80 90 100<br />

In de figuur is te zi<strong>en</strong> dat beide verdeling<strong>en</strong> erg op elkaar lijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat we voor praktische doeleind<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong>lijk ev<strong>en</strong>goed de normale verdeling zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De grote overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de<br />

gamma- <strong>en</strong> de normale verdeling is echter niet algeme<strong>en</strong>. Voor andere waard<strong>en</strong> van de parameters hebb<strong>en</strong><br />

beide verdeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heel verschill<strong>en</strong>de vorm, zoals we verderop nog zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

21<br />

Onder e<strong>en</strong> snelheidstoets met tijdslimiet verstaan wij hier e<strong>en</strong> toets die leerling<strong>en</strong> (pseudo)woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong> laat<br />

lez<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, vaste, leestijd. De <strong>DMT</strong> is e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> dergelijke toets: aan leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

leeskaart<strong>en</strong> voorgelegd <strong>en</strong> voor het lez<strong>en</strong> van ieder van die kaart<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> zij één minuut de tijd.<br />

E<strong>en</strong> snelheidtoets zonder tijdlimiet is e<strong>en</strong> toets waarin leerling<strong>en</strong> (pseudo)woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarbij<br />

de tijd gemet<strong>en</strong> wordt die nodig is om het complete stimulusmateriaal (de hele lijst met woord<strong>en</strong>, alle zinn<strong>en</strong>, de gehele tekst) te<br />

lez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld van dit type snelheidsinstrum<strong>en</strong>t is de <strong>AVI</strong>-toets: daar gaat het om de vraag hoeveel tijd e<strong>en</strong> leerling nodig<br />

heeft om de tekst op e<strong>en</strong> <strong>AVI</strong>-toetskaart in z'n geheel te lez<strong>en</strong>.<br />

72


Net zoals bij het Poisson-meetmodel, veronderstelt Rasch dat de λ-parameter multiplicatief is sam<strong>en</strong>gesteld.<br />

Als leerling v kaart j leest, is de leestijd gamma-verdeeld met parameter<br />

<br />

(1)<br />

vj v j<br />

Als e<strong>en</strong> leerling meer dan één kaart leest, wordt conditionele onafhankelijkheid verondersteld, zoals te do<strong>en</strong><br />

gebruikelijk in de meeste psychometrische modell<strong>en</strong>. De θ- <strong>en</strong> de σ-parameters kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschat met<br />

de grootste aannemelijkheidsmethode, waarbij echter niet gegarandeerd is dat de σ-parameters consist<strong>en</strong>t<br />

word<strong>en</strong> geschat. In het gewone Rasch-model is dit niet het geval <strong>en</strong> dat is duidelijk aangetoond met e<strong>en</strong><br />

mathematisch argum<strong>en</strong>t. Of hier consist<strong>en</strong>tie gegarandeerd is, is niet bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> we moet<strong>en</strong> de nodige<br />

voorzichtigheid betracht<strong>en</strong>: immers als de tekstparameters niet consist<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> geschat, geldt<br />

waarschijnlijk hetzelfde voor de schatting<strong>en</strong> van de persoonsparameters θ, <strong>en</strong> op laatstg<strong>en</strong>oemde<br />

schatting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> voor individuele leerling<strong>en</strong> gebaseerd. De schattingsmethode waarbij<br />

tegelijkertijd tekst- <strong>en</strong> persoonsparameters word<strong>en</strong> geschat, wordt in de psychometrische literatuur<br />

aangeduid als joint maximum likelihood (JML).<br />

De schatting voor de persoonsparameter wordt gegev<strong>en</strong> door<br />

M<br />

v<br />

v <br />

dvj jtvj j<br />

<br />

waarin d vj de designvariabele is die aangeeft of leerling v kaart j wel of niet heeft gelez<strong>en</strong> (wel = 1; niet = 0)<br />

<strong>en</strong> waarin t vj de b<strong>en</strong>odigde leestijd is. De waarde van de σ-parameters is niet gek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> daarvoor vult m<strong>en</strong><br />

de schatting<strong>en</strong> in. De grootheid M v is het totaal aantal woord<strong>en</strong> dat leerling v heeft gelez<strong>en</strong>:<br />

M d m<br />

v j vj j<br />

waarin m j het aantal woord<strong>en</strong> is van tekst j. E<strong>en</strong> gedetailleerde afleiding van de schattingsprocedure is te<br />

vind<strong>en</strong> in Verhelst & Kamphuis (in druk).<br />

De schattingsvergelijking (2) levert echter e<strong>en</strong> onzuivere schatter op. M<strong>en</strong> kan voor die onzuiverheid<br />

corriger<strong>en</strong>; de zuivere schatter is gegev<strong>en</strong> door<br />

Mv 1 Mv<br />

1<br />

v v <br />

M d t<br />

v vj j vj<br />

j<br />

In het geval van de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> is deze onzuiverheid niet erg belangrijk, omdat de correctiefactor<br />

(Mv-1)/Mv weinig verschilt van 1: het aantal woord<strong>en</strong> per kaart varieert van 99 tot 239 <strong>en</strong> in het normerings<strong>en</strong><br />

kalibratieonderzoek hebb<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> drie kaart<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.<br />

De standaardfout van beide schatters is gegev<strong>en</strong> door<br />

73<br />

<br />

<br />

<br />

v<br />

( ) <strong>en</strong> ( v<br />

SE v SE v)<br />

<br />

M M 1<br />

.<br />

v v<br />

De interpretatie van de parameters Als we de b<strong>en</strong>odigde leestijd noter<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> toetsafname, moet<strong>en</strong> we<br />

natuurlijk e<strong>en</strong> bepaalde e<strong>en</strong>heid van tijd aanhoud<strong>en</strong>. Deze e<strong>en</strong>heid is in principe willekeurig, maar bij de<br />

rapportage over de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> is de seconde als e<strong>en</strong>heid van tijd gebruikt. De meeste leerling<strong>en</strong> in<br />

ons onderzoek hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestijd tuss<strong>en</strong> de 60 <strong>en</strong> de 180 second<strong>en</strong> nodig om de hun voorgelegde kaart<strong>en</strong><br />

te lez<strong>en</strong>.<br />

De σ-parameters kunn<strong>en</strong> het best opgevat word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> onb<strong>en</strong>oemd getal, e<strong>en</strong> soort correctiefactor:<br />

makkelijke tekst<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote waarde, moeilijkere tekst<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleinere waarde. Aan formule (1)<br />

kunn<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> dat de λ-parameters niet verander<strong>en</strong> als we alle σ-parameters met e<strong>en</strong> positieve constante c<br />

verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle θ-parameters door diezelfde constante del<strong>en</strong>. Daarom moet<strong>en</strong> we de parameters<br />

normaliser<strong>en</strong>. In de kalibratiestudie hebb<strong>en</strong> we geëist dat het product van alle σ-parameters gelijk is aan 1.<br />

E<strong>en</strong> (reële of d<strong>en</strong>kbeeldige) tekst met e<strong>en</strong> σ-parameter gelijk aan 1 noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> standaardtekst.<br />

De θ-parameter moet gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als aantal woord<strong>en</strong> per tijdse<strong>en</strong>heid op e<strong>en</strong> standaardtekst, in ons<br />

geval dus als aantal woord<strong>en</strong> per seconde. Als m<strong>en</strong> zich daar niet comfortabel bij voelt, is er ge<strong>en</strong> bezwaar<br />

teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander tijdse<strong>en</strong>heid te kiez<strong>en</strong>: neemt m<strong>en</strong> de minuut als tijdse<strong>en</strong>heid, dan kan m<strong>en</strong> gewoon de<br />

schatting van θ verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> met 60.<br />

10.3.2 Het populatiemodel voor de leestijd<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toets: de gamma-verdeling<br />

Jans<strong>en</strong> (1997) heeft het Rasch-gamma-model dat in de vorige paragraaf werd besprok<strong>en</strong> uitgebreid met e<strong>en</strong><br />

populatiemodel, dat id<strong>en</strong>tiek is aan dat voor de <strong>DMT</strong>: er wordt verondersteld dat de vaardigheid θ in de<br />

(2)<br />

(3)


populatie (of populaties) gamma-verdeeld is. De parameters word<strong>en</strong> dan geschat door het maximaliser<strong>en</strong><br />

van de marginale likelihood-functie (zie formule (10) voor het <strong>DMT</strong>-model). In principe gebeurt in het model<br />

voor de leestijd<strong>en</strong> hetzelfde, maar de situatie is nu behoorlijk ingewikkelder.<br />

In het Poisson-model voor de <strong>DMT</strong> kond<strong>en</strong> we het resultaat gebruik<strong>en</strong> dat we per leerling alle<strong>en</strong> maar<br />

hoefd<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> naar het totaal aantal woord<strong>en</strong> dat hij op meerdere kaart<strong>en</strong> had gelez<strong>en</strong> in de toegestane<br />

tijd: dit totaal is ook Poisson-verdeeld. E<strong>en</strong> soortgelijk resultaat hebb<strong>en</strong> we niet in het huidig model: de som<br />

van de leestijd<strong>en</strong> per persoon (over meerdere kaart<strong>en</strong>) is niet gamma-verdeeld. Daarom moet<strong>en</strong> we de<br />

marginale kansdichtheidsfunctie als e<strong>en</strong> multivariate verdeling beschouw<strong>en</strong>. Dit gaat als volgt: stel dat<br />

leerling<strong>en</strong> k kaart<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun leestijd<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgesteld als de vector (t1,…,tk), dan wordt de<br />

marginale kansdichtheid gegev<strong>en</strong> door<br />

f ( t , , t ) f( t | ) g(<br />

) d<br />

(4)<br />

1<br />

<br />

k j<br />

0 j1<br />

k<br />

<br />

waarin f(t j| θ) de kansdichtheid is van de tijd t j gegev<strong>en</strong> de lat<strong>en</strong>te variabele θ <strong>en</strong> waarin g(θ) de<br />

kansdichtheid is van θ in de populatie (zie formule (8) voor het <strong>DMT</strong>-model). We mog<strong>en</strong> het producttek<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong> omdat het model conditionele onafhankelijkheid veronderstelt. Als we (4) uitwerk<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />

zeer ingewikkelde uitdrukking (die we hier niet weergev<strong>en</strong>; zie Verhelst & Kamphuis, in druk), waarin de<br />

populatieparameters α <strong>en</strong> β voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de tekstparameters σ.<br />

De marginale likelihood-functie is het product (over leerling<strong>en</strong>) van uitdrukking (4) <strong>en</strong> de marginale likelihoodschatters<br />

zijn de waard<strong>en</strong> van de parameters die dit product maximaliser<strong>en</strong>. Deze methode van schatt<strong>en</strong><br />

wordt aangeduid als marginal maximum likelihood (MML).<br />

Net zoals bij de <strong>DMT</strong> is er e<strong>en</strong> verdeling geschat voor de halfjaargroep<strong>en</strong> medio jaargroep 3, einde<br />

jaargroep 3, medio jaargroep M4, …, medio jaargroep 8. De schatting<strong>en</strong> van de α-parameters ligg<strong>en</strong> in de<br />

grootte-orde van 10 tot 35; de β-parameters hebb<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> in de buurt van 10. In figuur 10.2 word<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

gamma- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> normale verdeling afgebeeld die hetzelfde gemiddelde <strong>en</strong> dezelfde standaardafwijking<br />

hebb<strong>en</strong>. De parameterwaard<strong>en</strong> zijn: α = 15 <strong>en</strong> β = 10; het gemiddelde is α/β = 1.5 <strong>en</strong> de SD is √α/ β = 0.387.<br />

Vergelijk de figur<strong>en</strong> 10.1 <strong>en</strong> 10.2: in figuur 10.2 is het verschil tuss<strong>en</strong> beide verdeling<strong>en</strong> veel markanter; m<strong>en</strong><br />

kan – ook voor praktische doeleind<strong>en</strong> – in dit geval niet zomaar de gamma-verdeling vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

normale verdeling.<br />

Figuur 10.2 E<strong>en</strong> gamma-verdeling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> normale verdeling (gemiddelde = 1.5; SD = 0.387)<br />

0 0.5 1 1.5 2 2.5 3<br />

10.3.3 Validering van het gamma-gamma-model<br />

74<br />

Gamma<br />

Normaal<br />

In deze paragraaf besprek<strong>en</strong> we drie kwesties. De eerste is e<strong>en</strong> onderzoek naar de consist<strong>en</strong>tie van de<br />

σ-parameterschatting<strong>en</strong> bij gebruik van de JML-schattingsmethode. De tweede kwestie gaat over het vind<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> goede valideringsmethode voor het gebruikte model <strong>en</strong> de derde, die daar nauw mee sam<strong>en</strong>hangt,<br />

heeft te mak<strong>en</strong> met de praktische implem<strong>en</strong>tatie van het dataverzamelingsdesign: hoewel voor alle<br />

leerling<strong>en</strong> óf twee óf drie kaart<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gepland (zie deze verantwoording: paragraaf 10.1), bleek na de<br />

dataverzameling dat sommige leerling<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> of twee kaart<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> (zie voor oorzak<strong>en</strong>


daarvan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s paragraaf 10.1). Het is belangrijk te onderzoek<strong>en</strong> of deze, ongeplande, onvolledige<br />

dataverzameling niet leidt tot e<strong>en</strong> onzuivere schatting van de modelparameters. Deze drie kwesties word<strong>en</strong><br />

in het onderstaande één voor één besprok<strong>en</strong>.<br />

1 Consist<strong>en</strong>tie van de σ-parameterschatting<strong>en</strong> Door het toepass<strong>en</strong> van de JML- <strong>en</strong> de MMLschattingsmethodes<br />

beschikk<strong>en</strong> we over twee schatting<strong>en</strong> van elke σ-parameter. De MML-methode levert in<br />

het algeme<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te schatting<strong>en</strong> op <strong>en</strong> als de JML-schatting<strong>en</strong> ook consist<strong>en</strong>t zijn, dan is te<br />

verwacht<strong>en</strong> dat beide schatting<strong>en</strong> goed op elkaar zull<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong>. In figuur 10.3 zijn beide schatting<strong>en</strong> (na e<strong>en</strong><br />

logaritmische transformatie) teg<strong>en</strong>over elkaar uitgezet. De volle schuine lijn in de figuur geeft de<br />

id<strong>en</strong>titeitsfunctie weer <strong>en</strong> m<strong>en</strong> ziet duidelijk dat er ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige verschill<strong>en</strong> zijn tuss<strong>en</strong> de<br />

schatting<strong>en</strong> onder beide schattingsmethodes. Dit betek<strong>en</strong>t ook dat de schatting<strong>en</strong> van de<br />

persoonsparameters (θ) niet systematisch vertek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> door het gebruik van de JML-methode.<br />

E<strong>en</strong> mathematisch bewijs dat de JML-methode consist<strong>en</strong>te schatting<strong>en</strong> oplevert is er echter niet.<br />

In ons onderzoek war<strong>en</strong> voor elk van de twaalf <strong>AVI</strong>-niveaus twee toetskaart<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In het definitieve<br />

toetspakket zijn uiteindelijk ge<strong>en</strong> Start-kaart<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn de oorspronkelijke Start-kaart<strong>en</strong><br />

gepromoveerd tot M3-kaart<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van de oorspronkelijke M3-kaart<strong>en</strong>. Aan de hand van figuur 10.4<br />

verklar<strong>en</strong> we deze beslissing. In figuur 10.4 zijn de log-σ waard<strong>en</strong> voor alle oorspronkelijke kaart<strong>en</strong> grafisch<br />

weergegev<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>d is dat de moeilijkheid van de kaart<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt (de parameter neemt af)<br />

naarmate de kaart<strong>en</strong> voor hogere <strong>AVI</strong>-niveaus zijn ontwikkeld, hoewel het verband niet helemaal monotoon<br />

is. Om het verband aan het begin van de reeks – daar waar dat het hardst nodig is: in de fase van het<br />

aanvankelijk lez<strong>en</strong> – te optimaliser<strong>en</strong>, is beslot<strong>en</strong> de oorspronkelijke M3-kaart<strong>en</strong> niet in de reeks op te<br />

nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun plaats te lat<strong>en</strong> innem<strong>en</strong> door de oorspronkelijke Start-kaart<strong>en</strong>. Dit was overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> groot<br />

probleem omdat het Start- <strong>en</strong> M3-niveau dezelfde range van leesbaarheidsindex<strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op het<br />

punt van de kwalitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins verschill<strong>en</strong>: in tekst<strong>en</strong> op niveau <strong>AVI</strong>-M3 kunn<strong>en</strong><br />

alle e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> zonder leesmoeilijkhed<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>; in tekst<strong>en</strong> op niveau <strong>AVI</strong>-Start staat de<br />

klankzuiverheid van e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong> wat meer c<strong>en</strong>traal, hoewel ook op dit niveau al<br />

e<strong>en</strong>lettergrepige niet-klankzuivere woord<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.<br />

Figuur 10.3 De log-σ schatting<strong>en</strong> onder JML <strong>en</strong> MML<br />

MML<br />

0.5<br />

0.3<br />

0.1<br />

-0.1<br />

-0.3<br />

-0.5<br />

-0.5 -0.3 -0.1 0.1 0.3 0.5<br />

JML<br />

2 De verdeling van de gewog<strong>en</strong> leestijd<strong>en</strong> Hoewel we voor de bepaling van de MML-schatters<br />

aangewez<strong>en</strong> war<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> multivariate likelihoodfunctie, waarbij de leestijd<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de kaart<strong>en</strong> niet<br />

kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat, kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> dergelijke sam<strong>en</strong>vatting wél mak<strong>en</strong> als de σ-parameters<br />

gek<strong>en</strong>d zijn of als we over e<strong>en</strong> goede schatting van die parameters beschikk<strong>en</strong>. We definiër<strong>en</strong> de gewog<strong>en</strong><br />

som van de leestijd<strong>en</strong> als<br />

w t<br />

v j j vj<br />

<strong>en</strong> M v zoals voorhe<strong>en</strong> als het totaal aantal woord<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling heeft gelez<strong>en</strong>. Dan geldt (zie Verhelst &<br />

