06.06.2014 Views

TOEKOMST BOTERHUISPOLDER - Gemeente Leiderdorp

TOEKOMST BOTERHUISPOLDER - Gemeente Leiderdorp

TOEKOMST BOTERHUISPOLDER - Gemeente Leiderdorp

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>TOEKOMST</strong><br />

<strong>BOTERHUISPOLDER</strong><br />

verkenning in 3 scenario’s<br />

oktober 2007


INHOUDSOPGAVE<br />

1 INLEIDING .......................................4<br />

2 PROBLEEMSTELLING, DOEL EN AMBITIE .......................................6<br />

2.1 Problemen en ontwikkelingen .......................................8<br />

2.2 Doelstelling van het project .......................................8<br />

2.3 Beoogde projectresultaten .......................................8<br />

2.4 Opgaven en ambities voor de Boterhuispolder en het te volgen participatieproces ...................................9<br />

2.5 Aanvullingen uit de startbijeenkomst .....................................10<br />

2.6 Aanpak Zijldijk en Nieuwe Weg .....................................13<br />

2.7 Kennisbasis .....................................13<br />

3 PROCESBESCHRIJVING .....................................14<br />

3.1 Stappenplan .....................................15<br />

3.2 Werkwijze .....................................15<br />

3.3 Startbijeenkomst .....................................16<br />

3.4 Werkatelier 1: Denkrichtingen .....................................16<br />

3.5 Werkatelier 2: Scenario’s .....................................16<br />

3.6 Werkatelier 3: Toetsingscriteria .....................................17<br />

3.7 Afsluiting .....................................17<br />

4 SCENARIO’S .....................................18<br />

4.1 Inleiding .....................................19<br />

4.2 Scenario: Golfend agrarisch landschap .....................................21<br />

4.3 Scenario: Natuur en landbouw hand in hand .....................................27<br />

4.4 Scenario: De polder in! .....................................33<br />

5 PLEITNOTA’S .....................................38<br />

5.1 Toetsingscriteria .....................................39<br />

5.2 Scenario Golfend Agrarische landschap .....................................42<br />

5.2.1 Pleitnota vóór .....................................42<br />

5.2.2 Pleitnota tegen .....................................43<br />

5.3 Scenario Natuur en landbouw hand in hand .....................................44<br />

5.3.1 Pleitnota vóór .....................................44<br />

5.3.2 Pleitnota tegen .....................................45<br />

5.4 Scenario De Polder In! .....................................46<br />

5.4.1 Pleitnota vóór .....................................46<br />

5.4.2 Pleitnota tegen .....................................47<br />

6 EXPERT JUDGEMENT .....................................48<br />

6.1 Landschap en cultuurhistorie .....................................49<br />

6.2 Landbouw .....................................51<br />

6.3 Ecologie .....................................53<br />

6.4 Golf .....................................56<br />

6.5 Planeconomie .....................................58<br />

7 TOETSEN AAN BELEIDSKADERS .....................................60<br />

7.1 Provinciaal beleid .....................................61<br />

7.2 Hoogheemraadschap Rijnland .....................................64<br />

7.3 <strong>Gemeente</strong> Teylingen .....................................65<br />

2


8 DE SCENARIO’S VERGELEKEN .....................................66<br />

8.1 Drie visies op een rij .....................................68<br />

8.2 Openheid en onomkeerbaar groen .....................................69<br />

8.3 Toetsingscriteria : Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit).......70<br />

8.4 Toetsingscriteria : Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder .....................................71<br />

8.5 Toetsingscriteria : Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied .....................................72<br />

8.6 Toetsingscriteria : Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid ...................................73<br />

NAWOORD .....................................74<br />

BIJLAGE 1 : FORUMBIJDRAGEN .....................................76<br />

BIJLAGE 2: RAPPORTEN EN BRONNEN .....................................82<br />

BIJLAGE 3: PROCESSTUKKEN .....................................83<br />

BIJLAGE 4: DEELNEMENDE PARTIJEN .....................................84<br />

BIJLAGE 5 : BELEIDSKADERS .....................................86<br />

3


1INLEIDING<br />

4


In de afgelopen maanden is hard gewerkt aan de totstandkoming van drie reële toekomstscenario’s voor de Boterhuispolder.<br />

In opdracht van het college van Burgemeester en Wethouders en met de randvoorwaarden van de Raad van de gemeente<br />

<strong>Leiderdorp</strong> als vertrekpunt, zijn drie denkrichtingen uitgewerkt tot met elkaar te vergelijken scenario’s.<br />

De betrokkenheid van bewoners, grondeigenaren en belangenorganisaties bij de Boterhuispolder is groot.<br />

De inzet van de gebiedsateliers, was om deze betrokkenheid en bekendheid met ontwikkelingen in het gebied optimaal te<br />

benutten. Daarom werd in vier opeenvolgende bijeenkomsten gewerkt met deze partijen, die, redenerend vanuit hun eigen<br />

belang en expertise, met open vizier de discussie aangingen met elkaar en de atelierleiding. De gebiedsateliers vormen de<br />

grondslag van dit rapport.<br />

Het behoud van het groene en open karakter van de historisch unieke Boterhuispolder is het vertrekpunt van de gevoerde<br />

discussies. De uiteindelijke scenario’s kennen binnen de context van de open polder een duidelijk verschillende visie en<br />

invulling. Naast een scenario dat de mogelijkheden voor een golfbaan op de locatie onderzocht, is een scenario ontwikkeld<br />

dat zich richt op natuurontwikkeling en behoud van cultuurhistorie en een scenario dat de mogelijkheden voor recreatief<br />

gebruik van de polder in beeld brengt. In alle scenario’s spelen de agrariërs een belangrijke rol.<br />

In deze rapportage wordt inzicht gegeven in de verschillende toekomstscenario’s die denkbaar zijn voor de Boterhuispolder.<br />

Daarnaast worden de scenario’s ook beoordeeld en vergeleken door de deelnemende partijen aan de ateliers in de<br />

pleitnota’s. Vervolgens geeft een aantal experts hun objectief oordeel over de scenario’s en pleitnota’s. In het slothoofdstuk<br />

maken wij, APPM en Terra Incognita, voor de drie scenario’s de balans op. We beschrijven hoe de scenario’s zich ten<br />

opzichte van elkaar verhouden wanneer we ze langs de meetlat van alle in het atelier opgestelde toetsingscriteria leggen.<br />

Graag wijzen we u nog op de bijlage ‘forum’ waarin ruimte is geboden aan alle atelierdeelnemers om een kort advies aan de<br />

gemeenteraad te formuleren.<br />

In de afgelopen maanden zijn stevige discussies gevoerd, zijn nieuwe ideeën geboren, werd goed naar elkaar geluisterd,<br />

hebben partijen elkaar bekritiseerd maar vooral geïnspireerd, en bleef het geloof dat we samen op de goede weg zaten.<br />

Met dit rapport bezit u voldoende inzicht in de keuzes die gemaakt moeten worden en de argumenten die de keuzes<br />

onderbouwen.<br />

Wij wensen u veel leesplezier en wijsheid bij het maken van die keuzes,<br />

Jan Maurits van Linge en Frank van Vliet<br />

Atelierleiders van Terra Incognita en APPM Management Consultants<br />

5


2PROBLEEM-<br />

STELLING, DOEL &<br />

AMBITIE<br />

6


De Boterhuispolder maakt deel uit van het Groene Hart. Van dit Groene Hart worden al jaren stukken afgeknabbeld voor<br />

woningbouw en andere, niet altijd passende, functies. Het is van belang een dergelijke ontwikkeling voor de Boterhuispolder<br />

te voorkomen.<br />

Om de huidige kwaliteiten van het groene en open landschap van de Boterhuispolder te behouden, is een actieve aanpak<br />

nodig. Niets doen biedt onvoldoende garantie dat het landschap met zijn huidige kwaliteiten op termijn behouden blijft. Met<br />

de toenemende vraag naar woningen is het anders voorstelbaar dat de polder op enig moment in de toekomst ten prooi valt<br />

aan woningbouw.<br />

Behoud en ontwikkeling van de kwaliteiten van de Boterhuispolder vragen om helder beleid en om een daadkrachtige<br />

uitvoering daarvan. Het ontbreken van dit beleid heeft de gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> doen besluiten een project te starten<br />

dat moet resulteren in een toekomstvisie voor de Boterhuispolder. Een visie waarmee iedereen weet waar hij of zij aan toe is.<br />

Dat kan betekenen dat delen een andere functie en/of inrichting krijgen, maar ook dat het beheer van de Boterhuispolder een<br />

andere vorm krijgt. Een derde uitkomst kan zijn dat de juridisch planologische kaders worden aangepast zodat ongewenste<br />

ontwikkelingen worden uitgesloten.<br />

De gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> heeft in maart 2007 de opdracht en randvoorwaarden van het project vastgesteld.<br />

Deze sluiten aan bij beleidskaders van de regio Holland Rijnland en de Provincie Zuid-Holland om de Boterhuispolder als<br />

onderdeel van het Groene Hart voor de lange termijn groen en open te houden en daarbij beter toegankelijk te maken voor<br />

de recreant.<br />

De Boterhuispolder ligt slechts voor circa de helft in de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>. Het noordelijke deel ligt op het grondgebied<br />

van de gemeente Teylingen. De gemeente Teylingen heeft deelgenomen aan de werkateliers en is ten volle bereidheid om<br />

samen te werken zodat de visie voor de Boterhuispolder voor het Teylingse en <strong>Leiderdorp</strong>se gedeelte zo goed mogelijk<br />

op elkaar wordt aangepast. Tijdens de werkateliers bracht de gemeente Teylingen haar (concept) toerisme en recreatie<br />

visie in. Daaruit kwam o.a. de randvoorwaarde dat de golffunctie niet in de gemeente Teylingen kan liggen. Gedurende de<br />

werkateliers is regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg geweest.<br />

In dit hoofdstuk wordt de opdracht van de<br />

gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> voor het gehele<br />

project Boterhuispolder weergegeven. Voor<br />

de duidelijkheid vermelden we dat het project<br />

voor de Boterhuispolder uit 2 fasen bestaat. De<br />

eerste fase betreft het ontwikkelen van mogelijke<br />

toekomstscenario’s. Het resultaat daarvan is<br />

neergelegd in dit rapport. De tweede fase start<br />

na de keuze van de raad en omvat het uitwerken<br />

van het gekozen scenario in een visie, een<br />

inrichtingsplan en uitvoeringsprogramma.<br />

Ook worden in dit hoofdstuk de resultaten van<br />

de startbijeenkomst, waar de problemen en<br />

knelpunten uit de projectopdracht zijn aangevuld,<br />

beschreven.<br />

Plangebied<br />

Werkateliers Boterhuispolder<br />

<strong>Gemeente</strong> Teylingen<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

7


2.1 PROBLEMEN EN ONTWIKKELINGEN<br />

In het besluit van de gemeenteraad worden de problemen en ontwikkelingen in de Boterhuispolder als volgt beschreven:<br />

1. Het groene en open karakter van de Boterhuispolder staat door verschillende ontwikkelingen onder druk. In de regio is<br />

er sprake van oprukkende bebouwing en een tekort aan nieuwe woningbouwlocaties. De agrarische sector heeft met<br />

steeds strengere regelgeving en toenemende lasten te maken. Mede als gevolg daarvan besluiten steeds meer boeren<br />

hun bedrijf te beëindigen. Het is daarom de vraag of de agrarische sector ook voor de lange termijn als economische<br />

drager van het gebied kan gelden. Beleggers en ontwikkelaars hebben vanuit strategische overwegingen al gronden in<br />

de polder verworven.<br />

2. De Boterhuispolder is niet goed ontsloten voor recreanten (fi etsers, wandelaars, kanoërs) uit de stedelijke omgeving.<br />

Uit diverse beleidsdocumenten blijkt dat er juist behoefte is aan extensieve recreatie rond de stad*. Fietsers en<br />

wandelaars kunnen op dit moment uitsluitend via de randen (Zijldijk en Leidseweg) of via de Nieuwe weg de polder<br />

beleven. Deze wegen zijn ook voor auto’s toegankelijk en dus minder geschikt voor het recreatieve verkeer.<br />

3. De huidige overgang tussen de stad (Leiden/<strong>Leiderdorp</strong>) en het polderlandschap (Boterhuispolder) is niet fraai. De<br />

overgang kan als hard en abrupt worden omschreven.<br />

4. Er bestaat geen actueel en toekomstgericht gemeentelijk beleidsplan voor de inrichting van de Boterhuispolder.<br />

Het bestemmingsplan dateert van eind jaren zestig. Hierin is aan het grootste deel van de polder een agrarische<br />

bestemming toegekend en heeft een aanzienlijk deel van de polder nog de bestemming verkeer, omdat destijds een<br />

deel van de rondweg Leiden-<strong>Leiderdorp</strong> in de polder geprojecteerd was.<br />

5. De polder bestaat uit veenweidegrond en heeft daardoor te kampen met inklinking. Daarbij brengt het huidige<br />

grondgebruik van de agrarische sector een verlaging van het waterpeil met zich mee en zorgt daardoor voor een iets<br />

meer dan autonome inklinking van het veenweidegebied (gemiddeld 3 mm per jaar).<br />

6. Sinds 2002 verzoekt de Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong> (GVL) om een locatie voor een golfbaan in <strong>Leiderdorp</strong>. Door<br />

de GVL zijn als mogelijke locaties de polder Achthoven en de Boterhuispolder genoemd. Tot op heden is door de<br />

gemeente nog geen locatie voor een golfbaan beschikbaar gesteld.<br />

* Deze behoefte wordt ook onderschreven door een onderzoek van Alterra in opdracht van de ANWB. Hierin is de<br />

beschikbare recreatieve opvangcapaciteit per persoon in 2030 voor wandelen en fi etsen per woonbuurt in kaart gebracht.<br />

Voor de regio Leiden wordt deze als veel te laag gekwantifi ceerd (tekort van 2,45 tot 7,6%).<br />

2.2 DOELSTELLING VAN HET PROJECT<br />

Doelstelling van het project is het opstellen van een helder beleidskader voor de inrichting van de Boterhuispolder voor de<br />

komende 15 jaar. Het beleid is gericht op:<br />

• Behoud van het groene en open karakter van de polder;<br />

• Behoud en waar mogelijk versterking van de cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden;<br />

• Realisering van een onomkeerbare Groenzone;<br />

• Het vergroten van de mogelijkheden voor recreanten uit de stedelijke omgeving tot het beleven van de polder en<br />

maakt ontwikkelingen die daartoe bijdragen mogelijk;<br />

• Een haalbaar, uitvoerbaar en hoogwaardig inrichtingsplan met een heldere ruimtelijk functionele structuur voor de<br />

Boterhuispolder;<br />

• Een helder en concreet uitvoeringsprogramma.<br />

Het beleidskader wordt na keuze voor en uitwerking van één van de scenario’s vastgelegd in een gebiedsvisie en uitgewerkt<br />

in een inrichtingsplan hetgeen de basis vormt voor uitvoeringsaspecten..<br />

2.3 BEOOGDE PROJECTRESULTATEN<br />

Het inrichtingsplan geeft duidelijkheid over:<br />

• De mogelijkheden van meer en betere extensieve ontsluitingen voor de recreant;<br />

• De locatie, omvang en vorm van de ”stadsrandzone”;<br />

• De mogelijke ontwikkeling van een golfbaan;<br />

• Mogelijke andere invullingen die passen in het beleid.<br />

Het uitvoeringsprogramma geeft duidelijkheid over de verantwoordelijkheid van partijen voor de uitvoering van (onderdelen<br />

van) het inrichtingsplan en de wijze waarop en wanneer de uitvoering zal plaatsvinden.<br />

8


2.4 OPGAVEN EN AMBITIES VOOR DE <strong>BOTERHUISPOLDER</strong> EN HET TE VOLGEN PARTICIPATIEPROCES<br />

De gemeenteraad heeft in maart 2007 opdracht gegeven tot ontwikkelen van scenario’s voor de Boterhuispolder.<br />

Alle scenario’s zullen worden getoetst aan de volgende door de raad vastgestelde randvoorwaarden.<br />

Door de Raad vastgestelde<br />

Randvoorwaarden<br />

Het toekomstscenario:<br />

• biedt de garantie dat de Boterhuispolder<br />

ook op lange termijn een groen en open<br />

polderlandschap blijft, zonder bebouwing;<br />

• maakt het gebied beter toegankelijk voor<br />

extensieve recreatie (bijvoorbeeld wandelen,<br />

fietsen, kanoën);<br />

• verlaagt het waterpeil niet, tenzij de autonome<br />

maaivelddaling daarom vraagt;<br />

• brengt geen grotere daling van het maaiveld<br />

met zich mee dan de autonome maaivelddaling<br />

van dit veenweidegebied;<br />

• zorgt voor een minder ‘harde’ overgang tussen<br />

stad en platteland;<br />

• respecteert en behoudt zoveel mogelijk de<br />

cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten<br />

van de Boterhuispolder;<br />

• is zo mogelijk verenigbaar met bestaande<br />

plannen voor het Teylingse deel van de<br />

Boterhuispolder, voor zover dit niet strijdig is<br />

met de <strong>Leiderdorp</strong>se wensen en eisen;<br />

• is niet strijdig met wetgeving en relevant beleid<br />

van gemeente, provincie en rijk;<br />

• is financieel en organisatorisch haalbaar.<br />

De scenario’s schetsen een beeld van de fysieke inrichting van de Boterhuispolder (zie hoofdstuk 4). De scenario’s zijn te<br />

vertalen –eventueel na enige verdere uitwerking – naar een programma van eisen voor het opstellen van een gebiedsvisie en<br />

inrichtingsplan.<br />

Doordat belangstellenden intensief bij het proces betrokken worden, kan maximaal gebruik worden gemaakt van de kennis<br />

en ervaring van betrokkenen in en rond het gebied. Bovendien doet de gemeente op deze wijze recht aan de grote waarde<br />

die betrokkenen toekennen aan de verschillende kwaliteiten van de Boterhuispolder.<br />

9


2.5 AANVULLINGEN UIT DE STARTBIJEENKOMST<br />

In een reeks gebiedsateliers zijn verschillende scenario’s voor de toekomst van de Boterhuispolder ontwikkeld. Dit proces<br />

wordt beschreven in Hoofdstuk 3. Tijdens de startbijeenkomst op 22 mei jl. lag de nadruk op het identifi ceren van kwaliteiten<br />

en problemen in het gebied. Dit heeft geresulteerd in een aantal aanvullingen ten opzichte van de projectopdracht van de<br />

gemeenteraad.<br />

Kwaliteiten<br />

Over het algemeen worden door de deelnemers aan de startbijeenkomst onafhankelijk van elkaar een aantal kernkwaliteiten<br />

van de Boterhuispolder benoemd. Een groot deel van de mensen benoemt de volgende kwaliteiten:<br />

• Het agrarische karakter (met koeien in de wei);<br />

• De aanwezige natuurwaarden (weidevogels);<br />

• De cultuurhistorische waarde;<br />

• Het gevoel van ruimte in de nabijheid van de stad.<br />

Daarnaast worden er door de aanwezigen nog een aantal specifi eke kwaliteiten toegedicht aan de Boterhuispolder:<br />

• Centrale ligging van een onderdeel van het groene hart nabij stedelijk gebied;<br />

• In de Boterhuispolder is nog ‘ruimte’ – een gebied zonder horizonvervuiling waar je rust, stilte en frisse lucht kunt<br />

beleven;<br />

• De Boterhuispolder is een cultuurhistorisch waardevol gebied. De zeer oude polder uit de Karolingische tijd heeft een<br />

karakteristieke blokverkaveling en patroon van kreekruggen;<br />

• De mogelijkheid om te fi etsen tussen het water en de polder;<br />

• De omgeving van de molen is een prachtige plek;<br />

• Veel mensen vinden de harde grens tussen de bebouwing en de open polder een kwaliteit;<br />

• Sommigen vinden de ontoegankelijkheid van het gebied een kwaliteit;<br />

• De mogelijkheid om het kerkepad terug te brengen is een kwaliteit;<br />

• Het behouden en maken van rustig vaarwater is een kwaliteit.<br />

10 kwaliteiten


Knelpunten en problemen<br />

Naast de opgave van de gemeenteraad vullen de deelnemers aan de startbijeenkomst deze aan met de volgende punten:<br />

Openheid en beleving<br />

De deelnemers aan de startbijeenkomst beamen de druk van o.a. de huizenmarkt op de kernkwaliteit van openheid in de<br />

polder. Ook het gebrek aan recreatieve toegankelijkheid wordt door veel deelnemers gedeeld. Een probleem is dat routes<br />

vaak dood lopen. De gebrekkige toegankelijkheid zorgt ook voor een matige bekendheid waardoor de waardering voor de<br />

Boterhuispolder te laag is. Een belangrijk knelpunt dat hierbij wordt gesignaleerd is dat vergroten van de toegankelijkheid op<br />

gespannen voet kan staan met de rust en die van de weidevogels in het bijzonder.<br />

Golf<br />

De mogelijkheid van een (openbare landschappelijk ingepaste) golfbaan is een de door de raad vastgestelde ingrediënt<br />

in één van de scenario’s. Tijdens de startbijeenkomst roept de golfbaan al veel discussie op. De golfbaan wordt door<br />

verschillende partijen als een toekomstige bedreiging voor de polder gezien. Anderen zien het samengaan van een golfbaan<br />

met natuur en historie als een kansrijke mogelijkheid.<br />

Overgang<br />

De raad ziet de abrupte overgang tussen stad en polder als probleem, maar dit standpunt wordt door de aanwezigen niet<br />

gedeeld. Men vindt de overgang juist helder en duidelijk. Men beaamt wel dat de overgang geen enkele garantie biedt dat de<br />

stad in de toekomst niet nog een stuk opschuift. Reden temeer om de rand van de stad op de agenda van de werkateliers te<br />

houden.<br />

Verkeer en routes<br />

Naast de recreatieve ontoegankelijkheid, wordt het auto- en brommerverkeer als knelpunt gesignaleerd. Vooral op de<br />

