bomenbeleidsplan Leiderdorp bijlage 1 - Bestuurlijke informatie van ...
bomenbeleidsplan Leiderdorp bijlage 1 - Bestuurlijke informatie van ...
bomenbeleidsplan Leiderdorp bijlage 1 - Bestuurlijke informatie van ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlage I<br />
Begrippenlijst<br />
Blijver<br />
Boom<br />
bomen met een lange omlooptijd, zoals eik, linde, iep en plataan<br />
een houtig overblijvend gewas, waar<strong>van</strong> de dwarsdoorsnede <strong>van</strong> de<br />
stam, of als dit gewas meer stammen heeft de dwarsdoorsneden <strong>van</strong><br />
één <strong>van</strong> de stammen, tenminste 20 cm, gemeten op 1,30 m boven<br />
het maaiveld, is. In afwijking <strong>van</strong> het hiervoor gestelde kan de<br />
dwarsdoorsnede kleiner zijn dan 20 cm gemeten op 1,30 m<br />
centimeter boven het maaiveld, indien sprake is <strong>van</strong>:<br />
− Een monumentale boom of bijzondere beschermwaardige<br />
houtopstand als bedoeld in artikel 6 <strong>van</strong> de verordening;<br />
− Een houtopstand onderdeel uitmakend <strong>van</strong> de<br />
Hoofdgroenstructuur;<br />
− Een houtopstand in het kader <strong>van</strong> een herplant- of<br />
instandhoudingsplicht als bedoeld in artikel 13, 18 en 20 <strong>van</strong> de<br />
verordening.<br />
Boom in het openbaar gebied<br />
een boom staande op grond <strong>van</strong> overheden, bijvoorbeeld gemeente,<br />
provincie, waterschap of rijkswaterstaat.<br />
Bomen Effect Analyse (BEA)<br />
een modelbeoordeling, die landelijke richtlijnen geeft voor het<br />
beoordelen <strong>van</strong> gevolgen voor waardevolle bomen in (voorgenomen)<br />
bouw- en aanlegsituaties. De resultaten <strong>van</strong> deze beoordeling<br />
kunnen worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of<br />
aanleg.<br />
Bomenfonds<br />
Bomenstichting<br />
het gemeentelijk fonds voor onderhoud en instandhouding <strong>van</strong><br />
bijzonder waardevolle private houtopstanden.<br />
een landelijke stichting die zich in zet voor het behoud <strong>van</strong> bomen in<br />
de stad en op het platteland. De Bomenstichting werkt hieraan door<br />
het geven <strong>van</strong> voorlichting en advies, door misstanden aan te<br />
kaarten en door druk uit te oefenen op verantwoordelijke partijen. Er<br />
is een netwerk <strong>van</strong> contactpersonen, dat verspreid over het hele land<br />
op lokaal niveau voor bomen opkomt.<br />
Bijzonder waardevolle boom<br />
een bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief<br />
hoge leeftijd, ouder dan 50 jaar, en met een bijzondere<br />
dendrologische, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische<br />
waarde, of een bijzondere functie voor de omgeving die opgenomen<br />
is op de gemeentelijke lijst met bijzonder waardevolle bomen.<br />
Compenserende maatregelen<br />
maatregelen die ervoor zorgen dat de boomwaarde <strong>van</strong> de te vellen<br />
bomen wordt ver<strong>van</strong>gen. Dit kan door alle bomen één op één te<br />
ver<strong>van</strong>gen. Dan is er sprake <strong>van</strong> kwantitatieve herplant. Maar dit kan<br />
ook door bomen met een grotere kwaliteit of meer waarde voor de<br />
openbare ruimte terug te planten. Dan spreekt men <strong>van</strong> kwalitatieve<br />
herplant.
Geriefhoutbosjes<br />
Groentoets<br />
Hakhoutwal<br />
Herplantfonds<br />
Herplantverplichting<br />
Hoofdgroenstructuur<br />
Houtsingel<br />
Houtopstand<br />
geplant door boeren ten behoeve <strong>van</strong> de houtvoorziening op het<br />
bedrijf (gereedschappen, reparatie, haardhout).<br />
een quick-scan uitgebreid met een plan <strong>van</strong> aanpak voor<br />
mitigerende en compenserende maatregelen om ervoor te zorgen<br />
dat de effecten <strong>van</strong> de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de<br />
kwaliteit <strong>van</strong> het groen op en nabij de locatie <strong>van</strong> de ontwikkeling niet<br />
zal afnemen en liefst nog zal toenemen.<br />
smalle strook beplanting geplant op een wal, die beheerd wordt als<br />
hakhout ten behoeve <strong>van</strong> geriefhout en/ of hardhout. De bomen<br />
lopen, nadat ze rigoureus zij gesnoeid, op de stronk opnieuw uit.<br />
het gemeentelijk fonds voor uitbreiding <strong>van</strong> houtopstanden.<br />
de verplichting een houtopstand te herplanten overeenkomstig de<br />
door burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen (bv. welk<br />
aantal, welke boomsoort, welke plantmaat) binnen de door hen<br />
gestelde termijn.<br />
de opbouw en onderlinge samenhang <strong>van</strong> de beplanting in een<br />
bepaald gebied, in relatie tot het desbetreffende gebied. Deze<br />
structuur is vastgelegd in het Groenstructuurplan <strong>Leiderdorp</strong>.<br />
lijkt op een hakhoutwal, maar is geplant op maaiveld. Ook hier lopen<br />
de bomen, nadat ze rigoureus zij gesnoeid, op de stronk opnieuw uit.<br />
één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere<br />
(lint)begroeiing <strong>van</strong> heesters en struiken of een beplanting <strong>van</strong><br />
bosplantsoen. Dit is het kernbegrip <strong>van</strong> de verordening op de<br />
beplantingen.<br />
Mitigerende maatregelen<br />
maatregelen die in stand te houden bomen beschermen tijdens de<br />
uitvoeringsfase <strong>van</strong> een ruimtelijk project. Hierbij moet gedacht<br />
worden aan o.a. stamommanteling, obstakelvrije zone binnen de<br />
kroonprojectie.<br />
Monetaire boomwaarde de waarde <strong>van</strong> een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente<br />
richtlijnen <strong>van</strong> de Nederlandse Vereniging <strong>van</strong> Taxateurs voor<br />
Bomen en houtige gewassen (NVTB, postbus 638, 7300 AK<br />
Apeldoorn, tel. 055-5999449). De richtlijnen gelden als de meest<br />
deskundige methodiek voor de wijze waarop de geldwaarde <strong>van</strong><br />
bomen kan worden vastgesteld en wordt ook erkend in de<br />
rechtspraak.<br />
Monumentale boom<br />
Koeienbocht<br />
een bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief<br />
hoge leeftijd, ouder dan 80 jaar, en met een bijzondere schoonheidof<br />
zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de<br />
omgeving die opgenomen is in het landelijk register <strong>van</strong><br />
monumentale bomen dat bij gehouden wordt door de<br />
Bomenstichting.<br />
een houtsingel die langs twee of drie zijden <strong>van</strong> een weiland werd<br />
geplant om beschutting te geven tijdens het melken <strong>van</strong> het vee.
Microklimaat<br />
Opkroonhoogte<br />
Particuliere boom<br />
Publieke boom<br />
Quick-scan<br />
SYGROB<br />
SYGROB (IM2)<br />
Waarborgfonds<br />
Wijker<br />
Zorgplicht<br />
de omstandigheden zijn op een zeer kleine schaal anders dan je op<br />
basis <strong>van</strong> het klimaat zou verwachten<br />
de lengte <strong>van</strong> de takvrije stam. Deze lengte wordt bepaald aan de<br />
hand <strong>van</strong> de minimaal vereiste doorrijhoogte. Dit verschilt per<br />
wegtype: autowegen 4,6 m; overige wegen/straten 4,2 m; voet- en<br />
fietspaden 2,5 m.<br />
een boom staande op grond <strong>van</strong> een particulier, bijvoorbeeld een<br />
burger, bedrijf, stichting of vereniging.<br />
zie Boom in openbaar gebied.<br />
rapportage met inventarisatiegegevens <strong>van</strong> kenmerkende ‘groene<br />
elementen binnen en nabij de projectgrenzen en een effectenstudie<br />
<strong>van</strong> de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de aangetroffen<br />
elementen.<br />
digitaal beheersysteem voor groenvoorzieningen.<br />
digitaal beheersysteem voor bomen.<br />
is een uitvloeisel <strong>van</strong> de Wet Aansprakelijkheidsverzekering<br />
Motorrijtuigen. Op grond <strong>van</strong> die wet moeten alle motorrijtuigen<br />
(auto’s, motoren, bussen, vrachtauto’s, brom- en snorfietsen enz.) in<br />
Nederland verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid. Dat is<br />
de aansprakelijkheid voor schade die aan anderen wordt<br />
toegebracht. Daardoor kan degene die schade lijdt, gewoonlijk een<br />
verzekeringsmaatschappij voor de schade aanspreken. Soms kan<br />
dat echter niet. Bijvoorbeeld omdat de bezitter/houder <strong>van</strong> het<br />
motorrijtuig geen verzekering heeft afgesloten. Of omdat de<br />
bestuurder zich uit de voeten heeft gemaakt zonder naam en adres<br />
achter te laten. In dat soort situaties kan vaak het Waarborgfonds<br />
Motorverkeer uitkomst bieden.<br />
bomen met een korte omlooptijd, zoals populieren en wilgen.<br />
de wettelijke verplichting voor de gemeente om haar bomen zo te<br />
verzorgen dat letsel en schade door deze bomen zoveel mogelijk<br />
wordt voorkomen.