75


Figuur 10.4 De log-σ schatting<strong>en</strong> van de 24 oorspronkelijke <strong>AVI</strong>-kaart<strong>en</strong><br />

log(sigma)<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

-0.25<br />

-0.50<br />

ST1<br />

ST2<br />

M31<br />

M32<br />

E31<br />

E32<br />

M41<br />

M42<br />

E41<br />

E42<br />

M51<br />

M52<br />

E51<br />

E52<br />

M61<br />

M62<br />

E61<br />

E62<br />

M71<br />

M72<br />

E71<br />

E72<br />

PL1<br />

PL2<br />

__________<br />

Toelichting<br />

Met ST1 wordt de oorspronkelijke toetskaart Start A bedoeld<br />

Met ST2 wordt de oorspronkelijke toetskaart Start B bedoeld<br />

Met PL1 wordt toetskaart Plus A bedoeld<br />

Met PL2 wordt toetskaart Plus B bedoeld<br />

Ook de 1 <strong>en</strong> de 2 in de codering van de overige kaart<strong>en</strong> in de figuur staan voor respectievelijk kaart A <strong>en</strong> kaart B<br />

Kamphuis, in druk) dat onder het model deze gewog<strong>en</strong> som gamma-verdeeld is met parameters M v <strong>en</strong> θ v.<br />

Als de lat<strong>en</strong>te variabele θ bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gamma-verdeeld is met parameters α <strong>en</strong> β, dan kan de marginale<br />

verdeling van de gewog<strong>en</strong> som word<strong>en</strong> afgeleid. Deze verdeling houdt nauw verband met e<strong>en</strong> zeer veel<br />

bestudeerde verdeling uit de theoretische statistiek, de beta-verdeling. Het resultaat van Verhelst &<br />

Kamphuis (in druk) zegt dat e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige transformatie van de gewog<strong>en</strong> som beta-verdeeld is.<br />

De transformatie is<br />

<strong>en</strong> er geldt dat<br />

ofwel<br />

w<br />

p , (5)<br />

w <br />

p Beta( M, )<br />

( M <br />

)<br />

f( p) p (1 p)<br />

( M ) (<br />

)<br />

76<br />

M 1 1<br />

De perc<strong>en</strong>tiel<strong>en</strong> van de beta-verdeling zijn met standaardsoftware goed uit te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

willekeurig perc<strong>en</strong>tiel van p kan m<strong>en</strong> hetzelfde perc<strong>en</strong>tiel van de gewog<strong>en</strong> som uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong> door gebruik te<br />

mak<strong>en</strong> van de inversie-transformatie van (4):<br />

p<br />

w <br />

1<br />

p<br />

(6)<br />

Voorbeeld: veronderstel dat de mediaan van p (Me(p)) gelijk is aan 0.8 <strong>en</strong> β = 10, dan is de mediaan van w<br />

gelijk aan<br />

Me( p)<br />

0.8<br />

Me( w)<br />

10 40<br />

1 Me( p)<br />

0.2<br />

Op die manier kunn<strong>en</strong> we de verdeling van de gewog<strong>en</strong> som voorspell<strong>en</strong> vanuit de parameterwaard<strong>en</strong> van<br />

het model <strong>en</strong> het design (de waard<strong>en</strong> van M word<strong>en</strong> bepaald door het design). Als we de (schatting<strong>en</strong> van<br />

de) σ-parameters gebruik<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we ook de gewog<strong>en</strong> som van de lees- of antwoordtijd<strong>en</strong> voor iedere<br />

leerling berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we de verdeling van voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde antwoordtijd<strong>en</strong> met elkaar<br />

vergelijk<strong>en</strong>. In figuur 10.5 word<strong>en</strong> de voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde cumulatieve verdeling<strong>en</strong> voor medio<br />

jaargroep 8 (M8) grafisch weergegev<strong>en</strong>. Uit de figuur is duidelijk dat de overe<strong>en</strong>komst nag<strong>en</strong>oeg perfect is:<br />

de twee curv<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> zo goed als sam<strong>en</strong>.


Figuur 10.5 Voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde verdeling van de gewog<strong>en</strong> som van antwoordtijd<strong>en</strong> voor medio<br />

jaargroep 8<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

M8-obs.<br />

M8-pred.<br />

100 150 200 250 300 350 400<br />

gewog<strong>en</strong> som van de antwoordtijd<strong>en</strong><br />

__________<br />

Toelichting<br />

Met M8 obs. wordt de geobserveerde verdeling aangeduid<br />

Met M8 pred. wordt de voorspelde verdeling aangeduid<br />

Deze prachtige overe<strong>en</strong>komst vind<strong>en</strong> we echter niet terug bij andere jaargroep<strong>en</strong>: met name als we in de<br />

lagere jaargroep<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we dat de overe<strong>en</strong>komst slechter wordt naar de lagere jaargroep<strong>en</strong> toe.<br />

In figuur 10.6 gev<strong>en</strong> we de grafische voorstelling voor eind jaargroep 7 (E7) <strong>en</strong> eind jaargroep 3 (E3) als<br />

illustratie voor e<strong>en</strong> minder goede overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> de voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde verdeling<strong>en</strong>.<br />

Bij E7 valt op dat de cumulatieve verdeling<strong>en</strong> systematisch van elkaar afwijk<strong>en</strong> voor de hoogste leestijd<strong>en</strong><br />

(de zwakke technisch-lezers) <strong>en</strong> dat bij E3 de afwijking<strong>en</strong> substantieel zijn bij de hoogste <strong>en</strong> de laagste lage<br />

leestijd<strong>en</strong>. Dergelijke grote afwijking<strong>en</strong> zijn red<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg om de validiteit van het meetmodel in twijfel te<br />

trekk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nader onderzoek wordt in de volg<strong>en</strong>de paragraaf toegelicht.<br />

Figuur 10.6 Voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde verdeling van de gewog<strong>en</strong> som van antwoordtijd<strong>en</strong> voor eind<br />

jaargroep 7 (links) <strong>en</strong> eind jaargroep 3 (rechts)<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

E7-obs.<br />

E7-pred.<br />

100 150 200 250 300 350 400<br />

gewog<strong>en</strong> som van de antwoordtijd<strong>en</strong><br />

77<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

E3-obs.<br />

E3-pred.<br />

100 200 300 400 500 600 700<br />

gewog<strong>en</strong> som van de antwoordtijd<strong>en</strong><br />

3 Onvolledige data <strong>en</strong> lat<strong>en</strong>te klass<strong>en</strong> E<strong>en</strong> soortgelijk probleem met model fit hebb<strong>en</strong> we aangetroff<strong>en</strong> bij<br />

de analyse van de <strong>DMT</strong>. Daar werd e<strong>en</strong> oplossing gevond<strong>en</strong> door aan te nem<strong>en</strong> de populaties niet<br />

homoge<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, maar bestond<strong>en</strong> uit twee klass<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voor ieder van die twee klass<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> gammaverdeling<br />

geschat. (Zie paragraaf 4.3.3 van deze verantwoording.) Zulke schattingsproblem<strong>en</strong> zijn echter niet<br />

e<strong>en</strong>voudig op te loss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> zijn statistisch gezi<strong>en</strong> vaak niet stabiel. Dit betek<strong>en</strong>t dat<br />

de relatieve grootte van beide klass<strong>en</strong> zeer moeilijk te schatt<strong>en</strong> is <strong>en</strong> dat oplossing<strong>en</strong> met heel verschill<strong>en</strong>de<br />

relatieve groottes vaak ongeveer ev<strong>en</strong> goede predicties mak<strong>en</strong> van de geobserveerde data. Omdat het


psychometrisch model voor de <strong>AVI</strong>-toets op zichzelf al complexer is dan het model voor de <strong>DMT</strong> is van deze<br />

b<strong>en</strong>adering afgezi<strong>en</strong>.<br />

Er wordt echter e<strong>en</strong> andere mogelijkheid gebod<strong>en</strong> door de dataverzameling zelf. Voor de meeste leerling<strong>en</strong><br />

was e<strong>en</strong> afname gepland met drie <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> 22 . Tijd<strong>en</strong>s de afname zelf werd soms echter door de<br />

toetsleiders beslist om slechts twee kaart<strong>en</strong> of zelfs maar één kaart af te nem<strong>en</strong> op grond van e<strong>en</strong> zwakke<br />

prestatie op deze kaart(<strong>en</strong>). (Zie ook paragraaf 10.1 van deze verantwoording.) Het gevolg hiervan is dat<br />

door de onvolledige implem<strong>en</strong>tatie van het design min of meer automatisch e<strong>en</strong> of twee groep<strong>en</strong> van zwakke<br />

lezers word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd. In tabel 10.6 word<strong>en</strong> per halfjaargroep de perc<strong>en</strong>tages leerling<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> die<br />

volledige dan wel onvolledige data opleverd<strong>en</strong>.<br />

Tabel 10.6 Perc<strong>en</strong>tages volledige <strong>en</strong> onvolledige data<br />

Halfjaargroep Volledige data Onvolledig data<br />

Medio groep 3 85.0 15.0<br />

Eind groep 3 86.3 13.7<br />

Medio groep 4 82.6 17.4<br />

Eind groep 4 80.5 19.5<br />

Medio groep 5 83.8 16.2<br />

Eind groep 5 88.9 11.1<br />

Medio groep 6 91.8 8.2<br />

Eind groep 6 93.6 6.4<br />

Medio groep 7 92.9 7.1<br />

Eind groep 7 91.4 8.6<br />

Medio groep 8 96.0 4.0<br />

Door voor deze groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aparte gamma-verdeling van de vaardigheid te veronderstell<strong>en</strong>, zou wellicht de<br />

fit van het model kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbeterd. In figuur 10.7 wordt de fit van het model grafisch weergegev<strong>en</strong><br />

voor eind jaargroep 7 (E7) <strong>en</strong> eind jaargroep 3 (E3) met e<strong>en</strong> model dat afzonderlijke verdeling<strong>en</strong> schat voor<br />

leerling<strong>en</strong> die maar één kaart <strong>en</strong> voor leerling<strong>en</strong> die twee (van de drie geplande) kaart<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.<br />

Figuur 10.7 Voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde verdeling van de gewog<strong>en</strong> som van antwoordtijd<strong>en</strong> voor eind<br />

jaargroep 7 (links) <strong>en</strong> eind jaargroep 3 (rechts)<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

E7-obs.<br />

E7-pred.<br />

0.00<br />

100 150 200 250 300 350 400<br />

gewog<strong>en</strong> som van de antwoordtijd<strong>en</strong><br />

78<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

E3-obs.<br />

E3-pred.<br />

0.00<br />

100 200 300 400 500 600 700<br />

gewog<strong>en</strong> som van de antwoordtijd<strong>en</strong><br />

Vergelijking van de figur<strong>en</strong> 10.6 <strong>en</strong> 10.7 toont duidelijk aan dat de model fit veel beter is geword<strong>en</strong>. Voor E7<br />

zijn de afwijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> voorspelde <strong>en</strong> geobserveerde curves heel miniem. Voor E3 echter, blijft er e<strong>en</strong><br />

systematische afwijking voor de ongeveer 40% hoogste antwoordtijd<strong>en</strong> (de zwakkere lezers). Bij e<strong>en</strong><br />

analyse waarin alle<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die volledige data hadd<strong>en</strong> opgeleverd, verkreg<strong>en</strong><br />

we voor E3 e<strong>en</strong> zelfde soort afwijking. Dit zou erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat de klass<strong>en</strong> die gedefinieerd zijn door<br />

de beslissing<strong>en</strong> van de toetsleiders wellicht niet optimaal zijn <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> modeluitbreiding met lat<strong>en</strong>te<br />

22<br />

Uitzondering<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> medio jaargroep 3 <strong>en</strong> e<strong>en</strong>derde van de leerling<strong>en</strong> medio jaargroep 8 die slechts twee<br />

kaart<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Zie voor de details van de dataverzameling de afnamedesigns in paragraaf 10.1 van deze<br />

verantwoording.


klass<strong>en</strong>, zoals dat voor de <strong>DMT</strong> gebeurd is, wellicht tot e<strong>en</strong> betere modelpassing kan leid<strong>en</strong>. Hiervoor is<br />

echter meer onderzoek nodig.<br />

Vooralsnog beschouw<strong>en</strong> we de verbeterde fit van het model, na het doorvoer<strong>en</strong> van het onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> met volledige <strong>en</strong> die met onvolledige data in de analyses, als voldo<strong>en</strong>de; ook in de lagere<br />

halfjaargroep<strong>en</strong>. De modelpassing is in ieder geval goed g<strong>en</strong>oeg om de validiteit van het gebruikte model te<br />

bevestig<strong>en</strong>.<br />

10.3.4 Het aantal fout<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-kaart<strong>en</strong>: het Poisson-gamma-model <strong>en</strong> de validering daarvan<br />

Bij het afnem<strong>en</strong> van de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de antwoord- of leestijd<strong>en</strong> geregistreerd maar<br />

ook het aantal fout<strong>en</strong>. De basisobservatie is dus bivariaat <strong>en</strong> er di<strong>en</strong>t ook aandacht besteed te word<strong>en</strong> aan<br />

het aantal fout<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling maakt bij het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kaart. Het model dat met het oog daarop is<br />

toegepast is e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige aanpassing van het Poisson-gamma-model dat werd gebruikt voor de <strong>DMT</strong>: we<br />

gaan uit van e<strong>en</strong> simpele telling van het aantal fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> de basisveronderstelling van het psychometrisch<br />

model is dat dit aantal (op leerlingniveau) Poisson-verdeeld is met e<strong>en</strong> parameter die afhankelijk is van de<br />

taak <strong>en</strong> van de leesvaardigheid van de leerling. Het <strong>en</strong>ige verschil met de <strong>DMT</strong> is dat we de ‘l<strong>en</strong>gte’ van de<br />

toets nu niet kunn<strong>en</strong> uitdrukk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> tijd. Maar er is ge<strong>en</strong> bezwaar teg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> andere l<strong>en</strong>gtemaat te<br />

kiez<strong>en</strong>. In de toepassing die hier gerapporteerd wordt, hebb<strong>en</strong> we als l<strong>en</strong>gtemaat het aantal e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van<br />

50 woord<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>. De lat<strong>en</strong>te variabele (θ) geeft dan het aantal fout<strong>en</strong> per unit van 50 woord<strong>en</strong> aan.<br />

Net zoals bij de <strong>DMT</strong>-toepassing wordt ook hier verondersteld dat de variabele θ in de populaties medio<br />

jaargroep 3, eind jaargroep 3, medio jaargroep 4, …, medio jaargroep 8 gamma-verdeeld is. Bij het<br />

onderzoek naar de psychometrische validiteit bleek echter dat dit model e<strong>en</strong> vrij slechte fit gaf, vooral in de<br />

lagere (half)jaargroep<strong>en</strong>. Daarom is, net als bij de <strong>DMT</strong>, gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>te-klass<strong>en</strong>-b<strong>en</strong>adering,<br />

waarbij er vanuit wordt gegaan dat elke populatie bestaat uit twee vooralsnog – maar zie paragraaf 4.3.3 van<br />

deze verantwoording – niet nader geïd<strong>en</strong>tificeerde lat<strong>en</strong>te klass<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat in elke klasse de vaardigheid<br />

gamma-verdeeld is.<br />

In de Figur<strong>en</strong> 10.8 <strong>en</strong> 10.9 word<strong>en</strong> ter illustratie de geobserveerde <strong>en</strong> voorspelde verdeling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

viertal populaties grafisch afgebeeld.<br />

Figuur 10.8 Geobserveerde <strong>en</strong> voorspelde verdeling van het aantal fout<strong>en</strong> voor medio jaargroep 3 (links)<br />

<strong>en</strong> eind jaargroep 4 (rechts)<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

M3 (twee klass<strong>en</strong>)<br />

obs<br />

exp<br />

0 10 20 30 40<br />

aantal fout<strong>en</strong><br />

79<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

E4 (twee klass<strong>en</strong>)<br />

obs<br />

exp<br />

0 10 20 30 40<br />

aantal fout<strong>en</strong><br />

De voorspelling van de verdeling voor medio jaargroep 3 (M3) is uitstek<strong>en</strong>d te noem<strong>en</strong>. Voor eind jaargroep<br />

4 (E4) lijkt het model de modus <strong>en</strong> de frequ<strong>en</strong>ties daar juist bov<strong>en</strong> niet goed te kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>. Daar is<br />

niet zonder meer e<strong>en</strong> verklaring voor. De populatie eind jaargroep 4 gaf de slechtste fit te zi<strong>en</strong>.<br />

In figuur 10.9 gev<strong>en</strong> we twee andere voorbeeld<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vrij goede model fit. Ook voor de overige, niet<br />

g<strong>en</strong>oemde halfjaargroep<strong>en</strong>, is de passing van deze orde van grootte,


Figuur 10.9 Geobserveerde <strong>en</strong> voorspelde verdeling van het aantal fout<strong>en</strong> voor medio jaargroep 6 (links)<br />

<strong>en</strong> medio jaargroep 7 (rechts)<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

M6 (twee klass<strong>en</strong>)<br />

obs<br />

exp<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

aantal fout<strong>en</strong><br />

80<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

M7 (twee klass<strong>en</strong>)<br />

obs<br />

exp<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

aantal fout<strong>en</strong><br />

Al met al zijn de voorspelde <strong>en</strong> de geobserveerde verdeling<strong>en</strong> van het aantal leesfout<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong><br />

goed vergelijkbaar. Alle<strong>en</strong> op afnamemom<strong>en</strong>t eind jaargroep 4 wijkt de geobserveerde verdeling, <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk<br />

alle<strong>en</strong> voor de juist-bov<strong>en</strong>modale aantall<strong>en</strong>, systematisch af van de voorspelde verdeling. De validiteit van<br />

het met het oog op het onderhavige doel aangepaste Poisson-gamma-model wordt door de gevond<strong>en</strong><br />

modelpassing bevestigd.<br />

10.3.5 Normering<br />

In de paragraf<strong>en</strong> 10.3.1, 10.3.2 <strong>en</strong> 10.3.4 zijn de psychometrisch modell<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die gebruikt zijn om<br />

de leerlingrespons<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toets te modeller<strong>en</strong>. In paragraaf 10.3.3 <strong>en</strong> 10.3.4 werd<strong>en</strong> deze modell<strong>en</strong><br />

gevalideerd. De verkreg<strong>en</strong> model fits implicer<strong>en</strong> dat door het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of meer <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> de<br />

technische leesvaardigheid van e<strong>en</strong> leerling gemet<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van leessnelheid <strong>en</strong><br />

nauwkeurigheid. Hoe betrouwbaar <strong>en</strong> nauwkeurig die meting is, staat respectievelijk in paragraaf 11.1 <strong>en</strong><br />

paragraaf 11.2.<br />

Er kan nu e<strong>en</strong> schatting gemaakt word<strong>en</strong> van de verdeling<strong>en</strong> van de vaardigheid in welomschrev<strong>en</strong><br />

populaties, omdat combinaties van kaart<strong>en</strong> zijn voorgelegd aan aselecte steekproev<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> uit<br />

populaties die relevant zijn voor de normering van de <strong>AVI</strong>-toets. De toegepaste steekproeftrekking is e<strong>en</strong><br />

aselecte trekking van schol<strong>en</strong>, waarbij per school in principe alle leerling<strong>en</strong> uit de betreff<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong><br />

(in het geval van de <strong>AVI</strong>-toets: de jaargroep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8) deel uitmak<strong>en</strong> van de steekproef.<br />

In figuur 10.10 zijn cumulatieve vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> voor de leerling<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de<br />

normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.