Zijldijk ondervindt men hiervan overlast. Toename van dit verkeer zet de leefbaarheid van de omwonenden onder druk.<br />

Ook snel varende motorboten zorgen voor overlast. Niet alleen voor omwonenden maar ook voor roeiers. Specifi ek voor<br />

niet-gemotoriseerde watersporters kan het water worden uitgebreid bijvoorbeeld door een nieuwe verbinding met de<br />

Dwarswetering.<br />

Agrariërs<br />

Tot slot hebben de deelnemers ambities aangevuld die te maken hebben met de agrariërs in het gebied. Men ziet het als<br />

knelpunt dat, wanneer er voor de boeren geen perspectief meer is, de belangrijkste beheerder van de open ruimte verdwijnt.<br />

Kortom een pleidooi om de boeren blijvend aan het gebied te binden. Zonder boeren en vee zal de waarde van de polder<br />

afnemen. De inklinking die agrarische gebruik veroorzaakt, is verwaarloosbaar. Men ziet eventuele schaalvergroting (minder<br />

boeren met meer land) niet als probleem, mits het kavelpatroon niet wordt aantast. De hoge grondprijzen, veroorzaakt door<br />

speculatie en planologische onduidelijkheid, staan schaalvergroting echter vaak in de weg.<br />

Knelpunten<br />

11


12 impressie kick off


2.6 AANPAK ZIJLDIJK EN NIEUWE WEG<br />

De gemeente <strong>Leiderdorp</strong> heeft plannen gemaakt voor de herinrichting van de Zijldijk en de Nieuwe Weg. Het gedeelte<br />

van de Zijldijk van de Zijlbrug tot de brug over de Dwarswatering wordt 30 km zone; daarna is het 60 km zone;<br />

De Nieuwe Weg wordt voor doorgaand gemotoriseerd verkeer afgesloten. Dit betekent dat de weg alleen voor fi etsers<br />

(langzaam verkeer) toegankelijk is; agrarisch verkeer kan nog wel de aangrenzende percelen bereiken<br />

2.7 KENNISBASIS<br />

De huidige gebiedskennis vormt voldoende basis om de scenario’s op te ontwikkelen en te beoordelen. Tijdens de ateliers<br />

is door atelierdeelnemers aangegeven dat het kennisniveau op sommige vlakken kan worden aangevuld. Mede daarom is<br />

besloten de verschillende scenario’s voor te leggen aan experts, die op specifi eke vakgebieden een expert judgement geven<br />

(hoofdstuk 6).<br />

In de uitwerkingsfase, na keuze van één van de scenario’s, zullen specifi eke vraagstukken nader worden uitgediept. In het<br />

derde atelier werden hiervoor de volgende vragen door de deelnemers aangekaart:<br />

• Nader onderzoek naar fl ora en fauna met specifi eke aandacht voor:<br />

o Broedvogels<br />

o Wintervogels<br />

o Beschermde soorten (waaronder de groene glazenmaker)<br />

• Wat is de geomorfologische waarden van de kreken? Wat is het verschil in de waarde van de kreken ten opzichte<br />

van de gegraven ontginningen? In nader onderzoek zal dus een onderscheid moeten worden gemaakt in de gevolgen<br />

voor onder andere geomorfologische en aardkundige waarden van het verbreden van bestaande kreken ten opzichte<br />

van verbreden van gegraven ontginningen enerzijds en het ‘’weer open maken” van oude kreken anderzijds.<br />

• Duidelijk op een rij zetten wat de beleidsruimte is i.v.m. EHS, Belvedère, Groene Hart, etc. (in hoeverre het<br />

startdocument daar nog niet in voorziet);<br />

• Nader onderzoek naar de cultuurhistorie en aardkundige waarden opstellen.<br />

• De gemeente moet uitzoeken wat de voordelen zijn van het uitgeven van hun gronden in agrarische pachtcontracten.<br />

Namelijk: de gemeente blijft eigenaar van de grond en heeft stabiele inkomensverwachting; het is dus fi nancieel<br />

aantrekkelijk; er is op deze manier ook sturing mogelijk ten aanzien van agrarische natuurbeheer; het is een goed<br />

middel voor als de gemeente ook op lange termijn iets voor het gebied wil betekenen.<br />

Ook zijn er per scenario enkele uitwerkingsvragen opgesteld door het werkatelier. Bij de keuze voor dat specifi eke scenario<br />

moet hiervoor aandacht zijn.<br />

Gedurende het proces van de gebiedsateliers is een quick scan gemaakt van bestaande waarden op basis van onder<br />

andere:<br />

• informatie van oa het natuurloket en SAN tellingen over fl ora en fauna (zie notitie ecologie)<br />

• kaartmateriaal provincie en KICH ten aanzien van cultuurhistorie, beschreven in startdocument;<br />

• onderzoek van Grontmij, ten aanzien van aardkundige waarde, water en bodem<br />

• door deelnemers mondeling en schriftelijk aangereikte bronnen.<br />

Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de literatuurlijst in de bijlage.<br />

In het vervolgproces zal de nadruk van nader onderzoek liggen op de veranderingen in de huidige situatie die het gekozen<br />

scenario met zich mee brengt. Bij grote ingrepen zal in de meeste gevallen een Flora en Faunatoets alsmede een watertoets<br />

verplicht zijn. Daarbij zal een veldinventarisatie moeten worden gedaan voor die fl ora en fauna.<br />

13


14<br />

3PROCES-<br />

BESCHRIJVING &<br />

PLANNING


3.1 STAPPENPLAN<br />

Om te komen tot een gebiedsvisie (en vervolgens een inrichtingsplan) is een proces ingericht dat wordt beschreven in een<br />

Plan van Aanpak. Hierin worden drie stappen onderscheiden:<br />

1. Het vaststellen van een gezamenlijk vertrekpunt, vastgelegd in een Startdocument;<br />

2. Het opstellen van drie scenario’s voor de Boterhuispolder, waaruit de gemeenteraad een keuze kan maken;<br />

3. Het uitwerken van het gekozen scenario tot een Gebiedsvisie.<br />

Dit rapport vormt de afronding van de tweede stap.<br />

3.2 WERKWIJZE<br />

Voor de gebiedsateliers zijn uiteenlopende groeperingen uitgenodigd, die gezamenlijk een goede afspiegeling vormen van de<br />

betrokkenen bij de Boterhuispolder op verschillende schaalniveaus.<br />

Werken in teams<br />

Het enthousiasme om mee te werken in de gebiedsprocessen was overweldigend. Er hebben zich zoveel mensen aangemeld<br />

dat ervoor gekozen is om de groep te splitsen in twee teams.<br />

Het werkteam heeft in drie werkateliers gewerkt aan het opstellen van de scenario’s en de toetsingscriteria. Deze ideeën<br />

zijn vervolgens voorgelegd aan de leden van het meedenkteam. Zij hebben de ideeën van het werkteam bediscussieerd,<br />

aangescherpt en ontbrekende zaken toegevoegd.<br />

Voor mensen die niet actief wilden deelnemen aan het proces, maar wel geïnformeerd wilden worden, is verslag gedaan van<br />

het proces op de website van de gemeente.<br />

De samenstelling van de teams is opgenomen in bijlage 4.<br />

Samen ontwerpen<br />

In een werkatelier werken alle betrokkenen samen aan een plan of visie voor een gebied. Dus zowel bewoners,<br />

belanghebbenden, grondeigenaren en ambtenaren. De gemeente heeft als één van de betrokkenen deelgenomen aan het<br />

werkatelier. Hierbij werden naast lokale ook regionale belangen meegenomen.<br />

Er is niet alleen gediscussieerd maar ook geschetst aan het gebied onder leiding van ontwerpers, die daarbij hun<br />

vakexpertise op gebied van landschap en stedenbouw inbrengen. Er was dus geen sprake van inspraakavonden waarbij<br />

mensen reageren op plannen van de gemeente, maar de atelierdeelnemers is gevraagd actief mee te werken en samen met<br />

andere deelnemers tot oplossingen te komen..<br />

15


3.3 STARTBIJEENKOMST<br />

Tijdens de Startbijeenkomst hebben de deelnemers aan de ateliers kennis genomen van het voorgestelde proces. Daarbij<br />

hebben zij zich gebogen over de opdracht van de gemeenteraad en deze vanuit eigen ervaring en expertise aangevuld. Op<br />

deze wijze is op deze avond een compleet overzicht ontstaan van de kwaliteiten van het gebied en de problemen die zich<br />

voordoen. Dit is het overzicht als beschreven in hoofdstuk 2.<br />

3.4 WERKATELIER 1: DENKRICHTINGEN<br />

Het eerste werkatelier stond in het teken van creativiteit en het genereren van een veelheid aan ideeën. Tijdens deze avond<br />

met het werkteam is er naar gestreefd zoveel mogelijk ideeën voor de Boterhuispolder op papier te krijgen, waarbij nog niet<br />

gekeken is naar de wenselijkheid en haalbaarheid. Vanuit drie ‘extreme’ denkrichtingen is getracht even zoveel plannen<br />

te maken voor het gebied. Hoe zou de Boterhuispolder eruit zien als we het volledig naar de zin maken van de recreant?<br />

En hoe ziet het eruit als we alles inzetten op natuur? Of op landbouw? Aan het einde van de avond, die plaatsvond in het<br />

gemeentehuis van <strong>Leiderdorp</strong>, werden de uiteenlopende ideeën met alle werkteamleden gedeeld.<br />

3.5 WERKATELIER 2: SCENARIO’S<br />

De ideeën die naar voren zijn gekomen in het eerste werkatelier vormden de bron van inspiratie bij het opstellen van<br />

scenario’s. In deze scenario’s, die zullen worden voorgelegd aan de gemeenteraad, is gezocht naar combinaties van<br />

functies, op zodanige wijze dat zij elkaar konden versterken en gezamenlijk zullen bijdragen aan de open en groene polder.<br />

Er is nadrukkelijk drie maal ingezet op een integraal en realistisch perspectief voor de Boterhuispolder.<br />

Omdat het uitwerken van een volledig scenario de nodige tijd vergt, is voor het tweede atelier een volledige dag uitgetrokken.<br />

Deze vond plaats in de Boterhuispolder, in een stal bij van de familie Van Schie. Tijdens de lunchpauze werd een excursie<br />

gehouden door een gids van het IVN. Aan het einde van de dag voegde het meedenkteam zich bij het werkteam en bogen de<br />

teams zich gezamenlijk over de resultaten.<br />

16<br />

impressie eerste werkatelier


3.6 WERKATELIER 3: TOETSINGSCRITERIA<br />

De gemeenteraad zal haar keuze funderen op een serie toetsingscriteria. In het derde atelier is een lijst samengesteld<br />

waarbij de door de raad aangegeven criteria werden aangevuld door de aanwezigen van het werkteam. De scenario’s zijn op<br />

deze avond in het gemeentehuis ook aan de toetsingscriteria onderworpen en aan de hand hiervan zijn pleitnota’s vóór en<br />

tégen de scenario’s opgesteld (zie hoofdstuk 5). In de pleitnota’s is letterlijk weergegeven welke argumenten de deelnemers<br />

die avond naar voren hebben gebracht. De criteria zullen een belangrijke positie innemen in de uiteindelijke beoordeling van<br />

welk scenario en/of welke inrichtingsmaatregelen de voorkeur genieten. Dit zal namelijk mede afhankelijk zijn van het belang<br />

dat aan elk van de criteria wordt gehecht.<br />

Tijdens dit derde atelier werd nog eens duidelijk dat de meningen over de wenselijkheid van de diverse scenario’s<br />

uiteenlopen. Om naast de beoordeling door de deelnemers een objectieve beoordeling te verkrijgen, is in navolging hierop<br />

aan diverse experts gevraagd advies uit te brengen over elk scenario.<br />

3.7 AFSLUITING<br />

Op 18 september heeft een afsluitende bijeenkomst plaats gevonden waarin de concept rapportage met de deelnemers<br />

van werk- en meedenkteam is besproken. Daarbij was ook een enkel raadslid en commissielid aanwezig. Er werden onder<br />

andere aanvullingen gedaan op de onderbouwing van de verschillende pleitnota’s en op de varianten bij de verschillende<br />

scenario’s.<br />

Impressie tweede werkatelier<br />

17


4SCENARIO’S<br />

18


4.1 INLEIDING<br />

De uitkomsten uit het werkatelier en meedenkteam van 26 juni vormen de basis voor de scenario’s zoals deze in dit<br />

hoofdstuk zijn beschreven. Er is gewerkt aan drie scenario’s, te weten:<br />

• Golfend agrarisch landschap<br />

• Natuur en landbouw hand in hand<br />

• De polder in! (voorheen getiteld “Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en Water”)<br />

Deze scenario’s werden vervolgens uitgewerkt en besproken in het derde werkatelier. Onderstaand worden deze scenario’s<br />

uitvoerig beschreven.<br />

Steeds wordt eerst de visie achter het scenario beschreven. Deze visies verschillen nadrukkelijk qua uitgangspunten en<br />

functies van elkaar. Vervolgens wordt ingegaan op de inrichtingsmaatregelen en mogelijkheden om de uitgangspunten en<br />

functie(s) te borgen.<br />

Er is voor gekozen om de inrichtingsmaatregelen die voor het voetlicht kwamen te plaatsen onder het scenario waar deze<br />

het beste op de visie aansluiten. Zo is in een enkel geval afgeweken van die uitkomsten uit het werkteam. Het gaat hier met<br />

name om de recreatieve ontsluitingen binnen de scenario’s ‘natuur en landschap hand in hand’ en het scenario ‘de Polder<br />

in’. Hierdoor is in het scenario ‘natuur en landschap hand in hand’ meer het accent gelegd op behoud en versterking van de<br />

natuurwaarden in het gebied en wordt in het scenario ‘de Polder in’ meer de nadruk gelegd op de recreatieve potentie van de<br />

polder. Hierbij is overigens aangesloten bij de opmerkingen uit het meedenkteam.<br />

Graag vestigen we uw aandacht op de varianten per scenario. Tijdens de slotavond merkten verschillende atelierdeelnemers<br />

op graag de intensievere vorm van recreatieve ontsluiting in het scenario ‘natuur en landbouw hand in hand’ te zien en<br />

anderen juist de extensieve vorm van recreatieve ontsluiting in het scenario ‘de polder in!’. Deze mogelijkheden zijn<br />

nadrukkelijk opgenomen in de varianten die voor elk scenario binnen de visie zijn omschreven. Dit geldt ook voor de variant<br />

waarin de golffunctie gecombineerd is met bestaande waarden in het noordelijke deel van de polder.<br />

Zo is het voor alle scenario’s mogelijk inrichtingsmaatregelen uit te wisselen wanneer dat passend is binnen de voorgestelde<br />

visie.<br />

In de scenario’s wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan hoe het groene en open karakter van de polder op de lange termijn<br />

duurzaam gehandhaafd moet worden. Dat kan op verschillende manieren geborgd worden:<br />

• Vastleggen van het groene en open karakter van de polder in (juridische) privaatrechtelijke overeenkomsten.<br />

• Het borgen van het open en groene karakter door de overheid met verschillende middelen als beleids- en<br />

bestemmingsplannen. Dat vraagt om politieke continuïteit.<br />

• Tot slot kan het groene en open karakter van de polder worden veiliggesteld door de publieke opinie te mobiliseren.<br />

Wanneer immers alle <strong>Leiderdorp</strong>ers de openheid hoog waarderen is het erg moeilijk om draagvlak te vinden voor het<br />

veranderen van het karakter van de polder.<br />

In alle scenario’s zal een samenspel van deze verschillende mogelijkheden aan de orde zijn. Echter de nadruk wordt steeds<br />

op één van deze mogelijkheden gelegd.<br />

Voorafgaand aan de beschrijving moet benadrukt worden dat er in dit stadium geen ontwerpen of inrichtingsplannen zijn<br />

gemaakt. Er is gewerkt aan scenario’s die gebaseerd op een visie op de toekomst van de Boterhuispolder een mogelijk<br />

toekomstbeeld van de polder schetsen. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een wandelpad kan dat nu o.a. indicatief<br />

aangegeven zijn. De plek en vormgeving moeten in de vervolgstap (het opstellen van een inrichtingsplan) worden gemaakt.<br />

Zo is ook de golfbaan een indicatie die wel overeenstemt met de benodigde afmetingen voor deze sport maar welke concreet<br />

nog moet worden ontworpen.<br />

19


Boterhuispolder 2030<br />

Beste Jan,<br />

Kom je binnenkort een keer golfen? Ik weet dat<br />

je niet zo’n golfer bent maar de baan bij ons in<br />

<strong>Leiderdorp</strong> is echt uniek. Als je komt zul je het<br />

wel zien. Niet alleen wandelen van hole naar<br />

hole maar echt genieten van het landschap is<br />

het hier. Vanaf de baan kijk je zo de polder in<br />

met zijn prachtige sloten en mooie vogels. In<br />

het begin was het wel een beetje wennen dat de<br />

boeren de baan beheerden maar zo kunnen we<br />

werk met werk maken. Sinds kort kun je eigen<br />

Boterhuiskaas in het clubhuis kopen van boer<br />

Berend. Laatst kon ik Berend trouwens nog uit<br />

de brand helpen met de automatisering van zijn<br />

mestboekhouding.<br />

Ach en als je geen zin hebt om te komen golfen<br />

dan maken we gewoon een mooie wandeling.<br />

Ik geloof niet dat er ergens anders een golfbaan<br />

is waar dat zo mooi kan. Gelukkig zal dat tot in<br />

de lengte van jaren zo blijven.<br />

een groet uit de polder van<br />

Hans<br />

20<br />

collage vertrekpunten van het werkatelier


4.2 SCENARIO: GOLFEND AGRARISCH LANDSCHAP<br />

Visie<br />

De aanleg van een golfbaan zal ervoor zorgen dat de stedelijke druk op het zuidelijke (<strong>Leiderdorp</strong>se) deel van de polder<br />

minimaal wordt, aangezien de golffunctie het groene en open karakter vastlegt in een duurzame functie. Daarbij kan de<br />

aanleg van een golfbaan goed samen gaan met behoud van de landbouw zodat er twee economische dragers van de<br />

Boterhuispolder ontstaan. Bovendien wordt het landschap voor de stedeling op nieuwe manieren ontsloten (zonder het risico<br />

te lopen een golfbal tegen het hoofd te krijgen). Hoewel in het noordelijke (Teylingse) deel van de polder de stedelijke druk<br />

veel geringer is, neemt het scenario de mogelijke stedelijke druk weg door alle gronden in gemeenschappelijk beheer te<br />

nemen.<br />

Door de nieuwe en bestaande functies in privaatrechtelijke overeenkomsten vast te leggen wordt het groene en open<br />

karakter van de polder gewaarborgd.<br />

Uitgangspunten:<br />

In de opdracht van de Raad van <strong>Leiderdorp</strong> is het ontwikkelen van één scenario met een golfbaan uitgangspunt. Daarbij stelt<br />

de buurgemeente Teylingen op haar beurt dat de golfbaan zich moet beperken tot het grondgebied van <strong>Leiderdorp</strong>. Uit de<br />

literatuur halen we de volgende oppervlaktes die uitgangspunt vormen voor de studie:<br />

• 9 holes golfbaan, minimaal 25 ha – 27,5 tot 50 hectare bij recreatief medegebruik<br />

• 18 holes baan, minimaal 45 hectare – 54,5 tot 65 hectare bij recreatief medegebruik<br />

(Bron: De Nederlandse Golffederatie en onderzoek van de NMU (Natuur en Milieufederatie Utrecht))<br />

In het werkatelier wordt op basis van deze gegevens geconcludeerd dat een golfbaan van 18 holes niet binnen de<br />

opgegeven randvoorwaarden mogelijk is.<br />

Inrichting- en beheersmaatregelen<br />

Golfbaan<br />

Startpunt in dit scenario is de aanleg van een golfbaan die landschappelijk goed is ingepast en zorgt voor een recreatieve<br />

ontsluiting van het landschap. Om de baan landschappelijk goed in te passen vormen openheid en zichtlijnen belangrijke<br />

uitgangspunten. Dat behoud van de openheid goed mogelijk is laat de baan in Hitland zien. Voor het spelplezier kunnen<br />

plaatselijk verhogingen in het landschap worden aangebracht. Zolang deze onder 1,40 blijven, blijft vrij zicht (ooghoogte is<br />

1,60) behouden.<br />

Daarnaast is de hoofdlijn van de historische verkaveling uitgangspunt. Het behoud van alle kavels stuit op praktische<br />

bezwaren. De golfbaan zal een negatieve invloed hebben op de bestaande weidevogels in het zuidelijk deel van de polder.<br />

De randen van de baan en het agrarisch beheer van de kavels rond de golfbaan zullen op hun beurt nieuwe natuurwaarden<br />

aan de polder toevoegen zoals natte plekken en fl auwe natuurlijke taluds.<br />

In het scenario wordt voorgesteld de voorzieningen van de golfbaan zoals een parkeerplaats en het clubhuis in de<br />

zuidoosthoek te plaatsen. Ze liggen dan zo min mogelijk in het zicht (door bestaande beplanting) en zijn goed bereikbaar. De<br />

driving-range (om de afslag te oefenen) en oefenholes kunnen direct ten noorden daarvan liggen. Het gebouwtje van waaruit<br />

men de afslag oefent ligt uit de wind en regen en aanpalend aan het clubhuis.<br />