Bijlage II<br />
Samenvatting bestaand beleid<br />
Groenstructuurplan <strong>Leiderdorp</strong> 2000 (2000)<br />
Het doel <strong>van</strong> het Groenstructuurplan <strong>Leiderdorp</strong> is het aangeven waar de structuur <strong>van</strong> het<br />
groen en water in samenhang met het landschap en de ruimtelijke opbouw <strong>van</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
kan worden versterkt. De landschappelijke basis voor de visie wordt gevormd door de wateren<br />
infrastructuur en verkaveling (al dan niet versoord).<br />
Hoofdgroenstructuur<br />
De <strong>Leiderdorp</strong>se hoofdgroenstructuur valt in drie onderdelen uiteen: 1. de groen-blauwe<br />
ruggengraat; 2. de landschappelijke contramal; 3. de confrontatie tussen stad en land.<br />
1. De groen-blauwe ruggengraat loopt langs de Engelendaal en de Achthovenerweg/<br />
Mauritssingel/ Ericalaan/ Acacialaan/ Van der Valkboumanweg. Deze laatste<br />
ontsluitingsroute vormt een <strong>van</strong> de randen <strong>van</strong> de bouwlocatie. De ruggengraat valt<br />
samen met de drie natuurnetwerken (water, berm, bosplantsoen) die <strong>Leiderdorp</strong> heeft.<br />
2. Om <strong>Leiderdorp</strong> (de stedelijke mal) ligt een landschappelijke contramal: de open gebieden<br />
en de hoofdwatergangen met een herkenbare groenaanleg. Kenmerkend zijn de Oude<br />
Rijn met bomenrij en Jaagpad, de Dwarswatering met open groen en bloemrijke taluds,<br />
de Does en Ruige kade met open landschappelijk beeld.<br />
De grens <strong>van</strong> de stedelijke mal met de landschappelijke contramal heeft een balkon en<br />
veranda. Het balkon bestaat vooral uit zichtlijnen door het groen en de bebouwing op het<br />
buitengebied (water en/ of polder) maar met beperkte toegang. De veranda is bereikbaar.<br />
Vanuit de veranda stap je zo het buitengebied in.<br />
3. De confrontatie tussen stad en land ontstaat in het centrum <strong>van</strong> <strong>Leiderdorp</strong> waar de<br />
stedelijke groene ruggengraat en de landschappelijke contramal elkaar ontmoeten in de<br />
Houtkamp, de heemtuin en het winkelcentrum. Het stedelijke en het landelijke groen<br />
kunnen elkaar op deze plek versterken en aanknopingspunten bieden voor de inrichting<br />
<strong>van</strong> het nieuwe centrum.<br />
Het beeld <strong>van</strong> het groen buiten de hoofdgroenstructuur wordt bepaald door verschillende<br />
wijksferen en de historische plekken die zich daarbinnen bevinden. De invulling <strong>van</strong> de<br />
wijksferen is een afgeleide <strong>van</strong> de hoofdgroenstructuur. Voor de wijksferen geldt in algemene<br />
zin: behoud en versterking. De historische plekken kunnen versterkt worden door deze met<br />
groen te ‘etaleren’.<br />
Specifiek voor bomen<br />
Knelpunten<br />
Door de snelle ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>Leiderdorp</strong> is de herkenbaarheid <strong>van</strong> historische<br />
elementen afgenomen, monumentaal groen is nog niet afdoende beschermd<br />
Er is geen duidelijke hiërarchische wegenstructuur gekoppeld aan het beeld <strong>van</strong> het<br />
groen, interlokale verkeer gaat via de ‘lokale’ wegen<br />
De boomsoortkeuze is niet overal afgestemd op de beschikbare ruimte<br />
Behoud <strong>van</strong> de (monumentale) bomen langs het water en op particulier terrein<br />
Doorgaande bomenrij langs Oude Rijn is plaatselijk onderbroken, daardoor mist de<br />
relatie tussen groen en water<br />
Groen verdwijnt voor stedelijke ontwikkeling<br />
Kansen<br />
Het inventariseren, vastleggen en duurzaam beheren <strong>van</strong> monumentale bomen.<br />
Een helder onderscheid in het beeld <strong>van</strong> de wegen gekoppeld aan een hiërarchische<br />
bomen- en groenstructuur<br />
Het handhaven <strong>van</strong> het bomenbestand in het buitengebied langs het water (met advies<br />
en eventueel geld)
Doorgaande bomenstructuur ontwikkelen en herstellen langs de gehele Oude Rijn binnen<br />
de bebouwde kom <strong>van</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Groencompensatie op nieuwe plekken als op andere locaties groen verdwijnt door onder<br />
andere inbreiding<br />
Projectenlijst Groenstructuurplan (2007)<br />
Deze projectenlijst bevat ca. 80 projecten. Het aantal projecten is zo groot dat het nodig is<br />
hierin een duidelijke prioritering aan te brengen. In overleg met de<br />
groenbelangenorganisaties zijn vijf projecten uit het Groenstructuurplan als speerpunt<br />
benoemd. De projecten zijn zo gekozen dat ze invloed hebben op het groen in de gehele<br />
gemeente en voldoende concreet zijn.<br />
De komende jaren gaan we aan deze speerpuntprojecten werken:<br />
ecologische verbindingszones<br />
gemeentelijk bomenbeleid<br />
groen en communicatie<br />
<br />
<br />
natuurvriendelijke oevers<br />
de brede groene randen <strong>van</strong> de Leyhof en de groenstrook onder de<br />
hoogspanningsmasten natuurvriendelijker inrichten en beheren<br />
Daar waar we kunnen aanhaken bij ruimtelijke projecten, zullen we deze kansen pakken en<br />
werk met werk maken.<br />
Toekomstvisie <strong>Leiderdorp</strong> 2015 (2001)<br />
Kwaliteit <strong>van</strong> leven staat voor het versterken <strong>van</strong> het woon- en leefklimaat in de buurten door<br />
meer voorzieningen dichtbij huis, meer en beter gebruiksgroen en veilige fiets- en<br />
wandelverbindingen naar het dorpscentrum en de recreatiegebieden rond het dorp en in het<br />
Groene Hart. Via intensivering <strong>van</strong> het buurtgericht werken realiseren we een grotere<br />
betrokkenheid <strong>van</strong> bewoners bij de totstandkoming <strong>van</strong> hun woonomgeving en leefklimaat.<br />
Inrichting en vormgeving <strong>van</strong> die woonomgeving moeten dusdanig flexibel zijn dat ze steeds<br />
aansluiting kunnen bieden op de behoeften en wensen <strong>van</strong> de bewoners.<br />
Beoogde effecten<br />
Duurzame, veilige, diverse en levensloopbestendige buurten<br />
Verhoogde tevredenheid <strong>van</strong> bewoners, inclusief diverse etnische groepen, over het woonen<br />
leefklimaat<br />
Landschapsbeleidsplan Leidse Regio<br />
Het belangrijkste uitgangspunt <strong>van</strong> dit beleidsplan is dat water en groen sturend zijn voor de<br />
ruimtelijke ontwikkeling <strong>van</strong> de Leidse regio. Er wordt gestreefd naar de ontwikkeling <strong>van</strong> een<br />
robuuste en duurzame groenblauwe structuur. Deze structuur moet de essentiële kwaliteiten<br />
<strong>van</strong> het landschap veiligstellen en een kader bieden voor de ontwikkeling <strong>van</strong> het<br />
grondgebruik. Het leidende principe is het beschermen <strong>van</strong> de gave landschappelijke<br />
ensembles, de ‘parels’, door deze letterlijk in te lijsten.<br />
Stedelijke groenstructuur<br />
Met dit plan wordt gestreefd naar een goede aansluiting <strong>van</strong> de stedelijke groenstructuur op<br />
de groenblauwe structuur in het buitengebied. Dit kan door de bestaande landschappelijke<br />
elementen in de stad te versterken en uit te bouwen tot samenhangende groenzones en<br />
deze te verbinden met bos-, natuur- en recreatiegebieden rondom de stad.<br />
Natuur in de stad<br />
Ecologisch landschappelijke zones dienen zo veel mogelijk <strong>van</strong>uit het buitengebied door te<br />
lopen in de stad. Zo kunnen ze bijdragen aan de versterking <strong>van</strong> de stedelijke<br />
groenstructuur. De stedelijke parkbossen worden ecologisch gevoed door de bosstructuur<br />
<strong>van</strong> de standwallen en langs de Oude Rijn. Deze zones hebben ook een belangrijke<br />
recreatieve functie voor de verbinding stad - buitengebied en moeten dan ook fors worden<br />
ingekleed.
Bestuursakkoord 2006-2010 (2006)<br />
Groene in <strong>Leiderdorp</strong><br />
De gemeente gaat zorgvuldig om met het aanwezige groen, overeenkomstig het<br />
groenstructuurplan en het groencompensatieplan. Bij realisatie <strong>van</strong> het Centrumplan wordt<br />
park de Houtkamp niet aangetast in de huidige vorm. Ook de Bloemerd zal in zijn huidige<br />
vorm groen blijven.<br />
Wijk- en buurtgericht werken<br />
Goed onderhoud <strong>van</strong> de woon- en leefomgeving is <strong>van</strong> grote invloed op het welbevinden en<br />
woongenot. Het college heeft extra aandacht voor het behoud en verbetering <strong>van</strong> een<br />
schone en hele buitenruimte. Het wijk- en buurgericht werken is hierbij een goede aanpak<br />
gebleken.<br />
Kwaliteitsplan Openbare Ruimte (1998)<br />
In dit plan zijn de beleidsdoelstellingen uitgewerkt voor de inrichting en het beheer <strong>van</strong> de<br />
openbare ruimte. Het kwaliteitsplan is gebaseerd op de structuur die <strong>Leiderdorp</strong> in 1998 had.<br />
Het plan biedt geen oplossingen voor bestaande knelpunten over het gebruik <strong>van</strong> de<br />
openbare ruimte.<br />
De kwaliteit <strong>van</strong> de openbare ruimte onderscheidt zich in de kwaliteit <strong>van</strong> de inrichting<br />
(ontwerp en materiaalgebruik) en de kwaliteit <strong>van</strong> het onderhoud. Hierbij wordt uitgegaan <strong>van</strong><br />
de gebruikswaarde en het gewenste netheidsbeeld.<br />
De openbare gebieden <strong>van</strong> <strong>Leiderdorp</strong> kenmerken zich door verschillende<br />
inrichtingskwaliteiten. Deze kwaliteiten lopen uiteen <strong>van</strong> bijzonder in bijvoorbeeld de<br />
winkelgebieden tot sober in bijvoorbeeld de recreatiegebieden. Het grootste deel <strong>van</strong> het<br />
openbaar gebied wordt gekenmerkt door een zogenaamde standaardinrichting. Binnen deze<br />
standaardinrichting is ook weer onderscheid te maken in diverse kwaliteitsniveaus. Bij enkele<br />
woongebieden, zoals Buitenhof en Voorhof is een beduidend hogere inrichtingskwaliteit<br />
aangebracht dan de gemiddelde standaardinrichting. De inrichting <strong>van</strong> dergelijke gebieden<br />
wordt met standaard+ aangeduid. Deze verschillende inrichtingniveaus zorgen voor<br />
verscheidenheid en variatie.<br />
Nota Gronduitgiftebeleid Groenstrookjes (2000) en de 1 e wijziging (2003)<br />
In het groenstructuurplan wordt het beleid ten aanzien <strong>van</strong> de kwaliteit en het beheer voor<br />
het groen vastgesteld. Onlosmakelijk verbonden aan dit beleid is de vraag of ieder stukje<br />
groen openbaar dient te blijven of dat uitgifte hier<strong>van</strong> mogelijk of zelfs wenselijk is. Uit het<br />
groenstructuurplan komt naar voren, dat in een aantal situaties de kwaliteit <strong>van</strong> het openbare<br />
gebied zal verbeteren wanneer voor verkoop <strong>van</strong> deze strookjes wordt gekozen.<br />
Om in aanmerking te komen voor de aankoop <strong>van</strong> een groenstrook, moet deze direct<br />
grenzen aan het perceel <strong>van</strong> de aanvrager en moet hij in een <strong>van</strong> de in het<br />
groenstructuurplan aangegeven zones liggen waar uitgifte <strong>van</strong> kleinschalig groen is<br />
toegestaan. Groen dat onderdeel uit maakt <strong>van</strong> de hoofd- en/ of wijkgroenstructuur komt niet<br />
in aanmerking.<br />
Aan de hand <strong>van</strong> vier principe voorbeelden worden de verzoeken getoetst op diverse<br />
onderdelen:<br />
huidige bestemming in het bestemmingsplan<br />
beeldbepalendheid <strong>van</strong> de groenstrook;<br />
waarde <strong>van</strong> de groenstrook voor natuur en landschap;<br />
verkeersveiligheidsaspecten, vooral <strong>van</strong> belang bij groenstroken op straathoeken en<br />
nabij uitritten;<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> monumentale bomen;<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> kabels en leidingen;<br />
aanwezigheid straatmeubilair.