Figuur 10.10 Cumulatieve vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> voor de populaties medio groep 3 tot <strong>en</strong> met medio<br />

groep 8<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

m3 e3 m4 e4 m5 e5 m6 e6 m7 e7 m8<br />

0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4<br />

aantal woord<strong>en</strong> per seconde<br />

Zie voor aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>, gemiddeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> standaardafwijking<strong>en</strong> op de normeringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

<strong>AVI</strong>-toets: tabel 10.7 <strong>en</strong> 10.8. We schatt<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> de standaardafwijking voor de afzonderlijke<br />

afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onder de aannam<strong>en</strong> dat de leessnelheid gamma-verdeeld is <strong>en</strong> dat de nauwkeurigheid<br />

e<strong>en</strong> mixture van twee gamma-verdeling<strong>en</strong> volgt. (Zie ook de paragraf<strong>en</strong> 4.3.3 <strong>en</strong> 10.3.3)<br />

Uitgaande van deze gegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> ook schatting<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> van de perc<strong>en</strong>tiel<strong>en</strong> in de<br />

populaties, die van belang zijn voor de indeling van leerling<strong>en</strong> in de niveaugroep<strong>en</strong> die zijn beschrev<strong>en</strong> in<br />

paragraaf 9.2.<br />

E<strong>en</strong> waarde in de kolom Gemiddelde vaardigheid van tabel 10.7 laat zich interpreter<strong>en</strong> als het gemiddeld<br />

aantal woord<strong>en</strong> dat op het betreff<strong>en</strong>de normeringsmom<strong>en</strong>t per seconde gelez<strong>en</strong> wordt in e<strong>en</strong><br />

standaardtoets, dat wil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toets met e<strong>en</strong> σ-parameter gelijk aan 1; zie paragraaf 10.3.1.<br />

Halverwege jaargroep 7 bijvoorbeeld wordt van e<strong>en</strong> toets op dat moeilijkheidniveau per seconde iets meer<br />

dan tweeënhalf woord (2.586) gelez<strong>en</strong>, oftewel 155 woord<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> minuut; iets meer dan het aantal<br />

woord<strong>en</strong> op de <strong>DMT</strong>-kaart<strong>en</strong> van het eerste of tweede niveau.<br />

Tabel 10.7 Overzicht van de vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> (leessnelheid) per normeringsmom<strong>en</strong>t<br />

Normeringsmom<strong>en</strong>t Aantal leerling<strong>en</strong> Gemiddelde vaardigheid Standaardafwijking<br />

Medio groep 3 800 .751 .302<br />

Eind groep 3 873 .997 .362<br />

Medio groep 4 988 1.390 .451<br />

Eind groep 4 857 1.557 .482<br />

Medio groep 5 900 1.876 .493<br />

Eind groep 5 720 1.994 .504<br />

Medio groep 6 802 2.278 .500<br />

Eind groep 6 699 2.413 .501<br />

Medio groep 7 765 2.586 .518<br />

Eind groep 7 664 2.675 .518<br />

Medio groep 8<br />

Toelichting<br />

750 2.810 .481<br />

In de kolom Gemiddelde vaardigheid wordt de leessnelheid uitgedrukt in woord<strong>en</strong> per seconde.<br />

81


Tabel 10.8 Overzicht van de vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> (nauwkeurigheid) per normeringsmom<strong>en</strong>t<br />

Normeringsmom<strong>en</strong>t Aantal leerling<strong>en</strong> Gemiddelde vaardigheid Standaardafwijking<br />

Medio groep 3 800 5.809 7.954<br />

Eind groep 3 873 4.196 4.399<br />

Medio groep 4 988 2.435 2.096<br />

Eind groep 4 857 1.941 1.545<br />

Medio groep 5 900 1.374 .909<br />

Eind groep 5 720 1.186 .805<br />

Medio groep 6 802 .943 .548<br />

Eind groep 6 699 .756 .486<br />

Medio groep 7 765 .659 .407<br />

Eind groep 7 664 .557 .354<br />

Medio groep 8<br />

Toelichting<br />

750 .506 .323<br />

In de kolom Gemiddelde vaardigheid wordt de nauwkeurigheid uitgedrukt in aantall<strong>en</strong> leesfout<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> waarde in de kolom Gemiddelde vaardigheid van tabel 10.8 staat voor het gemiddeld aantal fout<strong>en</strong> dat<br />

op het betreff<strong>en</strong>de normeringsmom<strong>en</strong>t gemaakt wordt bij het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>t van vijftig woord<strong>en</strong> uit<br />

e<strong>en</strong> standaardtoets (σ = 1). Eind jaargroep 4 bijvoorbeeld zoud<strong>en</strong> bij het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekstfragm<strong>en</strong>t van<br />

vijftig woord<strong>en</strong> op dat moeilijkheidsniveau gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zo’n twee fout<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong>.<br />

82


11 Betrouwbaarheid <strong>en</strong> meetnauwkeurigheid<br />

11.1 Betrouwbaarheid<br />

Omdat we beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> zuivere schatter van de leessnelheid, kunn<strong>en</strong> we vrij gemakkelijk e<strong>en</strong><br />

schatting mak<strong>en</strong> van de betrouwbaarheid van die schatter. We br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> in herinnering dat deze zuivere<br />

schatter gegev<strong>en</strong> is door<br />

M v 1<br />

v <br />

d t<br />

<br />

j<br />

83<br />

vj j vj<br />

waarin M v het totaal aantal woord<strong>en</strong> voorstelt dat leerling v heeft gelez<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong>: het totaal over alle<br />

kaart<strong>en</strong> die de leerling heeft gelez<strong>en</strong>. De designvariabele d vj geeft aan of kaart j gelez<strong>en</strong> is door leerling v (d vj<br />

= 1) of niet (d vj = 0); σ j is de moeilijkheidsparameter van de kaart <strong>en</strong> t vj is de tijd die leerling v nodig had om<br />

kaart j te lez<strong>en</strong>.<br />

Dat deze schatter zuiver is betek<strong>en</strong>t dat zijn verwachte waarde gelijk is aan de 'werkelijke' parameter θ v.<br />

In e<strong>en</strong> formule uitgedrukt betek<strong>en</strong>t dit dat<br />

(1)<br />

E( | ) . (2)<br />

v v v<br />

Omdat de schatter e<strong>en</strong> transformatie is van de geobserveerde leestijd<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we die schatter ook<br />

interpreter<strong>en</strong> als geobserveerde score, <strong>en</strong> θ v is de ware score in de zin van de Klassieke Test Theorie.<br />

Het verschil tuss<strong>en</strong> de schatting <strong>en</strong> de ware score is dan de meetfout, <strong>en</strong> de variantie van de meetfout is<br />

niets anders dan het kwadraat van de standaardfout:<br />

2<br />

2<br />

( | ) ( v<br />

Var v v SE v | v)<br />

<br />

M 1<br />

De geobserveerde waard<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> populatie leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> twee bronn<strong>en</strong> van variabiliteit: de meetfout<br />

binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoon maar ook de variabiliteit van de ware scores tuss<strong>en</strong> de person<strong>en</strong> zorgt voor<br />

verschill<strong>en</strong>de observaties. Die twee bronn<strong>en</strong> van variabiliteit onderhoud<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de relatie, die algeme<strong>en</strong><br />

geldig is in de statistiek:<br />

v<br />

Var( ) Var E( | ) EVar( | )<br />

<br />

<br />

. (4)<br />

Omdat de schatter zuiver is (zie formule (2)), kunn<strong>en</strong> we (4) ook schrijv<strong>en</strong> als<br />

Var( ) Var( ) EVar( | )<br />

<br />

<br />

(5)<br />

Wat in woord<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t: de geobserveerde variantie (linkerlid van (5)) is de som van de variantie van de<br />

ware scores (eerste term in het rechterlid) plus de gemiddelde meetfoutvariantie (tweede term in het<br />

rechterlid).<br />

De betrouwbaarheid van de geobserveerde scores is per definitie gelijk aan<br />

Var( ) E[ Var(<br />

| )]<br />

Rel( ) <br />

<br />

1 Var( ) Var(<br />

<br />

(6)<br />

)<br />

Teller <strong>en</strong> noemer in de breuk in het rechterlid van (6) kunn<strong>en</strong> we consist<strong>en</strong>t schatt<strong>en</strong> als we beschikk<strong>en</strong> over<br />

e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef. De geobserveerde variantie is gewoon de variantie van de schatting<strong>en</strong> in de<br />

steekproef, <strong>en</strong> de gemiddelde foutvariantie krijg<strong>en</strong> we door formule (3) toe te pass<strong>en</strong> voor elke leerling <strong>en</strong><br />

dan te middel<strong>en</strong>.<br />

Formule (6) hebb<strong>en</strong> we uitgerek<strong>en</strong>d voor de halfjaargroep<strong>en</strong> medio groep 3, eind groep 3, ..., medio groep 8.<br />

Daarbij rijz<strong>en</strong> echter e<strong>en</strong> paar problem<strong>en</strong>. Omdat de data verzameld zijn in e<strong>en</strong> (opzettelijk) incompleet<br />

design hebb<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> van dezelfde halfjaargroep dezelfde kaart<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is<br />

het design zoals gepland niet volledig uitgevoerd, omdat sommige leerling<strong>en</strong> in plaats van de geplande drie<br />

kaart<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> of twee kaart<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. (Zie paragraaf 10.1 van deze verantwoording.)<br />

In tabel 11.1 staan de resultat<strong>en</strong> van de toepassing van formule (6) op alle<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> die het aantal<br />

kaart<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> zoals gepland in het design (zie de kolom Betrouwbaarheid). Omdat deze leerling<strong>en</strong><br />

tot de betere lezers behor<strong>en</strong> – immers juist de sessies van de zwakkere lezers zull<strong>en</strong> door de toetsleiders<br />

(3)


voortijdig afgebrok<strong>en</strong> zijn – zull<strong>en</strong> de waard<strong>en</strong> in deze kolom vanwege de homog<strong>en</strong>e sam<strong>en</strong>stelling van de<br />

groep leerling<strong>en</strong> waarover ze berek<strong>en</strong>d zijn, eerder e<strong>en</strong> onderschatting dan e<strong>en</strong> overschatting te zi<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 11.1 Betrouwbaarheid van de -schatter bij de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong><br />

Halfjaargroep Aantal leerling<strong>en</strong> met Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid per<br />

sessies als gepland<br />

toetskaart<br />

Medio groep 3 680 0.962 0.927<br />

Eind groep 3 753 0.966 0.904<br />

Medio groep 4 816 0.962 0.893<br />

Eind groep 4 690 0.963 0.896<br />

Medio groep 5 754 0.961 0.892<br />

Eind groep 5 640 0.965 0.902<br />

Medio groep 6 736 0.956 0.880<br />

Eind groep 6 654 0.952 0.868<br />

Medio groep 7 711 0.952 0.869<br />

Eind groep 7 607 0.953 0.872<br />

Medio groep 8 720 0.939 0.861<br />

Voor alle halfjaargroep<strong>en</strong>, met uitzondering van medio jaargroep 3 <strong>en</strong> medio jaargroep 8 ( zie paragraaf 10.1<br />

van deze verantwoording) schreef het design het aanbied<strong>en</strong> van drie kaart<strong>en</strong> voor. Hoewel de kaart<strong>en</strong> niet<br />

voor alle leerling<strong>en</strong> dezelfde war<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> ze toch geschikt voor de leeftijdsgroep in kwestie, <strong>en</strong> uit de<br />

analyse van de data bleek dat de moeilijkheidsparameters van kaart<strong>en</strong> die voor nabijgeleg<strong>en</strong> groep<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> ontwikkeld ook heel dicht bij elkaar lag<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat de kaart<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> halfjaargroep zijn<br />

aangebod<strong>en</strong> bij b<strong>en</strong>adering als parallel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd. De resultat<strong>en</strong> in de kolom<br />

Betrouwbaarheid zijn gebaseerd op alle gelez<strong>en</strong> kaart<strong>en</strong>, maar omdat de kaart<strong>en</strong> (bij b<strong>en</strong>adering) als parallel<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd kunn<strong>en</strong> we ook de betrouwbaarheid schatt<strong>en</strong> per kaart door toepassing van de<br />

Spearman-Brown-formule (voor e<strong>en</strong> verkorting met e<strong>en</strong> factor 3). Deze resultat<strong>en</strong> staan in de laatste kolom<br />

van tabel 11.1. Voor medio jaargroep 3, waar slechts twee kaart<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> is de verkortingsfactor 2.<br />

Medio jaargroep 8 las e<strong>en</strong> deel van de leerling<strong>en</strong> twee kaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander deel drie kaart<strong>en</strong>.<br />

Als compromis is voor medio jaargroep 8 e<strong>en</strong> verkortingsfactor van 2.5 gebruikt.<br />

De betrouwbaarheidsindices in tabel 11.1 hebb<strong>en</strong> hoge waard<strong>en</strong>. Dat geldt zeker voor de indices, berek<strong>en</strong>d<br />

over meerdere toetskaart<strong>en</strong>, in de kolom Betrouwbaarheid (0.95 of hoger) <strong>en</strong> in iets mindere mate voor de<br />

indices in de kolom Betrouwbaarheid per toetskaart (0.86 of hoger), maar zoals eerder gezegd gev<strong>en</strong> de<br />

betrouwbaarhed<strong>en</strong> in tabel 11.1 eerder e<strong>en</strong> onderschatting dan e<strong>en</strong> overschatting te zi<strong>en</strong>.<br />

Voor toets<strong>en</strong> van het type waar ge<strong>en</strong> zware consequ<strong>en</strong>ties voor leerling<strong>en</strong> aan verbond<strong>en</strong> zijn, zoals de<br />

<strong>DMT</strong>, geeft de COTAN (Commissie Testaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van het Nederlands Instituut voor Psycholog<strong>en</strong>)<br />

aan dat e<strong>en</strong> betrouwbaarheidscoëfficiënt lager dan 0.70 onvoldo<strong>en</strong>de is, e<strong>en</strong> betrouwbaarheidscoëfficiënt<br />

tuss<strong>en</strong> 0.70 <strong>en</strong> 0.80 voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betrouwbaarheidscoëfficiënt hoger dan 0.80 goed (Evers et al., 2009,<br />

p. 33). Op grond van deze criteria is de betrouwbaarheid van de <strong>AVI</strong>-toets goed te noem<strong>en</strong>.<br />

84


11.2 Nauwkeurigheid<br />

Lokale meetnauwkeurigheid (grafisch)<br />

De hiervoor vermelde betrouwbaarheidcoëfficiënt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de globale meetnauwkeurigheid<br />

van de toetskaart<strong>en</strong>, maar gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> beeld van de lokale meetnauwkeurigheid van deze kaart<strong>en</strong>. Dat do<strong>en</strong><br />

de figur<strong>en</strong> 11.1 <strong>en</strong> 11.2 wel. In deze figur<strong>en</strong> staat voor ieder van de toetskaart<strong>en</strong> (versie A) de grootte van de<br />

meetfout afgebeeld. Het volstaat om alle<strong>en</strong> de meetfout<strong>en</strong> van de A-kaart<strong>en</strong> af te beeld<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> de A-<br />

<strong>en</strong> de B-kaart<strong>en</strong> parallel zijn (zie deze verantwoording paragraaf 10.3.3).<br />

Figuur 11.1 Grootte van de meetfout voor de leestijd<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> M3 A tot <strong>en</strong> met E5 A<br />

De figur<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> duidelijk dat de meetfout lineair to<strong>en</strong>eemt met het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> van de vaardigheid. Merk op<br />

dat in de twee figur<strong>en</strong> de schaalverdeling<strong>en</strong> van de y-as niet gelijk zijn. De range van meetfout<strong>en</strong> op het<br />

niveau van vaardigheidsscore 3 bijvoorbeeld ligt tuss<strong>en</strong> 0.2 <strong>en</strong> 0.3 in het geval van de toetskaart<strong>en</strong> M3 A tot<br />

<strong>en</strong> met E5 A, maar ligt tuss<strong>en</strong> 0.2 <strong>en</strong> 0.25 voor de toetskaart<strong>en</strong> E5 A tot <strong>en</strong> met Plus A. Algeme<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

is de meetfout voor de leestijd<strong>en</strong> op de moeilijkere kaart<strong>en</strong> dus iets kleiner dan die op de makkelijkere<br />

kaart<strong>en</strong>, maar ook voor laatstg<strong>en</strong>oemde kaart<strong>en</strong> blijft de meetfout beperkt.<br />