De negenholes baan kan vervolgens in drie clusters van drie holes worden aangelegd. De randen van de clusters worden<br />

bepaald door de bestaande verkaveling. Binnen de clusters worden de sloten gedempt en nieuwe waterpartijen aangelegd.<br />

Geopperd wordt om aansluiting te zoeken bij de bestaande golfclub Kagerzoom. Door middel van een pontje wordt het dan<br />

mogelijk om 18 holes te spelen. Een andere variant is om de 9 holes baan uit te breiden met een zogenaamde 9 holes par 3<br />

tot 4 baan. Hiermee wordt een golfbaan bedoeld van beperkte omvang waarin de langere slagen niet gespeeld worden maar<br />

alleen de korte waardoor men in 3 tot 4 slagen bij de hole is. De oppervlakte van deze kleine golfbaan is vergelijkbaar met<br />

een voorgesteld cluster van drie volwaardige golfholes.<br />

De draagkracht van de grondslag is gering. Daarom zullen hoogte verschillen waarschijnlijk inklink van het veen veroorzaken<br />

en vanzelf uitvlakken. De drooglegging van het bestaande maaiveld (circa 40 tot 60 cm) is net aan voldoende. De afslag<br />

en put punten zullen tot 1 meter drooglegging (dat is onder zichthoogte) moeten worden opgehoogd zonder druk op<br />

onderliggend veen te veroorzaken.<br />

21


22<br />

GOLFEND AGRARISCH LANDSCHAP


Landbouw<br />

De landbouw behoudt in dit scenario een belangrijke rol. In het zuidelijke deel van de polder zal er met name sprake zijn<br />

van landbouw als beheersvorm aangezien de oppervlakte te klein worden om economisch te kunnen boeren. Wanneer<br />

de percelen echter samengevoegd kunnen worden tot een groter geheel is rendabele landbouw wel een mogelijkheid.<br />

In het noordelijk deel van de Boterhuispolder verandert er aan de ruimtelijke structuur weinig. Met de noodzakelijke<br />

schaalvergroting van de bedrijven is het mogelijk twee goed renderende veehouderij bedrijven te runnen.<br />

Om de stedelijke druk van het landelijke gebied weg te nemen wordt voorgesteld alle gronden onder beheer te brengen van<br />

één partij (bijvoorbeeld een vereniging van eigenaren). Deze partij verpacht de gronden met een langdurige pacht aan de<br />

boeren. Er wordt gewerkt met een veenweide pact of privaat rechtelijke regeling waarin wordt vastgelegd dat de gronden de<br />

agrarische functie behouden.<br />

Landhuizen<br />

Om fi nanciële middelen te genereren om alle gronden op te kopen en onder beheer van één partij te brengen, wordt in dit<br />

scenario voorgesteld aan de rand van de polder enkele landhuizen te bouwen met een beperkte privé kavel. De landhuizen<br />

kunnen zowel door één gezin als door meerdere gezinnen worden bewoond. Met de opbrengsten kunnen gronden worden<br />

aangekocht. De landgoed-eigenaren kunnen (vanuit hun belang van vrij uitzicht) een stem krijgen in de beherende partij.<br />

De randen van de polder zijn het meest kwetsbaar voor de (spreekwoordelijke) verrommeling van het landschap. Door in de<br />

randen plaatselijk landhuizen te bouwen (die passen in het landschap) worden ongewenste functies voorkomen.<br />

Of voor de ontwikkeling van landgoederen gebruik gemaakt kan worden van de natuurschoonwet (fi scaal voordeel) of de<br />

regeling nieuwe landgoederen moet nader worden uitgezocht.<br />

Recreatieve ontsluiting<br />

De ontwikkeling van de golfbaan maakt het mogelijk om de aanliggende wijken van <strong>Leiderdorp</strong> royaal te verbinden met de<br />

polder door nieuwe fi ets en wandelpaden aan te leggen tussen het groen van de golfbaan. Naar het noorden toe is de paden<br />

dichtheid minder hoog om de agrarische functie niet te belemmeren. De Nieuwe Weg is in dit scenario opgeruimd.<br />

Door de oude veenkreken te verbreden wordt de historie van het landschap beter afl eesbaar. Bovendien kunnen de kreken<br />

als kanoroute worden gebruikt.<br />

Tot slot ziet dit scenario een belangrijke recreatieve functie weggelegd voor de Zijldijk. Dit gaat echter niet samen met de<br />

vele autobewegingen van mensen die naar hun bootjes rijden in de verschillende haven(tje)s langs de dijk. Daarom wordt<br />

voorgesteld de havens te bundelen tot één ruimtelijk goed ingepast watersportcentrum ergens in de regio. Dit nieuwe<br />

centrum heeft dan ook een hogere kwaliteit dan de kleine haventjes langs de Zijl. Wanneer dat op de noordpunt van de<br />

polder komt te liggen is een nieuwe auto ontsluiting langs de noordoostzijde zeer gewenst. Echter andere plekken in de regio<br />

moeten hierbij zeker worden onderzocht.<br />

Onomkeerbaar groen<br />

In dit scenario wordt op twee manieren zorg gedragen voor een onomkeerbare groene en open Boterhuispolder:<br />

• De golfbaan zorgt voor het onmogelijk maken van stadsuitleg in aansluiting op de bestaande stad. Bovendien zal de<br />

betere beleefbaarheid van het landschap vanaf de nieuwe paden en de golfbaan, ervoor zorgen dat woningbouw rond de<br />

golfbaan geen draagvlak heeft in de toekomst.<br />

• Door alle gronden onder beheer van één partij of vereniging van eigenaren te plaatsen en de bestemming privaat<br />

rechtelijk of in een veenweidepact te regelen is het open blijven van de polder beter te garanderen.<br />

23


24<br />

referentiebeeld golfbaan Hitland


Toegankelijkheid<br />

Dit scenario vergroot de toegankelijkheid van de Boterhuispolder in grote mate. Een netwerk van fi ets en wandelpaden<br />

aansluitend op de aanliggende woonwijken loopt tussen de golfbaan door over de perceelsgrenzen en langs<br />

veenkreken. Ten noorden van de golfbaan is de dichtheid beperkter. De Zijldijk wordt voor autoverkeer afgesloten (m.u.v.<br />

bestemmingsverkeer). Wanneer de watersport wordt gebundeld in het noorden wordt een nieuwe weg aangelegd om dit goed<br />

te ontsluiten.<br />

Varianten<br />

Voor het voorgestelde scenario Golfend agrarische<br />

landschap zijn de volgende varianten denkbaar:<br />

* De landhuizen in het noordelijke deel van de<br />

polder laten vervallen en op een andere wijze<br />

een ‘grondbank’ ontwikkelen. Hiermee wordt de<br />

agrarische functie in het noordelijke deel behouden;<br />

* Naast de golffunctie meer natuurontwikkeling<br />

te laten plaatsvinden mogelijk ten koste van de<br />

primaire agrarische functie;<br />

* Uitbreiden van de golfbaan met 9 zogenaamde korte<br />

holes (in omvang passend op een golfschots met<br />

drie holes) en/of aansluiting zoeken bij de golfclub<br />

Kagerzoom.<br />

* Een andere optie is met medewerking van Teylingen<br />

(op het grondgebied van de gemeente Teylingen)<br />

een beter renderende 18 holes golfbaan aan te<br />

leggen.<br />

Variant zonder landhuizen<br />

Uitwerkingsopgaven<br />

Specifi eke opgaven waar nadrukkelijk aandacht aan moet worden besteed wanneer dit scenario gekozen wordt zijn:<br />

• Hoe kunnen waarden die verloren gaan gecompenseerd worden (fl ora en fauna: specifi ek gezien weide vogels en<br />

historische verkaveling)?<br />

• Welke juridische regeling is mogelijk om gemeenschappelijk eigendom en nieuwe landhuizen te combineren?<br />

• Het uitwerken van de exploitatie van de golfbaan binnen strikte ruimtelijke voorwaarden.<br />

• Bij ontwerp van de golfbaan moet de loopafstanden tussen de golfschotsen nadrukkelijk aandacht krijgen. Te grote<br />

loopafstanden levert een baan op die onaantrekkelijk is om te spelen.<br />

• Nadere locatiestudie voor een bundeling van watersport binnen of buiten de polder.<br />

referentiebeeld golfbaan Hitland<br />

25


Boterhuispolder 2030<br />

Beste Jans,<br />

Hier op de boerderij gaat het geweldig. In geen<br />

tijden hebben we een projectontwikkelaar gezien<br />

die er op uit was om onze gronden te kopen. Sinds<br />

enige jaren is het voor iedereen duidelijk dat en<br />

waarom de Boterhuispolder agrarisch blijft en<br />

dat geeft een hoop rust. We hebben het bedrijf<br />

wat kunnen uitbreiden sinds boer Berend er mee<br />

gestopt is. Nu we in overleg met natuurorganisaties<br />

een beheerplan hebben gemaakt is het aantal<br />

grutto’s waanzinnig gestegen. Ik kan zo van genieten<br />

van die mooie vogels.<br />

Wist je trouwens dat we nu ook een bed & breakfast<br />

zijn begonnen. Bel me snel dan houd ik hem<br />

een weekend voor je vrij.<br />

Tot snel<br />

Annie<br />

26<br />

collage vertrekpunten van het werkatelier


4.3 SCENARIO: NATUUR EN LANDBOUW HAND IN HAND<br />

Visie<br />

In dit scenario worden de natuur- en landschapswaarden door goed agrarisch beheer vergroot. Stedelingen zijn te gast in en<br />

rondom de polder en beleven de waarden vooral vanaf de randen.<br />

De uniciteit van het gebied zit voor dit scenario in de cultuurhistorische waarden (Karolingische verkaveling) en het<br />

weidevogelgebied. Deze waarden worden in het scenario verder uitgebreid. Daarom komt recreatieve ontsluiting op een<br />

tweede plan en zijn weidevogels en cultuurhistorie maatgevend.<br />

Het uitdragen van de hoge natuur- en landschapswaarden zorgt voor een hoge waardering van de polder die op haar beurt<br />

zorgt voor een onomkeerbare groene polder. Daarnaast wordt dit gewaarborgd door eenduidige bestemmingsplannen en<br />

andere overheidsinstrumenten om de polder een status te geven.<br />

Inrichtings- en beheersmaatregelen<br />

Handhaven bestaand karakter<br />

In grote lijnen blijft het karakter van de polder in dit scenario gehandhaafd. Door specifi ek agrarisch natuurbeheer worden de<br />

leefomstandigheden voor de weidevogels als scholeksters, grutto’s, tureluurs, kieviten, ganzen en smienten geoptimaliseerd.<br />

In het werkatelier wordt de suggestie geopperd om het gebied op termijn zodanig in te richten dat het de status van<br />

Vogelhabitatrichtlijn-gebied kan krijgen. Deze mogelijkheid wordt tegengesproken door de ecoloog (zie hoofdstuk 6)<br />

Agrariërs kunnen bijdragen aan de versterking van natuurwaarden door (intensiever) slootkantenbeheer, rietaanplant,<br />

uitgesteld maaien en vernatting in delen van de polder. Door lage delen zoals de Veenderij als natuurgebied te beheren<br />

ontstaat een foerageergebied voor diverse vogelsoorten. Voor andere soorten kan het interessant zijn een biotoop als het<br />

bestaande ‘geriefhoutbosje’ ook op andere plekken toe te voegen. Kenmerk van een geriefhoutbosje is dat deze geen<br />

snelgroeiende soorten kent en bovendien regelmatig (elke drie jaar) wordt afgezaagd van origine voor gebruiksdoeleinden.<br />

Zo zal een geriefhoutbosje geen bedreiging vormen voor de weidevogels door als uitkijkpost voor roofvogels te fungeren. Tot<br />

slot draagt ook de beperkte verbreding van de originele veenkreken bij aan de toename van de soortenrijkdom voor fl ora en<br />

fauna.<br />

Om de openheid te vergroten en roofvogels geen uitzichtpunt te bieden worden op enkele plekken hoge bomen weggehaald.<br />

Daarbij kan overwogen worden de bomen langs de Leyhof te kappen om zodoende de band met de polder te versterken en<br />

het uitzicht te verbeteren.<br />

Schaalvergroting van boerenbedrijven (en niet van het landschap) is daarbij overigens in het belang van zowel de<br />

bedrijfseconomische toekomst van de boeren als voor de natuur. Wanneer boeren de beschikking hebben over meer grond,<br />

is het gemakkelijker om ruimte en kansen te bieden aan natuur.<br />

Recreatie mogelijkheden<br />

De beleving van de waarden van de polder vindt vooral vanaf de randen plaats, vanaf de Zijldijk en de Nieuwe Weg. Door het<br />

gebied zijn enkele boerenlandpaden ofwel struinpaden denkbaar. Dit zijn onverharde paden die tijdens het broedseizoen (15<br />

maart tot 15 juni conform de boerenlandpaden regeling van het Land van Wijk en Wouden) afgesloten kunnen worden. Door<br />

de aanleg van een dergelijk pad kan een deel van de Boterhuispolder al wandelend worden verkend. Op deze manier treedt<br />

de minste verstoring op en zijn de kosten beperkt.<br />

Tijdens het werkatelier ontstaat de discussie of het mogelijk moet zijn voor recreanten op de fi ets een “Rondje<br />

Boterhuispolder” te maken. Hiervoor kan op één plek een oost-west-verbinding worden gemaakt. Deze zal bestaan uit een<br />

fi etspad dat tevens toegankelijk zal zijn voor landbouwverkeer. Twee opties kunnen worden onderzocht: een fi etspad langs<br />

het water aan de noordzijde van de polder of een verbinding iets zuidelijker gelegen. Wanneer een fi etspad overwogen wordt,<br />

moet goed bekeken worden op welke locatie de minste verstoring van weidevogels plaatsvindt. Aangezien in het werkatelier<br />

discussie was over dit punt en binnen de visie van dit scenario de recreant te gast is, is besloten het fi etspad in eerste<br />

instantie niet op te nemen maar een plek te geven in het derde scenario ‘De Polder In!’.<br />

Over de Nieuwe Weg gaat nu veel sluipverkeer en dit levert vaak gevaarlijke situaties op voor fi etsers. Om deze reden<br />

wordt de Nieuwe Weg in dit scenario alleen nog toegankelijk voor (agrarisch) bestemmingsverkeer en fi etsers. De Zijldijk<br />

kent ook relatief intensieve verkeerstromen, voornamelijk in de weekenden, als vele auto’s richting de jachthaven rijden.<br />

Een mogelijkheid dit enigszins te doen afnemen, kan zijn om tol te heffen vanaf het restaurant aan het begin van de dijk.<br />

Bewoners zullen hier dan een ontheffi ng voor krijgen en overig autoverkeer wordt zoveel mogelijk ontmoedigd. Het geld dat<br />

hiermee gegenereerd wordt, kan worden gebruikt voor het versterken van de natuurwaarden in de polder.<br />

27


28<br />

NATUUR EN LANDBOUW HAND IN HAND


Bewustwording<br />

Om de waardering voor de polder te vergroten wordt in dit scenario voorgesteld een vogelkijkhut te maken aan de Nieuwe<br />

Weg. Naast deze hut worden op verschillende andere plekken borden aangebracht die de passant wijzen op de ecologische,<br />

landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de polder. Een uitkijkpunt nabij de boerderij van de familie van Schie,<br />

tegen de houtwal, behoort ook tot de mogelijkheden.<br />

Tot slot voorziet dit scenario in een infocentrum aan de rand van het gebied aan de Zijldijk in de nieuwe woonwijk<br />

Driegatenbrug. Behalve informatie over het gebied kan het infocentrum ook het startpunt zijn voor excursies met<br />

natuurgidsen van IVN. Educatie vormt een belangrijk medium voor bewustwording. Er zijn nu al verschillende scholen<br />

die jaarlijks de polder intrekken onder begeleiding van een gids. Door betere voorzieningen en informatie worden deze<br />

mogelijkheden vergroot.<br />

Grondeigendom<br />

Voor een duurzame toekomst is het van groot belang dat het grondgebruik en eigendom goed geregeld is. Een<br />

bestemmingsplan is immers ‘politiek bepaald’, waarmee zekerheid voor de lange termijn niet gegarandeerd is. Dit scenario<br />

ziet de oplossing hiervoor door de gemeente, met 47 ha een grootgrondbezitter, haar grond in een grondbank te laten<br />

uitgeven. Ook andere grondeigenaren moeten gestimuleerd worden om dit voorbeeld te volgen. Zij kunnen de gronden<br />

vervolgens aan agrariërs verpachten met langdurige contracten. Dit levert niet alleen inkomsten op voor de gemeente die<br />

zij kan investeren in landschapsontwikkeling, maar het geeft de Boterhuispolder ook de bescherming om op termijn open en<br />

groen te blijven.<br />

Agrariërs hebben hiermee zekerheid voor de lange termijn. Een pachtcontract duurt op dit moment formeel 6 jaar, met<br />

stilzwijgende verlenging. Wanneer een eigenaar de grond echter zelf wil gebruiken, moet de pachter een vergoeding krijgen<br />

voor de verplaatsing van zijn werk. Daarnaast moet een eigenaar ook bewijzen wat er daadwerkelijk met de grond gedaan<br />

gaat worden<br />

(De pachtwet zal per 1 september veranderen. Belangrijkste wijziging is dat de pacht van los land wordt geliberaliseerd.<br />

Op pacht van los land voor een periode van 6 jaar of korter is het dwingende pachtrecht inzake pachtprijsbeheersing,<br />

bescherming pachter ter zake continuïteit overeenkomst en voorkeursrecht niet van toepassing. Op een pachtovereenkomst<br />

van los land voor een periode langer dan 6 jaar is het pachtprijsbeheersingssysteem wel van toepassing. Anders dan onder<br />

het oude recht, waar eenzelfde verpachter eenzelfde stuk land slechts voor een aaneengesloten periode van 12 jaar kan<br />

verpachten zonder dat het dwingende recht van toepassing is, wordt het nu mogelijk dat hetzelfde stuk land meerdere malen<br />

tussen dezelfde partijen wordt verpacht.)<br />

Onomkeerbaar groen<br />

In dit scenario wordt op twee manieren zorg gedragen voor een onomkeerbare groene en open Boterhuispolder:<br />

• Het scenario laat voldoende ruimte aan de agrariërs in het gebied om ook op lange termijn hun bedrijfsvoering te kunnen<br />

uitoefenen.<br />

• vergroting van natuurwaarden en cultuurhistorische kwaliteiten in het gebied draagt bij aan provinciale doelstellingen van<br />

het gebied. Beschermende maatregelen vanuit de Provincie en Rijk beschermen de polder op de lange termijn<br />

Toegankelijkheid<br />

In dit scenario wordt de toegankelijkheid van de polder alleen letterlijk vergroot door enkele boerenlandpaden te<br />

introduceren. Daarnaast worden de mogelijkheden voor beleving van het gebied verbeterd door de Zijldijk autoluw te maken<br />

en Nieuwe Weg voor auto’s af te sluiten. Hierdoor worden ook betere (en veiligere) omstandigheden voor fi etsers gecreëerd.<br />

Informatiepanelen en vogelobservatieposten completeren dit scenario.<br />

29


30 Grutto


Varianten<br />

Voor het voorgestelde scenario ‘Natuur en landbouw hand in hand’ zijn de volgende varianten denkbaar:<br />

• Behalve de gemeente zou bijvoorbeeld ook Staatsbosbeheer de gronden in eigendom kunnen krijgen. Om dit werkbaar<br />

te houden zouden er echter niet teveel voorwaarden aan het beheer gesteld moeten worden en moet uiteraard ook<br />

van langdurige pacht worden uitgegaan.<br />

• Om de geomorfologische en aardkundige waarden van de veenkreken te behouden kunnen ook bestaande sloten<br />

worden verbreed in plaats van de originele veenkreken.<br />

• Naast enkele boerenlandpaden is ook een uitgebreider netwerk van (fi ets)paden denkbaar zoals in de discussie tijdens<br />

het tweede werkatelier is besproken waarbij cultuurhistorie en weidevogels maatgevend blijven.<br />

Uitwerkingsopgaven<br />

Specifi eke opgaven waar nadrukkelijk aandacht aan moet worden besteed wanneer dit scenario gekozen wordt zijn:<br />

• Uitwerken van de juridische regeling van een grondbank met langdurige pachtcontracten.<br />

• Welke beperkingen levert dit scenario op voor agrarische bedrijfsvoering in de toekomst? Kan het zijn dat het aantal<br />

koeien per hectare bijvoorbeeld aan maxima worden gekoppeld.<br />

• Een studie naar herinrichting en herverdeling van de kavels zodat agrarisch verkeer op openbare weg achterwege kan<br />

blijven.<br />

uitgesteld maaibeheer<br />

31


Boterhuispolder 2030<br />

Beste Francien<br />

Je wist dat we altijd al mooi woonden aan de rand van het<br />

Groene Hart maar de laatste jaren is het steeds mooier geworden.<br />

We kunnen nu prachtig die mooie polder in fietsen<br />

waar we vroeger allen heen en weer fietsten op de Zijldijk tussen<br />

alle auto’s. Van het weekend nog is Kees met de kinderen<br />

naar de boer Berend geweest waar je met de lammetjes mocht<br />

knuffelen. De kleine was er niet weg te slaan.<br />

Als je een keer langs komt fietsen we ook door naar de haven.<br />

Daar kunnen we dan een bootje huren en zeilen we plassen<br />

op. Met mijn zeillessen achter de rug moet dat nu wel lukken.<br />

En kunnen we als we terug komen gaan we lekker eten bij het<br />

havenrestaurant.<br />

We maken snel een afspraak.<br />

Groetjes<br />

Elleke<br />

32<br />

collage vertrekpunten van het werkatelier


4.4 SCENARIO: DE POLDER IN!<br />

Voorheen was de titel van dit scenario ‘Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en water’. Gedurende het proces is de nadruk echter steeds meer<br />

op de recreatieve toegankelijkheid komen te liggen, in plaats van de mogelijkheden en combinaties met water. Het scenario<br />

speelt immers niet specifi ek in op ligging aan de Kagerplassen. Door deze ontwikkeling en dus verandering van de inhoud is<br />

er voor gekozen om de titel te wijzigen in : De polder in!<br />

Visie<br />

In dit scenario staan de mensen centraal. Mensen uit de regio moeten de polder kunnen beleven en erin kunnen recreëren<br />

om zo de relatie tussen polder en de <strong>Leiderdorp</strong>ers (en Leidenaren) te verstevigen met behoud van het agrarische<br />

en cultuurhistorische karakter. Naast educatie, waarmee de kennis over de polder wordt vergroot wil dit scenario de<br />

gebruikswaarde van de polder vergroten. Zo gaat de polder (weer) onderdeel uit gaat maken van het collectieve geheugen<br />

van de mensen uit de regio. ‘Onze Boterhuispolder!’ Zo worden onder andere nieuwe voet- en fi etspaden en kanoroutes<br />

ontwikkeld om de gebruikswaarde van de polder te verbeteren en de beleving te verhogen. Men kan straks de polder in.<br />