Verordening op de gemeentelijke beplantingen in <strong>Leiderdorp</strong> (2005) en de 1 e wijziging<br />
(2006)<br />
In navolging <strong>van</strong> de rijksoverheid streeft de gemeente er naar het aantal regels voor burgers<br />
te verminderen. Dit was een <strong>van</strong> de redenen om in 2005 de verordening op de beplantingen<br />
te herzien. Daarnaast moest de procedure vereenvoudigd en de bureaucratie rond de<br />
kapvergunningen verminderd worden.<br />
De belangrijkste elementen uit de verordening zijn de minimale stamdiameter, onderscheid<br />
tussen private en publieke bomen, de bijzonder waardevolle bomen en de groentoets bij<br />
ruimtelijke ontwikkelingen.<br />
Stamdiameter vergroot <strong>van</strong> 10 cm naar 20 cm<br />
Afbakening <strong>van</strong> het begrip boom is <strong>van</strong> belang in verband met het aangeven <strong>van</strong> de<br />
ondergrens <strong>van</strong> de bescherming. De minimale diktemaat is de meest gangbare en meest<br />
heldere vorm <strong>van</strong> afbakening. Er is (uitsluitend bij publieke bomen, waarover hieronder meer<br />
wordt toegelicht) gekozen voor de minimale diktemaat <strong>van</strong> 20 cm, omdat uit ervaring blijkt<br />
dat er weinig kapvergunningen aangevraagd worden voor houtopstanden die deze minimale<br />
maat nog niet hebben. En als ze al aangevraagd worden dan gaat het meestal om het vellen<br />
<strong>van</strong> houtopstand in het kader <strong>van</strong> een ruimtelijke ontwikkeling. En hiervoor is de groentoets<br />
in de verordening op genomen.<br />
Beeldbepalende heesters of klimplanten, alsook pasgeplante herdenkings- of<br />
toekomstbomen, die niet de minimale doorsnede hebben kunnen óf binnen de<br />
Hoofdgroenstructuur staan óf opgenomen zijn op de lijst met bijzonder waardevolle bomen<br />
en op deze wijze beschermd zijn.<br />
Onderscheid tussen private en particuliere bomen<br />
Er wordt onderscheid gemaakt tussen bomen op publieke grond (grond <strong>van</strong> bijv. gemeente,<br />
provincie, waterschap) en bomen op private grond (grond <strong>van</strong> bijv. burgers of bedrijven).<br />
Voor bomen op private grond is alleen een kapvergunning nodig als het om een boom gaat<br />
die op de lijst met bijzonder waardevolle bomen staat. Komt de boom niet op deze lijst voor<br />
dan mag de boom zo weggehaald worden.<br />
Voor bomen op publieke grond geldt dat voor bomen die een stamdiameter kleiner dan 20<br />
cm, gemeten op 1,30 m boven maaiveld, en niet voorkomen op de lijst met bijzonder<br />
waardevolle bomen geen kapvergunning noodzakelijk is. Ook voor het uitvoeren <strong>van</strong> een<br />
periodieke dunning ter bevordering <strong>van</strong> de leefbaarheid <strong>van</strong> de overblijvende bomen, waarbij<br />
het natuurlijke verloop <strong>van</strong> het desbetreffende milieu in stand blijft is geen kapvergunning<br />
meer nodig. Wel zal een dunning gemeld moeten worden op de gemeentelijke pagina in het<br />
<strong>Leiderdorp</strong>s Weekblad.<br />
Bijzonder waardevolle bomen<br />
De herziende verordening is toegespitst op het behoud <strong>van</strong> bijzonder waardevolle bomen in<br />
de gemeente. Daarom zijn de bijzonder waardevolle bomen op zowel publiek als particulier<br />
terrein geïnventariseerd en op een lijst geplaatst. Deze lijst met bijzondere waardevolle<br />
bomen is vastgesteld door Burgemeester en Wethouders en wordt eens in de vijf jaar<br />
bijgewerkt. Voor bomen op deze lijst wordt in principe géén kapvergunning afgegeven, tenzij<br />
sprake is <strong>van</strong> een ernstige bedreiging <strong>van</strong> de openbare veiligheid, noodtoestand of andere<br />
uitzonderlijke situatie. Meer <strong>informatie</strong> over de waardevolle bomen vindt u bij de Lijst met<br />
bijzonder waardevolle bomen (2005)<br />
Groentoets<br />
Waardevolle houtopstanden en ander groen worden regelmatig (ernstig) beschadigd of<br />
vernietigd door bouw en aanleg <strong>van</strong> huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak<br />
gebeurt dit ongewenst en onbedoeld omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de<br />
bomen en het andere groen, waardoor ze niet ingepast of (onherstelbaar) beschadigd raken.<br />
De groentoets moet zorgen voor een onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan de<br />
voorgenomen bouw of aanleg. Deze toets moet de kwaliteit <strong>van</strong> het groen waarborgen en<br />
een goede beoordeling <strong>van</strong> alle effecten en mogelijke alternatieven garanderen. De
esultaten <strong>van</strong> deze toets moeten vervolgens worden meegenomen in de besluitvorming<br />
rond bouw of aanleg.<br />
Een groentoets moet opgesteld worden voor houtopstanden waar<strong>van</strong> het vellen <strong>van</strong><br />
dwingend openbaar belang is voor het realiseren <strong>van</strong> een ruimtelijke ontwikkeling. In een<br />
groentoets is duidelijk aangegeven welke mitigerende en compenserende maatregelen<br />
zullen worden getroffen om er voor zorg te dragen dat de kwaliteit <strong>van</strong> het groen op en nabij<br />
de locatie <strong>van</strong> de ontwikkeling niet zal afnemen en liefst nog zal toenemen.<br />
Lijst met bijzonder waardevolle bomen (2005)<br />
De gemeente <strong>Leiderdorp</strong> heeft in 2005 haar verordening op de beplantingen herzien. Deze<br />
herziene verordening is toegespitst op het behoud <strong>van</strong> bijzonder waardevolle bomen in de<br />
gemeente. Daarom worden de bijzonder waardevolle bomen op zowel publiek als particulier<br />
terrein geïnventariseerd en op een lijst geplaatst. Om op de lijst te worden opgenomen,<br />
moeten de bomen aan een aantal criteria voldoen. In <strong>bijlage</strong> 3 zijn deze criteria opgenomen.<br />
Op 27 september 2005 heeft het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders de 'Lijst met<br />
bijzonder waardevolle bomen' definitief vastgesteld. Dat wil niet zeggen dat de lijst af is. Er<br />
kunnen altijd nieuwe bomen aangemeld worden en er kunnen ook weer bomen <strong>van</strong> de lijst<br />
verdwijnen door bijv. ziekte. Daarom wordt deze lijst eens in de vijf jaar bijgewerkt.<br />
Voor bomen op deze lijst wordt in principe géén kapvergunning afgegeven, tenzij sprake is<br />
<strong>van</strong> een ernstige bedreiging <strong>van</strong> de openbare veiligheid, noodtoestand of andere<br />
uitzonderlijke situatie.<br />
Plaatsing op de lijst wordt schriftelijk meegedeeld aan de eigenaar en andere zakelijk<br />
gerechtigden en, voor zover <strong>van</strong> toepassing, aan degene die om plaatsing heeft verzocht.<br />
Besluiten met betrekking tot de lijst <strong>van</strong> bijzondere bomen worden in ieder geval openbaar<br />
gemaakt door publicatie op de gemeentepagina <strong>van</strong> het <strong>Leiderdorp</strong>s Weekblad.<br />
De lijst bevat op dit moment 236 bomen en is te verdelen in 77 particuliere bomen en 159<br />
bomen op openbare grond. Naast bomen zijn ook 2 hakhoutwallen op de lijst opgenomen die<br />
samen een oppervlakte hebben <strong>van</strong> 1150 m 2 . Ook staan er op de lijst een aantal grotere<br />
groenvlakken, zoals park De Houtkamp, de heemtuin en Sport- en recreatiepark De<br />
Bloemerd.<br />
W4 <strong>Leiderdorp</strong> Groen voor bomen, compensatieplan (2005)<br />
Als gevolg <strong>van</strong> de verbreding <strong>van</strong> de A4 en de herinrichting <strong>van</strong> de omliggende W4-gebieden<br />
zal een groot gedeelte <strong>van</strong> het huidige groen in het plangebied verdwijnen. Uitgangspunt bij<br />
het stedenbouwkundige plan <strong>van</strong> het W4-gebied <strong>Leiderdorp</strong> is het realiseren <strong>van</strong> een<br />
hoogwaardige groeninrichting die aansluit op en bijdraagt aan de groenstructuur <strong>van</strong><br />
<strong>Leiderdorp</strong>. In het compensatieplan wordt het groen, dat zal verdwijnen en nieuw gepland is,<br />
met elkaar vergeleken. Zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin. Dit maakt inzichtelijk om<br />
welke groentypen en tekorten het gaat. Het maakt ook duidelijk wat de kwaliteitsimpuls is die<br />
met het nieuwe groen wordt beoogd, met een hogere beeldkwaliteit, gebruiks- en<br />
natuurwaarde. Bij het nieuwe groen is in het streefbeeld vooral gekozen voor open<br />
groentypen (water, natte natuur, gras) welke bij het ruimtelijke en landschappelijke groen<br />
passen. Het aandeel bomen en bos is daardoor slechts beperkt te compenseren in de<br />
beschikbare ruimte.<br />
Om de balans tussen de kwaliteit <strong>van</strong> het oude en nieuwe groen in evenwicht te krijgen<br />
wordt een extra groene taakstelling aan de gemeente voorgesteld. Dit betreft gedeeltelijke<br />
compensatie <strong>van</strong> het groentype hardhout- en zachthoutbos en bosplantsoen zoals struweel<br />
en singels in de gemeente en/ of directe omgeving. Dit groentype is <strong>van</strong> belang voor de<br />
natuurwaarde voor onder meer vogels en insecten maar kan ook de gebruikswaarde <strong>van</strong> het<br />
stedelijke gebied verhogen. Verder wordt voorgesteld om de ruimtelijke kansen te benutten<br />
voor laanbeplantingen en hagen.
