10.11.2013 Views

LJN: AE2383, Hoge Raad , R00/155HR Datum uitspraak: 28-06 ...

LJN: AE2383, Hoge Raad , R00/155HR Datum uitspraak: 28-06 ...

LJN: AE2383, Hoge Raad , R00/155HR Datum uitspraak: 28-06 ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vaststellingsovereenkomst, een concept-beheersovereenkomst aan Van der Valk heeft<br />

toegezonden en dat de bezwaren van laatstgenoemde waren gericht tegen dit concept.<br />

2.18 De gedachtegang van het hof kan als volgt worden samengevat. Aan het Eilandgebied<br />

kunnen vertragingen in de nakoming die veroorzaakt zijn doordat zij voor de tijdige nakoming<br />

afhankelijk was van derden, niet worden toegerekend (rov. 4.7, in cassatie niet bestreden). De<br />

uitvoering van het strand, de breakwaters en de pieren was afhankelijk van KABNAfinanciering,<br />

terwijl het KABNA daartoe als eis stelde dat vóór het begin van de<br />

werkzaamheden een beheersovereenkomst ten aanzien van strand en pieren gesloten zou<br />

worden tussen het Eilandgebied, Van der Valk en Seaquarium(11) (rov. 4.10, in cassatie niet<br />

bestreden). Vervolgens overwoog het hof in rov. 4.12:<br />

"Op grond van de stukken moet ervan worden uitgegaan dat de totstandkoming van de<br />

beheersovereenkomst nogal wat voeten in de aarde heeft gehad, mede door bezwaren van de<br />

zijde van Van der Valk Plaza. Bij pleidooi in hoger beroep (prod. 3) heeft het Eilandgebied<br />

voorts een brief overgelegd van Van der Valk Plaza van 5 augustus 1995(12), waarin gesteld<br />

wordt dat Van der Valk Plaza geen belangstelling meer had voor onder meer "deelname in de<br />

gezamenlijke strandexploitatie". Inmiddels is de beheersovereenkomst getekend (pleidooi<br />

Van der Valk Plaza in hoger beroep, onder 10.22)."<br />

2.19 Ik meen dat het onderdeel slaagt. De overwegingen van het hof zijn onvoldoende om zijn<br />

oordeel te kunnen dragen, dat de termijnsoverschrijding het Eilandgebied niet kunnen worden<br />

toegerekend. Op grond van artikel 6 lid 2 van de vaststellingsovereenkomst, die dateert van<br />

21 maart 1995, diende het Eilandgebied ervoor te zorgen dat de pieren, breakwaters en het<br />

strand een jaar later, dus op 21 maart 1996, klaar zouden zijn. Partijen zijn het klaarblijkelijk<br />

erover eens dat het concept voor de beheersovereenkomst ten aanzien van deze faciliteiten<br />

door het Eilandgebied diende te worden opgesteld. Dit uitgangspunt ligt ook in 's hofs vonnis<br />

besloten. Zoals het onderdeel terecht betoogt staat echter tussen partijen vast dat het eerste<br />

concept van de beheersovereenkomst pas op 23 april 1999 door het Eilandgebied aan Van der<br />

Valk is toegezonden.(13) De daarna door Van der Valk ten aanzien van dit concept gemaakte<br />

opmerkingen kunnen dus niet van invloed zijn geweest op het niet-halen van de<br />

overeengekomen termijn. Het hof heeft ook geen feiten vastgesteld waaruit kan worden<br />

afgeleid dat Van der Valk vóór 21 maart 1996 eraan in de weg heeft gestaan dat een<br />

beheersovereenkomst werd gesloten, danwel daaraan niet de van haar te verlangen<br />

medewerking heeft verleend.<br />

2.20 De vraag rijst of het succes van het onderdeel volstaat om de eerste pijler onder 's hofs<br />

oordeel weg te slaan. Het hof heeft immers mede verwezen naar de noodzakelijke instemming<br />

van KABNA met de beheersovereenkomst (rov. 4.11), tegen welk oordeel geen expliciete<br />

klacht is gericht. Mijns inziens doet het succes van onderdeel 3.1 echter ook de bodem aan de<br />

onderhavige overweging ontvallen omdat de verplichting van het Eilandgebied om tijdig het<br />

concept voor de beheersovereenkomst op te stellen, impliceert dat het dit concept ook tijdig<br />

diende toe te zenden aan een derde als KABNA die daaraan, naar de bedoeling van partijen,<br />

zijn goedkeuring diende te verlenen. Gesteld noch gebleken is dat KABNA, bij tijdige<br />

toezending van het concept, zijn toestemming daaraan zou hebben onthouden.<br />

2.21 Onderdeel 3b klaagt erover dat de desbetreffende overweging van het hof in elk geval<br />

onbegrijpelijk is ten aanzien van de Marichipier en bijbehorende breakwaters, nu het sluiten<br />

van een beheersovereenkomst betrekking heeft op de Cornelispier en het daarbij horende<br />

strand en de breakwaters.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!