Dit scenario zet zo breed in om met het verhogen van de gebruikswaarde de polder onomkeerbaar groen te maken, immers<br />

het verbeteren van de relatie zorgt voor waardering en bescherming. Bekend maakt hier bemind.<br />

Inrichting- en beheersmaatregelen<br />

Boeren als basis voor de polder<br />

Het agrarische karakter van de Boterhuispolder is een basiskwaliteit die tot in de lengte van jaren gewaarborgd moet worden.<br />

Het ervaren van het open grasland, met de koeien en schapen is een steeds zeldzamer wordende kwaliteit. Een bijna<br />

verborgen kwaliteit omdat de polder niet in het collectieve geheugen van de <strong>Leiderdorp</strong>er en Leidenaar is te vinden. Het is<br />

een polder die nauwelijks toegankelijk is voor de stedeling. Alleen vanaf de randen (de Zijldijk en de Leidseweg) heeft men in<br />

de huidige situatie zicht op de polder.<br />

Het is belangrijk om de gebruikswaarde van de polder voor de stedeling te laten toenemen, zodat de kwaliteiten van de<br />

polder door alle burgers worden onderkend. Dit betekent niet dat de polder wordt volgestopt met recreatiemogelijkheden. Er<br />

wordt onderscheid gemaakt in twee zones:<br />

• Het uitloopgebied: Het gebied tussen de Nieuwe Weg en de wijk Leyhof wordt een uitloopgebied voor de stedeling.<br />

Een groen gebied direct aansluitend op de stad waar men kan wandelen, fi etsen, spelen, een rondje met de hond<br />

maken etc. Dit gebied wordt beheerd en geëxploiteerd door een zogenaamde verbrede boer, wiens verdiensten<br />

niet zozeer uit productie komen, maar uit andere inkomsten zoals recreatie, natuur, educatie en de verkoop van<br />

streekproducten.<br />

• Het verbreed agrarisch landschap: In het noordelijke deel van de polder is volop ruimte voor productie-boeren<br />

(melkveehouders) en ligt de nadruk op extensieve vormen van recreatie en neveninkomsten.<br />

Het uitloopgebied<br />

In de zone tussen <strong>Leiderdorp</strong> en de Nieuwe Weg vervalt dus de primaire agrarische productiefunctie. Specifi ek dit deel van<br />

de polder wordt weliswaar agrarisch beheerd, maar is gericht op beleving van de polder en de beleving van het agrarische<br />

gebruik.<br />

Het mozaïek patroon van het landschap is hier aanleiding om diverse soorten beheer toe te passen. Verruiging en vernatting<br />

van verschillende delen waardoor nieuwe natuur ontstaat wordt gecombineerd met het houden van kleinvee (bijvoorbeeld<br />

schapen). Hoog opgaande beplanting wordt vermeden in verband met de weidevogels en zicht op het landschap.<br />

Recreatie gaat hier samen met natuur. Een netwerk van paden doorkruist het gebied en waar mogelijk wordt de verbinding<br />

met de bestaande stad gezocht. De paden kruisen waar mogelijk de provinciale weg om aan te takken op het bestaande<br />

stedelijke netwerk; vooral de relatie met de Leyhof is van belang. Naast wandelen is er ruimte voor trimmen, fi etsen,<br />

skeeleren, kanoën, etc. De paden in dit gebied zijn het hele jaar toegankelijk.<br />

In de zuidoost hoek is ruimte voor een nieuwe ‘boerderij’ die naast het beheer ook de uitvalsbasis vormt voor recreatieve<br />

activiteiten. Afhankelijk van de verbrede boer (de exploitant) is de boerderij het startpunt voor activiteiten in de<br />

Boterhuispolder, zoals paardrijden, kanovaren, boerengolf etc. (een beperkte variant op ‘het Geertje’). Naast de recreatieve<br />

functie zal (natuur)educatie een belangrijke functie vormen van de boerderij.<br />

De reeds bestaande uitspanning ‘de Zijlstroom’ kan zich ook tot een uitvalsbasis voor recreatieve activiteiten ontwikkelen.<br />

Aansluitend bij de roeivereniging kan worden onderzocht of hier mogelijkheden zijn voor een kano-verhuur en/of<br />

aanlegsteiger voor boten.<br />

33


34<br />

DE POLDER IN!


Verbreed agrarisch landschap<br />

In het deel van de polder ten noorden van de Nieuwe Weg behouden de agrariërs hun functie om het landschap open en<br />

groen te beheren. Het mozaïeklandschap biedt hier aanleiding om lage percelen te vernatten en de ruimte te geven aan<br />

natuurontwikkeling. Samen met de bestaande natuurmaatregelen die de boeren nemen (bijvoorbeeld uitgestelde maaidatum)<br />

ontstaat in dit deel van de polder zo een gebied met een aangename ruimtelijke diversiteit, dat inspeelt op de bestaande<br />

landschappelijke karakteristiek. Een gebied dat zowel ruimte biedt aan de beleving van agrarische productie als aan<br />

weidevogels.<br />

In dit scenario worden boeren actief gestimuleerd om hun activiteiten te verbreden. Naast een breder inkomen moet dat<br />

specifi ek de beleving van de <strong>Leiderdorp</strong>ers op het platteland verbeteren. Dat vraagt ook om promotie van deze verbreding<br />

(bijvoorbeeld de verkoop streekproducten of thee schenkerij) in de Leidse regio. Dit geeft stedelingen een doel om de polder<br />

in te gaan en haar unieke kwaliteiten te beleven. Eventueel vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing kan worden ingezet<br />

ten behoeve van deze doeleinden.<br />

De oude Veenkreken worden in dit scenario royaal verbreed in combinatie met natuurlijke oevers en rietzones. Door deze te<br />

combineren met wandelpaden (onverhard), visstekken en routes voor kano’s (met overdraagplekken naar andere kanoroutes)<br />

zijn deze nieuwe functies goed landschappelijk ingepast. Een van de kreken loopt door tot de stadsrand en vormt daarmee<br />

een prachtige verbinding. Onderzocht moet worden of de kreken breed genoeg zijn (of gemaakt kunnen worden) om ruimte<br />

te bieden aan boten van de roeivereniging.<br />

De paden moeten in het uiteindelijke inrichtingsplan zo gelegd worden dat grote weidevogelgebieden niet verstoord worden.<br />

In het werkatelier wordt de discussie gevoerd of de (struin-)wandelpaden alleen buiten het broedseizoen toegankelijk moeten<br />

zijn (zoals in het scenario ‘natuur en landbouw hand in hand’). Omdat de beleving en gebruikswaarde uitgangspunt vormt van<br />

dit scenario is daar niet voor gekozen. Het blijft wel nadrukkelijk een mogelijke variant binnen dit scenario.<br />

Verkeersoverlast Nieuwe Weg en Zijldijk<br />

Om het doorgaand autoverkeer over de Nieuwe Weg te verminderen, wordt de weg getransformeerd tot fi etspad. Door de<br />

weg het uiterlijk van een breed fi etspad (2-richtingen) mee te geven wordt de mentale barrière om deze weg als automobilist<br />

te gebruiken, verhoogd. Het fi etspad blijft wel toegankelijk voor het agrarische verkeer (t.b.v. boerderijen aan de Zijldijk)<br />

De verkeerssituatie aan de Zijldijk is problematisch. Het autoverkeer en de parkeerproblemen zijn hier in het weekend<br />

behoorlijk groot. Met het vergroten van de recreatieve potenties in het gebied zal de verkeersdruk op de Zijldijk alleen maar<br />

toenemen. In het huidige profi el moet naast recreatief verkeer (wandelaars en fi etsers) ook ruimte zijn voor agrarisch verkeer,<br />

auto’s en parkeren. In het atelier wordt de suggestie gedaan om in het weekend betaald parkeren in te stellen langs de<br />

Zijldijk en de opbrengsten te stoppen in een gebiedsfonds voor de Boterhuispolder. Daarnaast is gesproken over het mogelijk<br />

aanleggen van een apart voet/fi etspad naast de bestaande weg. Hoe de verkeersproblematiek aan te pakken op de Zijldijk is<br />

in ieder geval een vraag die nader onderzoek vereist.<br />

Rondje Boterhuispolder<br />

In aanvulling op bovenstaande paden en routes wordt ook het rondje Boterhuispolder geïntroduceerd. Het ontbreken hiervan<br />

in de huidige situatie wordt als een groot gemis ervaren. In dit scenario wordt daarom rondom de polder een fi ets-wandelskeelerpad<br />

gelegd. Aansluitend op de bestaande Zijldijk wordt aan de noordzijde van de polder een kortsluiting gemaakt<br />

richting de Leidseweg. Het pad is verhard en voldoende breed voor wandelaars en fi etsers.<br />

Daarnaast kan worden onderzocht of het mogelijk is een onverharde berm naast dit pad te maken zodat de route ook<br />

geschikt wordt voor paarden indien daar behoefte aan is. De lengte van het rondje 7 kilometer maakt het tot een fl inke<br />

wandeling en een uitstekend trimrondje. Voor fi etsers is aansluiting op andere netwerken (met pontjes richting Kaagsocieteit<br />

en Rozenpad) gewenst.<br />

Langs de route buitenom worden informatie borden geplaatst om de passanten te wijzen op de kwaliteiten van het landschap.<br />

35


36<br />

referentiebeeld vlonderpaden door het landschap


Onomkeerbaar groen<br />

Het garanderen van de onomkeerbaarheid van de open groene polder is te gieten in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke<br />

afspraken en dat zal ook nodig zijn. De essentie van dit scenario is echter het vergroten van de betrokkenheid van de<br />

gewone burger bij de polder.<br />

Bij de Leidenaar en <strong>Leiderdorp</strong>er zal de waardering voor de polder toenemen als de gebruikswaarde er van toeneemt. Nu<br />

is de Boterhuispolder een polder die nauwelijks toegankelijk is voor de stedeling. De waarde van de polder wordt slechts<br />

door belangengroeperingen onderkend. Het is belangrijk om de gebruikswaarde van de polder voor de stedeling te laten<br />

toenemen. Het maken van een recreatieve zone maakt dat iedereen de schoonheid van de polder kan ervaren zodat dit<br />

onderdeel gaat uitmaken van het collectieve geheugen….Het is onze mooie open groene polder.<br />

Als alle burgers het belang en de waarde van de openheid weten te waarderen, zal deze in de toekomst niet meer snel ter<br />

discussie komen te staan.<br />

Daarnaast wordt in dit scenario in de volgende maatregelen voorzien om de polder open en groen te houden:<br />

De Boterhuispolder moet aangemerkt worden als Parel van het Groene Hart. Een status die zij alleen al gezien het unieke<br />

verkavelingspatroon waard is. Over deze parels in het Groene Hart mag in de toekomst geen discussie meer zijn! Daarmee<br />

moet het groen en de agrarische bestemmingen met hoge cultuurhistorische waarde voldoende zijn om speculanten buiten<br />

de deur te houden.<br />

Tevens wordt ook in dit scenario een grondbank opgezet met de boeren en andere grondeigenaren (zoals de gemeente)<br />

als bestuurders. Samen staan ze sterk voor een groen en open Boterhuispolder. De gemeenschappelijke eigenaren sluiten<br />

vervolgens een verdrag met gemeentes, pachters, Van Ade, het Hoogheemraadschap Rijnland en de provincie waarbij wordt<br />

aangehaakt aan regionaal en nationaal beleid om de polder open en groen te houden.<br />

Toegankelijkheid<br />

De toegankelijkheid krijgt in dit scenario een grote impuls. Direct gekoppeld aan <strong>Leiderdorp</strong> ontstaat een dicht netwerk voor<br />

verschillende mobiliteiten. Een verhard pad rond de polder biedt wandelaars, skeeleraars en fi etsers veel mogelijkheden.<br />

Zeker wanneer dat onderdeel uitmaakt van regionale netwerken. De struinpaden en kanoroutes (met overdraagplekken)<br />

langs de kreken vormen hierop een belangrijke aanvulling. Het idee wordt geopperd om paden in kwetsbaar gebied te<br />

voorzien van sloten aan weerszijden zodat betreden van het grasland onmogelijk wordt.<br />

Varianten<br />

Voor het voorgestelde scenario ‘De Polder In!’ zijn de volgende varianten mogelijk:<br />

• Naast ruimte voor kano’s kan er ook ruimte zijn voor fl uisterboten in de Boterhuispolder.<br />

• Naast de getekende kreken is het goed denkbaar meer water in de Boterhuispolder te realiseren. Daarbij kan het<br />

water de Dwarswetering door middel van een handbedienbaar sluisje in verbinding worden gebracht met de kreken in<br />

de Boterhuispolder.<br />

• Zoals eerder vermeld is het goed denkbaar één of meerdere paden in het broedseizoen af te sluiten ten bate van de<br />

weidevogels.<br />

• In het scenario is de Nieuwe Weg grens van het uitloopgebied gebruikt. Het is echter ook denkbaar de Nieuwe Weg te<br />

verwijderen en een grillige rand tussen beiden aan te brengen gevormd door de historische verkaveling waarmee recht<br />

wordt gedaan aan de structuur van het landschap.<br />

Uitwerkingsopgaven<br />

Specifi eke opgaven waar nadrukkelijk aandacht aan moet worden besteed wanneer dit scenario gekozen wordt zijn:<br />

• Nadere studie naar de grondbank. Uitzoeken of het mogelijk is eenmalig een bedrag in de grondbank te stoppen om<br />

zo de polder onomkeerbaar groen te maken. De polder zou hierbij wellicht als pilot voor LNV kunnen dienen;<br />

• Nadere studie voor de locatie van de paden in het gebied boven de Nieuwe Weg zodat de grote<br />

weidevogelbroedgebieden niet worden verstoord. Hierbij kan de optie voor ruiterpaden worden meegenomen;<br />

• Aandacht voor de mogelijkheden van de overheid om verbreding van de landbouw stimuleren. Hierbij de mogelijkheid<br />

van beweiding van paarden van particulieren meenemen als vorm van verbreding;<br />

• Detailstudie naar de wijze waarop de Zijldijk moet worden ingericht om ruimte te bieden aan de verschillende<br />

(recreatieve) verkeersstromen op termijn;<br />

• Onderzoeken of het mogelijk is het verbrede oude krekenpatroon geschikt te maken voor roeiboten van o.a. de<br />

roeivereniging Asopos de Vliet?<br />

37


38<br />

5PLEITNOTA’S


5.1 TOETSINGSCRITERIA<br />

In het vorige hoofdstuk zijn de drie verschillende toekomstscenario’s voor de Boterhuispolder geschetst. Het toetsen van<br />

deze scenario’s vindt plaats in de komende hoofdstukken. In dit hoofdstuk zijn de voors en tegens bij elk scenario gebundeld<br />

in zogenaamde pleitnota’s, zoals verwoord door de deelnemers aan het derde werkatelier.<br />

Door de gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> zijn de volgende randvoorwaarden/toetsingscriteria meegegeven bij de start van dit<br />

traject. Een scenario voor de Boterhuispolder;<br />

• biedt de garantie dat de Boterhuispolder ook op lange termijn een groen en open polderlandschap blijft, zonder<br />

bebouwing;<br />

• maakt het gebied beter toegankelijk voor extensieve recreatie (bijvoorbeeld wandelen, fi etsen, kanoën);<br />

• verlaagt het waterpeil niet, tenzij de autonome maaivelddaling daarom vraagt;<br />

• brengt geen grotere daling van het maaiveld met zich mee dan de autonome maaivelddaling van dit veenweidegebied;<br />

• zorgt voor een minder ‘harde’ overgang tussen stad en platteland;<br />

• respecteert en behoudt zoveel mogelijk de cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten van de Boterhuispolder;<br />

• is zo mogelijk verenigbaar met bestaande plannen voor het Teylingse deel van de Boterhuispolder, voor zover dit niet<br />

strijdig is met de <strong>Leiderdorp</strong>se wensen en eisen;<br />

• is niet strijdig met wetgeving en relevant beleid van gemeente, provincie en rijk;<br />

• is fi nancieel en organisatorisch haalbaar.<br />

Zowel in de startbijeenkomst als in de bijeenkomst waarin de pleitnota’s voor de verschillende scenario’s zijn bedacht, zijn<br />

de toetsingscriteria verder aangevuld door de verschillende deelnemende partijen in de ateliers. Deze uitgebreide lijst met<br />

criteria vormde de basis voor de discussie over de voor en nadelen van de verschillende scenario’s, die zijn samengevat in<br />

de zogenaamde pleitnota’s in dit hoofdstuk<br />

Om de pleitnota’s goed te kunnen vergelijken, zijn de criteria gebundeld onder een vijftal kopjes.<br />

De uitgebreide lijst met randvoorwaarden/toetsingscriteria ziet er als volgt uit<br />

Een toekomstscenario voor de Boterhuispolder:<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Behoudt het groene en open karakter (weidsheid) van de polder;<br />

• Biedt de garantie van een onomkeerbare groenzone: de garantie op een groene en open Boterhuispolder op de lange<br />

termijn;<br />

• Voegt geen nieuwe bebouwing toe in de polder<br />

• Zorgt voor een goede stadsrand naar de polder.<br />

39


Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• Respecteert en behoudt zoveel mogelijk cultuurhistorische waarden (o.a. de Karolingische verkaveling);<br />

• Behoudt en ontwikkelt de landschappelijke waarden en voorkomt negatieve effecten die de identiteit aantasten (o.a. de<br />

veenkreken);<br />

• Respecteert en behoudt zoveel mogelijk ecologische waarden (vooral de weidevogels (broedvogels en trekvogels) en<br />

rustgebied);<br />

• Zorgt dat er geen verlaging van het waterpeil plaatsvindt (niet meer dan door autonome maaivelddaling nodig is) en<br />

dat er niet meer dan autonome bodemdaling plaatsvindt;<br />

• Zorgt dat er geen aantasting van de grondwaterkwaliteit en het grondwaterpeil plaatsvindt;<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• Behoudt het agrarische karakter van de polder (de koe in de wei);<br />

• Draagt zorg voor levensvatbaarheid en duurzaamheid van agrarische bedrijfsvoering;<br />

• Verbetert de waardering voor agrarische werkzaamheden.<br />

40


Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• Vergroot de beleving van de polder door (stedelijke) recreanten;<br />

• Verbetert de toegankelijkheid voor extensieve recreatie;<br />

• Biedt een oplossing voor de verkeersoverlast op de Zijldijk en de Nieuwe Weg;<br />

• Verbetert de mogelijkheden voor educatie over het gebied en de polders;<br />

• Vergroot de recreatieve toegankelijkheid voor iedereen.<br />

Ligging ligging Boterhuispolder<br />

Polder Achthoven in<br />

regionaal in regionaal recreatienetwerk<br />

verband<br />

Legenda<br />

Bestaand:<br />

Fietsroutes<br />

Bestaande fietspaden<br />

Boerenlandpad<br />

Pont of brug<br />

Gepland:<br />

Fietspadenplan provincie 2006<br />

Fietsplan ‘96 voormalige vervoersregio Rijnen<br />

Bollenstreek<br />

Pont of brug<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Is fi nancieel uitvoerbaar;<br />

• Is organisatorisch haalbaar;<br />

• Is verenigbaar met de plannen van de gemeente Teylingen en het relevante Provinciale en Rijks- beleid;<br />

• Heeft draagvlak bij grondeigenaren.<br />

De argumentatie voor of tegen een scenario is in het derde werkatelier door de deelnemende partijen op papier gezet.<br />

Enkele argumenten zijn in slotbijeenkomst verder aangevuld. Achter een aantal argumenten is door de atelierleiding een *<br />

geplaatst. Dit betekent dat er in de ogen van de atelierleiding sprake is van onvoldoende onderbouwing van het argument,<br />

danwel dat het niet duidelijk is of niet begrepen wordt. Ook is een * geplaatst wanneer het niet ging om een argument<br />

maar om een (niet onderbouwde) mening. Daarnaast is achter sommige argumenten een ** geplaatst. Dit betekent dat de<br />

argumentatie in strijd is met wat door een expert in het volgende hoofdstuk wordt beweerd.<br />

