30.03.2014 Views

VM111 Materialen - vormgeven van dunne plaat.pdf - Induteq

VM111 Materialen - vormgeven van dunne plaat.pdf - Induteq

VM111 Materialen - vormgeven van dunne plaat.pdf - Induteq

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

11<br />

Uitvoering <strong>van</strong> de Erichsenproef<br />

Voor de Erichsenproef wordt een proefstuk aan de rand<br />

<strong>van</strong> een ronde matrijs ingeklemd (zie figuur 3.9). Door<br />

onder de proef<strong>plaat</strong> een kogelvormig stempel omhoog te<br />

bewegen, ontstaat in de <strong>plaat</strong> een indrukking. Het kogelstempel<br />

wordt zover omhoog bewogen tot een scheur in<br />

het materiaal ontstaat. De hoogte <strong>van</strong> de indrukking, die<br />

onder andere afhankelijk is <strong>van</strong> de dikte <strong>van</strong> het materiaal,<br />

wordt gebruikt als maat voor de vervormbaarheid/strekbaarheid.<br />

kwalitatief kwantitatief<br />

sterk - zwak R m (treksterkte)<br />

stug - week R p (vloeigrens)<br />

bros - taai A 80<br />

stijf - slap E (Youngs modulus)<br />

figuur 3.6<br />

Relatie kwalitatieve/kwantitatieve grootheden<br />

uit de trekproef<br />

de tweeassige spanningstoestand redelijk benaderd; de<br />

spanning loodrecht op de <strong>plaat</strong> is verwaarloosbaar. De<br />

drieassige spanningstoestand zal om deze reden niet worden<br />

besproken.<br />

Een speciale vorm <strong>van</strong> de tweeassige spanningstoestand<br />

wordt onder andere bereikt bij de Erichsenproef, die later<br />

wordt besproken. In deze proef wordt de toestand <strong>van</strong><br />

alzijdige strek benaderd. Deze spanningstoestand kan men<br />

zich het beste voorstellen door te bedenken dat er in alle<br />

richtingen in het <strong>plaat</strong>vlak even hard aan het materiaal<br />

wordt getrokken. Een cirkel op het materiaal blijft dan<br />

een cirkel; deze wordt alleen groter (figuur 3.7). Vergelijk<br />

dit met een opgeblazen ballon waarop vooraf een cirkel is<br />

getekend.<br />

De diametertoename <strong>van</strong> de cirkel is een maat voor de<br />

vervorming in deze situatie. Uiteraard zal door de vergroting<br />

<strong>van</strong> het oppervlak het materiaal <strong>dunne</strong>r worden.<br />

figuur 3.7<br />

Tweeassige spanningstoestand: cirkel wordt<br />

groter<br />

Een andere speciale tweeassige spanningstoestand is die<br />

waarbij de (trek)spanning in de lengterichting tweemaal<br />

zo groot is als de (trek)spanning in de breedterichting. De<br />

spanning in de dikterichting is gelijk aan nul. In deze toestand<br />

treedt alleen verlenging op in de lengterichting. De<br />

breedte blijft gelijk. Vanwege het constant blijven <strong>van</strong><br />

het materiaalvolume neemt ook in dit geval de dikte af.<br />

Deze toestand wordt plane strain (vlakke rek) genoemd.<br />

Onze denkbeeldige cirkel op het oppervlak wordt nu langer<br />

maar zonder smaller te worden (zie figuur 3.8). Deze<br />

toestand treedt bijvoorbeeld op bij het persen <strong>van</strong> rillen<br />

(zie VM 110 “Dieptrekken”).<br />

figuur 3.8<br />

Plane strain: cirkel wordt uitgetrokken tot ellips<br />

zonder smaller te worden<br />

figuur 3.9<br />

Gereedschap voor de Erichsenproef volgens<br />

norm DIN 50 101<br />

3.3 Eigenschappen <strong>van</strong> belang bij omvormen<br />

3.3.1 Versteviging<br />

Tijdens het uitvoeren <strong>van</strong> de trekproef neemt men waar<br />

dat de spanning continu stijgt, met andere woorden, dat<br />

de weerstand die het materiaal tegen de voortgaande vervorming<br />

biedt steeds groter wordt. Dit verschijnsel, dat<br />

bij elke koude deformatie <strong>van</strong> metalen optreedt, wordt de<br />

versteviging genoemd. Het is in wezen een sterker (maar<br />

tegelijkertijd brosser) worden <strong>van</strong> het materiaal.<br />

Versteviging treedt op bij processen zoals walsen, buigen,<br />

draadtrekken, wringen, hameren enz., maar ook bij dieptrekken,<br />

strekken, ponsen en knippen.<br />

n-waarde<br />

De mate <strong>van</strong> versteviging wordt vastgelegd in de<br />

verstevigingsexponent n.<br />

De verstevigingsexponent n wordt gedefinieerd (zie<br />

NEN-EN 10130) als de exponent in de wiskundige vergelijking<br />

<strong>van</strong> de verhouding tussen de werkelijke spanning σ<br />

en de werkelijke rek ε (bij het in één richting aanbrengen<br />

<strong>van</strong> de belasting): σ=K.ε n (K is een constante).<br />

Een materiaal met een hoge n-waarde verstevigt meer<br />

dan een materiaal met een lage n-waarde. De n-waarde is<br />

altijd kleiner dan 1 (figuur 3.10). De n-waarde is vooral<br />

<strong>van</strong> belang bij strekbewerkingen, zoals bij de Erichsenproef.<br />

Gebleken is dat bij strekvervormingen <strong>van</strong> materialen met<br />

een hoge n-waarde de rek gelijkmatiger wordt verdeeld<br />

over het te vervormen onderdeel dan bij materialen met<br />

een lage n-waarde. Bij een lage n-waarde zal dus eerder<br />

<strong>plaat</strong>selijke insnoering optreden dan bij materiaal met een<br />

hoge n-waarde. Met andere woorden de versteviging <strong>van</strong><br />

het materiaal bevordert gelijkmatige vervorming.<br />

Ook bij buigbewerkingen neemt de n-waarde een belangrijke<br />

<strong>plaat</strong>s in. <strong>Materialen</strong> met een hoge n-waarde hebben,<br />

bij vrijbuigen, een grotere buigstraal als gevolg <strong>van</strong> de<br />

toegenomen gelijkmatige vervorming. <strong>Materialen</strong> met een<br />

lage n-waarde kunnen, bij vrijbuigen, een knikverschijnsel<br />

vertonen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!