Overlastcriteria lindebomen (2006)<br />
In <strong>Leiderdorp</strong> is de lindeboom één <strong>van</strong> de meest voorkomende straatbomen. De afgelopen<br />
jaren zijn er bij de gemeente aanhoudend klachten (zwarte en kleverige uitslag op<br />
zonnewering, tuinbeplanting, meubilair, bestrating, auto’s e.d.) binnengekomen over de<br />
honingdauw die wordt veroorzaakt door luizen in diverse lindebomen. De gemeente doet er<br />
alles aan om deze overlast tot een minimum te beperken. De maatregelen bestaan uit:<br />
• frequenter dan gebruikelijk, minmaal eens in de drie jaar, (rigoureus) snoeien <strong>van</strong> de<br />
bomen;<br />
• jaarlijks in een aantal straten, als natuurlijke bestrijding <strong>van</strong> de luizen, zakjes met larven<br />
<strong>van</strong> lieveheersbeestjes in de bomen ophangen;<br />
• <strong>van</strong>af 2007 in een aantal straten als proef knoflookextracten laten infiltreren en onder<br />
hoge druk injecteren in de groeiplaatsen <strong>van</strong> de bomen.<br />
Doordat het gewenste effect <strong>van</strong> de maatregelen door een aantal bewoners al jarenlang als<br />
onvoldoende wordt ervaren, zijn definitieve maatregelen noodzakelijk. Voor de gemeente<br />
<strong>Leiderdorp</strong> is het ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de lindebomen door een andere boomsoort de enige<br />
definitieve maatregel. Per jaar ver<strong>van</strong>gt de gemeente maximaal 15 lindebomen.<br />
Overlast is (en blijft) een relatief en subjectief gegeven. Wanneer is er spraken <strong>van</strong> grote/<br />
ernstige overlast? Dit ligt voor ieder mens anders en ook iedere situatie is anders. Daarom<br />
heeft de gemeente overlastcriteria opgesteld die de mate <strong>van</strong> overlast objectief meetbaar<br />
moet maken.<br />
De overlastcriteria hebben betrekking op het woon- en leefgenot <strong>van</strong> burgers en spitsen zich<br />
vooral toe op de particuliere eigendommen. Het moet om een grote overlast (meer dan 25%<br />
<strong>van</strong> het oppervlak moet onder de roetdauw zitten) gaan die al gedurende een aantal jaren<br />
wordt ervaren. Om dit te kunnen aantonen moeten burgers de schadebeelden vastleggen.<br />
Alleen als aan al deze voorwaarden wordt voldaan zal gekeken worden of er definitieve<br />
maatregelen nodig zijn.<br />
De gevolgen <strong>van</strong> dit beleid worden gemonitoord en geregistreerd. Ieder jaar vindt een<br />
evaluatie plaats. Indien hieruit blijkt dat het noodzakelijk is het beleid bij te stellen, zal dit op<br />
die specifieke punten worden aangepast.<br />
Aanlegvergunning<br />
In het bestemmingsplan Buitengebied zijn hier bepalingen voor opgenomen. In het agrarisch<br />
gebied worden de op de kaart aangewezen houtwallen beschermd door middel <strong>van</strong> een<br />
aanlegvergunning. Het is verboden zonder of in afwijking <strong>van</strong> een schriftelijke vergunning<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethouders bomen te vellen dan wel houtgewassen te verwijderen of<br />
houtwallen op te ruimen, voor zover de Boswet en krachtens die wet geregelde voorschriften<br />
niet <strong>van</strong> toepassing zijn.<br />
Naar een Planmatig Beheer<br />
De onderhoudsstatus <strong>van</strong> de openbare ruimte voldoet in 2006 niet aan de eisen die daaraan<br />
gesteld worden. In de komende drie jaar zal een inhaalslag gemaakt worden. Daarnaast<br />
moet het beheer planmatig, op basis <strong>van</strong> objectieve normen en binnen de beschikbaar<br />
gestelde budgetten, uitgevoerd worden zodat het onderhoudsniveau gehandhaafd blijft.<br />
Verder moet er per 2008 € 328.00,- bezuinigd worden op het openbaar groen. Deze<br />
taakstelling kan al in 2007 bereikt worden door de bewerkingsgraad en de frequentie <strong>van</strong> het<br />
onderhoud te verlagen. Daarnaast worden er aanbestedingsvoordelen gehaald en is het<br />
toezicht op de aannemers beter georganiseerd. Ook zijn andere methoden, zoals het<br />
chemisch bestrijden <strong>van</strong> onkruid, ingevoerd. Als laatste is er een ordening aangebracht<br />
tussen beheer en uitvoeringsbudgetten. Dit alles betekent niet dat de gemeente niet kijkt<br />
naar mogelijkheden om de bewerkelijke soorten te ver<strong>van</strong>gen door minder bewerkelijke<br />
soorten. Maar een verdere verschraling <strong>van</strong> het groen is hierbij niet gewenst.
Bijlage III<br />
Analyse bomenbeleid <strong>Leiderdorp</strong><br />
Wat houdt het in?<br />
Het bomenbeleid is op te delen in 6 onderdelen:<br />
Visie<br />
Ontwerp en inrichting openbare ruimte<br />
Beheer en onderhoud<br />
Regelgeving en handhaving<br />
Personeel en organisatie<br />
Communicatie en voorlichting<br />
Dit komt in grote lijnen overeen met wat de bomenstichting onder dit beleidsveld verstaat.<br />
Hieronder wordt per onderdeel kort aangegeven wat het inhoud, welke producten <strong>van</strong> de<br />
gemeente hierbij horen en welke verbeterpunten er zijn.<br />
Visie<br />
In de bomenvisie gaat het om het toekennen <strong>van</strong> een rol aan bomen én het bestuurlijk<br />
vastleggen <strong>van</strong> deze rol, inclusief beleidsconsequenties. Er staan uitspraken in over hoe de<br />
gemeente voornemens is met bomen om te gaan. Een bomenvisie heeft in elk geval<br />
beleidsconsequenties op het gebied <strong>van</strong><br />
Ontwerp en inrichting openbare ruimte<br />
Beheer en onderhoud<br />
Regelgeving en handhaving<br />
Personeel en organisatie<br />
Communicatie en voorlichting<br />
De consequenties voor deze vijf beleidsvelden vormen één samenhangend geheel met de<br />
Visie. Het geheel kan beschreven worden in een intern beleidsdocument en een notitie voor<br />
de bewoners, waarin de gemeente haar visie en voornemens voor de toekomst bekend<br />
maakt en vastlegt.<br />
Producten <strong>van</strong> de gemeente die hier bij horen: groenstructuurplan, Lijst met bijzonder<br />
waardevolle bomen, Notitie overlast bij linden<br />
Verbeter punten: Belang <strong>van</strong> bomen vastleggen in een visie op papier; de visie bevat<br />
beleidsconsequenties op alle vijf de terreinen en een financiële paragraaf; De visie omschrijft<br />
ook consequenties voor aanleg en beheer; De visie bevat ook een paragraaf over<br />
waardevolle bomen; De visie wordt bestuurlijk vastgesteld<br />
Ontwerp en inrichting openbare ruimte<br />
In het ontwerpproces is het <strong>van</strong> belang dat bij de start <strong>van</strong> het project het groen er bij<br />
betrokken wordt. Hierbij moet ook buiten de projectgrenzen gekeken worden, zodat bestaand<br />
en nieuw groen op elkaar aansluiten en elkaar kunnen versterken. Dit is ook <strong>van</strong> belang voor<br />
de aanwezige flora en fauna.<br />
In het ontwerpproces is het noodzakelijk dat bekend is welke eisen nieuwe en bestaande<br />
beplantingen stellen aan hun groeiomstandigheden. Het is nodig hier onderscheid te maken<br />
tussen bestaande en nieuw te planten bomen. Bestaande bomen vragen tijdens de<br />
(her)inrichting <strong>van</strong> een gebied beschermende maatregelen, zodat ze na de (her)inrichting<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte gezond verder kunnen groeien. Nieuwe bomen stellen andere eisen<br />
aan de openbare ruimte. Bij de aanleg zal voldoende rekening gehouden moeten worden<br />
met de toekomstige ruimte (zowel bovengronds als ondergronds) die de boom nodig heeft<br />
om tot een volwassen exemplaar uit te groeien.<br />
In het ontwerpproces is het <strong>van</strong> belang dat omwonenden en (groen)belangenorganisaties er<br />
op tijd bij betrokken worden en niet pas wanneer alle vergunningen al verleend zijn.<br />
Producten <strong>van</strong> de gemeente die hier bij horen: groenstructuurplan, groentoets, technisch<br />
handboek
Verbeter punten: Bereid te verplanten bomen op tijd voor (min. 1 jaar voor het verplanten);<br />
Kies bij grote boomgroepen niet altijd voor 1 soort. Juist een groepsgewijze menging <strong>van</strong><br />
verschillende soorten kan hier meerwaarde geven voor natuur. Het draagt bij aan de<br />
biodiversiteit en zorgt er voor dat de bomengroep minder vatbaar wordt voor ziektes en niet<br />
in zijn geheel zal uitvallen.<br />
Beheer en onderhoud<br />
Dankzij een goed en vooral continu beheer kunnen bomen jaren zonder problemen hun vele<br />
functies blijven vervullen. Beheer en onderhoud kunnen het beste worden uitgevoerd<br />
volgens standaard kwaliteitsrichtlijnen en besteksvoorwaarden.<br />
Het begint bij een inventarisatie <strong>van</strong> alle bomen, inclusief hun onderhoudstoestand.<br />
Vervolgens worden er plannen gemaakt voor de lange, middellange en korte termijn die<br />
aangeven hoe de gemeente haar bomenbestand beheert en onderhoudt. Om een compleet<br />
bomenbestand goed te kunnen beheren heeft een geautomatiseerd beheersysteem de<br />
voorkeur. Dit wordt regelmatig bijgewerkt met data <strong>van</strong> onderhoud en controles en kan<br />
gebruikt worden voor het opstellen <strong>van</strong> beheer- en werkplannen. De controles worden<br />
uitgevoerd door iemand met voldoende deskundigheid (bijv. VTA). Het uitvoeren <strong>van</strong> de<br />
zorgplicht kan via dit systeem worden gestructureerd<br />
Producten <strong>van</strong> de gemeente die hier bij horen: jaarlijks werkplan, bestek, geautomatiseerd<br />
beheersysteem (BBM & Sygrob)<br />
Verbeter punten: Voldoen aan zorgplicht; Systematische boomcontrole; Werkplan op basis<br />
<strong>van</strong> inventarisatiegegevens; Volgens een geautomatiseerd beheersysteem; Inventarisatie en<br />
beheerplan voor alle gemeentebomen; Haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden een<br />
vaste bomenploeg alle bomen systematisch te laten verzorgen; Haalbaarheidsonderzoek<br />
naar de mogelijkheid om alle bomen door deskundige boomverzorgers te laten<br />
onderhouden.<br />
Regelgeving en handhaving<br />
De juridische onderbouwing <strong>van</strong> het bomenbeleid is onderdeel <strong>van</strong> het totale plan, want<br />
zonder regels is de bescherming <strong>van</strong> bomen een onmogelijke zaak. Er wordt gestreefd naar<br />
een eenvoudig vergunningbeleid dat enerzijds de belangrijkste bomen goed genoeg<br />
beschermt, maar anderzijds de organisatie niet onnodig veel werk bezorgt. Bovendien<br />
mogen burgers niet het gevoel hebben ‘niks te mogen’.<br />
Producten <strong>van</strong> de gemeente die hier bij horen: verordening op de beplantingen, Lijst met<br />
bijzonder waardevolle bomen, protocol kapvergunning / ontheffing op kapverbod<br />
Verbeter punten: Toezicht en controle kunnen scherper, Omschrijving <strong>van</strong> particuliere bomen<br />
is erg ruim, het gaat hierbij vooral om bomen op openbaar toegankelijke terreinen <strong>van</strong><br />
woningbouwverenigingen en bedrijven (meenemen bij evaluatie verordening), In<br />
projectplanning rekening houden met bezwarenprocedure<br />
Personeel en organisatie<br />
Door te zorgen, dat bomen niet alleen bij de groenbeheerder op de agenda staan, maar ook<br />
bij iedere bestuurder en ambtenaar die bezig is met de openbare ruimte, worden draagvlak<br />
en randvoorwaarden geschapen voor goed bomenbeleid. Wanneer dit gerealiseerd kan<br />
worden, is dit een pluspunt voor het bomenbeleid.<br />
Het planten en onderhouden <strong>van</strong> een boom vraagt deskundigheid op bomengebied<br />
gedurende het gehele proces. De uitvoering <strong>van</strong> het bomenwerk kan uitbesteed worden, mits<br />
de regie bij de gemeente blijft. Goede boomverzorgers zijn ervaren vakspecialisten, die zich<br />
niet alleen steeds laten bijscholen op het gebied <strong>van</strong> boombiologie en –mechanica, maar ook<br />
op het gebied <strong>van</strong> o.a. boomveiligheid en Arbo-regels.<br />
Producten <strong>van</strong> de gemeente die hier bij horen: opleidingsplan, wervingsbeleid, toezicht op<br />
ruimtelijke ontwikkeling<br />
Verbeter punten: Haalbaarheidsonderzoek naar een eigen bomenploeg (zie ook beheer en<br />
onderhoud); Bomenvisie is bekend en gedragen bij alle rele<strong>van</strong>te diensten.