41


5.2 SCENARIO GOLFEND AGRARISCHE LANDSCHAP<br />

5.2.1 PLEITNOTA VÓÓR<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Een golfbaan is een goede buffer tegen de verstedelijking van de Boterhuispolder waardoor de polder open en groen<br />

blijft, want:<br />

o Een golfbaan kent een hoog investeringsniveau waardoor een andere functie geen bestaansrecht heeft;<br />

o De groene bestemming is privaatrechtelijk veiliggesteld wat veel meer garantie geeft dan een<br />

bestuursrechtelijke bestemming in een bestemmingsplan. (Omdat dat politiek bepaald wordt en dus elke vier<br />

jaar kan wisselen);<br />

o Het scenario zet in op een verweving van functies: landbouw, (nieuwe) natuur, golf, extensieve recreatie en<br />

stedelijk uitloopgebied.<br />

• Landgoederen leveren een belangrijke bijdrage het landschap, omdat:<br />

o De randen van het gebied die gevoelig zijn voor verrommeling worden vastgelegd;<br />

o Een extra economische drager wordt geïntroduceerd;<br />

o Tegemoet wordt gekomen aan de vraag van enkele grondeigenaren, waardoor draagvlak voor de gebiedsvisie<br />

wordt verkregen bij deze grondeigenaren. Hiermee krijgen de grondeigenaren waardering voor het jarenlang in<br />

stand houden van het landschap tegen een laag rendement; *<br />

o Door de constructie met een grondbank waarvoor fi nanciële middelen worden gegeneerd door middel van<br />

landhuizen, krijgen de agrariërs bestaanszekerheid voor de lange termijn. ** (Van Keulen en van Zutphen)<br />

Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• Een golfbaan kent een duurzaam beheer waardoor verrommeling en verwaarlozing van het landschap niet aan de orde<br />

zal zijn;<br />

• Een golfbaan levert nieuwe (anders dan bestaande) natuur op door natuurbouw en natuurbeheer waarbij gewerkt<br />

wordt volgens Europese richtlijnen van de Golffederatie: ‘committed to green’;<br />

• De hoofdlijn van de historische verkaveling blijft overeind en de historische veenkreken worden versterkt;<br />

• In het noordelijke deel van de polder krijgen weidevogels alle ruimte.<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• Het scenario kan werkgelegenheid opleveren, wat voor de bestaande boeren een belangrijke neveninkomst kan zijn.<br />

• Een golfbaan vraagt een intensief beheer wat samen met andere functies (o.a. horeca en leraren) tot circa 15<br />

arbeidsplaatsen op kan leveren;<br />

• Het agrarische karakter blijft rond de golfpercelen gehandhaafd als beheerlandbouw;** (LEI)<br />

• Ten noorden van de golfbaan is ruimte voor economisch vitale bedrijven. ** (LEI)<br />

Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• Het scenario verbetert de recreatieve mogelijkheden van het gebied;<br />

• Het scenario laat zich moeiteloos combineren met andere wensen ten aanzien van natuur en recreatie uit de andere<br />

scenario’s (zoals wandelpaden, natte natuur, boerenlandpaden en observatiehutten);<br />

• Het verkeersprobleem van de Nieuwe Weg vervalt door het opheffen van deze verbinding. Voor de Zijldijk wordt<br />

het probleem opgelost door daar een fi ets- en bestemmingsverkeer functie aan toe te kennen. Bundeling van de<br />

watersport in het noorden levert geen probleem op wanneer een nieuwe ontsluiting wordt gerealiseerd.<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Financieel uitvoerbaar mits de grondprijs realistisch is;<br />

• Organisatorisch uitvoerbaar, omdat er een club is en er een markt is voor golf, maar ook voor landgoederen. Zo zijn er<br />

verschillende exploitanten geïnteresseerd.<br />

42


5.2.2 PLEITNOTA TEGEN<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Bij introductie van een golfbaan en zeker bij een niet fi nancieel renderende golfbaan bestaat het risico dat andere niet<br />

groene functies in de polder worden geïntroduceerd (zoals woningbouw). Met een clubhuis, parkeerplaats en verlichte<br />

driving range is de basis gelegd;<br />

• Landgoederen in het noorden van de polder zijn in strijd met het doel om de polder open te houden.<br />

• Het scenario golf vraagt om een tot 1,40 m geaccidenteerd terrein wat de openheid van het landschap aantast *<br />

Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• De cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden gaan verloren en zijn nooit meer te herstellen:<br />

o Het verkavelingspatroon wordt verstoord en op sommige plekken kapot gemaakt;<br />

o Het agrarische veenweide karakter verdwijnt op de plek van de golfbaan en verschuift naar het noorden.<br />

• De aanleg van de golfbaan verstoort het geheel van de Boterhuispolder die bepaald wordt door ecologische,<br />

landschappelijk en cultuurhistorische waarden. Het geheel, de som der delen is weg;<br />

• De waterkwaliteit verandert door dempen van watergangen en vergraven van het terrein evenals door andere inrichting<br />

en beheer; ** (Jol)<br />

• Om het hele jaar de baan bespeelbaar te houden (nodig voor exploitatie) zal het waterpeil moeten worden verlaagd<br />

aangezien ophoging door de slechte grond nauwelijks mogelijk is. Waterpeilverlaging dreigt, waardoor inklinking van<br />

veen wordt veroorzaakt;** (Jol)<br />

• De weidevogels worden door golf in (vrijwel) de hele polder verstoord. Ter plaatse van de golfbaan wordt de biotoop<br />

vernietigd.<br />

• Het creëren van natuurwaarden met een ‘ecologische golfbaan’ is op zijn minst discutabel;*<br />

• Lichtvervuiling door driving range;<br />

• Het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij golf is erg intensief: dit geeft een risico voor het grond- en oppervlakte<br />

water.** (Jol)<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• De verkaveling wordt door de golf functie te versnipperd voor agrarisch gebruik.<br />

Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• De polder wordt ingericht ten bate van een kleine doelgroep. Hiermee privatiseert de polder die van de hele regio is;<br />

• Het gebied wordt weliswaar beter toegankelijk maar de karakteristieke polder is weg;<br />

• Er is nieuwe verkeersoverlast te verwachten op de wegen die naar het golfcomplex leiden. *<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Het scenario is fi nancieel niet haalbaar, omdat het niet realistisch is de gronden voor de golffunctie tegen agrarische<br />

waarden te verwerven; ** (Van Keulen en van Zutphen)<br />

• Een golffunctie is in strijd met het beleid van de gemeente Teylingen en de provincie;<br />

• Compensatie van natuur die verloren gaat (wettelijk verplicht) is niet mogelijk. Voor de aanleg van de HSL was dit al<br />

een groot probleem. *<br />

• Met de plannen voor een golfbaan in het gebied kom je niet meer in aanmerking voor provinciale en rijkssubsidies voor<br />

de verbetering van het landschap. *<br />

• De realisatie van landgoederen op het grondgebied van de gemeente Teylingen is niet waarschijnlijk.<br />

• Het maken van een golfbaan gaat niet samen met de realisatie van een Ecologische Hoofdstructuur en het<br />

Belvedèrebeleid. *<br />

• Het scenario voldoet aan geen van de door de gemeenteraad opgestelde criteria. ** (diverse experts)<br />

43


5.3 SCENARIO NATUUR EN LANDBOUW HAND IN HAND<br />

5.3.1. PLEITNOTA VÓÓR<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Het scenario draagt zorg voor het behoud van openheid, het groen en de agrarische functie, in combinatie met de<br />

belevingswaarde;<br />

• Er is veel aandacht voor het open karakter van de polder;<br />

• De hele polder kan als buffer worden gezien waardoor de ‘afronding van de stadsrand’ dus niet nodig is.<br />

Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• De unieke fl ora en fauna (met name de aanwezigheid van de vele weidevogels) wordt behouden en versterkt;<br />

• In dit scenario wordt de toekomst voor cultuur-historische, natuur- en agrarische waarden het beste gegarandeerd..<br />

Cultuurhistorie, natuur en agrarische bedrijven zijn niet los van elkaar te zien. Haal één van de elementen weg dan<br />

blijft er weinig over van wat het gebied zo waardevol maakt Daarom is de som der delen van de drie genoemde<br />

waarden, gezamenlijk veel meer waard dan ieder deel op zichzelf;<br />

• De waterkwaliteit en het waterpeil worden in dit scenario gegarandeerd (er zijn slechts geringe aanpassingen).<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• Het geeft een goede toekomst voor de beheerders van het landschap, de agrariërs, en deze krijgen op hun beurt<br />

positieve waardering, wat het geheel uiteindelijk versterkt;<br />

• Het is in meerdere opzichten het meest duurzame scenario. Omdat dit scenario de beheerders van het gebied het<br />

meeste plezier in het werk geeft, het beste uitzicht op een redelijk inkomen. Vanuit dat plezier en die beloning is een<br />

langdurige instandhouding gegarandeerd.<br />

Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• Er is hier aandacht voor educatie: de oorspronkelijkheid van het gebied moet blijven: “hier liggen de wortels van het<br />

bestaan in deze streek”;<br />

• Beleving van het gebied vindt vooral plaats vanaf de randen. De beleving is goed mogelijk zonder het gebied te<br />

verstoren;<br />

• Extensieve recreatie wordt met mate toegepast.<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Dit scenario biedt de beste basis ** (gemeente Teylingen)voor de samenwerking met de gemeente Teylingen.<br />

Teylingen (de raad) heeft zich meerdere malen expliciet uitgesproken voor in stand houding van de agrarische invulling<br />

van de polder;<br />

• Financieel is dit het meest aantrekkelijke en best **(van Keulen en van Zutphen) haalbare scenario. Er zijn geringe<br />

investeringen nodig en men loopt geringe risico’s. Het scenario is aantrekkelijk voor subsidies voor verbetering van het<br />

agrarisch cultuurlandschap in het Groene Hart;<br />

• Het heeft de grootste **(van Keulen en van Zutphen) kans op het verkrijgen van subsidies. De Provincie Zuid Holland<br />

kent diverse subsidie regelingen in verband met het versterken van Groene Hart kwaliteit;<br />

• Dit scenario is het best verenigbaar met rijks- en provinciaal beleid; *<br />

• Breed draagvlak (zowel politiek als maatschappelijk); *<br />

• De gemeente kan zonder al teveel belemmeringen de eerste stappen zetten.<br />

44


5.3.2. PLEITNOTA TEGEN<br />

Deze pleitnota werd door de groep ‘verbeterpunten’ genoemd, omdat niemand nu echt tegen natuur en de bestaande agrariër<br />

is.<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Het verzoek van de raad was in eerste instantie om zorg te dragen voor een ‘zachte’ overgang. Dit scenario voorziet<br />

hier niet in;<br />

• Wanneer nieuwe geriefhoutbosjes worden aangepland, kan dit de openheid aantasten (= hoger dan 1,60 m). En ook<br />

bestaat het risico dat, wanneer het te hard groeit, roofvogels aangetrokken worden die weer een bedreiging vormen<br />

voor de weidevogelpopulatie.** (ecoloog Royal Haskoning)<br />

Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• Het verbreden van kreken kan ook leiden tot het verdwijnen van natuurwaarden langs de oevers en de<br />

cultuurhistorische bodemopbouw. Wanneer er teveel kreken worden verbreed, wordt de geomorfologie teveel<br />

aangetast. Waarom wordt er niet voor gekozen om de gegraven sloten te verbreden?<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• De (juridische) bescherming van natuurwaarden kan belemmeringen veroorzaken voor de uitoefening van agrarische<br />

werkzaamheden;<br />

• In dit scenario is geen goede economische drager om het gebied te kunnen behouden. ** (LEI)<br />

Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• Het scenario kent onvoldoende verbetering van extensieve recreatie. De stedeling wordt onvoldoende aangemoedigd<br />

om het gebied te beleven;<br />

• Vogelaars kunnen een verkeeraantrekkende werking hebben. *<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Er is nu geen goede privaatrechtelijke basis voor de lange termijn (voor wat betreft de eigendom van de gronden);<br />

• Bij aandacht voor natuur zal er altijd geld bij moeten;*<br />

• De realisatie van een grondbank is moeilijk haalbaar. Er is namelijk wel geld voor nodig en ook is een en ander<br />

afhankelijk van de bestaande grondposities; ** (Van Keulen en van Zutphen: haalbaarheid grondbank in alle scenario’s<br />

gelijk)<br />

• De polder is in dit scenario niet toegankelijk genoeg voor de gemeente Teylingen?<br />

45


5.4 SCENARIO DE POLDER IN!<br />

5.4.1 PLEITNOTA VÓÓR<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Door de zone ‘verbreed agrarisch landschap’ is, is er bescherming voor de soorten die rust en openheid nodig hebben<br />

(zeker bij afsluiting in broedseizoen);<br />

• Het scenario biedt de beste buffer tegen verstedelijking door enerzijds een openbaar uitloop gebied als buffer waar<br />

veel mensen van genieten en waar geïnvesteerd is. Anderzijds door verbeteren van de beleefbaarheid met als gevolg<br />

waardering voor het boerenland ten noorden daarvan.<br />

Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• Het scenario heeft een goede combinatie met de zone ‘uitloopgebied’ en de zone ‘verbreed agrarisch landschap’ (goed<br />

voor natuurbehoud en weidevogels);<br />

• Op deze wijze bescherm je tevens de cultuurhistorische waarden en agrarisch gebruik (omdat er weinig veranderingen<br />

plaatsvinden);<br />

• Het voorgestelde mozaïekbeheer benadrukt het bestaande kavelpatroon en versterkt de natuurwaarden<br />

• Kreken verbreden geeft de mogelijkheid om het verhaal van het ontstaan van het landschap te vertellen (maar<br />

de morfologie wordt wel vernield). Optie is om de bestaande watergangen (gegraven) te verbreden: maak deze<br />

toegankelijk voor recreanten en tast geomorfologie niet aan. Daarbij gevolgen voor weidevogels eerst goed in beeld<br />

brengen;<br />

• Er is steeds meer vraag naar waterbergingsgebieden. Dit levert mogelijk fi nancieringsmogelijkheden op.<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• De agrariër en koe blijven in gehele polder aanwezig. Zij hebben een actieve rol in het beheer van de totale polder<br />

Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• De noodzaak tot het creëren van groene randen rond de stad voor recreatief gebruik is groot. Mensen recreëren in drie<br />

zones:<br />

o Stadszones (massa en consumptie);<br />

o Kinderboerderijen (minder);<br />

o Natuurbelevingszone (nog minder).<br />

• Deze zones zijn herkenbaar in dit scenario.<br />

• Grotere bereikbaarheid stad-platteland met als gevolg:<br />

o Verbeteren beleving;<br />

o Draagvlak voor het open houden;<br />

o Versterken van de kwaliteiten.<br />

• Ontspannen dichtbij huis (beperkt de ongewenste verkeersstromen, je hoeft immers niet meer naar elders). Sluit aan<br />

bij het Groene Hart beleid en urgentieprogramma Randstad. Kan voorbeeld aanpak zijn voor deze programma’s;<br />

• Uitbreiding recreatieve routes;<br />

• De polder wordt toegankelijk voor een brede groep mensen;<br />

• het regionale recreatieve netwerk verbetert. Zo krijgt het Lange Afstand Wandelpad (LAW) hiermee doorgang.<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Voor dit criterium werden geen argumenten aangedragen.<br />

46


5.4.2 PLEITNOTA TEGEN<br />

Openheid en onomkeerbaar groen<br />

• Het scenario biedt geen duurzame garantie dat polder open en groen blijft; *<br />

• In dit scenario is het gebied tussen Oude Spoorbaan en Nieuwe Weg de buffer; de hele polder zou de buffer moeten<br />

zijn (maak geen halve keuze).<br />

Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />

• Voor dit criterium werden geen argumenten aangedragen.<br />

Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />

• Voor dit criterium werden geen argumenten aangedragen.<br />

Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />

• In de groep worden zijn twee tegenstrijdige meningen op dit punt:<br />

o De een vraagt zich af of de eis van recreatie wel legitiem is? Er is geen noodzaak voor recreatie. Men gaat naar<br />

de Houtkamp en de duinen; *<br />

o De ander vindt juist dat er te weinig recreatie in dit scenario is opgenomen;*<br />

• De geplande natuureducatieve functie (infocentrum) is een concurrent van het (nieuwe) MEC in Houtkamp.<br />

Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />

• Het scenario is gebaseerd op een bestuursrechtelijke regeling en dus omkeerbaar (want aan politieke verandering<br />

onderhevig); het is juridisch steviger om het privaatrechtelijk te regelen;<br />

• Er is in dit scenario te weinig verwevenheid tussen de verschillende functies en dus weinig maatschappelijk draagvlak<br />

voor dit scenario;*<br />

• Het fi nanciële draagvlak bij de grondeigenaren voor dit scenario ontbreekt (er is sprake van kapitaalvernietiging, onder<br />

andere door vernatting van percelen en inkomstenderving); ** (Van Keulen en van Zutphen)<br />

• Het beleidsmatige draagvlak in Teylingen voor dit scenario ontbreekt (er wordt geen waarde op hun grondgebied<br />

toegevoegd); ** (gemeente Teylingen)<br />

• Een aantal belangrijke (goede) onderdelen uit dit scenario kunnen goed ingepast worden in het scenario natuur en<br />

landbouw; de ruimte en grond is schaars, dit moet worden gedeeld met meer functies;<br />

• Betaald parkeren is geen oplossing (kost qua handhaving meer dan dat het opbrengt);<br />

• Instandhouding van het gebied (in dit scenario wordt er van uitgegaan dat de gemeente dit doet) is organisatorisch niet<br />

haalbaar voor gemeente.*<br />

47


48<br />

6EXPERT<br />

JUDGEMENT


Om de scenario’s voor verschillende aspecten op waarde te schatten is de hulp ingeroepen van enkele experts. Hen is<br />

gevraagd de drie scenario’s vanuit hun deskundigheid te bestuderen en van hun expert judgement te voorzien. Hen is<br />

gevraagd de effecten van de scenario’s te benoemen en waar mogelijk een voorkeur aan te geven. Verder zijn zij gevraagd<br />

ook bij gemiste kansen aanbevelingen te formuleren. Zij hebben als deskundige buitenstaander hun objectieve oordeel<br />

gegeven.<br />

6.1 LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE<br />

Bestaande waarden.<br />

De Boterhuispolder is een waardevolle veenweidepolder. De Boterhuispolder maakt deel uit van het gebied Oud Ade<br />

en de Kagerplassen, dat globaal begrensd wordt door de Ringvaart van de Haarlemmermeer, Warmond, <strong>Leiderdorp</strong> en<br />

Rijpwetering. De waarden zijn gebaseerd op een zeer oude verkaveling die vermoedelijk stamt uit de Karolingische tijd (ca<br />

800 na Chr.). De kavels zijn grillig gevormd door aanwezige en verdwenen kreekgeulen. Er is veel open water. Kades en<br />

wegen zijn bochtig. Er is van oudsher enig verspreide bebouwing aanwezig. Er waren vroeger vele windmolens, hiervan<br />

resteert onder meer de Boterhuismolen.<br />

Het gebied heeft een ander karakter dan de rest van het veenweidegebied in het Groene Hart, dat gekenmerkt wordt door<br />

rechte en vaak lange percelen. Volgens het Platform Landschap en Cultuurhistorie heeft het gebied “Oud Ade” vergeleken<br />

met andere gebieden in het Groene Hart een topkwaliteit (Borger, Haartsen en Vesters, 1997). Als we het gebied vergelijken<br />

met andere gebieden die onder deze categorie vallen (delen van de Alblasserwaard en van de Krimpenerwaard, Utrechtse<br />

Venen, polder de Ronde Hoep) dan valt een bijzonderheid op. Er is geen ‘topkwaliteit’ polder in het Groene Hart die zo<br />

aan de voorkant van een stadsrand ligt als de Boterhuispolder. Dat wil zeggen: er kijken vele stedelingen vanuit Leyhof en<br />

Merenwijk direct vanuit hun huis uit over een ‘top’ veenweidepolder.<br />

Wat zijn de kwaliteiten in de Boterhuispolder:<br />

• Aanwezigheid van oude bebouwing en de Boterhuismolen.<br />

• Aanwezigheid van de oude kronkelende waterlopen en onregelmatige kavelgrenzen.<br />

• De polariteit tussen enerzijds het drukke Zijllint in het westen en de rustige Zijp zonder infrastructuur, in het<br />

noordoosten.<br />

• Toegang en zicht op het veenweidegebied en op het agrarische grondgebruik.<br />

• Flora en fauna die behoort bij het landgebruik in de veenweiden.<br />

• Grootschalige openheid en daarbinnen, op microschaal, kleinschalige variatie (kronkelende sloten, afwisselende<br />

oevers et cetera).<br />

• Donkere plek in de nacht en relatieve stilte.<br />

Reactie op de modellen:<br />

A Golfend agrarisch landschap<br />

Dit model bestaat eigenlijk uit drie lagen die los van elkaar kunnen worden beschouwd: een golfgebied, een patroon van<br />

villa’s langs de randen en een grote haven met hiervoor een nieuwe wegontsluiting.<br />

Het golfgebied creëert een tweedeling in de polder. Dit geldt in ieder geval voor de golfbanen die zullen opvallen in het<br />

veenweidelandschap. Mogelijk geldt het ook voor de percelen landbouwgrond tussen de golfbanen die als beheersgebied<br />

anders gaan ontwikkelen dan het agrarische noordelijke deel van de polder. Dit laatste is op basis van de informatie niet in te<br />

schatten.<br />

• Een tweedeling tast de eenheid van de polder aan. De mate waarin dit gebeurt hangt af van de precieze inrichting. Bij<br />

voorkeur: vermijdt het.<br />

• Het argument dat golfterreinen het landschap onomkeerbaar groen houden is pas aan de orde wanneer dit de laatste<br />

optie zou zijn om het groen te houden. Vanuit de cultuurhistorie heeft landbouwkundig gebruik een veel grotere waarde<br />

dan golf. Golf zal ten koste gaan van het originele karakter van het open veenweide landschap.<br />

• Als het wel moet dan geldt als positief dat de golfbaan in het deel van de polder geprojecteerd is met relatief de<br />

laagste historisch- landschappelijke waardering, provincie Zuid Holland) namelijk hoog in plaats van zeer hoog.<br />