Lokale meetnauwkeurigheid (tabellarisch)<br />

De betek<strong>en</strong>is van de meetnauwkeurigheid voor de beslissing<strong>en</strong> die met de toets<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, staan<br />

in de onderstaande classificatie-/misclassificatietabell<strong>en</strong>. Deze tabell<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> het effect van de lokale<br />

meetnauwkeurigheid zi<strong>en</strong>. Zo laat tabel 11.2 bijvoorbeeld zi<strong>en</strong> dat 88.1% van de leerling<strong>en</strong> die op toetskaart<br />

M3A met hun geschatte vaardigheidsscore qua leessnelheid in niveaugroep L vall<strong>en</strong> ook met hun werkelijke<br />

vaardigheidsscore in deze groep vall<strong>en</strong>. Anders gezegd, de kans dat e<strong>en</strong> L-leerling (terecht) als e<strong>en</strong> Lleerling<br />

wordt bestempeld is ongeveer 88%. Verder laat de tabel zi<strong>en</strong> dat ongeveer 12% van de leerling<strong>en</strong> in<br />

niveaugroep L e<strong>en</strong> vaardigheidsscore heeft die in werkelijkheid in scoregroep M valt. Er zijn ge<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

in niveaugroep L die in ware-scoregroep H vall<strong>en</strong>.<br />

Voor de goede orde zij op deze plaats nogmaals vermeld dat de indeling in L, M <strong>en</strong> H stoelt op verdeling<strong>en</strong><br />

van leestijd<strong>en</strong> op kaart<strong>en</strong> die door de leerling<strong>en</strong> in de refer<strong>en</strong>tiegroep beheerst word<strong>en</strong>, dus op leestijd<strong>en</strong> die<br />

85


verzameld zijn op basis van leesprestaties die stuk voor stuk aan de hoogste nauwkeurigheidseis<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>.<br />

Figuur 11.2 Grootte van de meetfout voor de leestijd<strong>en</strong> op de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> E5 A tot <strong>en</strong> met Plus A<br />

Tabel 11.2 Classificatie-/misclassificatietabel voor de leestijd<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong> M3A (links) <strong>en</strong> M3B<br />

(rechts) halverwege jaargroep 3<br />

<strong>Toets</strong>kaart M3A<br />

<strong>Toets</strong>kaart M3B<br />

Niveaugroep<strong>en</strong> L, M <strong>en</strong> H Niveaugroep<strong>en</strong> L, M <strong>en</strong> H<br />

Scoregroep waarin L M H Scoregroep waarin L M H<br />

ware score valt<br />

ware score valt<br />

L 88.1 5.1 0.0 L 87.9 5.0 0.0<br />

M 11.9 88.2 13.2 M 12.1 88.4 13.2<br />

H 0.0 6.6 86.8 H 0.0 6.6 86.8<br />

In tabel 11.3 is te zi<strong>en</strong> dat op normeringsmom<strong>en</strong>t eind groep 5 de kans dat e<strong>en</strong> H-leerling op grond van zijn<br />

prestaties op toetskaart E5B terecht als H-leerling bestempeld wordt ongeveer 82% is. Ook blijkt uit de tabel<br />

dat ongeveer 19% van de leerling<strong>en</strong> in niveaugroep H e<strong>en</strong> vaardigheidsscore heeft die in werkelijkheid in<br />

scoregroep M valt.<br />

86


Tabel 11.3 Classificatie-/misclassificatietabel voor de leestijd<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong> E5A (links) <strong>en</strong> E5B<br />

(rechts) eind jaargroep 5<br />

<strong>Toets</strong>kaart E5A<br />

<strong>Toets</strong>kaart E5B<br />

Niveaugroep<strong>en</strong> L, M <strong>en</strong> H Niveaugroep<strong>en</strong> L, M <strong>en</strong> H<br />

Scoregroep waarin L M H Scoregroep waarin L M H<br />

ware score valt<br />

ware score valt<br />

L 85.1 6.8 0.0 L 85.0 6.7 0.0<br />

M 24.9 86.2 17.6 M 15.0 86.6 18.5<br />

H 0.0 7.0 82.4 H 0.0 6.6 81.5<br />

Tabel 11.4 toont aan dat in de hogere score-region<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met name op het laatste afnamemom<strong>en</strong>t<br />

halverwege jaargroep 8, het perc<strong>en</strong>tage misclassificaties iets groter wordt. De kans dat e<strong>en</strong> L-leerling<br />

(terecht) als e<strong>en</strong> L-leerling wordt bestempeld is op dit afnamemom<strong>en</strong>t ongeveer 80% (79.8) <strong>en</strong> verder heeft<br />

ongeveer 20% van de leerling<strong>en</strong> in niveaugroep L e<strong>en</strong> vaardigheidsscore die in werkelijkheid in scoregroep<br />

M valt. Maar er zijn ook op dit afnamemom<strong>en</strong>t nog steeds ge<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> in niveaugroep L die in warescoregroep<br />

H vall<strong>en</strong>.<br />

Tabel 11.4 Classificatie-/misclassificatietabel voor de leestijd<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong> Plus A (links) <strong>en</strong> Plus<br />

B (rechts) halverwege jaargroep 8<br />

<strong>Toets</strong>kaart Plus A<br />

<strong>Toets</strong>kaart Plus B<br />

Niveaugroep<strong>en</strong> L, M <strong>en</strong> H Niveaugroep<strong>en</strong> L, M <strong>en</strong> H<br />

Scoregroep waarin L M H Scoregroep waarin L M H<br />

ware score valt<br />

ware score valt<br />

L 79.8 8.6 0.0 L 79.7 8.6 0.0<br />

M 20.2 82.9 22.9 M 20.3 82.5 22.4<br />

H 0.0 8.5 77.1 H 0.0 8.9 77.6<br />

Deze <strong>en</strong> ook de overige classificatie-/misclassificatietabell<strong>en</strong> staan in bijlage 3.<br />

87


12 Validiteit<br />

12.1 Inhoudsvaliditeit<br />

De inhoudsvaliditeit van e<strong>en</strong> toets heeft betrekking op de vraag in hoeverre de opgav<strong>en</strong> – in het geval van<br />

de <strong>AVI</strong>-toets: de tak<strong>en</strong> (zie ook paragraaf 2.4.2) – in e<strong>en</strong> toets e<strong>en</strong> welomschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgebak<strong>en</strong>d<br />

universum repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. De inhoudsvaliditeit van de <strong>AVI</strong>-toets wordt gewaarborgd door de inrichting van de<br />

toets <strong>en</strong> de wijze waarop de tak<strong>en</strong>, de tekst<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong>, zijn vormgegev<strong>en</strong>.<br />

In paragraaf 9.3 (Inhoudsverantwoording) is al uitgebreid ingegaan op het aspect van het lez<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong><br />

(versus het lez<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong>), op het aspect van het hardop lez<strong>en</strong> (versus het stil lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong> op de<br />

kwalitatief- <strong>en</strong> kwantitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong>. Deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong> in alle gevall<strong>en</strong> aan de criteria die van toepassing zijn op de <strong>AVI</strong>-niveaus waarvoor de tekst<strong>en</strong><br />

geschrev<strong>en</strong> zijn. Dit is bewerkstelligd in e<strong>en</strong> dubbelprocedure: professionele jeugdauteurs schrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong><br />

voor welbepaalde doelgroep<strong>en</strong> (de halfjaargroep<strong>en</strong> uit de voorligg<strong>en</strong>de verantwoording) <strong>en</strong> deze tekst<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s doorgemet<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> leesbaarheidsformule.<br />

12.2 Begripsvaliditeit<br />

De begripsvaliditeit van e<strong>en</strong> toets heeft betrekking op de vraag in hoeverre de scores op de toets toe te<br />

schrijv<strong>en</strong> zijn aan de verklar<strong>en</strong>de concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> construct<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van het theoretisch kader dat<br />

aan de ontwikkeling van de toets t<strong>en</strong> grondslag ligt. Hieronder word<strong>en</strong> drie indicaties gegev<strong>en</strong> van de<br />

begripsvaliditeit van de <strong>AVI</strong>-toets.<br />

12.2.1 Passing van het psychometrisch model<br />

E<strong>en</strong> eerste belangrijke indicatie van de begripsvaliditeit van de <strong>AVI</strong>-toets is dat de tak<strong>en</strong> (tekst<strong>en</strong> op<br />

toetskaart<strong>en</strong>) die daarin opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> waarvan de inhoud in paragraaf 9.3 wordt verantwoord, voldo<strong>en</strong><br />

aan de passingscriteria die aan bod kwam<strong>en</strong> in de paragraf<strong>en</strong> 10.3.3 <strong>en</strong> 10.3.4. Dat is e<strong>en</strong> goede waarborg<br />

voor de constructvaliditeit van de <strong>AVI</strong>-toets, omdat er aldus evid<strong>en</strong>tie is voor de aanname dat voor de beide<br />

aspect<strong>en</strong> (leessnelheid <strong>en</strong> nauwkeurigheid) die de <strong>AVI</strong>-toets in zijn meting<strong>en</strong> betrekt, geldt dat er e<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dezelfde vaardigheid t<strong>en</strong> grondslag ligt aan de respons<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> op de tak<strong>en</strong> in de toets.<br />

Kalibratie-analyse, als puur formeel proces, laat ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> toe over de validiteit als antwoord op de<br />

vraag: hoe kan word<strong>en</strong> aangetoond dat het concept dat de tak<strong>en</strong> in LOVS <strong>AVI</strong> met<strong>en</strong>, dekk<strong>en</strong>d is voor <strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>valt met het construct technisch lez<strong>en</strong> zoals dat in het didactisch <strong>en</strong> het wet<strong>en</strong>schappelijk forum wordt<br />

bedoeld. Maar in combinatie met de inhoudelijke waarborg<strong>en</strong> uit paragraaf 9.3, kort opgesomd in paragraaf<br />

12.1 hierbov<strong>en</strong>, kan de vraag of het concept dat t<strong>en</strong> grondslag ligt aan de tak<strong>en</strong> van de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> waarin<br />

– zoals ook de theorie leert (paragraaf 2.4.1) – snelheid <strong>en</strong> nauwkeurigheid beide e<strong>en</strong> aandeel hebb<strong>en</strong>, mag<br />

word<strong>en</strong> opgevat als de technische leesvaardigheid met 'ja' beantwoord word<strong>en</strong>. De geslaagde kalibraties<br />

mak<strong>en</strong> duidelijk dat er sprake is van e<strong>en</strong> dubbele unidim<strong>en</strong>sionaliteit <strong>en</strong> dat de gekalibreerde tak<strong>en</strong> de<br />

aspect<strong>en</strong> van de lat<strong>en</strong>te trek met<strong>en</strong> die we de vaardigheid technisch lez<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>.<br />

12.2.2 Equival<strong>en</strong>tie met andere toets<strong>en</strong><br />

Deze paragraaf hebb<strong>en</strong> de Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets (deel 2) <strong>en</strong> de<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke verantwoording van de <strong>DMT</strong> (deel 1) geme<strong>en</strong>. Zie voor de inhoud van deze paragraaf:<br />

paragraaf 6.2.2.<br />

12.2.3 Longitudinale vaardigheidsto<strong>en</strong>ame<br />

E<strong>en</strong> derde indicatie voor de begripsvaliditeit van de <strong>AVI</strong>-toets is te vind<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong> 12.1 <strong>en</strong> 12.2.<br />

Deze tabell<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> informatie over de gemiddelde technische leesvaardigheid, dat wil zegg<strong>en</strong> het<br />

gemiddelde van de geschatte vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de spreiding van de vaardigheid op de verschill<strong>en</strong>de<br />

afnamemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, i.e. voor de verschill<strong>en</strong>de populaties.<br />

Tabel 12.1 geeft de gemiddeld<strong>en</strong> met betrekking tot de leessnelheid; tabel 12.2 doet hetzelfde met<br />

betrekking tot de nauwkeurigheid.<br />

89


Tabel 12.1 Gemiddelde vaardigheid (leessnelheid) <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de standaardafwijking voor de<br />

verschill<strong>en</strong>de populaties<br />

Populatie… Gemiddelde vaardigheid Standaardafwijking<br />

medio groep 3 .751 .302<br />

eind groep 3 .997 .362<br />

medio groep 4 1.390 .451<br />

eind groep 4 1.557 .482<br />

medio groep 5 1.876 .493<br />

eind groep 5 1.994 .504<br />

medio groep 6 2.278 .500<br />

eind groep 6 2.413 .501<br />

medio groep 7 2.586 .518<br />

eind groep 7 2.675 .518<br />

medio groep 8 2.810 .481<br />

Tabel 12.2 Gemiddelde vaardigheid (nauwkeurigheid) <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de standaardafwijking voor de<br />

verschill<strong>en</strong>de populaties<br />

Populatie… Gemiddelde vaardigheid Standaardafwijking<br />

Medio groep 3 5.809 7.954<br />

Eind groep 3 4.196 4.399<br />

Medio groep 4 2.435 2.096<br />

Eind groep 4 1.941 1.545<br />

Medio groep 5 1.374 .909<br />

Eind groep 5 1.186 .805<br />

Medio groep 6 .943 .548<br />

Eind groep 6 .756 .486<br />

Medio groep 7 .659 .407<br />

Eind groep 7 .557 .354<br />

Medio groep 8 .506 .323<br />

De gemiddelde vaardigheid van de leerling<strong>en</strong> blijkt voor zowel de leessnelheid als de nauwkeurigheid van<br />

afname tot afname gestaag toe te nem<strong>en</strong>. In paragraaf 2.4.1 onder het kopje Ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> we hoe de<br />

technische leesvaardigheid zich vanaf groep 3 tot <strong>en</strong> met groep 8 ontwikkelt. Nadat de elem<strong>en</strong>taire<br />

leeshandeling is verworv<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> deze te versnell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te breid<strong>en</strong> naar complexere<br />

woord<strong>en</strong>. Het technisch lez<strong>en</strong> krijgt steeds meer e<strong>en</strong> automatisch verloop; de eerder geleerde decoderings-<br />

<strong>en</strong> woordherk<strong>en</strong>ningsprocess<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> steeds hoger tempo <strong>en</strong> steeds nauwkeuriger uitgevoerd.<br />

Deze ontwikkeling wordt 'empirisch' weerspiegeld in de vaardigheidsscores in de tabell<strong>en</strong> 12.1 <strong>en</strong> 12.2.<br />

Deze lat<strong>en</strong> immers e<strong>en</strong> stapsgewijze to<strong>en</strong>ame zi<strong>en</strong> van de snelheid <strong>en</strong> de nauwkeurigheid waarmee gelez<strong>en</strong><br />

wordt door basisschoolleerling<strong>en</strong> uit de jaargroep<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 8. Welke to<strong>en</strong>ame dus k<strong>en</strong>nelijk goed in<br />

kaart gebracht kan word<strong>en</strong> met behulp van de hier verantwoorde <strong>AVI</strong>-toets. De resultat<strong>en</strong> van deze toets<br />

volg<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong>staande tabell<strong>en</strong> de verwachte ontwikkeling: van jaargroep 3 naar jaargroep 8 wordt de<br />

leessnelheid hoger (er wordt per tijdse<strong>en</strong>heid steeds meer gelez<strong>en</strong>) <strong>en</strong> wordt de nauwkeurigheid groter<br />

(er word<strong>en</strong> gaandeweg minder fout<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>).<br />

90


13 Sam<strong>en</strong>vatting deel 2<br />

In de voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> zijn alle aspect<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die het mogelijk mak<strong>en</strong> om de kwaliteit van de<br />

<strong>AVI</strong>-toets te beoordel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het COTAN-beoordelingssysteem (Evers et al., 2009). In onderstaande<br />

sam<strong>en</strong>vatting wordt deze bespreking kort weergegev<strong>en</strong>.<br />

Deel 2 van deze verantwoording op<strong>en</strong>t met hoofdstuk 8. Daarin wordt e<strong>en</strong> gedetailleerde beschrijving<br />

gegev<strong>en</strong> van de uitgangpunt<strong>en</strong> bij de constructie van de <strong>AVI</strong>-toets. Na elkaar kom<strong>en</strong> aan de orde: de<br />

meetpret<strong>en</strong>tie, de doelgroep <strong>en</strong> de gebruiksdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> -toepassing<strong>en</strong>. Hoofdstuk 8 besluit met e<strong>en</strong> verwijzing<br />

naar de theoretische kaders – inhoudelijk <strong>en</strong> psychometrisch – die aan de toets t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>, zoals<br />

deze beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in deel 1 van de verantwoording. Het inhoudelijk kader heeft de <strong>AVI</strong>-toets immers<br />

geme<strong>en</strong> met de <strong>DMT</strong>; het psychometrisch kader gedeeltelijk.<br />

Hoofdstuk 9 beschrijft de inhoud van de toets, gaat in op de afname <strong>en</strong> de rapportage <strong>en</strong> wordt afgeslot<strong>en</strong><br />

met de inhoudsverantwoording van de <strong>AVI</strong>-toets.<br />

In hoofdstuk 10 wordt verslag gedaan van de opzet <strong>en</strong> het verloop van het normeringonderzoek met de<br />

<strong>AVI</strong>-toets. Voor de steekproeftrekking <strong>en</strong> het onderzoek naar de repres<strong>en</strong>tativiteit van de steekproef wordt<br />

verwez<strong>en</strong> naar deel 1 van deze verantwoording. In ons normeringsonderzoek werd<strong>en</strong> de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> de<br />

<strong>DMT</strong> namelijk voorgelegd aan in principe dezelfde leerling<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de gebruikte<br />

psychometrische modell<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevalideerd. Tot slot van het hoofdstuk word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van<br />

het normeringsonderzoek voor wat betreft de <strong>AVI</strong>-toets gegev<strong>en</strong>: het overzicht van de<br />

vaardigheidsverdeling<strong>en</strong> voor de leessnelheid <strong>en</strong> de nauwkeurigheid.<br />