Communicatie en voorlichting<br />
Goed gemeentelijk bomenbeleid zal, mits voldoende gecommuniceerd, een positieve invloed<br />
hebben op de houding <strong>van</strong> bewoners. Regelmatige voorlichting in de plaatselijke krant en/of<br />
op de gemeentelijke website over zaken als onderhoudswerkzaamheden,<br />
iepziektebestrijding en veiligheidscontroles zorgt ervoor dat mensen het gevoel krijgen<br />
serieus genomen te worden. Door middel <strong>van</strong> interactieve beleidsvorming, waarbij burgers in<br />
een vroeg stadium werkelijk en herkenbaar invloed kunnen uitoefenen op de planvorming,<br />
kunnen gemeenten het vertrouwen winnen en hun plannen een breed draagvlak geven. De<br />
gemeente houdt tenslotte toch de eindverantwoordelijkheid, dus als bijvoorbeeld een rij<br />
bomen onveilig is verklaard door tenminste twee onafhankelijke adviseurs, dan is de<br />
discussie beslecht en heeft de gemeente het laatste woord (Als <strong>Leiderdorp</strong> deze lijn kiest,<br />
ziet de Bomenbond Rijnland dit als een pluspunt).<br />
Ook door middel <strong>van</strong> natuureducatie kan het belang <strong>van</strong> bomen onder de aandacht <strong>van</strong><br />
bewoners gebracht worden.<br />
Producten <strong>van</strong> de gemeente die hier bij horen: formulieren kapaanvraag op internet,<br />
bijzonder waardevolle bomen op internet, aankondigen en uitleggen <strong>van</strong> ingrijpende<br />
maatregel, artikelen op gemeentepagina<br />
Verbeter punten: Algemene voorlichting over belang <strong>van</strong> bomen, beleid, beheer en<br />
onderhoud, aanpak ziekten en plagen, waardevolle bomen. Dit gebeurt nu af en toe, maar<br />
kan meer gestructureerd; Structurele en gerichte voorlichting en educatie over bomen.<br />
Vanuit het MEC worden rond Boomplantdag jaarlijks lessen gegeven in het basisonderwijs.<br />
Dit is een beperkte doelgroep. Misschien zijn er ook nog mogelijkheden om andere<br />
doelgroepen zoals het middelbaar onderwijs te bereiken; Interactieve beleidsvorming,<br />
belangengroepen actief betrokken. Dit gebeurt nog te weinig. Het is nog niet<br />
<strong>van</strong>zelfsprekend om ze er bij te betrekken; Nu wordt slechts bij hoge uitzondering<br />
onafhankelijke expertise <strong>van</strong> buiten ingeschakeld. Hierover zou iets in het visiedeel<br />
opgenomen kunnen worden; Gemeentelijk bomenfonds inrichten; Subsidieregeling Bijzonder<br />
waardevolle bomen instellen.<br />
Kwaliteit bomenbeleid <strong>Leiderdorp</strong><br />
Als we de tabel: Bomenstichtingnorm voor kwaliteit bomenbeleid invullen voor <strong>Leiderdorp</strong><br />
dan scoort de gemeente op de meeste onderdelen voldoende tot ruim voldoende. Op het<br />
onderdeel regelgeving en handhaving gaan we richting de beoordeling goed. De onderdelen<br />
Visie en Beheer en Onderhoud scoren onder de norm.<br />
Hoe nu verder<br />
De onderdelen Visie en Beheer en Onderhoud wil de gemeente verbeteren, zodat we ook<br />
hier voldoende op scoren. Het opstellen <strong>van</strong> een gemeentelijk <strong>bomenbeleidsplan</strong>, waarin het<br />
bestaande beleid en het nieuwe beleid worden geïntegreerd, is het belangrijkste<br />
verbeterpunt voor het onderdeel Visie.<br />
Het onderdeel Beheer & Onderhoud kent als belangrijkste verbeterpunt het voldoen aan de<br />
zorgplicht. Ook hier werken wij hard aan. We zijn begonnen met het opleiden <strong>van</strong> de<br />
betrokken medewerkers om visuele boomcontroles te kunnen uitvoeren. Een volgende stap<br />
is het structureren <strong>van</strong> de boomcontroles en de procedure daar omheen.<br />
Het opstellen <strong>van</strong> een gemeentelijk <strong>bomenbeleidsplan</strong> willen we graag in overleg doen met<br />
de groenbelangenorganisaties. In klein comité bereidt de gemeente met Bomenbond<br />
Rijnland, Stichting tot Behoud <strong>Leiderdorp</strong>se Bomen en de <strong>Leiderdorp</strong>se contactpersoon<br />
Landelijke Bomenstichting alles voor.<br />
De te nemen stappen:<br />
Inhoudelijke visieontwikkeling op bomenbeleid<br />
Bepalen waar <strong>Leiderdorp</strong> nu staat<br />
Wat zijn de zwakke plekken <strong>van</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Ten slotte een strategie uitstippelen om tot goed bomenbeleid te komen
Bijlage IV<br />
Voorbeeld hoofdstuk Groen en bijbehorende tekst uit de<br />
hoofdstukken Uitvoering en Nazorg uit Technisch Handboek<br />
Groenvoorzieningen<br />
Algemeen<br />
Groeninrichtingsplan<br />
De exploitant stelt een groeninrichtingsplan op en voert dit uit. Dit plan dient minimaal te<br />
bestaan uit een beplantingsplan, voorzien <strong>van</strong> een gespecificeerde staat naar soort, maat,<br />
kwaliteit, aantal en plantverband (zowel bomen, heesters en vaste planten als gras en/of<br />
kruidenmengsels).<br />
Aanvullende <strong>informatie</strong><br />
Er moeten meerdere momenten in het proces <strong>van</strong> het groeninrichtingsplan ingebouwd zijn<br />
voor tussentijdse beoordeling door de gemeente <strong>Leiderdorp</strong> <strong>van</strong> dit plan. Het uiteindelijke<br />
groeninrichtingsplan wordt gelijktijdig met het Definitieve Ontwerp aangeleverd.<br />
Locatiekeuze en plantafstanden<br />
De te hanteren plantafstanden tussen bomen onderling en tussen bomen en objecten zijn<br />
afhankelijk <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> de boom. Deze zijn weergegeven in tabel 6.1.<br />
Er dient rekening te worden gehouden met het uitvoeren <strong>van</strong> nazorg (zie hoofdstuk 6.3).<br />
Kwaliteit plantmateriaal<br />
Algemeen<br />
Het plantmateriaal moet in een goede conditie verkeren en mag geen kenmerken <strong>van</strong> uitdroging<br />
vertonen. Het materiaal moet praktisch vrij zijn <strong>van</strong> mechanische, parasitaire, chemische,<br />
fysiologische en klimatologische beschadigingen. Het wortelstelsel <strong>van</strong> planten moet<br />
goed vertakt en goed ontwikkeld zijn en voldoende haarwortels (dunner dan 1 µn) hebben.<br />
Laanbomen<br />
Voor laanbomen die onder de verplichte keuring bij de NAKB vallen, geldt dat NAKBgecertificeerd<br />
materiaal verplicht is. De bomen moeten voorzien zijn <strong>van</strong><br />
waarmerkstroken. Laanbomen die niet onder de verplichte keuring vallen, moeten voldoen<br />
aan de eisen genoemd in <strong>bijlage</strong> V uit het 'Certificeringsregelement laan- en sierbomen'<br />
<strong>van</strong> de NAKB. Minimale afmeting: 16/18 (stamomtrek op 1.00 m gemeten) en 2 maal verplant.<br />
Bos- en haagplantsoen<br />
Bosplantsoen moet voldoen aan NEN 7412 (Bos- en haagplantsoen: eisen, criteria en<br />
leveringsvoorwaarden). Voor overige loofhoutsoorten die niet voorkorren in tabel 1 <strong>van</strong><br />
deze NEN-norm (lengte en bijbehorende wortelhalsdiameters) is de volgende eis <strong>van</strong><br />
toepassing: de lengte/wortelhalsdiameter verhouding 1/10 (waarbij de lengte in meters en<br />
de diameter in millimeters gemeten worden).<br />
minimale afmetingen: 80-120 m aaneengesloten, haagplantsoen minimale<br />
hoogte 1,25 m;<br />
leeftijd: 1 en 2 (3-jarig, na eerste jaar verplant);<br />
vertakking: minimaal 3-tak.<br />
Bosplantsoen moet binnen de voorgeschreven kwaliteit een regelmatige spreiding hebben<br />
tussen de aangegeven minimum- en maximummaten. De slechtere planten, de zgn.<br />
onderslag moet zijn verwijderd. Plantmateriaal <strong>van</strong> boomvormende soorten moet een<br />
doorgaande spil hebben zonder sterke krommingen.