De golfpercelen passen binnen de oude verkaveling. De ‘karolingische’ begrenzingen kunnen met begeleidende informatie<br />

voor bezoekers mogelijk beter zichtbaar worden gemaakt. Ze kunnen als het ware het verhaal vertellen van deze bijzondere<br />

verkaveling. We verwachten echter dat de invloed van de golfpercelen onmiskenbaar groot zal zijn op de beleving van<br />

de agrarische verkaveling. Er ontstaat een nieuw landschap met een eigen kwaliteit op deze plekken dat niet vanuit<br />

cultuurhistorie gemotiveerd kan worden.<br />

De golfbanen maken het mogelijk om recreatiepaden het gebied in te leggen. Dit is positief maar het gaat gepaard met een<br />

verandering van het karakter van de polder.<br />

49


De villa's die in het model worden voorgesteld nivelleren de verschillen die er nu bestaan langs de randen van de polder.<br />

Het verschil tussen de drukke Zijldijk en de oostzijde met minder verkeer en bebouwing zal verdwijnen. Als er noodzaak is<br />

tot bebouwing in een van de modellen is het beter hier een expliciete inrichtingsdiscussie van te maken. Er moet ingegaan<br />

worden op vragen als: Hoe veel is er nodig? Moet dit langs de randen? Of op boeren erven? Of in een bebouwingscluster dat<br />

ergens een plek kan krijgen? Vanuit landschap en cultuurhistorie heeft het de voorkeur om geen bebouwing in deze omvang<br />

in de polder toe te laten . Als het wel moet dan is bijvoorbeeld, de wijze waarop dit gebeurt is rond de roeivereniging, beter<br />

dan de hier voorgestelde spreiding langs de randen.<br />

De weg die wordt aangelegd naar een nieuwe haven nivelleert de verschillen die er zijn tussen de oost en de westzijde<br />

van de polder. Bovendien wordt de weg geprojecteerd op of langs een kadestructuur die volgens de cultuurhistorische<br />

waardenkaart van de provincie Zuid Holland een hoge waarde heeft. Kan een haven niet beter dicht bij de weginfrastructuur<br />

worden aangelegd?<br />

B Natuur en landbouw hand in hand<br />

In dit scenario is vooral sprake van behoud. Hier wordt er positief en beschermend met de cultuurhistorische waarden<br />

omgegaan. Echter als de kwaliteiten van een landschap niet gezien mogen worden kan de samenleving er ook moeilijk<br />

waarde aan geven. Draagvlak voor cultuurhistorie hangt dan ook samen met toegankelijkheid. Angst voor alle verstoring van<br />

natuurwaarden is daarvoor geen goede drijfveer. Enige verstoring en verandering van bestaande waarden kan gemotiveerd<br />

worden vanuit de wens om het cultuurhistorische landschap beter beleefbaar te maken<br />

Een enkele opmerking over de invulling:<br />

1. Natuur op enkele lage plekken kan tot variatie en tot versterking van natuurwaarden leiden. Geadviseerd wordt<br />

de plaats en ontwikkeling van natuur niet alleen hydrologisch (functie volgt peil) maar ook landschappelijk en<br />

cultuurhistorisch te beschouwen, zodat versnippering wordt voorkomen. Mogelijk valt er wat te schuiven waardoor<br />

landschappelijke structuren (bijvoorbeeld een kreek of juist een oude agrarische boerderij ) worden versterkt door de<br />

gerichte ontwikkeling van natuurwaarden. Bij keuze voor dit scenario moeten kortom de plekken voor natuurwaarden<br />

nader worden overwogen.<br />

C De Polder In!<br />

Vanuit cultuurhistorisch en landschappelijk oogpunt heeft de visie die achter dit scenario zijn mijn voorkeur.<br />

Immers het landschap is niet alleen oud maar ook een duurzaam cultuurgoed. De bodemdaling in de Boterhuispolder is<br />

beperkt vergeleken met andere delen van het groene hart. En ondanks langdurige verstedelijking vanuit Leiden en in de<br />

nabije Bollenstreek is de polder nog altijd agrarisch en nagenoeg onbebouwd. Dit creëert een verantwoordelijkheid naar de<br />

toekomst. Cultureel erfgoed kan met bovenregionale wetten en subsidies beschermt worden maar beter is het wanneer de<br />

kwaliteiten door inwoners van het gebied gedragen worden en behoud door hun wordt verlangd. Dit draagvlak kan ontstaan<br />

door gebruik van het landschap en door directe inzet van mensen (vrijwilligers, donateurs). De nabijheid van stad en<br />

veenweidepolder is hierbij meer een kans dan een bedreiging.<br />

Kortom de fi losofi e achter het scenario ‘De polder in!’ sluit aan bij een betere toegankelijkheid van cultuurhistorische<br />

waarden. Over de invulling zijn enkele opmerkingen te maken:<br />

1. De Nieuwe Weg oogt nu als een moderne lijn een historisch landschap. Enigszins vergelijkbaar met de<br />

hoogspanningslijn. Door de Nieuwe Weg als grens te gaan aanhouden voor functieveranderingen wordt een<br />

tweedeling bewerkstelligd van de Boterhuispolder. Het is denkbaar dat de polder straks pas ervaren wordt vanaf<br />

de Nieuwe weg, in noordelijke richting. En dat het deel ten zuiden van de Nieuwe weg een soort stadsrandpark<br />

wordt. Dit verwachten we aangezien de nabijheid van de N445, de stadsrand en de hoogspanningslijn, zodanige<br />

omgevingsinvloeden betekenen dat subtiele verschillen in grondgebruik hier niet zullen opvallen. Bij de inrichting van<br />

dit gebied tussen N445 en Nieuwe weg, zal de neiging ontstaan om grote landschappelijke verschillen te maken met<br />

voldoende belevingswaarden. Recreanten die het veenweidegebied willen bezoeken zullen mogelijk de wens hebben<br />

om vooral meer noordelijk door de Boterhuispolder te lopen. Is het mogelijk om een recreatiestrook uit te werken die<br />

meer in noord zuid richting ligt?<br />

2. Ook voor dit model geldt wat bij model B is beschreven voor verspreide natuurpercelen. Ontwikkeling kan mogelijk<br />

ook aansluiten bij te ontwikkelen landschappelijke structuren of bij recreatiestructuren. Ook bij keuze voor dit scenario<br />

moeten kortom de plekken voor natte natuurwaarden nader worden overwogen.<br />

50


Enkele algemene opmerkingen over de modellen:<br />

• Informatie over cultuurhistorische en archeologische waarden is niet gedetailleerd aanwezig. Archeologische sporen<br />

kunnen overal gevonden worden. In de vervolgstappen om te komen tot een gebiedsvisie moet hier nader onderzoek<br />

naar worden gepleegd.<br />

• In de modellen is de omgang met kreken niet specifi ek gedifferentieerd uitgewerkt. Bij de uitwerking tot een<br />

gebiedsvisie moet gekozen worden in het brede scala van mogelijkheden. Van een verbreding met enkele tot tientallen<br />

meters ten behoeve van grotere (roei)boten. Of gaat het om een brede ecologische, landschappelijke en recreatieve<br />

zone maken van bijvoorbeeld 50 meter breed met riet en broedplaatsen? Het zichtbaar maken van de kreken met<br />

rietkragen is aantrekkelijk vanuit cultuurhistorisch perspectief. Een kronkelende duidelijke zichtbare kreek met een<br />

natuurlijk karakter zal het bijzondere karakter van deze polder versterken.<br />

Frank Stroeken<br />

Landschapsarchitect<br />

Royal Haskoning<br />

6.2 LANDBOUW<br />

Algemene opmerkingen<br />

Een eerste opmerking m.b.t. de voorliggende scenario’s betreft de vraag of ze in deze vorm onderscheidend genoeg zijn.<br />

Het lijkt mij dat er een 4 e scenario nodig is, waarin elementen uit de 3 nu voorliggende alternatieven gecombineerd worden.<br />

Ik constateer dat die vraag nu nog niet aan de orde is, maar het lijkt me dat die vraag in het vervolg van het proces wel<br />

nadrukkelijk aandacht behoeft. Maar dat is uiteraard aan de gemeente als opdrachtgever<br />

Een andere algemene opmerking vooraf is dat in alle scenario’s impliciet uitgegaan wordt van de bereidheid en kunde<br />

van de zittende agrariërs in het gebied om het verbrede ondernemer-schap in te vullen zoals dat geschetst wordt. Onder<br />

verbrede landbouw versta ik hier zowel agrarisch natuurbeheer als recreatie, zorg etc. Naar mijn verwachting zullen de<br />

huidige agrariërs in de Boterhuispolder daar een eind in mee kunnen gaan, maar het zal toch vooral van goed overleg met<br />

hen af hangen of ze in staat en bereid zijn om dat gewenste verbrede ondernemerschap in te vullen. In die zin zou ik hier<br />

een hernieuwd pleidooi willen houden voor een Veenweidepact voor het gebied (hoe dat dan ook ingevuld wordt), zodat de<br />

zittende agrariërs onder hun eigen voorwaarden mee kunnen werken aan de gekozen en gewenste ontwikkelingen.<br />

Ik mis overigens in de scenario’s de analyse voor de(on-)mogelijkheden voor de agrarische sector op een wat grote regionale<br />

schaal. Daarvoor heeft het LEI wel gepleit in haar recente rapport over de toekomstmogelijkheden voor de landbouw in de<br />

Boterhuispolder en de Achthovenerpolder. Het lijkt erop alsof er nu vooral gekeken is naar mogelijkheden voor de zittende<br />

bedrijven in de polder zelf. Als dat zo is zou de analyse m.i. wat te beperkt zijn.<br />

Aanbeveling mijnerzijds zou zijn om deze analyse alsnog te plegen en te bezien wat dat voor effect heeft op de scenario’s<br />

die nu voorliggen.<br />

51


Laatste algemene opmerking is dat het mij in de diverse scenario niet helemaal duidelijk of het voornemen is om alle<br />

grond op te kopen en in een grondbank onder te brengen of alleen bepaalde gronden die bijvoorbeeld in bezit zijn van de<br />

gemeente. Dat maakt uiteraard wel wat uit voor de fi nanciering en de organisatie van het een en ander. Het is naar mijn<br />

mening een illusie om alle grond in de polder op te kopen en opnieuw uit te geven aan de diverse functies. Een kleine<br />

rekensom leert dat als alle 250 hectare grond in de polder opgekocht wordt tegen agrarische waarde (ligt momenteel op zo’n<br />

30.000 Euro per hectare gemiddeld), er 7,5 miljoen Euro aan opkoop van grond besteed dient te worden. Dat is een fors<br />

bedrag Bovendien zal de grond van het BPF en het RCOAK waarschijnlijk een veel hoger bedrag op moeten brengen. Het is<br />

de vraag waar al dat geld vandaan moet komen en of de betrokken actoren bereid zijn om dat geld op tafel te leggen. Ik heb<br />

daar eerlijk gezegd mijn twijfels bij.<br />

Golfend Agrarisch Landshap<br />

V.w.b. de scenario’s zelf zou ik in het onderstaande in eerste instantie in willen gaan op scenario 1: Golfend Agrarisch<br />

Landschap. In dit scenario is geprobeerd om de wens van de gemeenteraad om nadrukkelijk naar de mogelijkheden voor<br />

een golfbaan te kijken te integreren in de bredere gebiedsontwikkelingen en -mogelijkheden. Het scenario gaat m.i. wel<br />

wat ver door in het gebied naast de golfbaan ook nog nieuwe landgoederen in het noorden van de polder te introduceren,<br />

die dan deels de kosten van de aankoop van de grond op moeten brengen. Los van de kosten van de aankoop van de<br />

grond (zie mijn opmerking daarover hierboven) zal het effect van die nieuwe landgoederen op de productie-mogelijkheden<br />

en –omstandigheden van de agrarische bedrijven in de polder naar mijn mening substantieel zijn (problemen over<br />

geluidsoverlast, stank, etc). Het is de vraag hoe daar door betrokkenen mee omgegaan zal worden, maar de ervaring leert<br />

dat de agrarische sector in mogelijke confl ictsituaties dan meestal het onderspit delft.<br />

Naar mijn mening zal de landbouw in de Boterhuispolder in dit scenario weinig bestaans-mogelijkheden meer hebben.<br />

Sowieso raakt ze het optimale gebruik van de grond in het zuiden van de polder kwijt omdat daar ten zuiden van de golfbaan<br />

geen melkkoeien meer geweid kunnen worden. De afstand tot de melkstal wordt dan te groot en bovendien vormt de<br />

golfbaan dan een ruimtelijke barrière met de rest van het bedrijf.<br />

Daarnaast kan wel gemakkelijk gesteld worden dat de golfbaan een buffer is tegen verdere oprukking van rode functies,<br />

maar het is de vraag of dat zo is. Als de ‘rode functies’ het gebied intrekken in de vorm van de golfbaan en de nieuwe<br />

landgoederen, dan zal het heel moeilijk worden om andere rode functies tegen te houden. Tenzij het grondgebruik in de rest<br />

van de polder planologisch gezien ijzersterk vastgelegd wordt. Maar het is m.i. de vraag of dat dan nog lukt.<br />

De agrarische sector zou inderdaad het beheer van de golfbaan voor haar rekening kunnen nemen, maar de verwachting dat<br />

dat 5 arbeidsplaatsen op kan leveren is naar mijn mening wat aan de hoge kant.<br />

Natuur en landbouw hand in hand<br />

Overgaand naar scenario 2: Natuur en Landbouw hand in hand ben ik van mening dat dit scenario de meeste kansen biedt<br />

voor de huidige en toekomstige landbouw in het gebied.<br />

Het agrarisch natuurbeheer staat hierbij centraal en daar zijn onder een aantal voorwaarden voor langere tijd belangrijke<br />

aanvullende inkomsten uit te halen bovenop de doorgaande inkomsten vanuit de melk. Ook de in dit scenario voorziene<br />

schaalvergroting v.w.b. het agrarisch natuurbeheer kan hierbij als positief gezien worden voor de agrarische sector.<br />

Het is naar mijn mening de vraag of het verstandig is om in dit scenario ook een natuur-beherende organisatie het gebied in<br />

te halen. Boeren zijn naar mijn mening heel goed in staat om ook de wat nattere natuur te beheren en de ANV Ade zou hier<br />

ook best een belangrijke rol bij kunnen spelen. Het zou m.i. goed zijn om hierover ook als betrokken gemeenten het gesprek<br />

met de ANV Ade te openen.<br />

De opmerking bij de reacties op dit scenario dat er in dit geval geen goede economische drager is om het gebied te kunnen<br />

onderhouden kan ik niet helemaal plaatsen. Die econo-mische drager zou dan toch de agrarische sector in en om de polder<br />

zijn? En dat die onder voorwaarden best een goede toekomst heeft in het gebied is, hoop ik, wel duidelijk geworden uit het<br />

voornoemde LEI-rapport. Wanneer hierover goede en duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden in de vorm van een<br />

Veenweidepact voor het gebied en er wordt planolo-gische duidelijkheid geboden over het langere termijn agrarische gebruik<br />

van het gebied, dan zou de agrarische sector m.i. wel degelijk de bedoelde economische drager kunnen zijn.<br />

52


De polder in!<br />

Scenario 3: ’De polder in!’ beperkt naar mijn mening weer de gebruiks-mogelijkheden van de grond in de polder voor de<br />

landbouw, maar dan wel minder dan in scenario 1. Ik constateer dat de productielandbouw in dit scenario toch aardig<br />

ingeperkt wordt, zowel in het uitloopgebied als in de zone ‘verbreed agrarisch landschap’. In het uitloopgebied lijkt me<br />

dat logisch, maar waarom zou in het verbreed agrarisch landschap niet wat meer ruimte voor produktie-landbouw kunnen<br />

blijven? Als daar ook verbreed moet worden, dan blijft er wellicht te weinig ruimte over om nog op een effi ciënte wijze melk<br />

te produceren. De vraag is dan of het verlies aan die kant gecompenseerd kan worden door winst uit het natuurbeheer.<br />

Ik verwacht dat dit in dit scenario niet helemaal tegen elkaar op zal wegen, waardoor er per saldo sprake is van<br />

inkomensverlies voor de betrokken agrariërs. Maar als dat dan weer op een andere manier gecompenseerd wordt, is dat<br />

wellicht ook overkomelijk.<br />

De opmerking in de pleitnota ‘tegen’ bij dit scenario dat er hier sprake zou zijn van te weinig verwevenheid tussen de<br />

verschillende functies begrijp ik niet helemaal. Ik zie landbouw en natuur hier juist goed samengaan en ook het versterken<br />

van de recreatieve toegankelijkheid van het gebied kan een bijdrage leveren aan het inkomen van boerenbedrijven. Het<br />

rondje Boterhuispolder ziet er aantrekkelijk uit en wellicht kunnen agrariërs langs de route daarvan profi teren door een<br />

hogere omzet van hun verbredingsactiviteiten.<br />

Conclusie<br />

Alles overziende lijkt het me niet gemakkelijk om vanuit een overweging van alle betrokken belangen een goede keuze<br />

te maken tussen de scenario’s. Vanuit het perspectief van de agrarische sector in het gebied zou scenario 2 naar mening<br />

de voorkeur dienen te krijgen. Wellicht zou dat dan aangevuld kunnen worden met elementen uit scenario 3. De keuze is<br />

uiteraard aan de raad. Ik wens haar veel sterkte en wijsheid in het verdere proces.<br />

Theo Vogelenzang<br />

Landbouw Economisch Instituut<br />

6.3 ECOLOGIE<br />

Huidige natuurwaarde algemeen<br />

De Boterhuispolder is een typisch agrarisch gebruikt poldergebied op laagveen in het Groene Hart. Dit blijkt duidelijk uit<br />

de voorkomende plantensoorten. De plantensoorten die in de Boterhuispolder zijn aangetroffen (gegevens van voor 2000)<br />

behoren voornamelijk tot ecotopen van voedselrijke omstandigheden. Daarmee is de botanische waarde van de polder<br />

laag. Dit is in een overwegend agrarisch gebruikt poldergebied op laagveen in het Groene Hart natuurlijk niet verwonderlijk.<br />

Wel komen er in en aan de sloten een aantal soorten voor die gebonden zijn aan hoge(grond)waterstanden. De sloten en<br />

oevers zijn ten opzichte van de percelen relatief soortenrijk, al gaat het ook hier om (vrij) algemene soorten als Gele plomp,<br />

Drijvend fonteinkruid en Grote waterweegbree. Het meest bijzonder zijn de volgende soorten: Zwanenbloem, Krabbenscheer<br />

53


en Dotterbloem, die op een enkele plek zijn aangetroffen. In de sloten worden geen bijzondere vis- of amfi bieën of<br />

ongewervelden aangetroffen. Wel waargenomen zijn de volgende algemene soorten: Tiendoornige stekelbaars, Gewone pad<br />

en Bruine kikker.<br />

Bijzondere of meer zeldzame zoogdiersoorten komen in de Boterhuispolder niet voor. Wel zijn er vleermuisgegevens<br />

beschikbaar, al is het niet duidelijk of de waargenomen soorten (alle) in de Boterhuispolder zijn waargenomen of dat de<br />

waarnemingen komen uit het tegelijk geïnventariseerde gebied even ten zuidoosten van <strong>Leiderdorp</strong>. In totaal zijn er zes<br />

vleermuissoorten foeragerend aangetroffen, waarvan de Meervleermuis het meest bijzonder is. (Redactie: de paragraaf<br />

ecologie is gebaseerd op informatie van het natuurloket, waarbij alle bijzondere zoogdiersoorten die zijn aangetroffen bij<br />

formele waarnemingen zijn weergegeven)<br />

Gedurende de winterperiode pleisteren er, naast enkele andere soorten, vooral diverse ganzen- en eendensoorten in de<br />

Boterhuispolder. Voor geen van deze watervogelsoorten wordt echter de zogenaamde 1% norm overschreden. Daarmee is<br />

de Boterhuispolder voor geen van de waargenomen soorten, een belangrijk gebied. Met een gemiddeld seizoensmaximum<br />

van 60 individuen, is de Boterhuispolder voor de Krakeend relatief gezien, nog het meest van belang (ééntiende deel van<br />

de 1% norm). Voorts zijn het voornamelijk Grauwe gans, Kuifeend, Meerkoet en Waterhoen die in het gebied met enkele<br />

tientallen individuen per soort overwinteren.<br />

De Boterhuispolder ontleent zijn natuurwaarde met name aan de broedende weidevogels. In het noordelijk deel van<br />

de polder zijn in het kader van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer een tweetal beheerpakketten afgesloten.<br />

Ondanks dat de dichtheid aan broedende weidevogels niet erg hoog is, is op de betreffende percelen (30 paar kritische<br />

weidevogelsoorten) het aantal echter zo hoog dat in beide gevallen voldaan wordt aan de pakket-instapeisen. Over aantallen<br />

in het zuidelijk deel van de Boterhuispolder zijn geen gegevens beschikbaar. Wel blijkt uit telgegevens uit een andere bron<br />

dat ook hier (kritische) weidevogels broeden. Genoemd worden: Grutto, Tureluur, Zomertaling en Slobeend.<br />

(Bronnen Sovon en SAN telgegevens)<br />

Over relatie tussen weidevogels en de hoogspanningsleiding valt niets te zeggen omdat er geen telgegevens bekend zijn<br />

voor het zuidelijk deel. Los van het feit of je dit mogelijke effect kan scheiden van effecten als gevolg van ander beheer,<br />

bodemtype o.i.d. Hierover kan op basis van de gegevens niets worden gezegd en is een studie op zich.<br />