In hoofdstuk 11 wordt gerapporteerd over de betrouwbaarheid <strong>en</strong> de meetnauwkeurigheid van de <strong>AVI</strong>-toets.<br />

De betrouwbaarheidsindices van de <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hoge waard<strong>en</strong>; hoger dan 0.95 voor de in het<br />

onderzoek aangebod<strong>en</strong> combinaties van twee of drie kaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoger dan 0.86 voor de afzonderlijke<br />

toetskaart<strong>en</strong>. De betrouwbaarheid van de <strong>AVI</strong>-toets is dus goed te noem<strong>en</strong>; ondanks dat g<strong>en</strong>oemde<br />

waard<strong>en</strong> onderschatting<strong>en</strong> zijn, omdat ze bepaald zijn in – qua leesvaardigheid – vrij homoge<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>. De lokale meetnauwkeurigheid wordt zowel grafisch als tabellarisch<br />

weergegev<strong>en</strong> op het niveau van de afzonderlijke kaart<strong>en</strong>. Net als bij de <strong>DMT</strong> neemt de meetfout toe bij het<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> van de vaardigheid, maar ook in de hogere vaardigheidsregion<strong>en</strong> blijft deze fout binn<strong>en</strong> de<br />

perk<strong>en</strong>. Het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toetskaart op <strong>AVI</strong>-niveau M3 op meetmom<strong>en</strong>t medio jaargroep 3 bijvoorbeeld<br />

plaatst ongeveer 88% van de L-leerling<strong>en</strong> in het juiste vaardigheidsniveau <strong>en</strong> het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

toetskaart op <strong>AVI</strong>-niveau E5 op meetmom<strong>en</strong>t eind jaargroep 5 doet dat bij ongeveer 85% van de leerling<strong>en</strong>.<br />

Het afnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toetskaart op <strong>AVI</strong>-niveau Plus op meetmom<strong>en</strong>t medio jaargroep 8 plaatst 'slechts'<br />

ongeveer 80% van de leerling<strong>en</strong> correct; ongetwijfeld speelt hierbij e<strong>en</strong> rol dat op meetmom<strong>en</strong>t medio groep<br />

8 verreweg de meeste leerling<strong>en</strong> al <strong>en</strong>ige tijd '<strong>AVI</strong> uit' zijn, wat zegg<strong>en</strong> wil dat zij niveau <strong>AVI</strong>-Plus reeds<br />

ontsteg<strong>en</strong> zijn waardoor met de toetskaart<strong>en</strong> op niveau <strong>AVI</strong>-plus bij deze leerling<strong>en</strong> niet meer op maat<br />

gemet<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste gaat van de nauwkeurigheid van de meting.<br />

Hoofdstuk 12 gaat in op de validiteit van de <strong>AVI</strong>-toets. Voor de inhoudsvaliditeit wordt terugverwez<strong>en</strong> naar<br />

de inhoudsverantwoording in hoofdstuk 9. Daar wordt de keuze van het soort leesmateriaal (tekst<strong>en</strong>) <strong>en</strong> van<br />

het vereiste leesgedrag (hardop lez<strong>en</strong>) verantwoord. Ook word<strong>en</strong> in dat hoofdstuk de kwantitatief- <strong>en</strong><br />

kwalitatief-linguïstische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vermeld van de tekst<strong>en</strong> op de toetskaart<strong>en</strong>. Met het oog op de<br />

begripsvaliditeit geeft hoofdstuk 12 drie indicaties:<br />

- de <strong>AVI</strong>-tak<strong>en</strong> (tekst<strong>en</strong> op toetskaart<strong>en</strong>) voldo<strong>en</strong> aan de criteria voor model fit. Dit geldt zowel voor de<br />

leessnelheid als voor de nauwkeurigheid. Er kan dus aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de met de toets gemet<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> zijn vanuit e<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetzelfde vaardigheidscomplex. Dat dit<br />

complex vervolg<strong>en</strong>s technisch lez<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd mag word<strong>en</strong>, vloeit voort uit de inhoudelijke waarborg<strong>en</strong>,<br />

beschrev<strong>en</strong> in hoofdstuk 9.<br />

- Uit de correlaties tuss<strong>en</strong> de scores op de <strong>AVI</strong>-toets <strong>en</strong> die op andere meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Cito-<br />

Leerling- <strong>en</strong> onderwijsvolgsysteem (LOVS) blijkt dat de scores op de <strong>AVI</strong>-toets sterk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met<br />

andere toets<strong>en</strong> voor het met<strong>en</strong> van de technische leesvaardigheid (de <strong>DMT</strong>, de toets<strong>en</strong> Leestechniek <strong>en</strong><br />

de toets<strong>en</strong> Leestempo) <strong>en</strong> nauwelijks of minder sterk met scores op andere onderdel<strong>en</strong> (de toets<strong>en</strong><br />

Woord<strong>en</strong>schat, Begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Spelling). De g<strong>en</strong>oemde technisch-leesinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waaronder de<br />

<strong>AVI</strong>-toets, met<strong>en</strong> elk op eig<strong>en</strong> wijze hetzelfde construct <strong>en</strong> duidelijk iets anders de andere toets<strong>en</strong> in het<br />

LOVS. We mog<strong>en</strong> dit opvatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> aanwijzing voor de begripsvaliditeit van de <strong>AVI</strong>-toets.<br />

- E<strong>en</strong> van de uitgangspunt<strong>en</strong> van de <strong>AVI</strong>-toets is de aanname dat de technische leesvaardigheid van<br />

leerling<strong>en</strong> over de tijd to<strong>en</strong>eemt. Deze aanname wordt door de data bevestigd: de gemiddelde<br />

vaardigheidscores voor de onderscheid<strong>en</strong> (halfjaarlijkse) populaties word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> jaargroep 3 <strong>en</strong> 8<br />

91


stapsgewijs groter: het aantal woord<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tekst dat in e<strong>en</strong> bepaalde tijdse<strong>en</strong>heid gelez<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> neemt toe <strong>en</strong> het aantal fout<strong>en</strong> dat daarbij gemaakt wordt neemt af.<br />

92


14 Literatuur<br />

Asakawa, S-I. (2008). Mixtures of experts: as an attempt to integrate the dual route cascaded and the<br />

triangle models for reading English words. In M. Ishikawa et al. (Eds.), ICONIP 2007, Part II, LNCS 4985<br />

(pp. 749-758). Berlin, Heidelberg: Springer-Verlag.<br />

Ber<strong>en</strong>t, I. (2001). Can connectionist models of phonology assembly account for phonology? Psychonomic<br />

Bulletin & Review, 8, 661-676.<br />

Besner, D., and Roberts, M.A. (2003). Reading nonwords aloud: results requiring change in the dual route<br />

cascaded model. Psychonomic Bulletin & Review, 10, 398-404.<br />

Blomert, L. (2003). Stand van zak<strong>en</strong>: Dyslexie. Amstelve<strong>en</strong>: CVZ.<br />

Bosman, A.M.T. (2000). Lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> spell<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het fonologisch coher<strong>en</strong>tiemodel. In H. Kuster <strong>en</strong><br />

H. Wieberink (red.), 'Ongestoord voort'. Over omgaan met dyslexie in het onderwijs (pp. 34-47). Ede:<br />

Stichting Schoolbegeleidingsdi<strong>en</strong>st De Zuid-Vallei.<br />

Bosman, A.M.T., and Van Ord<strong>en</strong>, G.C. (1997). Why spelling is more difficult than reading. In C.A. Perfetti,<br />

L. Rieb<strong>en</strong>, and M. Fayol (Eds.), Learning to spell: research, theory and practice across languages<br />

(pp. 173-194). Hillsdale, NJ: Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates.<br />

Bosman, A.M.T., and Van Ord<strong>en</strong>, G.C. (2003). Het fonologisch coher<strong>en</strong>tiemodel voor lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> spell<strong>en</strong>.<br />

Pedagogische Studiën, 80, 391-406.<br />

Bjaalid, I-K., Hoi<strong>en</strong>, T., and Ingvar Lundberg (2002). Dual-route and connectionist models: a step towards a<br />

combined model. Scandinavian Journal of Psychology, 38, 73-82. DOI: 10.111/1467-9450.00011.<br />

Broeck, W. van d<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ruijss<strong>en</strong>aars, A.J.J.M (1995). Technisch lez<strong>en</strong> in theorie <strong>en</strong> praktijk. Het geheel is<br />

meer dan de som van de del<strong>en</strong>. Pedologisch Jaarboek 1995, 67-85.<br />

Brouwer, R.H.M. (1976). Leesbaarheidsformules voor de Nederlandse taal. E<strong>en</strong> kritische beschouwing.<br />

Pedagogisch Tijdschrift, 9, 492-505.<br />

Brus, B.Th. <strong>en</strong> Voet<strong>en</strong>, M.J.M. (1973 1 ). Eén-Minuut-Test vorm A <strong>en</strong> B. Verantwoording <strong>en</strong> handleiding.<br />

Nijmeg<strong>en</strong>: Berkhout Testmateriaal BV.<br />

Coltheart, M. (1978). Lexical access in simple reading tasks. In G. Underwood (Ed.), Strategies of<br />

information processing (pp. 151-216). New York: Academic Press.<br />

Coltheart, M. (2005). Modeling reading: the dual-route approach. In M.J. Snowling and C. Hulme (Eds.),<br />

The sci<strong>en</strong>ce of reading: a handbook. DOI: 10.1111/b.9781405114882.2005.00004.x.<br />

Coltheart, M. (2006).Dual route and connectionist models of reading: an overview. London Review of<br />

Education, 4, 5-17.<br />

Coltheart, M., and Rastle, K. (1994). Serial processing in reading aloud: evid<strong>en</strong>ce for dual-route models of<br />

reading. Journal of Experim<strong>en</strong>tal Psychology: Human Perception and Performance, 20, 1197-1211.<br />

Coltheart, M., Curtis, B., Atkins, P., and Haller, M. (1993). Models of reading aloud: dual-route and paralleldistributed<br />

processing approaches. Psychological Review, 100, 589-608.<br />

Coltheart, M., Rastle, K., Perry, C., Ziegler, J., and Langdon, R. (2001). DRC: a dual route cascaded model<br />

of visual word recognition and reading aloud. Psychological Review, 108, 204-256.<br />

Curtis, M.E., and Glaser, R. (1983). Reading theory and the assessm<strong>en</strong>t of reading achievem<strong>en</strong>t. Journal of<br />

Educational Measurem<strong>en</strong>t, 20, 133-147.<br />

93


Droop, M., and Verhoev<strong>en</strong>, L. (2003). Language profici<strong>en</strong>cy and reading ability in first- and second-language<br />

learners. Reading Research Quarterly, 38, 78-103.<br />

Evers, A., Lucass<strong>en</strong>, W., Meijer, R. <strong>en</strong> Sijtsma, K. (2009). COTAN Beoordelingssysteem voor de kwaliteit<br />

van tests. Amsterdam: NIP/COTAN.<br />

Evers, G. (2010). Computerprogramma LOVS; versie 4.3a. Arnhem: Cito.<br />

Evers, G. (2008). Handleiding P-Clib; versie 3.0a. Arnhem: Cito.<br />

Goldsmith-Phillips, J. (1989). Word and context in reading developm<strong>en</strong>t: a test of the interactivecomp<strong>en</strong>satory<br />

hypothesis. Journal of Educational Psychology, 81, 299-305.<br />

Harm, M.W., and Seid<strong>en</strong>berg, M.S. (1999). Phonology, reading acquisition, and dyslexia: insights from<br />

connectionist models. Psychological Review, 106, 491-528.<br />

Harm, M.W., and Seid<strong>en</strong>berg, M.S. (2004). Computing the meanings of words in reading: cooperative<br />

division of labor betwe<strong>en</strong> visual and phonological processes. Psychological Review, 111, 662-720.<br />

Harm, M.W., McCandliss, B.D., and Seid<strong>en</strong>berg, M.S. (2003). Modelling the successes and failures of<br />

interv<strong>en</strong>tions for disabled readers. Sci<strong>en</strong>tific Studies of Reading, 7, 155-182.<br />

Houghton, G., and Zorzi, M. (2003). Normal and impaired spelling in a connectionist dual-route architecture.<br />

Cognitive Neuropsychology, 20, 115-162. DOI: 10.1080/02643290242000871.<br />

Jans<strong>en</strong>, M. (1997). Rasch’s model for reading speed with manifest explanatory variables. Psychometrika, 62,<br />

393-409.<br />

Jans<strong>en</strong>, M. <strong>en</strong> Duijn, M. van (1992). Ext<strong>en</strong>sions of Rasch’s multiplicative Poisson model. Psychometrika, 57,<br />

405-414.<br />

Jong<strong>en</strong>, I <strong>en</strong> Krom, R. (2009). <strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong>. Arnhem: Cito B.V.<br />

Jong<strong>en</strong>, I., Krom, R. <strong>en</strong> Roumans, P. (2009a). Technisch lez<strong>en</strong> groep 3. Arnhem: Cito B.V.<br />

Jong<strong>en</strong>, I., Krom, R. <strong>en</strong> Roumans, P. (2009b). Technisch lez<strong>en</strong> groep 4. Arnhem: Cito B.V.<br />

Jong<strong>en</strong>, I., Krom, R. <strong>en</strong> Roumans, P. (2010). Technisch lez<strong>en</strong> groep 5. Arnhem: Cito B.V.<br />

Juphard, A., Carbonnel, S., and Valdois, S. (2004). L<strong>en</strong>gth effect in reading and lexical decision: evid<strong>en</strong>ce<br />

from skillled readers and a developm<strong>en</strong>tal dyslexic participant. Brain and Cognition, 55, 332-340.<br />

Kim (Yoon), Y.H., and Goetz, E.T. (1994). Context effects on word recognition and reading compreh<strong>en</strong>sion<br />

of poor and good readers: A test of the interactive-comp<strong>en</strong>satory hypothesis. Reading Research Quarterly,<br />

29, 178-188.<br />

Kohnstamm, G.A., Schaerlaek<strong>en</strong>s, A.D., De Vries, A.D., Akkerhuis, G.W. <strong>en</strong> Froonincksx, M. (1981). Nieuwe<br />

Streeflijst Woord<strong>en</strong>schat voor 6-jarig<strong>en</strong>. Lisse: Swets <strong>en</strong> Zeitlinger.<br />

Krom, R.S.H. (1990). W<strong>en</strong>selijke woord<strong>en</strong>schat <strong>en</strong> feitelijke frequ<strong>en</strong>ties. De Nieuwe Streeflijst Woord<strong>en</strong>schat<br />

getrancheerd naar verwervingsleeftijd <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van frequ<strong>en</strong>tiegegev<strong>en</strong>s. Arnhem: Cito<br />

Krom, R.S.H. (20004). Leestechniek & Leestempo. Arnhem: Citogroep.<br />

Krom, R. <strong>en</strong> Jong<strong>en</strong>, I. (2009). Inhoudsverantwoording <strong>AVI</strong> groep 3 tot <strong>en</strong> met 8. In I. Jong<strong>en</strong> <strong>en</strong> R. Krom,<br />

<strong>DMT</strong> <strong>en</strong> <strong>AVI</strong> (pp. 7-17). Arnhem: Cito<br />

94


Leu, D.J., Jr., DeGroff, L-J.C., and Simons, H.D. (1986). Predictable texts and interactive-comp<strong>en</strong>satory<br />

hypotheses: evaluating individual differ<strong>en</strong>ces in reading ability, context use, and compreh<strong>en</strong>sion. Journal of<br />

Educational Psychology, 78, 347-352.<br />

Levy, J., Pernet, C., Treserras, S., Boulanouar, K., Aubry, F., Démonet, J-F., and Celsis, P. (2009). Testing<br />

for the dual-route cascade reading model in the brain: an fMRI effective connectivity account of an effici<strong>en</strong>t<br />

reading style. Plos ONE 4(8): e667 DOI: 10.1371/journal.pone0006675.<br />

Loon-Vervoorn, W.A. (1985a). De Nieuwe Streeflijst als maat voor de verwervingsleeftijd van woord<strong>en</strong>.<br />

Intern rapport Psychologisch Laboratorium, Rijksuniversiteit van Utrecht.<br />

Loon-Vervoorn, W.A. (1985b). De Nieuwe Streeflijst als maat voor de verwervingsleeftijd van woord<strong>en</strong>.<br />

Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 40, 44-47.<br />

Loon-Vervoorn, W.A. (1985c). De Nieuwe Streeflijst als maat voor de verwervingsleeftijd van woord<strong>en</strong> II.<br />

Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 40, 503-518.<br />

Loon-Vervoorn, W.A., Ridderbos, A. <strong>en</strong> Rietveld, A. (1985). De Nieuwe Streeflijst als maat voor de<br />

verwervingsleeftijd van woord<strong>en</strong> (adjectiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> verba) II. Intern rapport Psychologisch Laboratorium,<br />

Rijksuniversiteit van Utrecht.<br />

McLeod, P., Plaut, D.C., and Shallice, T. (2001). Connectionist modelling of word recognition. Synthese, 129,<br />

173-183.<br />

Moelands, F., Kamphuis, F. <strong>en</strong> Verhoev<strong>en</strong>, L. (2003). Verantwoording <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong> (<strong>DMT</strong>). Arnhem:<br />

Cito<br />

Nicholson, T. (1991). Do childr<strong>en</strong> read words better in context or in lists? A classic study revisited. Journal of<br />

Educational Psychology, 83, 444-450.<br />

Nicholson, T., Lillas, C., and Rzoska, M.A. (1988). Have we be<strong>en</strong> misled by miscues? The Reading Teacher,<br />

42, 6-10.<br />

Ow<strong>en</strong>, R.J. (1969). A Bayesian analysis of Rasch’s multiplicative Poisson model for misreadings. Research<br />

Bulletin ETS. Princeton: ETS.<br />

Paap, K.R., and Noel, R.W. (1991). Dual-route models of print to sound: still a good horse race.<br />

