26.03.2014 Views

iNWiT 2&S flyer.pdf - Psychoanalyse Lacan - Freud

iNWiT 2&S flyer.pdf - Psychoanalyse Lacan - Freud

iNWiT 2&S flyer.pdf - Psychoanalyse Lacan - Freud

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>iNWiT</strong><br />

<strong>iNWiT</strong><br />

<strong>iNWiT</strong> is het Nederlandstalig tijdschrift voor <strong>Psychoanalyse</strong> van de New<br />

<strong>Lacan</strong>ian School, dat verzorgd wordt door de Kring voor <strong>Psychoanalyse</strong>.<br />

<strong>iNWiT</strong> 1 pakte de angst aan, <strong>iNWiT</strong> 2/3 draait nu rond het sinthoom.<br />

In het verlengde van de publicatie, in 2004, van <strong>Lacan</strong>s Seminarie X over de<br />

angst (1960-1961) onderzocht <strong>iNWiT</strong> 1 de mogelijkheden tot ontangsting 1 in<br />

diverse vormen van toegepaste psychoanalyse én tot overschrijding van de<br />

angst 2 in een tot haar eind gevoerde psychoanalyse. Ethisch uitgangspunt was<br />

dat niets gevaarlijker is dan zich te verliezen in natte biochemische of cognitiefbehavioristische<br />

dromen over een Endlösung van die angst.<br />

In 2005 verscheen <strong>Lacan</strong>s Seminarie XXIII over het sinthoom én Joyce (1975-<br />

1976). En dus gaat <strong>iNWiT</strong> 2/3 thans op zoek naar vooreerst het verschil tussen<br />

enerzijds het freudiaans symptoom - als compromis van onverzoenbare bevredigingen,<br />

op onbewust én bewust niveau, van ik- en objectlibido, van doods- en<br />

levensdrift, etc. - en anderzijds het lacaniaans sinthoom - dat, samen met het<br />

symbolische van de taal en het imaginaire van het lichaamsbeeld, een borromeïsche<br />

ketting vormt, waarin een brok reële van het genot wordt ‘geniet’. We vragen<br />

ons tevens af wat de verhouding kan zijn van dergelijk sinthoom tot <strong>Lacan</strong>s<br />

pluralisering van de freudiaanse Naam-van-de-Vader in een reeks Namen-vande-Vaders.<br />

En tenslotte staan we stil bij het belang van Leven&Schrijven van<br />

James Joyce in <strong>Lacan</strong>s overschrijding van <strong>Freud</strong> inzake symptoom en vader. Ook<br />

hier vertrekken we weer vanuit duidelijke ethische uitgangspunten. Een spreekwezen<br />

kan het misschien stellen zonder freudiaanse vader, op voorwaarde dat<br />

het daar eerst op een of andere wijze gebruik van maakt; maar het kan het alleszins<br />

niet stellen zonder een of ander sinthoom. En een uitzonderlijk schrijfwezen<br />

als Joyce dwingt de psychoanalyse tot de ontwikkeling van een borromeïsche<br />

kliniek, met al haar ‘onvoorstelbaar eigen witzen’.<br />

Deze exploratie van de verschuiving van de structurele kliniek van het symptoom<br />

en de Naam-van-de-Vader naar een borromeïsche kliniek van onvoorstel-<br />

baar eigen sinthomen en Namen-van-de-Vader scandeert <strong>iNWiT</strong> 2/3 volgens<br />

het beproefd procédé van <strong>iNWiT</strong> 1. Er wordt weer van wal gestoken met een vertaling<br />

van een aantal lessen uit een Seminarie van <strong>Lacan</strong>, dit keer Seminarie<br />

XXIII over het sinthoom. Vervolgens prijzen we ons gelukkig dat we ons in deze<br />

inderdaad niet zo eenvoudige materie van Sinthoom, Vaders & Joyce weer maar<br />

eens kunnen laten oriënteren door Jacques-Alain Miller, tekstbezorger van<br />

<strong>Lacan</strong>s Seminaries, die daarvan al jaren de actualiteit voor de kliniek, de opleiding<br />

en vereniging van psychoanalytici en de cultuurkritiek aantoont. Binnen<br />

dat uitgangspunt en dat kader volgen dan een aantal theoretische en klinische<br />

bijdragen, die zich telkens als een triptiek laten openvouwen. Scharnier in het<br />

theoretisch drieluik vormt de bijdrage van Eric Laurent. Vertrekkend van de idee<br />

dat <strong>Freud</strong>s religieuze versie van de Naam-van-de-Vader een neurotische uitvinding<br />

is, toont hij aan dat, bij het ‘verval’ van deze vader, of toch in een tijd waarin<br />

begint door te dringen dat “de Ander niet bestaat”, die neurose ook haar<br />

spreekrecht lijkt kwijt te spelen. Aan de psychoanalyse om op te komen als “de<br />

politieke partij van de neurotici”, niet om god de vader in zijn oude neurotische<br />

glorie te restaureren, en ook niet om terug te vallen in de duistere schoot van een<br />

of andere oermoeder, maar om integendeel ‘iets anders’ te vinden, uit te vinden<br />

zelfs, dat kan functioneren als een Naam-van-de-Vader, een sinthoom dat kan<br />

toelaten om “Neen!” te zeggen wanneer ‘iets’ echt ondraaglijk blijkt. De klinische<br />

triptiek vormt een weerspiegeling van de drie vormen van kliniek die het jaarprogramma<br />

van de Kring probeert te verknopen. Deze kliniek beweegt zich tussen<br />

de passe of de tot haar einde gevoerde psychoanalyse - waardoor iemand<br />

psychoanalyticus kan worden, de toepassing van de psychoanalyse - in niet altijd<br />

even klassieke kuren én in verschillende institutionele settings (wat men vandaag,<br />

van buitenaf en om politieke redenen, ongetwijfeld ‘psychotherapie’ zal<br />

willen noemen), en tenslotte ook nog een poging tot psychoanalytische vernieuwing<br />

van de klassieke psychiatrische praktijk van de gevalspresentatie.<br />

1 désangoisser<br />

2 franchissement de l’angoisse

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!