Tabel 6.1: Minimale (h.o.h.) afstanden tussen bomen en objecten<br />
Boomgrootte<br />
1 e grootte 2e grootte 3 e grootte<br />
hoogte > 12 m 6-12 m < 6 m<br />
kroondiameter > 8 m 4-8 m < 4 m<br />
kroonvolume (verwacht) 155 m 3 65 m 3 20 m 3<br />
bomen onderling 1) en 4) 10 à 15 m 8 à 12 m 4 à 8 m<br />
wet: boom-gebouw/erfgrens 2) 0,5 m 0,5 m 0,5 m<br />
advies: boom-gebouw/erfgrens > 6 m >4 m >3 m<br />
boom-hoogspanningleiding 5) 27,5 m 27,5 m 27,5 m<br />
Gasunie (rtl/htl) 3) 4/5 m 4/5 m 4/5 m<br />
advies: boom-kabel/leiding 3) 3 m 2,5 m 2 m<br />
boom-riool > 2 m > 2 m > 2 m<br />
boom-lichtmast 4)<br />
lichtmast hoogte 4 m<br />
lichtmast hoogte 6 m<br />
lichtmast hoogte 8 m<br />
4 m<br />
6 m<br />
8 m<br />
4 m<br />
6 m<br />
8 m<br />
>3 m<br />
>4 m<br />
>5 m<br />
boomspiegel in verharding >1,8x1,8 >1,5x1,5 >0,9x0,9<br />
boom-trottoirband 1,5 m 1 m 1 m<br />
1) De minimale onderlinge afstand betekent dat bomen in volle wasdom een aaneengesloten front vormen.<br />
2)<br />
Geldt niet voor beplantingen die op openbaar eigendom zijn geplant of op een openbaar erf staan (lid 1 art<br />
5:42 BW). Advies afstanden toepassen voorkomt extra onderhoudshandelingen als kroon- of wortelsnoei c.q.<br />
schadeclaims ten gevolge <strong>van</strong> veroorzaakte schade.<br />
3)<br />
Kabels en leidingen stroken<br />
Er mogen geen bomen of diepwortelende planten boven kabels en leidingen worden toegepast. Wanneer bomen<br />
binnen gestelde afstanden moeten worden geplant dan moet altijd een anti-wortelscherm (bijv. PE-folie of -<br />
schot) worden toegepast.<br />
4)<br />
Planten op een kleinere afstand tot gevel, lichtmast of onderling is mogelijk bij toepassing <strong>van</strong> bomen met<br />
zuilvormige of ijle kroon langs een blinde gevel of bomen die door snoeien in vorm worden gehouden.<br />
5)<br />
Maat conform breedte zakelijk rechtstrook. Binnen zakelijk rechtstrook is beplanting mogelijk. Maatvoering<br />
en boomgrootte per geval vast te stellen door TZH.
Veren<br />
Veren moeten recht en stevig zijn en een doorgaande spil hebben. Het materiaal moet<br />
regelmatig met zijtakken zijn bezet, waarbij de zwaarste onderaan staan. Klikken moeten<br />
zijn verwijderd. De doorsnede <strong>van</strong> het wortelgestel moet tenminste zes maal de stamomtrek<br />
zijn, gemeten op 1 m boven de wortelhals.<br />
Kluit/potgoed<br />
Plantmateriaal geleverd met kluit of in container moet minimaal zijn geteeld in de grond waaruit<br />
de kluit bestaat of waarmee de container is gevuld.<br />
potmaat minimaal 9 x 9 x 10 vierkant of 11 ES;<br />
planten minimaal 1 groeiseizoen in pot geteeld.<br />
(Heester)rozen<br />
zoveel mogelijk op eigen wortel gekweekt;<br />
AA-kwaliteit (roos);<br />
eerste kwaliteit, <strong>van</strong>af 3-tak (heesters), minimaal 2-jarig.<br />
Soortkeuze<br />
Ter goedkeuring <strong>van</strong> de gemeente.<br />
Uitvoering<br />
Grondwerk algemeen<br />
Hiervoor worden de volgende eisen gehanteerd:<br />
zoveel mogelijk gescheiden ontgraven en in depot zetten <strong>van</strong> verschillende<br />
grondsoorten;<br />
ophoging uitvoeren met voornamelijk de bovengrond <strong>van</strong> klei, zavel en zand. Geen<br />
veengrond toepassen in bovengrond. Zware kleigrond of oude onderlaag verwerken in<br />
onderlaag of in plantsoenvakken;<br />
op de bodem 10 cm ophoogmateriaal doorfrezen met 10 cm <strong>van</strong> de ondergrond zodat<br />
een homogeen mengsel ontstaat;<br />
grond zo veel mogelijk laag voor laag aanbrengen en mengen; verdichting <strong>van</strong><br />
grondlagen door transport tijdens en na grondbewerkingen moet worden voorkomen;<br />
drainage of zandsleuven aanbrengen.<br />
Grondwerk ten behoeve <strong>van</strong> bomen<br />
In beplanting: aanvullend op hetgeen is vermeld onder 'Grondwerk algemeen' geldt de eis<br />
dat eventuele ondoorlatende lagen in de ondergrond doorbroken moeten worden. Afhankelijk<br />
<strong>van</strong> sortiment bemesten.<br />
In verharding: planten in de opgehoogde cunetten met volgende eisen:<br />
streven naar bomenrijen in plantsleuf, minimaal 2 m breed en 1 m diep, maar niet<br />
dieper dan 10 cm boven de grondwaterstand;<br />
bij individuele plantgaten uitgaan <strong>van</strong> een plantgat <strong>van</strong> minimaal 2 m x 2 m x 1m (diep),<br />
maar niet dieper dan 10 cm boven de grondwaterstand;<br />
cunetzand mag niet zout zijn;<br />
aanvullen met bemest bomenzand;<br />
wanden en met name bodem doorspitten, op de bodem 10 cm bomenzand mengen<br />
met 10 cm <strong>van</strong> de ondergrond tot een homogeen mengsel;<br />
het totale cunet in 2-3 keer aanbrengen met een maximale dikte per laag <strong>van</strong> 40 cm;<br />
ondoorlatende lagen in ondergrond doorbreken, geen organisch materiaal (vb.<br />
graszoden) in plantgat verwerken;<br />
drainage aanbrengen (2 stuks drainagebuizen per boom);<br />
leveren en plaatsen boompalen (2 stuks per boom, lengte paal 3m, gepunt en diameter<br />
10 cm over de gehele lengte <strong>van</strong> de paal, plaatsing boompalen evenwijdig aan de<br />
rijbaan, inclusief boombanden);<br />
afhankelijk <strong>van</strong> de boomsoort na verloop <strong>van</strong> tijd bemesten;
ter plaatse <strong>van</strong> eventuele huisaansluitingen mantelbuizen rond leiding aanbrengen;<br />
langs k&I sleuf anti-wortelscherm aanbrengen (zie hoofdstuk 2.3).<br />
Eisen tijdens verwerken bemest bomenzand:<br />
depot op het werk zo inrichten dat het bomenzand beschermd wordt tegen inkomend<br />
water;<br />
bomenzand alleen droog verwerken;<br />
reeds in plantgat aangebracht bomenzand verdichten voor het eind <strong>van</strong> de werkdag.<br />
Bomenzand niet verdichten bij of kort na zware regenval.<br />
Nazorg algemeen<br />
2x per jaar controleren op conditie;<br />
12x water geven gedurende een periode <strong>van</strong> 3 jaar (1e jaar 6x, 2e jaar 4x, 3e jaar 2x);<br />
inboet (ca. 10% v.d. totale kosten);<br />
plantmateriaal, behoudens containerplanten, dat in verband met het inboeten moet<br />
worden aangebracht, na 15 oktober en voor 31 december verwerken.<br />
Nazorg bomen<br />
controle op conditie boom (2x per jaar, gedurende 1 jaar);<br />
12x water geven gedurende een periode <strong>van</strong> 3 jaar (1e jaar 6x, 2e jaar 4x, 3e jaar 2x).<br />
Per boom per keer 100 liter water, verdeelt over twee giften, toedienen;<br />
inboet (ca. 10% v.d. totale kosten).<br />
Bemest bomenzand<br />
voorzien <strong>van</strong> certificaat;<br />
Rotterdams mengsel;<br />
M50 cijfer tussen 210 en 420 mu (eentoppig zand);<br />
Ph-H20 tussen 6 – 7,5;<br />
organisch stofgehalte 3,5 - 5%;<br />
afslibbaar gehalte maximaal 3,5 - 5%;<br />
zoutgehalte maximaal 150 mg Cl-/kg droge grond;<br />
verdichten tussen 1,5 tot 2 MPa.<br />
Teelgrond met gebruiksdoeleinde bomen in open grond<br />
voorzien <strong>van</strong> certificaat;<br />
moet geheel vrij zijn <strong>van</strong> fysieke en/of chemische verontreiniging;<br />
Ph-H20 tussen 4,8 – 7,5;<br />
organisch stofgehalte alsmede het lutumgehalte resp. het leemgehalte moet liggen<br />
binnen het traject behorend bij dat <strong>van</strong> gebruiksdoeleinde bomen in open grond, zoals<br />
vermeld staat in de Standaard 2005.<br />
Bescherming<br />
afhankelijk <strong>van</strong> de situatie moet boombescherming worden toegepast om beschadiging<br />
(wind, maaien) <strong>van</strong> de stam te voorkomen;<br />
bij alle nieuw aan te planten bomen: 2 boompalen (lengte 1,8 m, niet verduurzaamd hout)<br />
met canvas boomband, lengte palen boven maaiveld: 1 m;<br />
bij bomen in ruig gras: 3 stuks anti maaischadepalen per boom, h.o.h. 0,6 m, 0,15 m boven<br />
maaiveld.;<br />
bij nieuwe beplanting op kwetsbare plaatsen: hekwerk <strong>van</strong> paal en draad aanbrengen,<br />
hoogte 0,4 m (materiaal zie hoofdstuk 5);<br />
alle houten beschermingsmiddelen dienen onbehandeld te zijn.