Psychological Research, 53, 13-24.<br />

Plaut, D.C., McClelland, J.L., Seid<strong>en</strong>berg, M.S., and Patterson, K. (1996). Understanding normal and<br />

impaired word reading: computational principles in quasi-regular domeins. Psychological Review, 103,<br />

56-115.<br />

Plunkett, K. (2001). Connectionism today. Synthese, 129, 185-194.<br />

Pugh, K.P., Rexer, K., and Katz, L. (1994). Evid<strong>en</strong>ce of flexible coding in visual word recognition. Journal of<br />

Experim<strong>en</strong>tal Psychology: Human Perception and Performance, 20, 807-825.<br />

Rapcsak, S.Z., H<strong>en</strong>ry, M.L., Teague, S.L., Carnahan, S.D., and Beeson, P.M. (2007). Do dual-route models<br />

accurately predict reading and spelling performance in individuals with acquired alexia and agraphia?<br />

Neuropsychologia, 45, 2519-2524.<br />

Rasch, G. (1960). Probabilistic models for some intellig<strong>en</strong>ce and attainm<strong>en</strong>t tests. Chicago: The University of<br />

Chicago Press.<br />

Rastle, K., and Coltheart, M. (1999). Serial and strategic effects in reading aloud. Journal of Experim<strong>en</strong>tal<br />

Psychology: Human Perception and Performance, 25, 482-503.<br />

95


Reggia, J.A., Marsland, P.M., and Berndt, R.S. (1988). Competitive dynamics in a dual-route connectionist<br />

model of print-to-sound transformation. Complex Systems, 2, 509-547.<br />

Schroot<strong>en</strong>, W. <strong>en</strong> Vermeer, A. (1994). Woord<strong>en</strong> in het basisonderwijs. 150.000 woord<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> aan<br />

leerling<strong>en</strong>. Tilburg: TUP.<br />

Schijf, G.M. (2009) Lees- <strong>en</strong> spellingvaardighed<strong>en</strong> van brugklassers. (Proefschriftreeks nr.14) Amsterdam:<br />

SCO-Kohnstamm Instituut van de Faculteit der Maatschappij- <strong>en</strong> Gedragswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Universiteit van<br />

Amsterdam.<br />

Seid<strong>en</strong>berg, M.S. (2007). Connectionist models of reading. In M.G. Gaskell (Ed.), The Oxford handbook of<br />

psycholinguistics (pp. 235-250). Oxford: Oxford University Press.<br />

Seid<strong>en</strong>berg. M.S., and McClelland, J.L. (1989). A distributed, developm<strong>en</strong>tal model of word recognition and<br />

naming. Psychological Review, 96, 523-568.<br />

Søvik, N., Arntz<strong>en</strong>, O., and Samuelstu<strong>en</strong>, M. (2000). Eye-movem<strong>en</strong>t parameters and reading speed.<br />

Reading and Writing: An Interdisciplinary Journal, 13, 237-255.<br />

Stanovich, K.E. (1980). Toward an interactive-comp<strong>en</strong>satory model of individual differ<strong>en</strong>ces in the<br />

developm<strong>en</strong>t of reading flu<strong>en</strong>cy. Reading Research Quarterly, 16, 32-71.<br />

Stanovich, K.E., and Stanovich P.J. (1995). How research might inform the debate about early reading<br />

acquisition. Journal of Research in Reading, 18, 87-105.<br />

Stanovich, K.E., West, R.F., and Freeman, D.J. (1981). A longitudinal study of s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce context effects in<br />

second grade childr<strong>en</strong>: tests of an interactive-comp<strong>en</strong>satory model. Journal of Experim<strong>en</strong>tal Child<br />

Psychology, 32, 185-199.<br />

Staphorsius, G. <strong>en</strong> Verhelst, N. (1997). Indexering van de leestechniek. Pedagogische Studiën, 74, 154-164.<br />

Staphorsius, G., Krom, R.S.H. <strong>en</strong> De Geus, K. (1988). Frequ<strong>en</strong>ties van woordvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> letterposities in<br />

jeugdlectuur. Arnhem: Cito.<br />

Stone, G.O., Vanhoy, M., and Van Ord<strong>en</strong>, G.C. (1997). Perception is a two-way street: feedforward and<br />

feedback phonology in visual word recognition. Journal of Memory and Language, 36, 337-359.<br />

Struiksma, A.J.C. (2003). Lez<strong>en</strong> gaat voor. Academisch proefschrift, Universiteit van Amsterdam.<br />

Struiksma, A.J.C., Leij, A. van der <strong>en</strong> Vieijra, J.P.M. (2009 8 ). Diagnostiek van technisch lez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aanvankelijk spell<strong>en</strong>. Amsterdam: VU Uitgeverij.<br />

Sijtstra, J. (2003). Domeinbeschrijving Lez<strong>en</strong>, intern memo. Arnhem: Cito.<br />

Taft, M. (2006). Orthographically influ<strong>en</strong>ced abstract phonological repres<strong>en</strong>tation: evid<strong>en</strong>ce from non-rhotic<br />

speakers. Journal of Psycholinguistic Research, 35, DOI: 10.1007/s10936-005-9004-5.<br />

Van Ord<strong>en</strong>, G.C., and Goldinger, S.D. (1994). Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce of form and function in cognitive systems<br />

explains perception of printed words. Journal of Experim<strong>en</strong>tal Psychology: Human Perception and<br />

Performance, 20, 1269-1291.<br />

Van Ord<strong>en</strong>, G.C., Johnston, J.C., and Hale, B.L. (1988). Word id<strong>en</strong>tification in reading preceeds from<br />

spelling to sound to meaning. Journal of Experim<strong>en</strong>tal Psychology: Learning, Memory and Cognition, 14,<br />

371-386.<br />

Van Ord<strong>en</strong>, G.C., P<strong>en</strong>nington, B.F., and Stone, G.O. (1990). Word id<strong>en</strong>tification in reading and the promise<br />

of subsymbolic psycholinguistics. Psychological Review, 97, 488-522.<br />

96


Verhelst, N.D., and Kamphuis, F.H. (2009). A Poisson-Gamma model for speed tests. Measurem<strong>en</strong>t and<br />

Research Departm<strong>en</strong>t Reports 2009-2. Arnhem: Cito.<br />

Verhelst, N.D., and Kamphuis, F.H. (in druk). A Gamma-Gamma model for speed tests. Measurem<strong>en</strong>t and<br />

Research Departm<strong>en</strong>t Reports 2010-1. Arnhem: Cito.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L. (1990). Acquisition of reading in Dutch as a second language. Reading Research Quarterly,<br />

25, 90-114.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L. (1992 1 ). <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong>. Arnhem: Cito.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L. (1995 3 ). <strong>Drie</strong>-<strong>Minut<strong>en</strong></strong>-<strong>Toets</strong>. Arnhem: Cito.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L. (2000). Compon<strong>en</strong>ts in early second language reading and spelling. Sci<strong>en</strong>tific Studies of<br />

Reading, 4, 313-330.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L. <strong>en</strong> Aarnoutse, C. (2000). Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de geletterdheid. Nijmeg<strong>en</strong>:<br />

Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Visser, J.J.C.M. (1997). Lez<strong>en</strong> op <strong>AVI</strong>-niveau. De schaling, normering <strong>en</strong> validering van de nieuwe <strong>AVI</strong>toetskaart<strong>en</strong>.<br />

Academisch proefschrift, Katholieke Universiteit Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Visser, J., Laarhov<strong>en</strong>, A. van <strong>en</strong> Beek A. ter. (1994). <strong>AVI</strong>-toetspakket. Handleiding. 's Hertog<strong>en</strong>bosch: KPC.<br />

Visser, J., Laarhov<strong>en</strong>, A. van <strong>en</strong> Beek A. ter. (1996). <strong>AVI</strong>-toetspakket. Handleiding. Derde herzi<strong>en</strong>e druk.<br />

's Hertog<strong>en</strong>bosch: KPC.<br />

W<strong>en</strong>tink, H. (1997). From graphemes to syllabes. Academisch proefschrift, Universiteit van Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Ziegler, J.C., Perry, C., and Coltheart, M. (2000). The DRC model of visual word recognition and reading<br />

aloud: An ext<strong>en</strong>sion to German. European Journal of Cognitive Psychology, 12, 413-430.<br />

97


Bijlag<strong>en</strong><br />

Bijlage 1 (pagina 87)<br />

Deel van e<strong>en</strong> geanonimiseerde leerlinglijst voor de toetsleider op de Op<strong>en</strong>bare Basisschool Mr. Lugtmeijer<br />

t<strong>en</strong> behoeve van de afname van <strong>AVI</strong>-toetskaart<strong>en</strong> in mei/juni 2008. Per jaargroep word<strong>en</strong> twee zog<strong>en</strong>oemde<br />

reserveleerling<strong>en</strong> ingepland; dit om ook nieuw-ingestroomde leerling<strong>en</strong> toetskaart<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>.<br />

Ter illustratie: Leerling_001 van groep 3 krijgt achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>ds de toetskaart<strong>en</strong> Start B, M3 A <strong>en</strong> E3 A<br />

voorgelegd.<br />

Bijlage 2 (pagina 88 – 96)<br />

De classificatie-/misclassificatietabell<strong>en</strong> voor de <strong>DMT</strong>. Ieder tabel in deze bijlage is op dezelfde wijze<br />

vormgegev<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld:<br />

m3 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A<br />

71.6 26.9 1.6 0.0 0.0<br />

11.5 59.2 29.0 0.3 0.0<br />

0.2 14.2 69.9 15.7 0.0<br />

0.0 0.1 16.7 75.9 7.3<br />

0.0 0.0 0.0 9.1 90.9<br />

De toelichting hierbij:<br />

m3 staat voor afnamemom<strong>en</strong>t medio jaargroep 3.<br />

K1+2+3 staat voor de combinatie van kaart<strong>en</strong> van alle drie de niveaus.<br />

E t/m A staat voor de vaardigheidsniveaus E tot <strong>en</strong> met A.<br />

De kolomm<strong>en</strong> (van links naar rechts: E, D, C, B <strong>en</strong> A) zijn de scoregroep<strong>en</strong> waarin de ware score valt.<br />

De rij<strong>en</strong> (van bov<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>: E, D, C, B <strong>en</strong> A) zijn de de niveaugroep<strong>en</strong>.<br />

Bijlage 3 (pagina 97)<br />

De classificatie-/misclassificatietabell<strong>en</strong> voor de <strong>AVI</strong>-toets. Iedere tabel in deze bijlage is op dezelfde wijze<br />

vormgegev<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld:<br />

m3 M3A <strong>AVI</strong> L M H<br />

88.1 11.9 0.0<br />

5.1 88.2 6.6<br />

0.0 13.2 86.8<br />

De toelichting hierbij:<br />

m3 staat voor afnamemom<strong>en</strong>t medio jaargroep 3.<br />

M3A staat voor toetskaart M3 A.<br />

L M H staat voor de vaardigheidsniveaus: L, M <strong>en</strong> H.<br />

De kolomm<strong>en</strong> (van links naar rechts: L, M <strong>en</strong> H) zijn de scoregroep<strong>en</strong> waarin de ware score valt.<br />

De rij<strong>en</strong> (van bov<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>: L, M <strong>en</strong> H) zijn de de niveaugroep<strong>en</strong>.<br />

99


100


101<br />

Leerlinglijst <strong>AVI</strong>: Op<strong>en</strong>bare Basisschool Mr Lugtmeijer (APELDOORN) Schoolnummer 11750<br />

Groep Naam Geslacht Tak<strong>en</strong> >><br />

3 Afname mei/juni, Reserveleerling_001 ? <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Afname mei/juni, Reserveleerling_002 ? <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Leerling_001 M <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Leerling_002 J <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Leerling_003 J <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-M3 A<br />

3 Leerling_004 M <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-M3 B<br />

3 Leerling_005 J <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-M3 A<br />

3 Leerling_006 J <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-Start B<br />

3 Leerling_007 M <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-Start B<br />

3 Leerling_008 M <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-M3 B<br />

3 Leerling_009 M <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-Start A<br />

3 Leerling_010 J <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-M3 A<br />

3 Leerling_011 M <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-M3 B<br />

3 Leerling_012 J <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-Start A<br />

3 Leerling_013 M <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-E3 B<br />

3 Leerling_014 J <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-Start B<br />

3 Leerling_015 J <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-E3 B<br />

3 Leerling_016 J <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-M3 A<br />

3 Leerling_017 J <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-M3 B<br />

3 Leerling_018 M <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Leerling_019 J <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Leerling_020 M <strong>AVI</strong>-Start A <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-E3 A<br />

3 Leerling_021 M <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-Start B<br />

3 Leerling_022 J <strong>AVI</strong>-Start B <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-E3 B<br />

3 Leerling_023 J <strong>AVI</strong>-M3 B <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-Start A<br />

3 Leerling_024 J <strong>AVI</strong>-E3 B <strong>AVI</strong>-M3 A <strong>AVI</strong>-Start A<br />

4 Afname mei/juni, Reserveleerling_001 ? <strong>AVI</strong>-M4 A <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-E4 B<br />

4 Afname mei/juni, Reserveleerling_002 ? <strong>AVI</strong>-M4 A <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-E4 B<br />

4 Leerling_001 M <strong>AVI</strong>-E3 A <strong>AVI</strong>-E4 B <strong>AVI</strong>-M4 A<br />

4 Leerling_002 M <strong>AVI</strong>-M4 B <strong>AVI</strong>-M5 B <strong>AVI</strong>-E4 A


Bijlage 2<br />

m3 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A m3 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

56.8 33.4 9.6 0.3 0.0 64.6 30.3 4.9 0.2 0.0<br />

14.9 44.3 37.0 3.8 0.0 16.3 51.4 28.4 3.9 0.0<br />

2.0 20.4 55.8 21.5 0.3 2.1 26.6 48.4 22.5 0.4<br />

0.0 1.9 25.8 61.6 10.7 0.1 3.2 24.2 61.0 11.5<br />

0.0 0.0 0.4 15.2 84.4 0.0 0.0 0.4 14.8 84.8<br />

m3 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A m3 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

52.3 34.9 12.2 0.6 0.0 64.7 29.8 5.2 0.3 0.0<br />

14.5 42.5 38.4 4.6 0.0 17.1 49.4 28.7 4.9 0.0<br />

2.4 20.1 53.3 23.7 0.5 2.4 26.2 47.0 23.9 0.5<br />

0.0 1.9 25.3 61.2 11.5 0.1 3.9 24.7 58.7 12.6<br />

0.0 0.0 0.6 16.5 82.9 0.0 0.0 0.5 14.8 84.7<br />

m3 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A m3 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

51.7 33.9 13.5 0.9 0.0 62.2 30.7 6.6 0.6 0.0<br />

15.2 39.9 38.5 6.3 0.0 18.6 47.3 28.3 5.8 0.1<br />

2.8 19.9 50.9 25.5 0.8 3.6 28.9 44.2 22.5 0.7<br />

0.1 2.4 25.2 58.6 13.7 0.2 5.7 26.9 54.2 12.9<br />

0.0 0.0 0.8 16.1 83.1 0.0 0.0 0.8 15.7 83.4<br />

m3 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A m3 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

68.4 28.6 3.0 0.0 0.0 75.0 23.8 1.2 0.0 0.0<br />

13.8 54.2 31.2 0.8 0.0 14.7 61.2 23.0 1.0 0.0<br />

0.5 16.3 64.7 18.4 0.0 0.6 23.1 58.4 17.9 0.0<br />

0.0 0.3 18.6 72.2 8.9 0.0 0.9 20.3 70.3 8.5<br />

0.0 0.0 0.0 10.7 89.3 0.0 0.0 0.0 11.0 89.0<br />

m3 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A m3 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

66.3 29.7 4.0 0.0 0.0 74.6 23.9 1.5 0.0 0.0<br />

14.1 51.8 32.9 1.3 0.0 16.5 58.8 23.3 1.4 0.0<br />

0.8 17.3 62.8 19.0 0.1 0.8 25.1 56.2 17.8 0.1<br />

0.0 0.5 21.1 69.8 8.5 0.0 1.5 22.5 66.8 9.2<br />

0.0 0.0 0.1 12.5 87.5 0.0 0.0 0.0 11.3 88.7<br />

m3 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A m3 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

71.6 26.9 1.6 0.0 0.0 79.9 19.7 0.4 0.0 0.0<br />

11.5 59.2 29.0 0.3 0.0 14.3 66.3 19.1 0.3 0.0<br />

0.2 14.2 69.9 15.7 0.0 0.2 21.0 63.0 15.8 0.0<br />

0.0 0.1 16.7 75.9 7.3 0.0 0.3 17.1 75.2 7.4<br />

0.0 0.0 0.0 9.1 90.9 0.0 0.0 0.0 9.3 90.7<br />

e3 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A e3 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

67.0 30.3 2.8 0.0 0.0 79.0 20.0 1.0 0.0 0.0<br />

12.5 57.5 29.5 0.5 0.0 15.3 58.9 24.5 1.3 0.0<br />

0.4 14.8 65.6 19.0 0.2 0.4 19.7 58.7 20.7 0.4<br />

0.0 0.1 17.7 68.7 13.5 0.0 0.9 21.7 62.1 15.3<br />

0.0 0.0 0.1 15.9 83.9 0.0 0.0 0.3 16.1 83.5<br />

e3 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A e3 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

69.5 27.9 2.6 0.0 0.0 78.4 20.3 1.3 0.0 0.0<br />

15.0 55.1 29.1 0.7 0.0 16.9 56.8 24.7 1.6 0.0<br />

0.6 16.1 64.3 18.8 0.2 0.7 20.8 56.2 21.7 0.6<br />

0.0 0.2 19.5 65.9 14.4 0.0 1.1 22.8 60.2 15.9<br />

0.0 0.0 0.2 16.4 83.4 0.0 0.0 0.5 17.6 81.9<br />

102


Bijlage 2 (vervolg)<br />

e3 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A e3 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