Scenario’s in relatie tot de huidige natuurwaarden<br />

Algemeen kan worden gesteld dat de natuurwaarden van het gebied op zich laag zijn. De waarde die het gebied heeft<br />

ontleend het volledig aan de aanwezige kritische weidevogels, al komen deze ook niet in heel hoge dichtheden voor. Het<br />

belang van het gebied voor weidevogels is direct gekoppeld aan het agrarische gebruik. Van weidevogels is bekend, dat<br />

deze gevoelig zijn voor verstoring door passerende recreanten. Over de afstand tot waar weidevogels recreanten als<br />

verstorend ervaren doen verschillende getallen de ronde. Die afstand hangt zeker ook samen met de mate van voor de<br />

vogels voorspelbaarheid van het gedrag van de recreanten. Zo zullen doorgaande fi etsers eerder als minder verstorend<br />

worden ervaren dan wandelaars die regelmatig stil staan.<br />

Voorts blijkt dat wat zich aan natuur in het gebied bevindt, gebonden is aan de sloten en natte oevers.<br />

De ontwikkeling van kreken in meer of mindere mate voor recreatiedoeleinden, hetgeen in alle scenario’s in zeker<br />

mate terugkomt hoeft niet in te druisen tegen de doelstelling aangaande de weidevogels. In sommige scenario’s is<br />

aangegeven dat in de broedtijd de toegang van de kreken verboden is maar bovendien zal zich langs de oevers, mits<br />

voorzien van voldoende brede ondiepe zone, een aaneengesloten, opgaande vegetatie ontwikkeling van helofyten die<br />

de visuele verstoring voor weidevogels voldoende wegnemen. Vanwege dit laatste valt zelfs de afsluiting van het gebied<br />

in de broedtijd, te heroverwegen. Dit is vooral ook van belang gedurende de wintermaanden wanneer zich in de polder<br />

ganzen- en eendensoorten verzamelen. Het maaien dient dan ook gefaseerd te gebeuren, zodat niet alle vegetatie overal<br />

tegelijkertijd weg is en de verstoring vanaf het water maximaal is. De oeverzone kan zich ontwikkelen tot broedbiotoop van<br />

allerlei rietvogels, die de soortenrijkdom aan vogels van het gebied ten goede komt. Een goed ontwikkelde oeverzone komt<br />

eveneens ten goede aan allerlei vis- en amfi bieënsoorten, plantensoorten en vleermuizen (uitbreiding foerageergebied).<br />

Voor alle scenario’s geldt dat de ontwikkelingen langs de directe rand, niet leiden tot verstoring van bestaande<br />

natuurwaarden. De vergelijking hierna richt zich dan ook specifi ek op de ontwikkelingen meer binnenin de Boterhuispolder.<br />

54


Golfend agrarisch landschap<br />

De aanleg van de golfbanen leidt ter plaatse tot een geheel ander landschap waar de huidige natuurwaarden geen plek<br />

zullen vinden. Grosso modo kan worden gesteld dat het hele gebied ten zuiden van de noordelijke begrenzing van de<br />

golfbanen, verdwijnt als weidevogelgebied door verstoring en vernietiging van geschikt biotoop, maar mogelijk ook vanwege<br />

de noodzakelijke aanpassingen aan de waterhuishoudkundige inrichting. In de omvorming van het gebied is het wel<br />

mogelijk om biotopen voor allerlei watergebonden fl ora en fauna in te passen c.q. te versterken evenals het ontwikkelen van<br />

moeraszone’s.<br />

De padenstructuur in het noordelijk deel van de Boterhuispolder is zo intensief, dat dit zeker zal leiden tot verstoring van<br />

weidevogels en overwinterende vogels.<br />

Ontwikkeling van de kreken voor recreatie hoeft op zich niet te leiden tot (toename van) verstoring, mits er een voldoende<br />

ondiepe oeverzoen wordt aangelegd waarin zich een opgaande vegetatie kan ontwikkelen (Zie voorts Landbouw en natuur<br />

hand in hand).<br />

De ontwikkeling van landhuizen zal gepaard gaan met de ontwikkeling van opgaand groen. Dit vormt in redelijk omvang een<br />

geschikte biotoop voor Kraaien en Eksters en Wezels en mogelijk Vossen om als uitvalsgebied te dienen voor het prederen<br />

van eieren en kuikens van weidevogels.<br />

De havenlocatie wordt niet ingeschat als verstorend, al dient bij de uitwerking ervan wel rekening te worden gehouden met<br />

het tegengaan van lichtvervuiling (vooral van belang voor vleermuizen).<br />

Landbouw en natuur hand in hand<br />

Dit scenario zet duidelijk het meest in op het behoud en uitbreiding van de huidige natuurwaarden. Zoals eerder aangegeven<br />

worden die met name bepaald door de aanwezigheid van de weidevogels. Het scenario speelt in op de gevoeligheid van<br />

weidevogels voor (visuele) verstoring.<br />

Voor het gebruik van de boerenlandpaden geldt feitelijk iets soortgelijks als voor de kreken. De padendichtheid door het<br />

gebied is zeer laag. Naar alle waarschijnlijkheid is de visuele verstoring van wandelaars minimaal. Wat echter wel een<br />

probleem zal kunnen vormen, zijn loslopende honden die de percelen in kunnen gaan. Indien goede handhaving mogelijk is<br />

op het verbod op loslopende honden, dan valt ook hier de afsluiting van het gebied in de broedtijd, te heroverwegen.<br />

Vernatting van lage delen kan zeker bijdragen aan de doelstelling van weidevogelgebied.<br />

Het weghalen van grote bomen met het idee dat hiermee uitvalsposten van roofvogels wegvallen en dat daarmee de predatie<br />

van eieren en kuikens van weidevogels verdwijnt, is een illusie. Bovendien bestaan er, voor zover bekent, geen specifi eke<br />

gegevens over de predatiedruk door roofvogels in de Boterhuispolder. De predatie gebeurt vooral ook door vogelsoorten<br />

als Kraai, Reiger en Ekster. Deze soorten hebben geen grote bomen nodig als uitvalspost. Bovendien vormen de grote<br />

bomen mogelijk een belangrijk onderdeel van de foerageerroute (en het foerageergebied) van vleermuizen. Het nut van het<br />

weghalen van grote bomen wordt hier niet onderschreven.<br />

Het ontwikkelen van geriefhoutbosjes echter, dient tot een minimum te worden beperkt omdat deze juist schuilgelegenheid<br />

geeft aan allerlei roofdieren (waaronder de hierboven genoemde vogels) die het op weidevogels voorzien hebben.<br />

Een status voor het gebied als Vogelrichtlijngebied is niet realistisch. Die aanwijzingen zijn reeds gedaan. Er kunnen er<br />

op dit moment geen aan worden toegevoegd. Mocht dit op de langere termijn wel mogelijk zijn, dan is het zeker niet de<br />

verwachting dat in het gebied de 1%-norm voor enige soort wordt overschreden (het gebied heeft waarschijnlijk een te klein<br />

oppervlak) noch zal het behoren tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor een bepaalde soort binnen Nederland.<br />

Hiermee wordt niet voldaan aan de twee aanwijzingscriteria.<br />

55


De Polder In!<br />

Voor het uitloopgebied zal in vergelijkbare zin gelden dat hier de natuurwaarden in de vorm van weidevogels zullen<br />

verdwijnen, voornamelijk vanwege de voorziene omvorming van het landgebruik. Het is niet zondermeer de verwachting dat<br />

de voorgestane omvorming ten goede komt aan weidevogels. Vooral ook omdat deze zone voorts toch vooral op recreatief<br />

vlak intensief gebruikt gaat worden, wat samen zal gaan met verstoring. De omvorming kan wel de diversiteit in het gebied<br />

ten goede komen.<br />

De vele onverharde voetpaden door het extensieve gebied doorkruisen de delen waar relatief veel weidevogels zitten, al is<br />

de verwachting inpassing mogelijk moet zijn (zonder verdere afscherming of iets dergelijks) zonder dat dit gepaard gaat met<br />

verstoring op de weidevogels. Het afsluiten van enkele van deze struinpaden in het broedseizoen, verdient, ondanks dat dit<br />

geen onderdeel vormt van het scenario, zeker aanbeveling.<br />

Ook hier zal vernatting van lage delen zeker bijdragen aan de doelstelling van weidevogelgebied.<br />

Ontwikkeling van de kreken voor recreatie hoeft op zich niet te leiden tot (toename van) verstoring, mits er een voldoende<br />

ondiepe oeverzoen wordt aangelegd waarin zich een opgaande vegetatie kan ontwikkelen (Zie voorts Landbouw en natuur<br />

hand in hand). Het gebruik van de kreken dient verder niet al te zeer te worden geïntensiveerd, bovenop de mogelijkheid van<br />

kanoën. Gemotoriseerd vaarverkeer leidt tot opwerveling, oeverafslag en vernietiging van onderwatervegetatie. Dit alles leidt<br />

tot afname van de (potentiële) natuurkwaliteit in het water en aan de oever.<br />

Conclusie<br />

Het scenario Golfend agrarisch landschap leidt tot de meeste aantasting van de natuurwaarden, gevolgd door De Polder In!.<br />

Het scenario Landbouw en natuur hand in hand sluit het meest aan bij het behoud van de huidige natuurwaarden. In alle drie<br />

de scenario’s zijn er kansen om natuurwaarden te ontwikkelen. Deze zijn vooral gebonden aan de sloten en kreken met hun<br />

oeverzone’s.<br />

Tom van den Broek<br />

Ecoloog<br />

Royal Haskoning<br />

6.4 GOLF<br />

Als het van belang is het groene karakter van de Boterhuispolder voor lange termijn te waarborgen, dan is de aanleg<br />

van een golfbaan, vooral in het zuidelijk deel, een goed middel om dat te realiseren. De golfbaan zal een buffer vormen<br />

tegen opdringende verstedelijking. Het ruime open groene karakter en het feit dat het golfgebied zichzelf economisch kan<br />

bedruipen, is de fundamentele bouwsteen voor deze bufferzone. Gezien de situering in de Randstad hoeft niet gevreesd te<br />

worden, dat er onvoldoende belangstelling voor de golfsport zal zijn en er andere middelen gezocht zouden moeten worden<br />

om de baan in stand te houden.<br />

56


Het centrum van de golfbaan wordt gevormd door het clubhuis, parkeerterrein en oefenaccommodatie. Dit zijn de meest<br />

“stedelijke”elementen van de baan en deze zijn daarom bewust in het oostelijk deel gelegen, daar waar ook de ontsluiting<br />

eenvoudig is te realiseren en er van verkeeroverlast geen sprake zal zijn. Het is ook belangrijk om het centrum gebied aan te<br />

laten sluiten bij het gebied waar de eerste en laatste golfhole in gelegen zijn. De relatie van het clubhuis met het spel op de<br />

baan is een basis gegeven.<br />

Het “schotsenplan” is een interessante invalshoek om de, deels tegenstrijdige, belangen in het zuidelijk deel van de<br />

Boterhuispolder met elkaar te verenigen. Tussen de golfgebieden, die begrensd zijn door lijnen uit het verkavelingpatroon,<br />

komen groene corridors te lopen, die hun agrarische functie behouden samen met openbare verbindingen. De ervaring bij<br />

andere recreatiegebieden heeft geleerd dat het wandelen langs en door golfbanen als interessant en aantrekkelijk wordt<br />

gezien door de recreanten. Zo is het wandelpad rond de golfbaan Kagerzoom zeer geliefd. De afmeting van de golfterreinen<br />

is redelijk, drie golfholes tezamen, soms zullen ze echter aan de gewenste lengte van enkele holes moeten worden<br />

aangepast. Het moet mogelijk zijn dit te realiseren en met het lijnenpatroon van de verkaveling rekening te houden.<br />

De loopafstanden tussen de golfgebieden is aanzienlijk. Dat is voor de aantrekkelijkheid van de baan een behoorlijk bezwaar.<br />

Als de corridor versmald kan worden of als er een verbinding hole kan komen, zal de kwaliteit van de baan zeker toenemen.<br />

Ook m.b.t. het beheer is een golfbaan met vele toegangen een extra punt van aandacht, maar het is geen onoverkomelijk<br />

bezwaar.<br />

De technische haalbaarheid is afhankelijk van de bodemomstandigheden. De bodem is weinig draagkrachtig, dus de<br />

hoogteverschillen in het terrein zullen alleen al om die reden beperkt zijn. De lichte ophogingen zijn beneden zichthoogte.<br />

Dat geldt onder andere voor de greens vanwege de gewenste drooglegging en spelplezier. Deze hoogteverschillen<br />

zullen in de grote ruimte van de polder niet waar te nemen zijn.<br />

Met de waterstand in het aanwezige veen pakket zal zorgvuldig omgegaan moeten worden en tegelijkertijd is het van belang<br />

is dat er voldoende drooglegging voor de speelvelden is. Drainage zal daar noodzakelijk zijn en de terreinen zullen een lichte<br />

ophoging krijgen middels de grond die uit waterpartijen vrijkomt.<br />

De economische haalbaarheid hangt sterk af van de kosten voor grondverwerving en de aanlegkosten. Deze laatste zijn<br />

relatief hoog gezien de slechte bodemomstandigheden, vergelijkbaar met golfbaan Hitland in Nieuwerkerk a/d IJssel. Deze<br />

baan is echter een onderdeel van een openbaar recreatieschap, waarbij de grondkosten niet een op een aan de golfbaan<br />

worden toegerekend. Het is daarom van belang het plan zo op te stellen dat de te gebruiken gebieden te verkrijgen zijn voor<br />

bedragen die overeen komen met de agrarische waarde.<br />

Bij de aanleg en het beheer van golfbanen vormt de ontwikkeling en instandhouding van de natuur een belangrijke<br />

randvoorwaarde. Hiervoor hebben de (internationaal verenigde)golfarchitecten een Natuurmanifest opgesteld. (Zie www.<br />

eigca.org). Ook worden er beheerplannen opgesteld die aan de randvoorwaarden van Committed to the Green moeten<br />

voldoen om voor certifi cering in aanmerking te komen. (Zie www.ngf.nl.) Onder andere is het gebruik van bestrijdingmiddelen<br />

is uit den boze.<br />

De noordzijde van de golfbaan in het recreatiegebied Hitland is te vergelijken met het beeld wat in de Boterhuispolder kan<br />

ontstaan. Ook daar is het relatief open en plat. Bij het oudere deel bij het clubhuis staat te veel beplanting en geeft een verkeerd<br />

beeld. Hitland heeft net als de Boterhuispolder een veenige grondslag.<br />

Gerard Jol<br />

Golf- en landschapsarchitect<br />

Jol Golfdesign<br />

57


6.5 PLANECONOMIE<br />

Inleiding<br />

De drie scenario’s zijn bezien op fi nanciële implicaties. Op basis van de inrichtingselementen (wegen, paden, water, etc.) is<br />

een globale kostenindicatie opgesteld per scenario. Hierdoor ontstaat een beeld van het investeringsniveau. Zoals hieronder<br />

omschreven is door het ontbreken van kostendragers in twee van de drie scenario’s de haalbaarheid in grote mate afhankelijk van<br />

derde geldstromen in de vorm van subsidies en bijdragen. Hierdoor is het niet mogelijk een ‘eindsaldo’ per scenario aan te geven.<br />

De mate waarin het scenario aansluit op actueel (lokaal) beleid en behoeften, en de daarmee samenhangende subsidie en/of<br />

fi nancieringsmogelijkheden, bepalen in grote mate het fi nanciële risicoprofi el. Daarnaast is de mogelijk noodzakelijke verwerving<br />

van percelen cq. verplaatsing van functies een fi nancieel risico in alle voorliggende scenario’s. Van belang is dat op basis van een<br />

duidelijke visie met een breed draagvlak en een reële uitvoeringsstrategie partijen kunnen worden benaderd. Een grondbank zou<br />

hierin mogelijk een sleutelrol kunnen vervullen.<br />

Scenario Golfend Agrarisch Landschap<br />

• Investering in golfbaan en dekking verwervingskosten voor golfbaan (natuurwaarde/ agrarische waarde ) moet in<br />

beginsel budgetneutraal mogelijk zijn. E.e.a. is echter sterk afhankelijk van omvang en vorm (mate van inpassing<br />

natuur) golfbaan. In de voorliggende opzet is sprake van een minder rendabele 9-holes baan en daarnaast dienen<br />

investeringen in natuur te worden gedaan. De mogelijkheid om verwervingskosten toe te rekenen is hierdoor beperkt.<br />

Daarnaast ontstaat de mogelijkheid tot het toevoegen van functies (horeca) waardoor opbrengsten kunnen worden<br />

gegenereerd.<br />

• Realisatie landgoederen geeft een mogelijkheid voor het genereren van opbrengsten. Een belangrijk gegeven is<br />

echter het verdeelde eigendom in de polder. Door middel van een grondbank kan mogelijk een (her)verdeling van<br />

grond(opbrengsten) plaatsvinden waardoor tevens investeringen in het landschap kunnen worden gedekt. Zo kan de<br />

beoogde kwaliteit worden gegarandeerd en tevens de randvoorwaarden worden gecreëerd waardonder het realiseren<br />

van landgoederen mogelijk is. Zie tevens ‘Grondbank als instrument’.<br />

• Gedwongen verplaatsing jachthaven en verschillende haventjes langs de dijk is een belangrijk aandachtspunt.<br />

Verplaatsingskosten en de invulling cq. verwerving van een alternatieve locatie leidt tot additionele kosten.<br />

• Indicatie totale investeringskosten (zonder verwerving- en verplaatsingskosten) circa € 4,2 mio - € 4,7 mio.<br />

Uitgangspunt is dat de investeringen voor de realisatie van de landgoederen (bouw- en woonrijp maken)<br />

en de investeringen golfbaan minimaal kostendekkend zijn. Afhankelijk van de situering en omvang van de<br />

bebouwingsmogelijkheden en de uiteindelijke eigendomsverhoudingen cq. de mogelijkheid om opbrengsten in een<br />

grondbank in te brengen lijkt dekking van de totale investeringen (inrichtingskosten totale polder) tot de mogelijkheden<br />

te behoren. Daarnaast komt een deel van de investeringen (recreatie) mogelijk in aanmerking voor subsidiering<br />

Scenario Natuur en Landbouw hand in hand<br />

• De investeringen zijn in dit scenario beperkt ten opzichte van de overige scenario’s. Deze blijven beperkt tot een<br />

opwaardering van de bestaande infra- en groenstructuur. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de educatieve<br />

voorzieningen (informatiecentrum) bepaald in hoge mate de uiteindelijk benodigde investering cq. exploitatielasten.<br />

• Indicatie totale investeringskosten circa € 0,9 miljoen euro - € 1,4 miljoen euro. De bandbreedte wordt voornamelijk<br />

veroorzaakt door invulling van investeringen in educatievoorzieningen. Er zijn geen functies voorzien die ingezet<br />

kunnen worden als dekkingsmiddel voor de investeringen. Eventuele dekking van investeringen moet voornamelijk<br />

gezocht worden in derde geldstromen in de vorm van bijvoorbeeld subsidies.<br />

• Het opzetten van een grondbank is genoemd als instrument om de polder voor de lange termijn als waardevol gebied<br />

te kunnen handhaven. Zie tevens ‘Grondbank als instrument’.<br />

Scenario De polder in!<br />

• Dit scenario betreft voornamelijk investeringen in recreatiemogelijkheden. Er worden geen opbrengsten gegenereerd.<br />

Er is zelfs sprake van het afnemen van de agrarische waarde door het beperkter gebruik (recreatie en vernatting).<br />

• Mogelijk dat gewijzigd gebruik wel derde geldstromen realiseert (subsidie/exploitatie) waardoor beheerkosten kunnen<br />

worden gedekt. Mogelijk dat een deel van de polder (stadszone, intensief gebruik) ruimte biedt voor commerciële<br />

exploitatie en daarmee een deel van de investeringskosten kan worden gedekt (horeca/themaboerderij/…).<br />

• Het voorgestelde betaald parkeren is naast beleidsmatig waarschijnlijk ook functioneel en exploitatietechnisch op deze<br />

schaal niet haalbaar.<br />

• Indicatie totale investeringskosten (zonder verwerving- en verplaatsingskosten) circa € 3,4 miljoen euro - € 3,9 miljoen<br />

euro. Eventuele dekking van investeringen moet voornamelijk gezocht worden in derde geldstromen in de vorm van<br />

bijvoorbeeld subsidies en bijdragen. Met name dit scenario komt in aanmerking voor subsidies op het gebied van<br />

recreatie in combinatie met landbouw waar op dit moment beleidsmatig veel aandacht voor is.<br />

58


Grondbank als instrument<br />

Bij de ontwikkeling van alle scenario’s is de opzet van een grondbank genoemd als belangrijk instrument om de polder<br />

voor de lange termijn te behouden cq. te laten transformeren naar de gewenste inrichting. Het betreft dus een grondbank<br />

gericht op een beheerfunctie. Tevens maakt een grondbank de herverdeling van percelen mogelijk waardoor een toename<br />

van effi ciency kan plaatsvinden wat zich uiteindelijk in lagere beheerskosten en/of hogere pachtopbrengsten zou moeten<br />

vertalen. Een belangrijke subdoelstelling van de grondbank is het laag houden van de grondwaarde zodat natuurlijk cq.<br />

agrarisch gebruik gewaarborgd is voor de betrokken en direct omliggende gronden.<br />

Bundeling van gronden in een grondbank en de randvoorwaarden die bijvoorbeeld aan gebruik gesteld kunnen worden,<br />

geven de mogelijkheid richting te geven aan de doelstellingen voor het totale gebied. Daarnaast ontstaat een groter<br />

draagvlak voor bijvoorbeeld provinciale- en rijksinvesterings-programma’s en worden fi nancieringsmogelijkheden verruimd<br />

