Het is een soort roeping - Stichting Groenhuysen
Het is een soort roeping - Stichting Groenhuysen
Het is een soort roeping - Stichting Groenhuysen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De heer Gommers:<br />
u i t d e o u d e d o o s<br />
“De spits werd er door<br />
<strong>een</strong> helicopter<br />
op gezet”<br />
Als hij soms ’s nachts wakker ligt en de gordijnen <strong>een</strong> stukje opendoet, kijkt hij uit<br />
op de toren van de rooms-katholieke kerk van N<strong>is</strong>pen. Dezelfde toren die hij in de<br />
jaren ’50 vernieuwde nadat deze in de oorlog door de Duitsers was neergehaald.<br />
“Ja, dat was me wat hoor”, vertelt de heer Gommers (88), bewoner van <strong>een</strong><br />
appartement in De Pastorie in N<strong>is</strong>pen, “dat ging niet vanzelf. We hadden toen<br />
nog g<strong>een</strong> liften om alles boven te krijgen. Dat ging allemaal met <strong>een</strong> lier. En nu<br />
zeg je: dat was levensgevaarlijk. De toren hebben we op het plein voor de kerk<br />
gemaakt. Toen die klaar was, was er g<strong>een</strong> lier te krijgen die de gehele toren naar<br />
boven kon takelen. Daarom <strong>is</strong> de toren in delen naar boven gebracht en de spits<br />
er zelfs door <strong>een</strong> helicopter op gezet.”<br />
“Maar laat ik bij het begin beginnen. Ik had de ambachtsschool gedaan, was<br />
timmerman en werkte toen ik van school af kwam bij <strong>een</strong> oom van me. Ik<br />
moest hard werken, maar ik verdiende g<strong>een</strong> rooie cent. In 1943, toen ik 18 jaar<br />
oud was, werd ik naar Duitsland gezonden. Daar werd ik op <strong>een</strong> scheepswerf<br />
tewerkgesteld. Toen ik aan het einde van de oorlog terugkwam in Nederland kon<br />
ik bij bouwbedrijf Korteweg komen werken, die huizen bouwde in Roosendaal.<br />
Korteweg zat ook in Zeeuws-Vlaanderen, waar ze zich bezighielden met de herbouw<br />
van kerken. In de oorlog zijn er heel veel kerken kapotgeschoten. Zo deed<br />
ik ervaring hiermee op. Later werkte ik voor <strong>een</strong> andere bouwmaatschappij in<br />
Roosendaal, toen ik in aanraking kwam met Jan Dekkers van het gelijknamige<br />
bouwbedrijf. Hij zocht iemand die het aandurfde<br />
om de kerk in N<strong>is</strong>pen te herbouwen.<br />
Ik was inmiddels opgeklommen tot voorman<br />
en zag het als <strong>een</strong> kans. Dus ik zei tegen<br />
hem: ‘Laat mij die maken’.”<br />
“Ik werd de hoofduitvoerder van het project.<br />
Vanwege de wederopbouw waren er moeilijk<br />
stenen en dakpannen te krijgen. Dat was wel<br />
<strong>een</strong> probleem. Voor de toren hebben we montstenen<br />
gebruikt. Daar zitten sintels in. Deze<br />
stenen zijn niet kapot te krijgen, ze lijken <strong>een</strong><br />
beetje op klinkers. De herbouw van de toren<br />
heeft alles bij mekaar <strong>een</strong> jaar geduurd. We<br />
hebben er met acht man aan gewerkt.”<br />
“Ik vind het mooi dat ik vanuit mijn slaapkamerraam<br />
de kerk kan zien. Vanuit de woonkamer<br />
kijk ik op het kru<strong>is</strong>punt bij de kerk.<br />
Daar <strong>is</strong> overdag altijd wel leven. Als ik ’s nachts<br />
niet goed kan slapen, kijk ik vanuit mijn bed<br />
naar de toren. En dan denk ik weer even terug<br />
aan de klus die we hebben geklaard.”<br />
15<br />
<strong>Groenhuysen</strong> Blad 4 • 2011