AVR 350 Audio/VideoReceiver - Harman Kardon
AVR 350 Audio/VideoReceiver - Harman Kardon
AVR 350 Audio/VideoReceiver - Harman Kardon
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Systeemconfiguratie<br />
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities<br />
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze<br />
en dan op ⁄/¤ Dom de gewenste positie<br />
te kiezen zodra de naam in beeld en in de<br />
onderste regel van de display Ò verschijnt.<br />
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die<br />
u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5<br />
seconden op Set p. Druk op ⁄/¤ D om<br />
de gewenste vertraging voor die luidspreker in te<br />
voeren en druk op Set p om deze vast te leggen.<br />
Dan kunt u met ⁄/¤ D om een andere<br />
positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna<br />
het systeem naar normaal gebruik terugkeert.<br />
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities<br />
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze<br />
.<br />
Instellen uitgangsniveau<br />
Het instellen van de uitgangsniveaus is een<br />
belangrijk onderdeel van het configuratieproces<br />
bij een surround sound product. Het is in het bijzonder<br />
belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger<br />
als de <strong>AVR</strong>, aangezien de juiste uitgangssignalen<br />
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste<br />
richting en intensiteit wordt weergegeven.<br />
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over<br />
werking van de surround kanalen. Sommigen<br />
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers<br />
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel<br />
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround<br />
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt<br />
worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus<br />
daar specifiek een geluid toevoegt om<br />
een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of<br />
een actie te laten bewegen van het front van de<br />
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangsniveaus<br />
correct zijn ingesteld, is het normaal dat<br />
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan<br />
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers<br />
extra verhogen kan juist de illusie van een<br />
omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking<br />
van de manier waarop het geluid in een bioscoop<br />
of concertzaal wordt ervaren.<br />
Wanneer u het systeem al gekalibreerd heeft met<br />
EzSet/EQ zijn de aangegeven niveau instellingenhet<br />
resultaat van metingen van EzSet/EQ. Er zijn<br />
geen verdere correcties nodig tenzij u een specifiek<br />
item wilt veranderen vanwege smaak of een<br />
niet-standaard systeemconfiguratie.<br />
Wanneer de <strong>AVR</strong> is geconfigureerd voor<br />
6.1-kanalen gebruik met een enkele surround<br />
achter luidspreker, kan via de uitgangsinstelling<br />
nog altijd het niveau van de afzonderlijke surround<br />
achter links en surround achter rechts,<br />
ondanks het feit dat uw systeem slechts één surround<br />
achter luidspreker gebruikt. Dat betekent<br />
dat het Surround Achter kanaal tweemaal verschijnt,<br />
maar dat is in 6.1 gebruik normaal.<br />
De gescheiden SBL/SBR instellingen voor 6.1<br />
gebruik zijn nodig voor een optimale balans tussen<br />
de beide discrete kanalen in de <strong>AVR</strong><br />
wanneer die worden gemengd naar een enkele<br />
luidspreker.<br />
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart worden<br />
ingesteld voor elke digitale en analoge surround<br />
functie. Daarmee kunnen niveauverschillen<br />
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en<br />
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de<br />
gekozen surround functie, of het niveau van<br />
bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd<br />
of verlaagd worden. Denk er aan instellingen die<br />
gemaakt zijn voor een surround functie ook effectief<br />
zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn<br />
aan die surround functie.<br />
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor<br />
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aangesloten.<br />
