Martin Stokhof Ludwig Wittgenstein: Philosophische ...
Martin Stokhof Ludwig Wittgenstein: Philosophische ...
Martin Stokhof Ludwig Wittgenstein: Philosophische ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2<br />
Wat bedoel ik als ik zeg ‘aan het vermogen van de leerling om nieuwe dingen te leren kan op<br />
een gegeven moment een einde komen’? Zeg ik dit op grond van mijn eigen ervaring? Natuurlijk<br />
niet. (Zelfs niet als ik een dergelijke ervaring gehad heb.) Maar wat doe ik dan met een dergelijke<br />
bewering? Wat ik wil dat je zegt is: ‘Ja, dat is waar, dat kun je je ook voorstellen, dat kan ook<br />
gebeuren!’ – Maar wilde ik dan iemands aandacht erop vestigen dat hij in staat is zich dat voor te<br />
stellen? – Ik wilde hem dat beeld voorleggen, en zijn acceptatie van dat beeld bestaat hierin dat hij<br />
nu geneigd is een bepaald geval anders te bekijken: dat wil zeggen, het met deze in plaats van met<br />
die verzameling beelden te vergelijken. Ik heb zijn manier van kijken naar dingen veranderd.<br />
Deze passage bevat een belangrijke aanwijzing over wat <strong>Wittgenstein</strong> als het doel<br />
van zijn filosofische analyses beschouwt. Het gaat hem er niet om een bepaalde<br />
stelling omtrent een verschijnsel te formuleren en te bewijzen, om via argumentatie te<br />
laten zien dat een specifieke zienswijze de enig juiste is. Zijn doel is om onze ‘manier<br />
van kijken’ te veranderen, ons denken over verschijnselen te bevrijden van het<br />
keurslijf waarin het blijkbaar gevangen zit. Dat keurslijf is een bepaald ideaalbeeld,<br />
een a priori opvatting over de aard van een verschijnsel, zoals bijvoorbeeld de taal. In<br />
PU 103 merkt hij op:<br />
Het ideaal, zoals we ons dat denken, is onwrikbaar. Je kunt er nooit buiten treden; je moet er<br />
altijd naar terugkeren. Er is geen ‘buiten’; daarbuiten kun je niet ademhalen. – Waar komt dit idee<br />
vandaan? Het is als een bril die op onze neus zit en waardoor we alles bekijken dat in ons<br />
gezichtsveld komt. Het komt nooit bij ons op om die bril af te zetten.<br />
<strong>Wittgenstein</strong>s oproep ‘Denk niet, maar kijk!’ is een aansporing om juist wel<br />
buiten dat ideaalbeeld te denken, om ons te bevrijden van de dwangmatige<br />
vooronderstellingen die de filosofische traditie of een verkeerd begrepen opvatting<br />
over wetenschap ons opleggen. De feiten die we door alleen maar te kijken kunnen<br />
achterhalen, moeten ons op het juiste spoor zetten. Daarom is filosofie voor