30.03.2014 Views

VM111 Materialen - vormgeven van dunne plaat.pdf - Induteq

VM111 Materialen - vormgeven van dunne plaat.pdf - Induteq

VM111 Materialen - vormgeven van dunne plaat.pdf - Induteq

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

49<br />

Hoofdstuk 12<br />

Oppervlaktebehandelingen<br />

Ter verbetering <strong>van</strong> de oppervlakte-eigenschappen en met<br />

name verhoging <strong>van</strong> de weerstand tegen slijtage, staat<br />

een groot aantal mogelijkheden ter beschikking, zoals:<br />

het elektrochemisch aanbrengen <strong>van</strong> beschermlagen<br />

<strong>van</strong> bijvoorbeeld chroom of nikkel. Het voordeel <strong>van</strong><br />

het elektrochemisch aanbrengen <strong>van</strong> een beschermlaag<br />

is onder andere de lage temperatuur waarop dit gebeurt,<br />

waardoor de materiaalkeuze niet kritisch is (de temperaturen<br />

zijn te laag om structuuromzettingen teweeg te<br />

brengen).<br />

Elektrochemisch aangebrachte lagen liggen echter op het<br />

oppervlak, zodat bij de maatvoering hiermee rekening<br />

moet worden gehouden. Bij gehard of veredeld staal<br />

moet rekening worden gehouden met het mogelijk optreden<br />

<strong>van</strong> waterstofbrosheid. Nadelen <strong>van</strong> elektrochemisch<br />

aangebrachte lagen zijn de in het algemeen minder<br />

goede hechting in vergelijking met de hierna genoemde<br />

lagen en de relatief geringe weerstand tegen<br />

schok- of stootbelastingen, zoals deze bijvoorbeeld bij<br />

ponsen optreden.<br />

diffusielagen zoals nitreer-, nitrocarboneer-, carboneeren<br />

carbonitreerlagen. Dit zijn lagen die bij verhoogde<br />

temperatuur worden aangebracht, waardoor de eigenschappen<br />

<strong>van</strong> het basismateriaal mogelijk (ongunstig)<br />

worden beïnvloed. Nitreertemperaturen lopen <strong>van</strong> 450<br />

tot 520 ºC. Nitreren wordt bij voorkeur toegepast op<br />

geharde of veredelde staalkwaliteiten welke voldoende<br />

ontlaatbestendig zijn.<br />

Nitrocarboneertemperaturen lopen <strong>van</strong> 550 tot 580 ºC.<br />

De maatveranderingen bij het nitreren en nitrocarboneren<br />

bedragen slechts 10 tot 20 µm. Maatveranderingen<br />

tengevolge <strong>van</strong> het proces treden in principe nauwelijks<br />

op, omdat er geen structuuromzettingen <strong>plaat</strong>svinden.<br />

Tengevolge <strong>van</strong> inwendige spanningen, ongelijkmatige<br />

temperatuurverdeling tijdens opwarmen en afkoelen<br />

kunnen wel vormveranderingen ontstaan. Het verdient<br />

daarom aanbeveling vooraf spanningsarm te gloeien en<br />

eventuele vormverandering te corrigeren.<br />

Nitreer- en nitrocarboneerlagen worden in principe niet<br />

nabewerkt, hooguit gepolijst.<br />

Carboneren en carbonitreren vinden <strong>plaat</strong>s op een temperatuur<br />

boven de 850 ºC, gevolgd door een normale<br />

hardingsbehandeling (afschrikken in olie of zoutbad).<br />

De maatveranderingen bij het carboneren en carbonitreren<br />

zijn daarom vergelijkbaar met die <strong>van</strong> een hardingsbehandeling.<br />

PVD (physical vapour deposition) lagen; bij dit proces<br />

worden op relatief lage temperatuur (circa 400 tot 500 ºC)<br />

in het algemeen keramische lagen, zoals titaannitridelagen<br />

aangebracht. Deze lagen zijn dun (1 tot 4 µm),<br />

zeer hard en slijtvast.<br />

CVD (chemical vapour deposition) lagen; ook bij dit proces<br />

worden veelal keramische lagen, zoals titaancarbide<br />

en titaannitride lagen aangebracht met een dikte <strong>van</strong><br />

enkele µm's. Het nadeel <strong>van</strong> dit proces is de hoge procestemperatuur,<br />

nl. 750 tot 1.000 ºC, gevolgd door<br />

harden, zodat met relatief grote maat- en/of vormveranderingen<br />

rekening moet worden gehouden.<br />

Wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> oppervlaktelagen, dan moet<br />

worden bedacht dat deze lagen vooral de oppervlakteeigenschappen<br />

wijzigen. Dit betekent dat het dragend<br />

vermogen moet worden geleverd door het basismateriaal.<br />

Is het dragend vermogen <strong>van</strong> het basismateriaal onvoldoende,<br />

dat wil zeggen dat er onder de heersende belastingen<br />

plastische deformatie optreedt, dan kan de aangebrachte<br />

laag uitbreken (eierschaaleffect).<br />

Bij de materiaalkeuze en eventuele warmtebehandeling<br />

zal dus rekening moeten worden gehouden met het type<br />

laag dat aangebracht gaat worden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!