64.1 31.3 4.6 0.0 0.0 75.2 22.6 2.1 0.0 0.0<br />

12.9 50.9 34.6 1.6 0.0 17.5 54.7 25.6 2.3 0.0<br />

0.6 14.7 61.7 22.4 0.5 1.1 22.4 52.9 22.6 1.0<br />

0.0 0.4 20.4 64.1 15.2 0.0 1.6 23.3 57.7 17.4<br />

0.0 0.0 0.4 18.6 81.0 0.0 0.0 0.7 18.4 80.9<br />

e3 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A e3 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

75.9 23.7 0.4 0.0 0.0 84.0 15.8 0.1 0.0 0.0<br />

10.1 67.5 22.4 0.0 0.0 11.9 69.2 18.7 0.1 0.0<br />

0.1 11.7 75.1 13.1 0.0 0.1 15.5 68.4 16.0 0.0<br />

0.0 0.0 13.9 75.9 10.2 0.0 0.1 16.3 71.9 11.6<br />

0.0 0.0 0.0 11.1 88.9 0.0 0.0 0.0 12.5 87.5<br />

e3 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A e3 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

75.2 24.1 0.7 0.0 0.0 82.6 17.1 0.2 0.0 0.0<br />

10.5 63.9 25.5 0.1 0.0 13.0 67.6 19.2 0.2 0.0<br />

0.1 11.0 73.0 16.0 0.0 0.1 17.1 65.4 17.4 0.1<br />

0.0 0.0 13.6 75.0 11.4 0.0 0.2 17.0 70.2 12.7<br />

0.0 0.0 0.0 12.3 87.7 0.0 0.0 0.1 13.4 86.6<br />

e3 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A e3 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

80.9 19.1 0.1 0.0 0.0 87.3 12.7 0.0 0.0 0.0<br />

9.0 71.0 19.9 0.0 0.0 11.2 73.9 14.9 0.0 0.0<br />

0.0 9.0 78.9 12.1 0.0 0.0 13.8 72.1 14.0 0.0<br />

0.0 0.0 11.1 79.9 9.0 0.0 0.0 13.5 76.5 10.0<br />

0.0 0.0 0.0 9.4 90.6 0.0 0.0 0.0 10.7 89.3<br />

m4 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A m4 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

77.2 22.5 0.4 0.0 0.0 83.9 15.7 0.3 0.0 0.0<br />

10.0 65.8 23.8 0.4 0.0 11.2 63.1 23.3 2.4 0.0<br />

0.0 11.1 66.4 21.5 1.0 0.1 19.4 52.4 25.8 2.2<br />

0.0 0.1 21.1 60.6 18.2 0.0 1.5 25.0 53.5 20.0<br />

0.0 0.0 0.9 21.5 77.6 0.0 0.0 2.1 22.6 75.3<br />

m4 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A m4 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

77.4 22.1 0.5 0.0 0.0 83.4 16.1 0.5 0.0 0.0<br />

11.0 63.2 25.3 0.6 0.0 11.7 60.0 24.9 3.3 0.1<br />

0.1 11.1 64.4 23.1 1.3 0.2 19.3 50.8 26.9 2.8<br />

0.0 0.1 20.8 58.5 20.6 0.0 2.1 25.5 51.4 21.0<br />

0.0 0.0 1.0 20.9 78.1 0.0 0.0 2.5 23.0 74.4<br />

m4 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A m4 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

74.2 24.8 1.0 0.0 0.0 82.7 16.5 0.7 0.0 0.0<br />

10.8 59.1 28.8 1.2 0.0 13.3 57.2 25.2 4.2 0.2<br />

0.1 11.7 62.0 24.4 1.8 0.3 21.2 48.6 26.5 3.4<br />

0.0 0.3 23.0 55.8 20.9 0.0 3.2 28.4 48.7 19.7<br />

0.0 0.0 1.5 22.8 75.6 0.0 0.1 4.0 25.6 70.3<br />

m4 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A m4 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

83.1 16.8 0.0 0.0 0.0 89.4 10.6 0.0 0.0 0.0<br />

7.4 74.8 17.8 0.0 0.0 9.0 71.8 18.7 0.6 0.0<br />

0.0 7.8 75.0 17.1 0.2 0.0 15.1 63.2 21.3 0.5<br />

0.0 0.0 15.2 69.5 15.4 0.0 0.3 21.0 62.8 15.9<br />

0.0 0.0 0.1 15.5 84.4 0.0 0.0 0.4 18.2 81.4<br />

103


Bijlage 2 (vervolg)<br />

m4 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A m4 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

82.2 17.7 0.0 0.0 0.0 88.1 11.9 0.0 0.0 0.0<br />

8.3 73.4 18.3 0.0 0.0 9.4 70.8 19.1 0.7 0.0<br />

0.0 8.9 72.9 17.9 0.3 0.0 16.4 60.5 22.3 0.8<br />

0.0 0.0 16.5 67.6 15.9 0.0 0.5 22.2 61.0 16.3<br />

0.0 0.0 0.2 17.2 82.6 0.0 0.0 0.8 20.1 79.1<br />

m4 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A m4 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

86.6 13.4 0.0 0.0 0.0 91.1 8.9 0.0 0.0 0.0<br />

7.0 78.9 14.1 0.0 0.0 7.8 76.7 15.3 0.2 0.0<br />

0.0 6.9 78.6 14.5 0.0 0.0 13.5 68.1 18.2 0.2<br />

0.0 0.0 13.1 74.0 12.9 0.0 0.1 18.2 67.7 14.0<br />

0.0 0.0 0.0 13.7 86.3 0.0 0.0 0.1 15.6 84.3<br />

e4 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A e4 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

78.5 20.9 0.6 0.0 0.0 79.3 19.1 1.5 0.1 0.0<br />

9.2 58.7 30.3 1.8 0.0 11.4 55.9 27.6 4.9 0.2<br />

0.1 12.0 60.5 25.6 1.8 0.5 22.8 47.2 26.4 3.1<br />

0.0 0.5 24.3 56.0 19.2 0.0 3.8 27.6 48.6 20.0<br />

0.0 0.0 1.8 23.1 75.1 0.0 0.1 3.2 23.6 73.1<br />

e4 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A e4 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

77.1 22.0 0.9 0.0 0.0 79.8 18.4 1.7 0.1 0.0<br />

10.0 56.8 31.0 2.2 0.0 13.2 54.2 26.9 5.4 0.3<br />

0.1 12.8 57.8 26.9 2.4 0.8 23.8 45.4 26.3 3.7<br />

0.0 0.6 24.8 54.2 20.4 0.0 4.8 28.6 46.9 19.6<br />

0.0 0.0 2.3 24.2 73.5 0.0 0.2 4.5 25.3 70.0<br />

e4 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A e4 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

75.3 23.3 1.4 0.0 0.0 76.4 20.6 2.7 0.2 0.0<br />

10.6 53.4 32.6 3.4 0.1 12.6 50.5 29.0 7.4 0.5<br />

0.2 13.1 55.1 28.3 3.4 1.1 24.0 43.2 27.0 4.7<br />

0.0 1.0 25.7 52.0 21.4 0.1 6.1 28.8 44.5 20.6<br />

0.0 0.0 3.1 25.4 71.5 0.0 0.3 5.3 25.5 68.9<br />

e4 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A e4 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

84.4 15.5 0.0 0.0 0.0 86.9 12.9 0.2 0.0 0.0<br />

7.5 70.2 22.0 0.2 0.0 9.9 66.2 22.4 1.4 0.0<br />

0.0 9.7 69.4 20.5 0.4 0.1 18.7 57.1 23.3 0.9<br />

0.0 0.0 18.5 65.5 16.0 0.0 1.1 24.0 58.6 16.4<br />

0.0 0.0 0.3 18.2 81.5 0.0 0.0 1.0 20.3 78.7<br />

e4 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A e4 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

83.3 16.6 0.1 0.0 0.0 84.7 15.0 0.3 0.0 0.0<br />

8.3 68.3 23.1 0.3 0.0 9.8 63.8 24.3 2.1 0.0<br />

0.0 10.8 67.6 21.0 0.6 0.1 19.5 54.9 24.2 1.3<br />

0.0 0.1 20.3 63.2 16.4 0.0 1.5 24.6 56.2 17.6<br />

0.0 0.0 0.5 19.5 80.0 0.0 0.0 1.3 20.5 78.2<br />

e4 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A e4 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

86.9 13.1 0.0 0.0 0.0 88.5 11.5 0.0 0.0 0.0<br />

6.5 74.3 19.2 0.1 0.0 8.3 71.7 19.4 0.6 0.0<br />

0.0 8.2 74.2 17.5 0.1 0.0 17.0 62.1 20.4 0.4<br />

0.0 0.0 16.1 70.2 13.7 0.0 0.4 20.8 63.8 15.0<br />

0.0 0.0 0.1 15.6 84.4 0.0 0.0 0.3 17.1 82.5<br />

104


Bijlage 2 (vervolg)<br />

m5 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A m5 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

73.3 25.3 1.3 0.0 0.0 78.3 19.5 2.0 0.2 0.0<br />

10.0 55.6 31.3 3.0 0.1 11.9 51.2 28.3 7.9 0.7<br />

0.2 13.2 55.7 27.3 3.6 0.7 22.0 42.2 28.8 6.2<br />

0.0 0.9 25.7 50.9 22.6 0.0 5.9 28.6 43.9 21.6<br />

0.0 0.0 3.1 25.2 71.6 0.0 0.5 6.5 27.1 65.8<br />

m5 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A m5 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

74.4 24.1 1.5 0.0 0.0 77.9 19.5 2.3 0.3 0.0<br />

11.2 53.4 31.6 3.7 0.1 12.9 48.9 28.3 8.9 1.0<br />

0.2 13.1 52.9 29.1 4.7 0.9 22.0 40.5 29.4 7.3<br />

0.0 1.0 25.4 49.4 24.2 0.1 6.6 28.1 42.5 22.8<br />

0.0 0.0 3.8 26.0 70.1 0.0 0.7 7.3 27.2 64.8<br />

m5 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A m5 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

69.9 27.3 2.7 0.1 0.0 75.5 20.8 3.3 0.5 0.0<br />

10.2 48.4 35.1 5.9 0.4 13.2 45.9 28.6 10.7 1.6<br />

0.3 12.9 50.5 30.3 6.1 1.3 23.3 38.5 28.7 8.2<br />

0.0 1.6 27.5 47.4 23.5 0.2 8.8 29.6 39.7 21.7<br />

0.0 0.1 5.5 27.8 66.7 0.0 1.1 8.9 28.1 61.8<br />

m5 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A m5 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

81.2 18.7 0.1 0.0 0.0 84.8 14.8 0.3 0.0 0.0<br />

8.1 67.0 24.5 0.5 0.0 9.6 62.3 24.9 3.1 0.1<br />

0.0 9.8 65.0 24.0 1.2 0.1 19.5 51.3 26.8 2.4<br />

0.0 0.1 20.5 60.2 19.2 0.0 2.1 25.9 52.7 19.3<br />

0.0 0.0 0.9 21.3 77.8 0.0 0.0 2.4 23.1 74.4<br />

m5 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A m5 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

80.4 19.4 0.2 0.0 0.0 84.0 15.4 0.5 0.0 0.0<br />

8.8 64.8 25.6 0.8 0.0 10.4 59.6 25.8 4.0 0.1<br />

0.0 11.0 63.2 24.3 1.5 0.2 20.5 49.3 27.1 3.0<br />

0.0 0.2 22.1 57.7 20.0 0.0 3.0 27.2 50.3 19.5<br />

0.0 0.0 1.3 21.9 76.9 0.0 0.1 3.2 23.9 72.9<br />

m5 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A m5 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

84.9 15.1 0.0 0.0 0.0 88.2 11.7 0.1 0.0 0.0<br />

7.4 72.1 20.4 0.1 0.0 9.0 67.6 21.8 1.6 0.0<br />

0.0 8.7 70.4 20.4 0.4 0.0 17.5 56.6 24.7 1.2<br />

0.0 0.0 18.4 64.8 16.7 0.0 1.0 23.3 58.0 17.7<br />

0.0 0.0 0.4 18.6 81.0 0.0 0.0 1.2 20.6 78.2<br />

e5 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A e5 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

72.7 25.2 2.0 0.0 0.0 75.4 21.2 3.1 0.3 0.0<br />

10.6 50.7 34.2 4.2 0.2 12.9 48.0 29.2 9.0 0.9<br />

0.3 13.6 53.5 28.4 4.2 1.3 23.9 40.9 27.8 6.0<br />

0.0 1.3 27.3 49.3 22.1 0.1 7.4 29.1 42.2 21.2<br />

0.0 0.0 4.2 26.4 69.4 0.0 0.6 6.9 26.8 65.7<br />

e5 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A e5 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

71.2 25.9 2.8 0.1 0.0 73.1 22.4 3.9 0.6 0.0<br />

11.1 49.0 34.5 5.2 0.3 13.2 46.2 29.4 9.9 1.2<br />

0.4 14.1 51.4 28.9 5.2 1.6 23.6 39.1 28.3 7.4<br />

0.0 1.6 27.1 47.7 23.7 0.2 8.0 28.7 41.0 22.2<br />

0.0 0.1 4.6 26.4 68.9 0.0 0.9 8.0 27.5 63.6<br />

105


Bijlage 2 (vervolg)<br />

e5 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A e5 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

67.1 28.1 4.6 0.2 0.0 70.7 23.2 5.1 0.9 0.1<br />

10.4 44.6 36.9 7.5 0.6 14.1 43.9 28.9 11.4 1.7<br />

0.5 13.8 48.3 30.7 6.8 2.2 24.2 37.3 27.8 8.5<br />

0.0 2.0 27.2 45.8 25.0 0.3 9.1 28.4 39.1 23.2<br />

0.0 0.1 5.7 27.2 67.0 0.0 1.3 9.0 27.6 62.1<br />

e5 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A e5 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

80.4 19.4 0.3 0.0 0.0 83.2 16.2 0.6 0.0 0.0<br />

8.6 62.4 28.0 0.9 0.0 11.0 59.5 25.7 3.6 0.1<br />

0.0 10.6 63.1 24.8 1.4 0.3 20.8 49.8 26.5 2.6<br />

0.0 0.2 21.7 58.3 19.7 0.0 2.7 26.2 51.3 19.9<br />

0.0 0.0 1.2 21.4 77.5 0.0 0.1 2.7 23.3 74.0<br />

e5 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A e5 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

78.2 21.3 0.5 0.0 0.0 81.4 17.5 1.0 0.0 0.0<br />

9.1 60.9 28.8 1.3 0.0 11.3 56.5 27.2 4.8 0.2<br />

0.1 12.0 61.0 25.1 1.8 0.4 21.3 47.6 27.3 3.3<br />

0.0 0.4 23.6 56.1 19.9 0.0 3.5 26.9 49.1 20.5<br />

0.0 0.0 1.7 23.0 75.3 0.0 0.1 3.4 23.8 72.6<br />

e5 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A e5 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

84.2 15.8 0.0 0.0 0.0 86.4 13.4 0.2 0.0 0.0<br />

8.0 68.3 23.5 0.3 0.0 9.9 64.7 23.4 2.0 0.0<br />

0.0 9.6 68.2 21.6 0.6 0.1 18.9 55.1 24.6 1.4<br />

0.0 0.1 19.4 63.4 17.1 0.0 1.4 24.6 56.4 17.5<br />

0.0 0.0 0.5 19.2 80.3 0.0 0.0 1.4 21.2 77.4<br />

m6 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A m6 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

66.8 27.2 5.6 0.4 0.0 67.2 24.3 6.9 1.5 0.1<br />

9.2 42.6 38.0 9.4 0.9 14.1 41.0 29.6 13.1 2.3<br />

0.6 15.1 46.2 30.6 7.6 3.2 24.9 35.9 27.5 8.5<br />

0.0 3.1 28.3 44.0 24.5 0.7 11.4 28.8 37.8 21.2<br />

0.0 0.3 6.8 27.6 65.3 0.0 2.0 10.2 28.3 59.5<br />

m6 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A m6 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

63.2 28.7 7.4 0.7 0.0 66.8 24.0 7.3 1.7 0.2<br />

9.1 40.2 38.5 10.7 1.3 15.3 39.8 28.8 13.5 2.7<br />

0.8 16.3 45.3 29.8 7.8 3.7 24.8 34.3 27.5 9.6<br />

0.1 4.1 29.4 42.4 24.1 0.8 11.6 28.0 36.9 22.6<br />

0.0 0.4 7.6 27.8 64.2 0.1 2.3 10.8 28.1 58.7<br />

m6 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A m6 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

63.1 27.6 8.2 1.0 0.1 62.7 25.0 9.1 2.8 0.4<br />

10.3 38.2 37.3 12.4 1.9 15.2 37.5 28.7 15.0 3.6<br />

1.1 16.3 42.9 30.1 9.6 4.6 25.0 32.7 26.9 10.8<br />

0.1 4.9 29.6 40.5 24.9 1.2 13.1 27.9 35.0 22.9<br />

0.0 0.6 9.2 28.8 61.4 0.1 3.0 12.0 28.4 56.4<br />

m6 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A m6 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

77.3 21.6 1.2 0.0 0.0 75.8 21.2 2.8 0.2 0.0<br />

8.4 55.3 33.2 3.0 0.1 12.7 51.5 28.7 6.8 0.4<br />

0.1 13.7 55.5 27.6 3.0 1.2 24.6 43.2 26.8 4.2<br />

0.0 1.0 25.6 52.3 21.1 0.1 5.9 28.3 45.7 20.1<br />

0.0 0.0 3.0 24.5 72.5 0.0 0.3 5.0 25.4 69.2<br />

106


Bijlage 2 (vervolg)<br />

m6 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A m6 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

74.4 23.7 1.9 0.0 0.0 74.1 22.0 3.6 0.4 0.0<br />

8.1 51.3 35.8 4.6 0.2 12.8 48.5 29.5 8.5 0.7<br />

0.2 13.9 53.6 28.5 3.8 1.5 24.2 41.2 27.8 5.3<br />

0.0 1.5 27.1 50.0 21.5 0.1 6.9 28.6 43.8 20.6<br />

0.0 0.0 3.8 25.5 70.7 0.0 0.6 6.3 26.6 66.6<br />

m6 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A m6 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

