Een symptoom lezen - Psychoanalyse Lacan - Freud
Een symptoom lezen - Psychoanalyse Lacan - Freud
Een symptoom lezen - Psychoanalyse Lacan - Freud
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Opm: Dit is een voorlopige vertaling – de gecorrigeerde versie volgt!<br />
De bliksemschicht van het onbewuste en het verlangen van de analyticus<br />
Ik stel voor vanuit deze premissen de analyse te ondervragen. Waar is het reële in de<br />
psychoanalyse? Deze vraagt dringt zich op in de mate waarin een psychoanalyticus de<br />
duizeling van het zijn niet niet kan ervaren aangezien hij in zijn praktijk overspoeld<br />
wordt door de scheppingen, door de schepsels van het spreken.<br />
Waar is het reële in dit alles? Is het onbewuste reëel? Neen! Dat is het makkelijkst te<br />
geven antwoord. Het onbewuste is een hypothese, wat een fundamenteel perspectief<br />
blijft, ook al kan men ze verlengen of variëren. Voor <strong>Freud</strong> is het onbewuste – u<br />
herinnert zich dat wel – een deductie. <strong>Lacan</strong> vertaalt dit het nauwst erbij aansluitend als<br />
hij onderstreept dat het subject van het onbewuste een verondersteld subject is, dit wil<br />
zeggen een hypothetisch subject. Het is dus geen reële. En men kan zich zelfs afvragen<br />
of het een zijn is. U herinnert zich dat <strong>Lacan</strong> liever zegt dat het een verlangen te zijn is<br />
eerder dan een zijn. Het onbewuste heeft niet meer zijn dan het subject zelf. Wat <strong>Lacan</strong><br />
schrijft als de doorstreepte S is iets dat geen zijn heeft, dat slechts het zijn van het tekort<br />
heeft en dat moet geschieden. Wij weten het allemaal wel, alleen moeten we er<br />
eenvoudigweg de nodige gevolgtrekkingen uit maken. Wij weten wel dat het onbewuste<br />
in de psychoanalyse onderworpen is aan de plicht tot zijn. Het is onderworpen aan een<br />
imperatief dat wij als analyticus vertegenwoordigen. En het is in die zin dat <strong>Lacan</strong> stelt<br />
dat het statuut van het onbewuste ethisch is. Als het statuut van het onbewuste ethisch<br />
is, dan behoort het niet tot de orde van het reële, dat wil dit zeggen. Het statuut van het<br />
reële is niet ethisch. Het reële is in zijn manifestaties eerder unethical, het gedraagt zich<br />
niet erg goed naar ons goeddunken. Zeggen dat het statuut van het onbewuste ethisch is,<br />
is precies zeggen dat het gerelateerd is aan het verlangen, en eerst en vooral aan het<br />
verlangen van de analyticus die de analysant ertoe poogt te brengen dat hij dit verlangen<br />
overneemt.<br />
Op welk moment van de analytische praktijk is men genoodzaakt tot een deductie van<br />
het onbewuste over te gaan? <strong>Een</strong>voudigweg als men bij voorbeeld in het spreken van de<br />
analysant oude herinneringen ziet terugkeren die tot dan vergeten waren. Men is wel<br />
gedwongen te veronderstellen dat die herinneringen in het interval ergens verbleven in<br />
een zeker gebied van zijn, een gebied dat onbekend blijft, onbereikbaar blijft voor<br />
kennis en waarvan men nu net zegt dat het de tijd niet kent. Laten we om nog meer het<br />
ontologisch statuut van het onbewuste na te bootsen op de korrel nemen wat <strong>Lacan</strong> zijn<br />
formaties noemt die precies het vluchtige statuut van het zijn belichten. Dromen<br />
verdwijnen. Het zijn schepsels die niet consistent zijn en waarvan we in de analyse vaak<br />
slechts flarden ter beschikking hebben. De lapsus, faalhandeling, de geestigheid zijn<br />
momentane schepsels die als bliksemschichten verschijnen en waaraan men in de<br />
analyse een waarheidsgehalte 3 toekent, maar die onmiddellijk weer verdwijnen.<br />
3 “sens de vérité”