LJN: AE2383, Hoge Raad , R00/155HR Datum uitspraak: 28-06 ...
LJN: AE2383, Hoge Raad , R00/155HR Datum uitspraak: 28-06 ...
LJN: AE2383, Hoge Raad , R00/155HR Datum uitspraak: 28-06 ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren<br />
A.E.M. van der Putt-Lauwers, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman en P.C. Kop, en in het<br />
openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op <strong>28</strong> juni 2002.<br />
Conclusie<br />
Rekestnummer <strong>R00</strong>/<strong>155HR</strong><br />
Mr Bakels<br />
Parket, 12 april 2002<br />
Conclusie inzake<br />
Van der Valk Plaza (Curaçao) N.V.<br />
tegen<br />
Het Eilandgebied Curaçao<br />
(niet verschenen)<br />
1. Feiten en procesverloop<br />
1.1 Deze overwegend feitelijke Antilliaanse zaak betreft de uitvoering van een tussen Van der<br />
Valk en het Eilandgebied gesloten vaststellingsovereenkomst.<br />
1.2 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.(1)<br />
(a) Tussen Holding Company Curaçao N.V., een door het Eilandgebied Curaçao<br />
gecontroleerde vennootschap, als verkoper en Van der Valk Nederland B.V. als koper is op 18<br />
augustus 1989 een koopovereenkomst(2) gesloten ten aanzien van het Curaçao Plaza Hotel<br />
(hierna: het hotel). In deze overeenkomst is mede aan Van der Valk Nederland om niet een<br />
right of first refusal toegekend om het terrein, plaatselijk bekend als Marichi, in erfpacht te<br />
verkrijgen, met het recht daarop een toeristisch hotelcomplex te bouwen en te exploiteren.<br />
(b) Mede in verband hiermee garandeerde de verkoper dat het Eilandgebied, mits aan een<br />
aantal in die overeenkomst gepreciseerde technische en financiële voorwaarden zou worden<br />
voldaan, financiële steun zou aanvragen bij KABNA(3) voor de aanleg van een openbaar<br />
strand in de onmiddellijke omgeving van het hotel (verder aan te duiden als het<br />
Marichistrand).<br />
(c) De aanleg van het Marichistrand is niet doorgegaan. In verband daarmee is op 16 augustus<br />
1994 een tweede overeenkomst gesloten tussen Van der Valk Nederland enerzijds en het<br />
Eilandgebied anderzijds.(4) In de considerans van deze overeenkomst wordt gesteld:<br />
"dat het eilandgebied de wens te kennen heeft gegeven vooralsnog te willen afzien van het<br />
Marichi project;<br />
dat in verband hiermee het eilandgebied (...) te kennen heeft gegeven één of meerdere<br />
alternatieven op bedoeld Marichi project te willen aanbieden;<br />
dat Van der Valk bereid is te trachten om met het eilandgebied een minnelijke regeling na te<br />
streven en in verband daarmee een aangeboden alternatief c.q. alternatieven in plaats van het<br />
Marichi project zal aanhoren en in overweging zal nemen."<br />
(d) Krachtens deze tweede overeenkomst hebben partijen een accountant benoemd die als<br />
opdracht kreeg de schade te becijferen welke voor Van der Valk voortvloeide uit het feit dat<br />
het Marichiproject (voorlopig) niet doorging. In zijn op 5 september 1994 gedateerde rapport<br />
heeft de accountant de bovenbedoelde schade voor Van der Valk begroot op NAf 39 560<br />
000,-, onder aantekening dat de hoogte van dit bedrag door het Eilandgebied werd betwist.