81.4 18.2 0.4 0.0 0.0 80.3 18.4 1.3 0.0 0.0<br />

7.4 61.1 30.0 1.5 0.0 11.5 56.9 27.1 4.3 0.1<br />

0.0 12.4 61.1 25.0 1.5 0.5 22.4 47.8 26.6 2.7<br />

0.0 0.5 23.5 56.8 19.2 0.0 3.4 26.8 50.9 18.9<br />

0.0 0.0 1.5 21.8 76.7 0.0 0.1 3.1 23.9 72.9<br />

e6 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A e6 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

56.0 30.4 11.9 1.7 0.1 62.8 25.7 8.9 2.4 0.2<br />

9.2 36.9 39.1 13.0 1.7 16.9 37.7 28.6 14.0 2.8<br />

1.5 17.7 42.9 30.0 7.9 5.2 25.3 33.3 26.9 9.4<br />

0.2 5.3 28.8 42.0 23.8 1.4 12.9 27.6 36.2 22.0<br />

0.0 0.5 7.4 27.3 64.8 0.1 2.5 10.4 27.7 59.3<br />

e6 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A e6 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

55.3 30.0 12.5 2.1 0.1 60.3 26.2 10.1 3.1 0.4<br />

10.3 35.9 38.0 13.8 2.0 16.3 36.2 28.5 15.4 3.6<br />

1.7 17.6 41.5 30.3 9.0 5.7 24.9 32.1 27.1 10.2<br />

0.2 5.7 28.5 41.0 24.6 1.7 13.4 27.7 34.7 22.4<br />

0.0 0.8 8.5 28.0 62.8 0.2 3.1 11.2 27.8 57.7<br />

e6 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A e6 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

50.8 30.4 15.1 3.3 0.3 56.6 26.7 11.8 4.2 0.7<br />

9.4 32.3 38.3 16.7 3.3 16.7 34.5 27.8 16.5 4.5<br />

2.0 16.7 39.2 31.0 11.1 7.0 25.4 30.8 25.8 11.0<br />

0.4 6.9 29.1 39.2 24.5 2.5 15.4 27.5 33.1 21.5<br />

0.0 1.2 10.6 29.1 59.1 0.4 4.2 12.8 28.1 54.6<br />

e6 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A e6 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

69.4 26.4 4.0 0.1 0.0 70.8 24.0 4.7 0.5 0.0<br />

9.0 47.7 37.3 5.7 0.2 15.1 46.5 29.3 8.5 0.6<br />

0.5 16.4 51.6 28.1 3.4 2.5 25.3 40.3 27.0 4.9<br />

0.0 2.2 27.0 50.0 20.8 0.3 7.6 28.3 43.8 20.1<br />

0.0 0.1 3.4 24.4 72.1 0.0 0.6 5.8 25.9 67.7<br />

e6 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A<br />

65.5 28.4 5.8 0.3 0.0 e6 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

9.2 45.9 37.7 6.9 0.3 69.6 24.1 5.5 0.8 0.0<br />

0.7 16.7 49.3 29.0 4.4 15.6 44.6 29.1 9.7 0.9<br />

0.0 2.6 27.0 48.3 22.1 3.1 26.1 38.6 26.8 5.4<br />

0.0 0.1 4.2 25.2 70.5 0.4 9.1 28.9 41.6 20.0<br />

e6 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A e6 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

73.8 24.2 2.0 0.0 0.0 75.4 21.7 2.7 0.1 0.0<br />

8.1 54.0 34.8 3.1 0.0 14.2 52.3 27.8 5.5 0.2<br />

0.2 14.7 56.3 26.9 2.0 1.4 24.6 44.7 26.3 3.0<br />

0.0 1.0 24.2 55.1 19.7 0.1 4.7 27.1 48.7 19.4<br />

0.0 0.0 1.8 22.1 76.0 0.0 0.2 3.4 23.8 72.6<br />

107


Bijlage 2 (vervolg)<br />

m7 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A m7 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

63.1 27.4 8.7 0.9 0.0 64.5 25.0 8.4 2.0 0.2<br />

8.2 39.5 39.8 11.3 1.1 16.4 39.5 29.1 13.0 2.1<br />

1.0 16.9 45.1 30.2 6.8 4.9 25.5 34.7 26.9 8.0<br />

0.1 4.5 29.0 43.6 22.9 1.0 11.4 27.8 37.7 22.0<br />

0.0 0.4 6.9 27.3 65.4 0.1 1.8 9.2 27.1 61.9<br />

m7 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A m7 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

58.7 28.7 10.9 1.5 0.1 61.1 26.0 9.9 2.7 0.3<br />

7.9 37.3 40.1 13.0 1.6 15.3 37.1 29.6 15.0 2.9<br />

1.2 17.0 43.5 30.5 7.8 5.3 25.3 33.6 26.8 9.0<br />

0.1 5.0 29.0 42.2 23.7 1.5 13.0 28.2 36.3 21.1<br />

0.0 0.5 7.7 27.5 64.3 0.1 2.5 10.4 27.6 59.3<br />

m7 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A m7 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

56.8 28.4 12.5 2.2 0.2 59.1 26.1 10.9 3.5 0.5<br />

8.3 34.8 39.6 14.9 2.4 16.8 35.9 28.6 15.2 3.6<br />

1.6 17.3 41.8 30.2 9.1 6.7 25.9 32.0 25.8 9.6<br />

0.2 6.3 29.6 40.2 23.7 2.1 14.0 27.5 34.6 21.9<br />

0.0 0.8 9.0 28.1 62.1 0.2 3.2 11.4 27.7 57.5<br />

m7 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A m7 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

72.5 24.3 3.0 0.1 0.0 73.2 22.5 4.0 0.3 0.0<br />

7.5 51.0 36.9 4.5 0.1 15.0 48.3 29.0 7.3 0.4<br />

0.3 15.8 54.3 27.0 2.6 2.2 25.7 42.2 26.1 3.8<br />

0.0 1.7 27.1 51.8 19.4 0.2 6.7 28.4 45.7 19.1<br />

0.0 0.0 2.9 24.2 72.8 0.0 0.4 4.8 25.0 69.8<br />

m7 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A m7 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

69.7 25.9 4.2 0.2 0.0 70.7 23.6 5.1 0.6 0.0<br />

7.6 48.0 38.3 5.9 0.2 14.8 45.7 29.9 9.1 0.7<br />

0.4 15.9 51.6 28.5 3.5 2.5 24.6 40.4 27.5 4.9<br />

0.0 2.1 27.0 49.9 20.9 0.3 7.6 28.2 44.0 20.0<br />

0.0 0.1 3.6 24.8 71.6 0.0 0.6 5.8 25.8 67.8<br />

m7 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A m7 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

77.1 21.7 1.3 0.0 0.0 77.6 20.2 2.1 0.1 0.0<br />

7.0 57.2 33.6 2.2 0.0 14.1 53.6 27.6 4.6 0.1<br />

0.1 14.6 59.1 24.8 1.4 1.2 24.2 46.8 25.6 2.2<br />

0.0 0.8 24.7 56.8 17.6 0.0 4.0 27.1 50.9 18.0<br />

0.0 0.0 1.5 22.1 76.4 0.0 0.1 2.8 23.2 73.9<br />

e7 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A e7 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

64.4 26.8 8.0 0.8 0.0 63.4 25.9 8.5 2.0 0.2<br />

8.3 40.9 39.0 10.8 1.0 15.2 39.9 29.4 13.3 2.3<br />

0.9 17.4 45.0 29.8 6.9 4.4 25.6 34.7 26.9 8.3<br />

0.1 4.4 29.0 43.5 23.0 1.0 11.6 28.1 37.3 22.0<br />

0.0 0.4 7.1 27.6 64.9 0.1 2.0 9.4 27.3 61.2<br />

e7 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A e7 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

61.9 27.4 9.5 1.2 0.1 63.7 25.0 8.8 2.3 0.2<br />

8.0 38.3 39.4 12.7 1.6 16.1 38.4 28.8 14.0 2.7<br />

1.1 17.3 43.7 30.1 7.8 4.9 25.5 33.4 26.9 9.4<br />

0.1 5.3 29.7 42.1 22.8 1.4 13.1 28.1 36.0 21.3<br />

0.0 0.6 8.3 28.1 63.0 0.1 2.8 11.1 28.1 57.8<br />

108


Bijlage 2 (vervolg)<br />

e7 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A e7 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

58.0 27.9 11.9 2.0 0.2 60.1 25.9 10.3 3.3 0.4<br />

8.3 35.8 39.1 14.5 2.2 16.2 36.4 28.4 15.3 3.7<br />

1.3 17.6 41.5 30.3 9.3 5.9 25.6 32.0 26.3 10.3<br />

0.2 6.2 30.0 40.2 23.4 1.9 14.5 27.9 34.0 21.6<br />

0.0 1.0 9.9 29.0 60.1 0.3 3.7 12.4 28.3 55.4<br />

e7 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A e7 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

74.7 22.8 2.5 0.0 0.0 72.5 23.1 4.0 0.3 0.0<br />

7.1 51.5 36.7 4.6 0.1 13.5 48.6 29.6 7.8 0.5<br />

0.2 15.2 53.6 28.0 2.9 1.9 24.7 42.0 27.2 4.2<br />

0.0 1.6 26.0 51.9 20.5 0.1 6.5 28.0 45.3 20.0<br />

0.0 0.0 2.9 23.9 73.2 0.0 0.4 4.8 24.9 69.9<br />

e7 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A e7 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

72.2 24.2 3.5 0.1 0.0 71.4 23.4 4.6 0.5 0.0<br />

7.0 48.6 38.1 6.0 0.2 14.3 46.3 29.6 9.0 0.7<br />

0.3 15.5 51.4 29.0 3.7 2.3 25.2 40.2 27.3 5.1<br />

0.0 2.1 27.2 49.7 21.0 0.3 8.0 28.6 43.2 19.9<br />

0.0 0.1 3.8 25.3 70.8 0.0 0.7 6.3 26.2 66.8<br />

e7 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A e7 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

79.0 20.0 1.0 0.0 0.0 77.5 20.4 2.0 0.1 0.0<br />

6.4 57.3 33.9 2.3 0.0 13.3 54.4 27.5 4.6 0.1<br />

0.1 14.1 58.8 25.5 1.4 1.1 24.4 46.6 25.6 2.4<br />

0.0 0.8 24.3 56.5 18.4 0.0 4.3 27.7 49.9 18.0<br />

0.0 0.0 1.5 21.7 76.8 0.0 0.1 3.1 23.8 72.9<br />

m8 <strong>DMT</strong> K1 E t/m A m8 <strong>DMT</strong> K1 V t/m I<br />

50.8 31.4 15.8 1.8 0.2 61.4 26.1 9.7 2.6 0.3<br />

10.2 34.7 42.4 11.0 1.7 18.8 36.6 28.0 13.9 2.6<br />

2.0 16.7 46.5 25.9 8.8 6.6 25.7 32.9 26.1 8.7<br />

0.2 5.2 33.0 37.0 24.5 1.8 13.1 27.6 35.7 21.7<br />

0.0 0.7 10.3 25.5 63.5 0.2 2.4 10.2 27.1 60.1<br />

m8 <strong>DMT</strong> K2 E t/m A m8 <strong>DMT</strong> K2 V t/m I<br />

49.5 30.9 17.0 2.3 0.2 58.5 26.6 11.0 3.4 0.4<br />

10.4 33.6 41.9 11.9 2.2 19.0 35.5 27.8 14.5 3.2<br />

2.4 17.1 45.0 25.8 9.7 7.5 25.7 31.7 25.7 9.5<br />

0.3 5.8 33.2 35.8 24.8 2.4 14.2 27.7 34.5 21.3<br />

0.0 0.9 11.4 25.9 61.8 0.3 3.4 11.7 27.8 56.8<br />

m8 <strong>DMT</strong> K3 E t/m A m8 <strong>DMT</strong> K3 V t/m I<br />

46.7 30.5 19.1 3.2 0.5 56.5 26.6 11.9 4.3 0.7<br />

10.6 31.3 41.3 13.5 3.3 19.4 33.9 27.2 15.3 4.2<br />

2.8 17.3 43.4 25.7 10.8 8.5 25.4 30.4 25.3 10.4<br />

0.6 7.1 33.7 34.1 24.5 3.1 15.1 27.1 32.9 21.7<br />

0.1 1.4 13.1 26.2 59.2 0.5 4.2 12.7 27.8 54.7<br />

m8 <strong>DMT</strong> K1+2 E t/m A m8 <strong>DMT</strong> K1+2 V t/m I<br />

63.8 29.3 6.7 0.2 0.0 69.4 24.5 5.4 0.6 0.0<br />

9.9 44.6 40.6 4.6 0.2 16.9 44.8 29.1 8.6 0.6<br />

0.8 15.4 55.1 24.6 4.2 3.3 26.0 39.7 26.5 4.5<br />

0.0 2.0 30.8 44.7 22.6 0.4 8.1 28.7 43.4 19.3<br />

0.0 0.1 4.8 23.0 72.1 0.0 0.6 6.0 25.6 67.8<br />

109


Bijlage 2 (vervolg)<br />

m8 <strong>DMT</strong> K2+3 E t/m A m8 <strong>DMT</strong> K2+3 V t/m I<br />

62.1 29.5 8.1 0.3 0.0 66.9 25.4 6.6 1.0 0.0<br />

10.4 42.3 41.1 5.8 0.4 17.4 43.0 28.9 9.7 0.9<br />

1.1 16.1 53.2 24.7 5.0 4.2 26.3 38.0 26.2 5.3<br />

0.1 2.7 31.9 42.7 22.6 0.6 9.1 28.4 41.6 20.3<br />

0.0 0.1 6.0 23.7 70.2 0.0 0.9 6.7 26.0 66.4<br />

m8 <strong>DMT</strong> K1+2+3 E t/m A m8 <strong>DMT</strong> K1+2+3 V t/m I<br />

68.6 27.6 3.8 0.0 0.0 73.4 23.0 3.4 0.2 0.0<br />

9.4 50.7 37.6 2.2 0.0 15.6 49.9 28.4 5.9 0.2<br />

0.4 14.8 60.2 22.2 2.3 2.0 25.1 44.6 25.6 2.7<br />

0.0 1.0 28.9 49.3 20.8 0.1 5.4 28.0 48.2 18.4<br />

0.0 0.0 2.8 21.0 76.2 0.0 0.2 3.5 23.6 72.8<br />

110


Bijlage 3<br />

m3 M3A <strong>AVI</strong> L M H m3 M3B <strong>AVI</strong> L M H<br />

88.1 11.9 0.0 87.9 12.1 0.0<br />

5.1 88.2 6.6 5.0 88.4 6.6<br />

0.0 13.2 86.8 0.0 13.2 86.8<br />

e3 E3A <strong>AVI</strong> L M H e3 E3B <strong>AVI</strong> L M H<br />

86.9 13.1 0.0 88.2 11.8 0.0<br />

5.7 88.5 5.9 5.8 88.0 6.2<br />

0.0 16.7 83.3 0.0 15.0 85.0<br />

m4 M4A <strong>AVI</strong> L M H m4 M4B <strong>AVI</strong> L M H<br />

86.6 13.4 0.0 86.2 13.8 0.0<br />

6.2 87.3 6.5 6.3 86.8 6.9<br />

0.0 16.2 83.8 0.0 16.6 83.4<br />

e4 E4A <strong>AVI</strong> L M H e4 E4B <strong>AVI</strong> L M H<br />

87.7 12.3 0.0 87.9 12.1 0.0<br />

5.5 88.6 5.8 5.8 88.5 5.7<br />

0.0 14.8 85.2 0.0 15.3 84.7<br />

m5 M5A <strong>AVI</strong> L M H m5 M5B <strong>AVI</strong> L M H<br />

86.0 14.0 0.0 85.5 14.5 0.0<br />

6.5 86.4 7.1 6.1 87.1 6.8<br />

0.0 16.0 84.0 0.0 16.0 84.0<br />

e5 E5A <strong>AVI</strong> L M H e5 E5B <strong>AVI</strong> L M H<br />

85.1 14.9 0.0 85.0 15.0 0.0<br />

6.8 86.2 7.0 6.7 86.6 6.6<br />

0.0 17.6 82.4 0.0 18.5 81.5<br />

m6 M6A <strong>AVI</strong> L M H m6 M6B <strong>AVI</strong> L M H<br />

80.9 19.1 0.0 83.5 16.5 0.0<br />

7.6 84.1 8.2 7.8 85.0 7.2<br />

0.0 21.0 79.0 0.0 20.5 79.4<br />

e6 E6A <strong>AVI</strong> L M H e6 E6B <strong>AVI</strong> L M H<br />

82.5 17.5 0.0 81.9 18.1 0.0<br />

8.4 84.0 7.6 8.0 84.3 7.7<br />

0.0 21.7 78.3 0.0 21.7 78.3<br />

m7 M7A <strong>AVI</strong> L M H m7 M7B <strong>AVI</strong> L M H<br />

82.0 18.0 0.0 82.8 17.2 0.0<br />

7.3 84.6 8.2 7.7 84.0 8.3<br />

0.0 19.0 81.0 0.0 18.9 81.1<br />

e7 E7A <strong>AVI</strong> L M H e7 E7B <strong>AVI</strong> L M H<br />

82.6 17.4 0.0 82.8 17.2 0.0<br />

7.0 84.8 8.2 7.8 85.0 7.2<br />

0.0 17.9 82.1 0.0 20.7 79.3<br />

m8 PLA <strong>AVI</strong> L M H m8 PLB <strong>AVI</strong> L M H<br />

79.8 20.2 0.0 79.7 20.3 0.0<br />

8.6 82.9 8.5 8.6 82.5 8.9<br />

0.0 22.9 77.1 0.0 22.4 77.6<br />

111


112

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!