Algemene eisen tijdens uitvoering<br />
De exploitant dient tijdens de gehele uitvoeringsfase zorg te dragen voor de volgende<br />
zaken:<br />
goede afwatering <strong>van</strong> het terrein;<br />
bereikbaarheid <strong>van</strong> het terrein voor inspectie door derden;<br />
voorkomen <strong>van</strong> overlast in de omgeving als gevolg <strong>van</strong> bouwverkeer, geluidsoverlast<br />
of vuil (o.a. ook zand in aangrenzende straten);<br />
zo nodig schoonmaken <strong>van</strong> de omgeving <strong>van</strong> het terrein.<br />
De exploitant stelt vooraf, in overleg met de gemeente, een bouwverkeersroute op.<br />
Bouwverkeer dient het terrein alleen te betreden via de hoofdontsluiting <strong>van</strong> het gebied. Voorts<br />
garandeert de exploitant de doorgang op de bouwwegen aan andere bouw-<br />
/straatgebruikers en eventuele bewoners. De bouwwegen mogen niet worden gebruikt<br />
voor opslag <strong>van</strong> materialen.<br />
De exploitant stelt een bouwketenpark op en levert het ontwerp (inrichtingsplan) hiervoor<br />
gelijktijdig met het Definitief Ontwerp aan.<br />
Wanneer grond of zand <strong>van</strong> buiten het gebied wordt aangevoerd, dient <strong>van</strong> dit materiaal een<br />
verklaring <strong>van</strong> herkomst te worden overlegd en dient middels analyses te worden<br />
aangetoond dat de grond c.q. het zand schoon is.<br />
De grond onder woningen en in tuinen dient, met een minimale laagdikte <strong>van</strong> 50 cm (de bovenlaag),<br />
puinvrij te worden opgeleverd. Bij zeving mag er geen restfractie op zeef 32 achterblijven.<br />
De exploitant dient aan te tonen dat alle te leveren/gebruiken secundaire grondstoffen<br />
voldoen aan de eisen in het Bouwstoffenbesluit.<br />
Eisen ten aanzien <strong>van</strong> woonrijp maken:<br />
****<br />
Naast het hiervoor gestelde, worden tevens de volgende voorwaarden <strong>van</strong> procedurele en<br />
praktische aard gesteld aan de exploitant:<br />
****<br />
houd de grondwaterstand bij in te passen/in stand te houden bomen gelijk.<br />
Verhoging <strong>van</strong> de grondwaterstand leidt tot wortelsterfte <strong>van</strong>wege een zuurstoftekort.<br />
Zorg bij stijging <strong>van</strong> het grondwaterniveau voor een damwand buiten de<br />
kroonprojectie of pomp het water weg. Let bij grondwaterverlaging op uitdroging. Bij<br />
noodzakelijke bronbemaling altijd damwanden plaatsen. Sla 1 jaar voor aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />
de werkzaamheden peilbuizen. Verricht gedurende dit jaar 2x per week metingen. En<br />
verricht bij hevige regenval een extra meting. Hierdoor ontstaat een goed beeld <strong>van</strong><br />
de bestaande grondwaterspiegel en wordt het mogelijk in te spelen op veranderingen<br />
in het grondwater die ten gevolge <strong>van</strong> de bronbemaling optreden;<br />
voertuigen of bouwketen mogen nooit (tijdelijk) op het wortelpakket geplaatst<br />
worden. De opslag <strong>van</strong> bouwmaterialen is in deze zone eveneens verboden. Dit leidt<br />
namelijk tot beschadiging <strong>van</strong> de wortels en het verdicht de bodem, wat het afsterven<br />
<strong>van</strong> wortels tot gevolg heeft;<br />
blijf met bouwmachines uit de buurt <strong>van</strong> de bomen om bodemverdichting te<br />
voorkomen. Wanneer het onvermijdelijk is dat over de boomwortels gereden moet<br />
worden: plaats rijplaten;<br />
houd schadelijke stoffen uit de buurt <strong>van</strong> bomen. Gooi nooit olie, cementwater,<br />
chemische stoffen, zout, zuren of kalk bij bomen;<br />
de opslag <strong>van</strong> bouwmaterialen binnen de kroonprojectie <strong>van</strong> een te handhaven boom<br />
is niet toegestaan;<br />
*****
Oplevering en nazorg<br />
Nazorg en onderhoud<br />
Algemeen<br />
De nazorg- en onderhoudstermijn voor alle openbare werken (infrastructuur, kunstwerken,<br />
groenvoorzieningen) bedraagt 1 jaar. De onderhoudstermijn <strong>van</strong>gt aan op het moment dat<br />
de gemeente akkoord is met de oplevering <strong>van</strong> het werk. De gemeente zal de exploitant hier<strong>van</strong><br />
schriftelijk in kennis stellen. Het doel <strong>van</strong> het onderhoud is drieledig:<br />
1. schoonhouden <strong>van</strong> het openbare gebied (infrastructuur, kunstwerken, groenvoorzieningen);<br />
2. het in zodanige staat houden <strong>van</strong> de werken dat deze de functie waarvoor ze zijn<br />
aangelegd kunnen blijven vervullen;<br />
3. het voorkomen <strong>van</strong> gevaarlijke situaties, waardoor schadeclaims zouden kunnen<br />
ontstaan.<br />
Ten behoeve <strong>van</strong> dit onderhoud dient de exploitant bij het woonrijpmaken een integraal<br />
beheerplan op te stellen voor alle civiel- en cultuurtechnische werken. Hierin moeten minimaal de<br />
volgende onderdelen worden opgenomen en omschreven:<br />
doelstelling onderhoud;<br />
de gebruikte/aanwezige materialen en hoeveelheden;<br />
het inspectieregiem en eventuele acties die worden ondernomen bij geconstateerde<br />
gebreken;<br />
het voorgestelde onderhoud (maatregelen, frequentie, tijdstip/periode, materiaal en<br />
materieel);<br />
de wijze <strong>van</strong> registreren en afhandelen <strong>van</strong> eventuele klachten <strong>van</strong> bewoners;<br />
een opgave <strong>van</strong> de jaarlijkse onderhoudskosten;<br />
de wijze <strong>van</strong> rapportage <strong>van</strong> inspectie en onderhoud.<br />
In het beheerplan dient ten aanzien <strong>van</strong> frequentie <strong>van</strong> onderhoud, controle en dergelijke te<br />
worden uitgegaan <strong>van</strong> de gemeentelijke beheerplannen voor riolering, wegen, groen en openbare<br />
verlichting met inachtneming <strong>van</strong> de in de volgende paragrafen beschreven specifieke eisen.<br />
Het beheerplan dient door de gemeente te worden goedgekeurd.<br />
Alle gebreken en schades die zich binnen de onderhoudsperiode mochten voordoen dienen door<br />
en op kosten <strong>van</strong> de exploitant op eerste aanzegging <strong>van</strong> de gemeente te worden<br />
hersteld.<br />
Van de inspecties en het onderhoud dient de exploitant een logboek bij te houden dat na de<br />
onderhoudsperiode aan de gemeente wordt overlegd. Indien gevraagd, verleent de<br />
exploitant de gemeente inzage in het logboek.<br />
De exploitant stelt voor de onderhoudswerkzaamheden één of meerdere aparte<br />
onderhoudsbestekken op conform de binnen dit handboek gestelde eisen en voert de<br />
werkzaamheden uit conform deze bestekken.<br />
Groenvoorzieningen<br />
Voor het beheer en onderhoud <strong>van</strong> de groenvoorzieningen wordt gedurende de<br />
onderhoudsperiode uitgegaan <strong>van</strong> het 24x per jaar maaien <strong>van</strong> gazons en het steken en<br />
knippen <strong>van</strong> graskanten (2x per jaar, mei en september). De bloemenweiden/<br />
ruwgrasvakken dienen 2x per groeiseizoen (juni/juli en half september) gemaaid te<br />
worden. De verkeershoeken bij de bloemenweiden/ruwgrasvakken moeten eind mei een<br />
extra maaibeurt krijgen.<br />
Al het maaisel moet worden afgevoerd. De kale plekken in het gazon dienen in het<br />
voorjaar te worden doorgezaaid.<br />
Voor de nazorg en herstel <strong>van</strong> struiken, heesters, bosplantsoen en bodembedekkers<br />
moet worden gerekend met snoeien en afvoeren, het mechanisch onkruid vrijhouden
(8x verspreid over groeiseizoen) en het zo nodig terug- en rechtzetten. Hagen dienen<br />
2x per jaar te worden geknipt.<br />
Bij de nazorg en het herstel <strong>van</strong> bomen moet worden gerekend met snoeien en<br />
afvoeren (na het groeiseizoen), ver<strong>van</strong>gen en rechtzetten boompalen inclusief<br />
boombanden, rechtzetten bomen, één keer een boomcontrole en het onkruidvrij houden<br />
<strong>van</strong> de boomspiegels (8x per groeiseizoen).<br />
Tevens moet gedurende de onderhoudsperiode na elk groeiseizoen inboet <strong>van</strong> de<br />
beplanting plaatsvinden. De laatste inboet die door de exploitant moet worden<br />
verzorgd, vindt plaats in de plantperiode na afronding <strong>van</strong> de onderhoudsperiode.<br />
Hiertoe zal per jaar door de exploitant tezamen met de gemeente het aantal te<br />
ver<strong>van</strong>gen bomen en struiken naar soort worden opgenomen. Hier<strong>van</strong> zal een totaallijst<br />
worden opgesteld. Het inboetmateriaal moet voldoen aan dezelfde eisen als het<br />
oorspronkelijke plantmateriaal. De inboet moet in het eerstvolgende plantseizoen<br />
worden aangebracht.
Bijlage Advieslijst gewassen<br />
ADVIESLIJST VAN IN NEDERLAND ALGEMEEN VOORKOMENDE, DOORGAANS<br />
STRUIKVORMIGE, HOUTIGE GEWASSEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR<br />
AANPLANT OP DE STROOK VAN GASUNIE-LEIDINGEN.<br />
Geslacht/soort naam (NL) karakter<br />
(struik/boom)<br />
hoogte<br />
(max)<br />
Amelanchier lamarckii Krent s 6 m<br />
Cornus mas gele kornoelje s 4 m<br />
Cornus sanguinea rode kornoelje s 4 m<br />
Corylus avellana hazelaar s 6 m<br />
Crataegus laevigata tweestijlige meidoorn s/b 8 m<br />
Crataegus monogyna eenstijlige meidoorn s/b 8 m<br />
Cytisus scoparius bezembrem s 2 m<br />
Eleagnus angustifolia Olijfwilg s 8 m<br />
Euonymus europaeus kardinaalsmuts s 4 m<br />
Ligustrum vulgare gewone liguster s 3 m<br />
Malus sylvestris wilde appel s/b 6 m<br />
Pyris communis wilde peer s/b 8 m<br />
Mespilus germanica Mispel s/b 4 m<br />
Prunus spinosa sleedoorn s 4 m<br />
Rhamnus catharticus wegedoorn s/b 5 m<br />
Rhamnus frangula vuilboom/sporkehout s/b 5 m<br />
Rosa canina hondsroos s 3 m<br />
Rosa rubigunosa egelantierroos s 3 m<br />
Rosa rugosa bottelroos s 3 m<br />
Salix aurita geoorde wilg s 5 m<br />
Salix caprea waterwilg/boswilg s/b 10 m<br />
Salix cinerea Grauwe wilg s 6 m<br />
Salix pentandra laurierwilg s 6 m<br />
Salix purpurea bittere wilg s 4 m<br />
Salix repens kruipwilg s 2 m<br />
Salix triandra amandelwilg s 8 m<br />
Salix viminalis Katwilg s 6 m<br />
Sambucus nigra gewone vlier s/b 7 m<br />
Sambucus racemosa bergvlier/trosvlier s/b 6 m<br />
Sorbus aucuparia lijsterbes s/b 10 m<br />
Viburnum opulus Gelderse roos s 4 m<br />
Opmerking(en):<br />
Behalve de in de advieslijst genoemde soorten kunnen in bepaalde gevallen als beplanting<br />
boven gasleidingen worden toegestaan:<br />
bomen <strong>van</strong> eerste en tweede grootte (d.w.z. bomen die op volwassen leeftijd een<br />
hoogte kunnen bereiken <strong>van</strong> meer dan 12 meter), mits ze worden onderhouden als<br />
hakhout c.q. lage knotboom in bijvoorbeeld houtwallen en grienden, of als haag;<br />
zogenaamde Laagstam- fruitbomen.