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaande<br />
aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luisterpositie:<br />
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste<br />
manier zijn geconfigureerd op LARGE en<br />
SMALL als eerder beschreven en schakel zonodig<br />
de in-beeld display uit.<br />
2. Stel het volume zo in dat 15 wordt aangegeven,<br />
als aangegeven in de in-beeld display<br />
en de display Ò.<br />
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld<br />
is aan de surround functie waarvan u het uitgangsniveau<br />
wilt veranderen. Vergeet niet<br />
dezelfde correcties te maken met alle andere<br />
surroundfuncties gecombineerd met de<br />
gebruikte ingangen.<br />
4. De eenvoudigste manier om het uitgangsniveau<br />
zelf in te stellen is via het Ch<br />
Adjust menu (kanaal correctie – afbeelding<br />
29). Bent u al in het hoofdmenu, druk<br />
dan op ¤ D tot de Speaker knop wit<br />
is gemarkeerd. Staat u niet in het hoofdmenu<br />
druk dan op In-Beeld L om het hoofdmenu<br />
op te roepen (afbeelding 1) en druk<br />
tweemaal op ¤ D zodat de Speaker<br />
knop wit is gemarkeerd. Druk dan op<br />
Set F om de regel Manual<br />
Configuration (zelf instellen) te<br />
markeren en druk weer op Set F. Ga nu<br />
naar beneden tot de regel Ch Adjust<br />
blauw is gemarkeerd en druk op Set F.<br />
Afbeelding 29<br />
Wanneer het SPEAKER SETUP -Ch<br />
Adjust menu voor het eerst verschijnt, is het<br />
testsignaal uitgeschakeld. Gebruik ⁄/¤ D en<br />
Set F om een kanaal met een externe bron<br />
zoals een test-CD, voor correctie te kiezen om<br />
daarmee het uitgangsniveau te bepalen.<br />
Wanneer het kanaal dat u wilt corrigeren in<br />
blauw is gemarkeerd, drukt u op Set F en<br />
daarna op ‹/› E om het uitgangsniveau<br />
te verhogen of te verlagen. Voordat u zelf gaat<br />
instellen, raden we u aan eerst de ingebouwde<br />
testtoongenerator van de <strong>AVR</strong> te gebruiken die<br />
automatisch een signaal naar alle kanalen stuurt<br />
om te controleren of alle luidsprekerverbindingen<br />
correct zijn gemaakt.<br />
5. Schakel de testtoon in en laat deze automatisch<br />
over de kanalen circuleren over de kanalen<br />
waarvan voorheen luidsprekers zijn geconfigureerd<br />
(zie pagina 31). Druk nu op ⁄/¤<br />
D tot de regel Test Tone Seq in<br />
blauw is gemarkeerd. Druk dan op Set F<br />
gevolgd door ‹/› E tot AUTO wordt<br />
aangegeven. Op dat moment start ook het<br />
testsignaal, circuleert rechtsom door de kamer,<br />
laat elke luidspreker twee seconden horen en<br />
schakelt naar de volgende luidsprekerpositie.<br />
De tekst die de actieve luidspreker aangeeft is<br />
blauw gemarkeerd om aan te geven welke<br />
luidspreker op dat moment hoorbaar dient te<br />
zijn.<br />
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel<br />
lager niveau heeft dan normale muziek dient u<br />
het volume, na de instelling van alle kanalen,<br />
terug te nemen. Het juiste volume dient weer<br />
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het<br />
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld<br />
wordt.<br />
Opmerking: vergeet niet te controleren of de<br />
luidsprekers correct zijn aangesloten. Terwijl het<br />
testsignaal rond gaat controleert u of het geluid<br />
ook werkelijk komt van de luidspreker die in de<br />
display Ò wordt aangegeven. Zou dat bij een<br />
luidspreker niet kloppen, schakel de <strong>AVR</strong> dan uit<br />
met de netschakelaar 1 en controleer de<br />
luidsprekeraansluitingen en eventuele verbindingen<br />
naar externe versterkers om er zeker van te<br />
zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen<br />
zijn verbonden.<br />
Opmerking: wanneer uw systeem slechts over<br />
één surround achter luidspreker beschikt en<br />
geconfigureerd is voor 6.1 kanalen, zult u de<br />
testtoon tweemaal van de achter luidspreker<br />
horen, eenmaal met de aanduiding SBL en eenmaal<br />
met de aanduiding SBR. Dat is normaal en<br />
geeft u tevens de kans de balans in te stellen<br />
voor de mengschakeling die een 6.1 uitgangssignaal<br />
maakt wanneer 7.1 functies zoals<br />
Logic 7/7.1 worden gebruikt.<br />
NEDERLANDS<br />
SYSTEEMCONFIGURATIE 35