Bijlage V<br />
10-geboeden <strong>van</strong> werken bij bomen 1<br />
1. Bescherm de stam en de wortels<br />
Plaats voor de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de werkzaamheden vaste<br />
bouwhekken rond de boom, tenminste ter grootte <strong>van</strong> de<br />
kroonprojectie.<br />
Bescherm bij beperkte werkruimte in ieder geval de<br />
boomspiegel. Doe dit altijd in overleg met de boombeheerder<br />
en/of een vakkundige boomverzorger.<br />
2. Plaats geen bouwmaterialen en geen bouwkeet onder de<br />
boom<br />
Voertuigen of bouwketen mogen nooit (zelfs niet tijdelijk) op het<br />
wortelpakket geplaatst worden. De opslag <strong>van</strong> bouwmaterialen<br />
is in deze zone eveneens verboden. Dit leidt namelijk tot<br />
beschadiging <strong>van</strong> de wortels en het verdicht de bodem, wat<br />
weer het afsterven <strong>van</strong> wortels tot gevolg heeft.<br />
3. Houd bouwverkeer buiten de kroonprojectie<br />
Blijf met bouwmachines uit de buurt <strong>van</strong> de bomen om<br />
bodemverdichting te voorkomen. Wanneer het onvermijdelijk is<br />
dat over de boomwortels gereden moet worden: gebruik dan aan<br />
de omgeving aangepast materieel en breng een drukverdelende<br />
laag, bijv. rijplaten met een laagje zand eronder, aan.<br />
4. Verstoor de bovengrond niet<br />
Handhaaf de bestaande maaiveldhoogtes. Binnen de<br />
kroonprojectie niets ontgraven. Ophoging alleen in overleg<br />
met de boombeheerder en/of een vakkundige boomverzorger<br />
en onder de strikte voorwaarde <strong>van</strong> voldoende beluchting <strong>van</strong><br />
de wortels.<br />
5. Voorkom beschadiging <strong>van</strong> de wortels<br />
Graaf nooit machinaal binnen de kroonprojectie dit leidt tot<br />
onnodige beschadigingen en grote wonden. Werk zoveel mogelijk<br />
handmatig, want dit is veel nauwkeuriger. Moet er toch een wortel<br />
worden verwijderd, zaag of knip deze met de hand haaks af. Hak<br />
nooit wortels door <strong>van</strong> meer dan vijf centimeter dik. Haal nooit<br />
meer dan eenderde <strong>van</strong> het wortelpakket weg. Doe dit altijd in<br />
overleg met de boombeheerder en/of een vakkundige<br />
boomverzorger.<br />
1 Deze tien geboden zijn gebaseerd op de tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen die behoren<br />
bij de Bomen Effect Analyse zoals de Bomenstichting deze in 2003 heeft gepubliceerd.
6. Leg kabels en leidingen zorgvuldig aan<br />
Leg kabels en leidingen niet dichter dan twee meter langs<br />
bomen. Pas zo mogelijk sleufloze technieken toe, dat wil<br />
zeggen: gestuurd boren onder het wortelpakket door in plaats<br />
<strong>van</strong> een sleuf graven. Maak gebruik <strong>van</strong> kabelgoten en<br />
mantelbuizen.<br />
7. Houd de grondwaterstand bij de boom gelijk<br />
Verhoging <strong>van</strong> de grondwaterstand leidt tot wortelsterfte<br />
<strong>van</strong>wege een zuurstoftekort. Zorg bij stijging <strong>van</strong> het<br />
grondwaterniveau voor een damwand buiten de kroonprojectie<br />
of pomp het water weg. Let bij grondwaterverlaging op<br />
uitdroging. Bij noodzakelijke bronbemaling altijd damwanden<br />
plaatsen.<br />
Bij langdurige bronbemaling 1 jaar <strong>van</strong> te voren peilbuizen slaan<br />
en gedurende dit jaar twee keer per week metingen verrichten.<br />
Bij hevige regenval een extra meting verrichten.<br />
8. Houd schadelijke stoffen uit de buurt <strong>van</strong> bomen<br />
Voorkom dat olie, cementwater, kalk, zout, zuren of andere<br />
chemische stoffen bij de bomen terecht komen.<br />
9. Laat noodzakelijk snoeiwerk door vakkundige<br />
boomverzorgers uitvoeren<br />
Zaag nooit zelf zomaar takken of wortels af. Schakel een erkend<br />
boomverzorger in als er noodgedwongen takken verwijderd<br />
moeten worden. Alleen een deskundige kan beoordelen op<br />
welke wijze snoei verantwoord is.<br />
10. Plaats geen dichte verharding over de wortels<br />
Onder beton en asfalt ontstaat een tekort aan water en zuurstof,<br />
waardoor wortels afsterven.<br />
Overleg altijd met de boombeheerder en/of de vakkundige boomverzorger,<br />
indien er knelpunten zijn bij het uitvoeren <strong>van</strong> deze tien geboden!
Bijlage VI<br />
Instemmingsbesluit kabels- en leidingen<br />
In het huidige instemmingsbesluit kabels en leidingen zijn geen specifieke voorwaarden<br />
opgenomen ter bescherming <strong>van</strong> bomen. Er is wel een schaderegeling in het<br />
instemmingsbesluit opgenomen die het mogelijk maakt om schade aan materialen zoals<br />
tegels, straatsteen, plantsoenen en groenstroken te verhalen op de aanvrager. Een<br />
schaderegeling alleen is echter niet voldoende. Ervaring leert dat het verstandig is om kabelen<br />
leidingbeheerders te wijzen op de maatregelen die zij moeten treffen om bomen tijdens<br />
de uit te voeren werkzaamheden te beschermen. Want schade aan de bomen is niet altijd<br />
direct waar te nemen. Soms wordt pas na vijf jaar zichtbaar dat een boom tijdens<br />
werkzaamheden is beschadigd.<br />
Voorschiften ter bescherming <strong>van</strong> bomen kunnen onder meer inhouden:<br />
Minimale graafafstand tot de stam per boomgrootte<br />
Maximale reductie doorwortelbare ruimte<br />
Wijze <strong>van</strong> afzetten <strong>van</strong> wortels<br />
Bescherming <strong>van</strong> blootliggende wortels tegen o.a. uitdroging en koude<br />
Toepassing <strong>van</strong> sleufloze technieken / gestuurde boringen<br />
Voorwaarden ter bescherming <strong>van</strong> bomen:<br />
Leg kabels en leidingen niet dichter dan twee meter langs bomen. Pas zoveel<br />
mogelijk sleufloze technieken toe, dat wil zeggen: gestuurd boren onder het<br />
wortelpakket door, in plaats <strong>van</strong> een sleuf graven. Maak daar waar het kan gebruik<br />
<strong>van</strong> kabelgoten en mantelbuizen;<br />
Bescherm de stam en de wortels <strong>van</strong> de bomen. Bescherm bij beperkte werkruimte<br />
in ieder geval de boomspiegel. Doe dit altijd in overleg met de boombeheerder;<br />
voertuigen of bouwketen mogen nooit (zelfs niet tijdelijk) binnen de kroonprojectie<br />
geplaatst worden. De opslag <strong>van</strong> bouwmaterialen is in deze zone eveneens<br />
verboden;<br />
blijf met bouwmachines uit de buurt <strong>van</strong> de bomen om bodemverdichting te<br />
voorkomen. Wanneer het onvermijdelijk is dat over de boomwortels gereden moet<br />
worden, gebruik dan aan de omgeving aangepast materieel en breng een<br />
drukverdelende laag, bijv. rijplaten met een laagje zand eronder, aan;<br />
Graaf nooit machinaal binnen de kroonprojectie. Werk zoveel mogelijk handmatig.<br />
Moet er toch een wortel verwijderd worden, zaag of knip deze met de hand haaks af.<br />
Hak nooit wortels door die dikker zijn dan vijf centimeter. Haal nooit meer dan<br />
eenderde <strong>van</strong> het wortelpakket weg. Overleg altijd eerst met de boombeheerder<br />
voordat er wortels verwijderd worden.<br />
houd schadelijke stoffen uit de buurt <strong>van</strong> bomen. Gooi nooit olie, cementwater,<br />
chemische stoffen, zout, zuren of kalk bij bomen;<br />
houd de grondwaterstand bij bomen gelijk. Zorg bij stijging <strong>van</strong> het grondwaterniveau<br />
voor een damwand buiten de kroonprojectie of pomp het water weg. Let bij<br />
grondwaterverlaging op uitdroging. Bij noodzakelijke bronbemaling altijd damwanden<br />
plaatsen. Wanneer bronbemaling voor langere tijd noodzakelijk is, moeten een jaar<br />
voor aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de werkzaamheden peilbuizen geslagen worden en gedurende dit<br />
jaar tweemaal per week metingen verricht worden. Bij hevige regenval moet een<br />
extra meting verricht worden. Op basis <strong>van</strong> deze metingen ontstaat een goed beeld<br />
<strong>van</strong> de bestaande grondwaterspiegel en wordt het mogelijk in te spelen op<br />
veranderingen in het grondwater die ten gevolge <strong>van</strong> de bronbemaling optreden;
Bijlage VII<br />
Checklist kapvergunningaanvragen
Bijlage VIII<br />
Criteria Bijzonder waardevolle bomen<br />
Op 27 september 2005 heeft het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders de 'Lijst met<br />
bijzonder waardevolle bomen' definitief vastgesteld. Dat wil niet zeggen dat de lijst af is. Er<br />
kunnen altijd nieuwe bomen aangemeld worden en er kunnen ook weer bomen <strong>van</strong> de lijst<br />
verdwijnen door bijv. ziekte. Daarom wordt deze lijst eens in de vijf jaar bijgewerkt.<br />
Voor bomen op deze lijst wordt in principe géén kapvergunning afgegeven, tenzij sprake is<br />
<strong>van</strong> een ernstige bedreiging <strong>van</strong> de openbare veiligheid, noodtoestand of andere<br />
uitzonderlijke situatie.<br />
Om op de lijst te worden opgenomen, moeten de bomen aan een aantal criteria voldoen.<br />
Deze criteria zijn:<br />
• Leeftijdsgrens: de leeftijdsgrens voor de op te nemen bomen is ongeveer 50 jaar.<br />
Jongere bomen kunnen worden opgenomen als daar een bijzondere reden voor is;<br />
• Grotere gehelen: het feit dat sommige bomen deel uitmaken <strong>van</strong> een rij, laan of<br />
architectonisch geheel (zoals het geval is bij De Houtkamp en de Bloemerd) dat<br />
beeldbepalend is, dan kan dat een reden zijn om bomen op te nemen in de lijst, ook al<br />
voldoen de bomen afzonderlijk soms niet aan de gestelde criteria;<br />
• De boom is opgenomen op de landelijke lijst voor monumentale bomen (geldt voor 17<br />
bomen in <strong>Leiderdorp</strong>);<br />
• De boom heeft een grote dendrologische waarde, <strong>van</strong>wege zijn soort en variëteit in<br />
combinatie met leeftijd, grootte en zeldzaamheid;<br />
• De boom heeft een grote natuurwetenschappelijke waarde, doordat het een bijzonder<br />
zuivere vertegenwoordiger <strong>van</strong> één soort betreft (genenreservoir) of doordat de boom<br />
plaats biedt aan bijvoorbeeld zeldzame dier- of plantensoorten (bv. vleermuizen);<br />
• Of de boom heeft een cultuurhistorische waarde:<br />
• Herdenkingsboom, geplant ter gelegenheid <strong>van</strong> een belangrijke gebeurtenis (bv.<br />
Amaliaboom);<br />
• Markeringsboom, geplant ter markering (bv. grensbomen in het agrarisch gebied, of<br />
bakenbomen langs rivieren);<br />
• Kruis/kapelboom; geplant naast een kapel of kruisbeeld om de locatie te<br />
benadrukken;<br />
• Boom met een bijzondere snoeivorm (bv. leilinde).<br />
N.B.<br />
Een boom hoeft niet aan alle criteria te voldoen om op de lijst geplaatst te worden.