. Bezien moet worden in hoeverre fl ankerende maatregelen zoals bijvoorbeeld de ‘ruimte voor ruimte’ regeling of de uitruil<br />

tussen gebieden (bij een gebiedsoverstijgende grondbank) een positieve (economische) impuls kan geven.<br />

Van belang is de betrokkenheid van buurgemeenten en/of regionale verbanden in een grondbank die waarschijnlijk<br />

gebiedsoverstijgend zal zijn. Daarnaast is de Provincie van groot belang, zowel vanuit een mogelijke regiefunctie<br />

(regionaal belang) als vanuit fi nancieel perspectief gelet op mogelijke provinciale en/of rijkssubsidies (loket). Tevens<br />

moet bezien worden in hoeverre particuliere inbreng in de vorm van fi nanciering, bijvoorbeeld door groen beleggen en/of<br />

maatschappelijke investeringen cq. donaties, tot de mogelijkheden behoort. Ook de rol van partijen die mogelijk een belang<br />

kunnen hebben in het gebied zoals bijvoorbeeld het hoogheemraadschap zou kunnen worden bezien. Verder is de rol van<br />

een beheerorganisatie zoals bijvoorbeeld Staatsbosbeheer van belang.<br />

Op basis van een nadere inventarisatie zal moeten worden bezien welke juridische en economische constructie het best<br />

aansluit op de te realiseren doelstellingen. Van groot belang is dat een partij met name in het voortraject een voortrekkersrol<br />

neemt. Een breed draagvlak, zowel aanbod- als de vraagkant, is essentieel voor het welslagen van de grondbank. Hierbij<br />

kan natuurlijk worden uitgegaan van een groeimodel. Het beeld is overigens dat de nieuwe Pachtwet meer fl exibiliteit<br />

(liberalisering) en daarmee mogelijkheden brengt voor de grondbank.<br />

Bart Derksen<br />

Planeconoom<br />

van Keulen & van Zutphen b.v.<br />

59


60<br />

7TOETSEN AAN<br />

BELEIDSKADERS


7.1 PROVINCIAAL BELEID<br />

Beleidskaders:<br />

Streekplan<br />

In het streekplan is de Boterhuispolder aangemerkt als agrarische gebied plus. Dat wil zeggen dat de functie agrarisch<br />

uitgangspunt is met aandacht voor weidevogels. Recreatief medegebruik is daarbij goed mogelijk. In het Hollands<br />

Plassengebied waar de Boterhuispolder deel van uitmaakt moet aandacht zijn voor recreatieve verbindingen tussen stedelijk<br />

en landelijk gebied.<br />

In kernpunt 5 staat tevens vermeld dat voor het agrarisch gebied plus in o.a. het deelgebied ten noorden van de Oude<br />

Rijn een specifi ek beschermingsregime geldt ter behoud van de agrarische sector en (in samenhang daarmee) specifi eke<br />

cultuurhistorische en natuur- en landschapswaarden. Alhoewel de nadruk op de agrarische functie ligt bestaat ook een<br />

mogelijkheid tot uitbreiding van agrarische ondernemingen met kleinschalige recreatie. Concrete beleidsbeslissing 2 (CBB =<br />

hard element uit het streekplan) meldt verder dat buiten de op de streekplankaart aangegeven rode contouren geen verdere<br />

verstedelijking mag plaatsvinden.<br />

Landinrichtingsplan (Aanpassingsplan Ade)<br />

Door DLG is een landinrichtingsplan gemaakt. Hierin is centraal in de Boterhuispolder een zoekgebied opgenomen voor<br />

natuurcompensatie van de HSL. Wanneer compensatie in de Vrouwgeest polder niet tot stand komt, komt de Boterhuispolder<br />

hiervoor in beeld. Verder voorziet het plan in de gewenste aanleg van een EHS zone langs de Zijp en de Stringsloot in<br />

combinatie met een wandelpad.<br />

Groen en Groene Hart beleid<br />

Het provinciaal actieplan ‘verbetering kwaliteit van het landschap’ heeft tot doel overgangszones te creëren tussen stad en<br />

landschap. Het Groene Hart beleid streeft naar behoud van de openheid van het veenweidelandschap. Uitgangspunt is:<br />

- economisch vitaal<br />

- ecologische duurzaam<br />

- landschappelijk waardevol<br />

Hierbij krijgt verbeteren van de toegankelijkheid specifi eke aandacht.<br />

Prioritair gebied<br />

De Boterhuispolder maakt deel uit van een van de prioritaire gebieden van Zuid Holland. Dat wil zeggen dat er fi nanciële<br />

middelen (ASV gelden) beschikbaar zijn voor ideeën die passen binnen het beleid van vitaal platteland. Hierbij gaat het<br />

onder andere om subsidies voor agrarische natuurbeheer, boerenlandpaden, verbreding van de landbouw, versterking van<br />

economische dragers etcetera. Specifi eke POP subsidies zijn beschikbaar voor het verbeteren van de toegankelijkheid van<br />

het landschap door middel van bijvoorbeeld informatiepanelen en bewegwijzering.<br />

Met deze beleidskaders worden de drie scenario’s tegen het licht gehouden. Voor alle scenario’s geldt dat wanneer<br />

aantasting van weidevogelgebieden plaatsvindt dit gecompenseerd moet (kunnen) worden. Verstoring vindt al plaats bij<br />

slechts de aanleg van een wandelpad en zal in een Flora en Fauna toets worden vastgesteld. De mogelijkheden voor<br />

compensatie in de regio zijn zeer beperkt.<br />

De drie scenario’s<br />

Natuur en landbouw hand in hand<br />

Dit scenario behoud de kwaliteiten van het landschap en de natuur en past daarmee goed in het bestaande streekplan.<br />

Ten aanzien van toegankelijkheid vindt de provincie de mogelijkheden erg mager en sluit het scenario niet aan bij<br />

beleidsuitgangspunten. De mogelijkheid om een ronde door de polder te maken zou een goede toevoeging zijn aan dit<br />

scenario.<br />

61


De polder in!<br />

Het recreatief uitloopgebied dat dit scenario voorstelt tegen <strong>Leiderdorp</strong> aan valt niet binnen agrarische medegebruik en<br />

kan niet zondermeer binnen de huidige streekplan worden gerealiseerd. Aangezien het wel past in andere beleidsplannen<br />

(verbinden van stad en land in overgangszones) is aanpassing van het streekplan te overwegen.<br />

Door (enkele) paden in het broedseizoen af te sluiten kan de verstoring van het scenario aanzienlijk worden beperkt. Het<br />

inzetten op een rondwandeling en aansluiten bij andere recreatieve netwerken sluit goed aan op bestaand beleid. Het pad<br />

langs de Zijp is al in het landinrichtingsplan opgenomen in combinatie met de aanleg van de EHS.<br />

De mogelijkheden voor het verbreden van de watergangen zijn kansrijker wanneer het waterschap deze uit<br />

kwantiteitsprincipe ondersteunt. Overigens is de Boterhuispolder onderdeel van het “groenblauwe raamwerk” (kaart 3<br />

Streekplan). Hierin wordt o.a. ruimte geboden voor opvang van water ter voorkoming van wateroverlast, watertekort en het<br />

vergroten van de veiligheid en voor een goede waterkwaliteit.<br />

Golfend Agrarisch Landschap<br />

In kernpunt 5 van het streekplan staat vermeld dat voor het agrarisch gebied plus in o.a. het deelgebied ten noorden van<br />

de Oude Rijn een specifi ek beschermingsregime geldt ter behoud van de agrarische sector en (in samenhang daarmee)<br />

specifi eke cultuurhistorische en natuur- en landschapswaarden. Een golfbaan is wat ons betreft een voorziening die niet<br />

thuis hoort in het agrarisch landelijk gebied en moeilijk is in te passen met behoud of bescherming van cultuurhistorische en<br />

natuur- en landschapswaarden.<br />

Een aanpassing van het streekplan kan niet zomaar, dit zal gebeuren op basis van goede ruimtelijke argumenten met een<br />

directe verwijzing naar het provinciale ruimtelijke beleid. Een golfbaan is, anders dan recreatieve routes zoals voorgesteld<br />

bij het scenario ‘de polder in’, geen provinciale beleidslijn en is moeilijk te combineren met de landschappelijke en<br />

cultuurhistorische waarden. Een golfbaan heeft weinig natuurwaarden (ook al is de ‘green’ groen), weidevogels kunnen er<br />

geen plek krijgen, het betreft veelal een kunstmatig landschap dit is funest voor de cultuurhistorie / landschappelijke kwaliteit<br />

van het gebied.<br />

Alhoewel een golfbaan economisch gezien aantrekkelijk lijkt is deze veelal voor slechts een beperkte groep mensen<br />

toegankelijk.<br />

Al met al stoot dit scenario tegen meerdere uitgangspunten van het provinciale ruimtelijke beleid. Het is dan ook zeer<br />

onwaarschijnlijk dat de provinciale staten hiervoor het streekplan zullen aanpassen.<br />

Conclusie<br />

De provincie ziet de beste toekomst in een combinatie van het tweede en derde scenario: verbeteren van toegankelijkheid<br />

maar niet zo uitgebreid als in ‘de Polder in’ maar meer dan in ‘natuur en landbouw hand in hand’. Minimale aantasting van de<br />

weide vogelbiotoop.<br />

Mieke Vellekoop & Linda Hofstra - Directie Groen Water en Milieu, afdeling Groen, bureau Vitaal Platteland.<br />

Jeroen Zuiderwijk – Directie Ruimte en Mobiliteit, afdeling Ruimte en Wonen, bureau Ontwikkeling en Realisatie<br />

62


<strong>Leiderdorp</strong><br />

Uitsnede streekplan west<br />

63


7.2 HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND<br />

In bijlage 5 (beleidskaders) staan de uitgangspunten van Rijnland goed verwoord. Daarnaast is het Hoogheemraadschap in<br />

het algemeen voorstander van aanleg van natuurvriendelijke oevers. Verbreden van bestaande sloten, kreken en eventueel<br />

opengraven van oude kreken zijn voor Rijnland geen enkel probleem.<br />

Als grootste bedreiging zien we een toekomstige diversiteit van allerlei functies die ieder om een eigen waterpeil vragen. Dit<br />

levert een versnippering van het watersysteem op. Niet alleen uit het oogpunt van kwantiteit, maar ook vanuit waterkwaliteit<br />

is dit volstrekt af te wijzen.<br />

Met dit als uitgangspunt is de reactie op de scenario’s als volgt.<br />

Golfend landschap. Dit scenario draagt een groot risico in zich. Bij het aanwezige bodemtype is lokaal vergroten van de<br />

drooglegging via ophogen een dure – en dus moeilijk haalbare optie. Ophoging versnelt inklinking. Lokaal peil verlagen komt<br />

dan snel in beeld. Maar dat wil Rijnland nu juist niet.<br />

Natuur en landbouw Voor Rijnland een prima optie. De opmerking in de tekst van het scenario dat het waterpeil ten bate<br />

van de landbouw nooit meer verlaagd mag worden is een niet realistische optie. Het maaiveld blijft zakken, dus moet op<br />

gezette tijden het waterpeil naar beneden toe worden bijgesteld. Als hier bedoeld wordt dat ten bate van de landbouw de<br />

drooglegging niet mag worden vergroot dan is dat prima. Als hier echter wordt bedoeld nooit meer peilaanpassing te laten<br />

plaatsvinden, dan moeten de nieuwe natuurvlekken echt alleen aan de randen komen. En dan nog levert dit de versnippering<br />

op, waar Rijnland bepaald niet voor is.<br />

De polder in! Rijland kan met dit scenario prima uit de voeten. We willen het bestaande watersysteem graag houden zoals<br />

het is. Dat is bij dit scenario duidelijk de bedoeling.<br />

Per saldo is het oordeel over scenario 3 dus het meest positief.<br />

Henk Folkerts – Hoogheemraadschap Rijnland<br />

64


7.3 GEMEENTE TEYLINGEN<br />

De gemeente Teylingen is vergevorderd met de ontwikkeling van een toekomstvisie en een visie op recreatie en toerisme.<br />

In deze visies wordt ook ingegaan op de Boterhuispolder. Centaal staan het behoud van het landschap en de agrarische<br />

sector als (economische) drager hiervan. Om de agrariërs te ondersteunen biedt de gemeente ruimte voor het ontwikkelen<br />

van nevenactiviteiten vooral op het gebied van recreatie. In onze visie moet Teylingen verder groeien als kwalitatieve<br />

recreatiegemeente en hierbij kunnen de agrariërs een belangrijke rol spelen.<br />

Geen van de drie scenario’s die zijn ontwikkeld sluit hier naadloos op aan. Hieronder wordt ingegaan op de drie afzonderlijke<br />

scenario’s.<br />

Golfend Agrarisch Landschap<br />

Dit scenario grijpt dusdanig in dat het niet past bij de visie die Teylingen heeft op dit gebied. Hoewel de meest ingrijpende<br />

veranderingen (golfbaan) plaatsvinden op het grondgebied van <strong>Leiderdorp</strong> zijn de ontwikkelen van landhuizen en het<br />

aanleggen van een ontsluitingsweg langs de Zijp en het Vennemeer geen gewenste ontwikkelingen. Het doet afbreuk aan het<br />

agrarische karakter van het gebied en is een aanzet tot verstedelijking van het gebied.<br />

Natuur en Landbouw hand in hand<br />

Net als in de visie van Teylingen staan landschap en de agrarische sector hier centraal. Maar er is minder ruimte voor de<br />

ontwikkeling van recreatie dan in de visie van Teylingen.<br />

De Polder in<br />

De visie die ten grondslag ligt aan dit scenario sluit goed aan op de grondgedachte die ligt onder de visie op recreatie<br />

en toerisme van Teylingen. De polder moet kunnen worden beleefd met behoud van het agrarische en cultuurhistorische<br />

karakter en de daarbij behorende natuurwaarden. In de visie van Teylingen moet in de Boterhuispolder de balans meer<br />

doorslaan naar het behoud van het huidige karakter dan in het geschetste scenario. Gezien de geschetste inrichting waar<br />

de meest ingrijpende aanpassingen op het <strong>Leiderdorp</strong>se grondgebied liggen biedt dit scenario echter voor Teylingen zeker<br />

perspectief.<br />

Kijkend naar de scenario’s ligt de visie van Teylingen tussen het tweede en derde scenario.<br />

Fred Wulp<br />

<strong>Gemeente</strong> Teylingen<br />

65


8DE SCENARIO’S<br />

VERGELEKEN<br />

66<br />

Golfend agrarisch landschap


In dit laatste hoofdstuk zetten wij, APPM en Terra Incognita als atelierleiding de drie scenario’s naast elkaar. Nadrukkelijk is<br />

dat onze conclusie die gebaseerd is op de resultaten uit de ateliers en bijdragen van de visies van de experts en maar ook<br />

gevormd wordt door onze eigen deskundigheid (als landschapsarchitect, stedenbouwkundigen, en procesadviseur). Enerzijds<br />

vormt dit de samenvatting waarin scherp wordt neergezet op welke aspecten de scenario’s verschillen. Anderzijds worden op<br />

basis van de pleitnota’s van de atelierdeelnemers en de bevindingen van de experts de scenario’s ten opzichte van elkaar<br />

getoetst. Daarbij is uitgegaan van de toetsingscriteria die ook voor de pleitnota’s zijn gebruikt.<br />

Wij tellen geen plussen en minnen op.; Het gewicht dat men toekent aan de criteria zal immers voor iedereen anders zijn. We<br />

zijn van mening dat afhankelijk van welk aspect men prioriteit geeft steeds een ander scenario als meest optimale uit de bus<br />

zal komen. Deze keuze is nu aan de gemeentepolitiek van <strong>Leiderdorp</strong>.<br />

Allereerst zetten wij de visies naast elkaar. Daarna behandelen we de vijf bundels van toetsingscriteria. Bij ieder criterium<br />

geven wij aan hoe het scenario scoort. Deze score wordt vervolgens onderbouwd. Bij de beoordeling gebruiken we de<br />

volgende symbolen:<br />

++ scenario levert een zeer grote bijdrage aan het criterium<br />

+ scenario levert een substantiële bijdrage aan het criterium<br />

+/- scenario levert geen bijdrage aan het criterium en doet er ook geen afbreuk aan<br />

- scenario voldoet niet aan het criterium / doet er afbreuk aan<br />

Natuur en landbouw hand in hand De Polder In !<br />

67


8.1 DRIE VISIES OP EEN RIJ<br />

Golfend agrarisch landschap Natuur en landbouw hand in hand De polder in!<br />

Visie<br />

Dit scenario voegt aan de bestaande<br />

agrarische functie een nieuwe functie<br />

toe die de stedelijke druk op de polder<br />

opheft en de polder duurzaam open<br />

en groen houdt: de golffunctie.<br />

Inrichtingsmaatregelen<br />

De golfbaan wordt – volgens een<br />

nieuw concept – op zogeheten<br />

schotsen aangelegd. Tussen<br />

deze schotsen blijft de agrarische<br />

karakter bestaan in de vorm van<br />

beheerlandbouw. Nieuwe paden<br />

tussen de golfschotsen vergroten<br />

de toegankelijkheid van de polder<br />

voor de recreant. De gronden in het<br />

noordelijke (Teylingse) deel van de<br />

polder worden in gemeenschappelijk<br />

agrarisch beheer genomen. Dit wordt<br />

mede bekostigd uit de ontwikkeling<br />

van landhuizen aan de noordelijke<br />

rand van de polder. Zo kent de polder<br />

verschillende economische dragers.<br />

Borging<br />

Door de nieuwe en bestaande functies<br />

in privaatrechtelijke overeenkomsten<br />

tussen ontwikkelaar/exploitant van<br />

de golfbaan en grondeigenaren<br />

(ook boeren) vast te leggen wordt<br />

het groene en open karakter van de<br />

polder gewaarborgd.<br />

Verder geldt hier uiteraard<br />

een bestemmingsplan en is de<br />

landgoederen regeling mogelijk<br />

van toepassing. Tot slot wordt een<br />

grondbank opgezet.<br />

Visie<br />

Dit scenario is gebaseerd op behoud<br />

en ontwikkeling van bestaande<br />

natuur- en (cultuurhistorische)<br />

landschapswaarden door goed<br />

agrarisch beheer.<br />

Inrichtingsmaatregelen<br />

De uniciteit van het gebied zit voor<br />

dit scenario in de cultuurhistorische<br />

waarden (Karolingische verkaveling)<br />

en het weidevogelgebied. Deze<br />

waarden worden in het scenario<br />

verder uitgebreid door o.a. agrarische<br />

natuurbeheer en door lage percelen<br />

als natte foerageergebieden voor<br />

weidevogels te ontwikkelen. Daarom<br />

komt recreatieve ontsluiting op een<br />

tweede plan en zijn weidevogels<br />

en cultuurhistorie maatgevend.<br />

Recreanten zijn te gast in en rondom<br />

de polder en beleven de waarden<br />

vooral vanaf de randen.<br />

Vogelobservatie hutten,<br />

informatiepanelen en een<br />

bezoekerscentrum in Driegatenbrug<br />

wijzen bezoekers op de waarden van<br />

het gebied.<br />

Borging<br />

Het uitdragen van de hoge natuuren<br />

landschapswaarden zorgt voor<br />

een hoge waardering van de polder<br />

die op haar beurt zorgt voor een<br />

onomkeerbare groene polder.<br />

Daarnaast wordt dit gewaarborgd door<br />

eenduidige bestemmingsplannen en<br />

andere overheidsinstrumenten die de<br />

polder een status geven.<br />

Daarnaast wordt een grondbank<br />

overwogen.<br />

Visie<br />

Dit scenario zet de mens centraal.<br />

Doordat de mensen uit de regio<br />

de polder kunnen beleven en erin<br />

kunnen recreëren wordt de relatie<br />

tussen polder en de <strong>Leiderdorp</strong>ers<br />

(en Leidenaren) verstevigd met<br />

behoud van het agrarische en<br />

cultuurhistorische karakter. De<br />

waardering garandeert een open<br />

groene polder. De polder gaat<br />

(weer) onderdeel uitmaken van het<br />

collectieve geheugen van de mensen.<br />

‘Onze Boterhuispolder!’<br />

Inrichtingsmaatregelen<br />

Dit scenario vergroot van de<br />

gebruikswaarde polder. Zo worden<br />

onder andere nieuwe voet- en<br />

fi etspaden en kanoroutes ontwikkeld<br />

om de toegankelijkheid van de polder<br />

te verbeteren en de beleving te<br />

verhogen. Aangrenzend aan de stad<br />

wordt een intensief netwerk ontwikkeld<br />

met ruimte voor een educatieve<br />

boerderij: het uitloopgebied. In de<br />

polder is een extensief netwerk van<br />

paden gekoppeld aan oude (verbrede)<br />

kreken en verbrede boerderijen . Men<br />

kan straks de polder in.<br />

Diversiteit aan beheersvormen maakt<br />

het historische mozaïek patroon van<br />

het landschap herkenbaar.<br />

Borging<br />

Naast het opzetten van een<br />

grondbank, publiek private<br />

overeenkomsten en een<br />

bestemmingsplan, zet dit scenario<br />

breed in om met het verhogen<br />

van de gebruikswaarde de polder<br />

onomkeerbaar groen te maken.<br />

Immers het verbeteren van de<br />

gebruikswaarde zorgt voor waardering<br />

en bescherming. Bekend maakt hier<br />

bemind.<br />

68


8.2 OPENHEID EN ONOMKEERBAAR GROEN<br />

Golfend agrarisch<br />

landschap<br />

Natuur en<br />

landbouw hand in<br />

hand<br />

De polder in!<br />

Behoudt het groene en open karakter<br />

(weidsheid) van de polder; +/- ++ +<br />

Biedt de garantie (door functie of<br />

maatregelen) op een onomkeerbare<br />

groenzone<br />

++ + ++<br />

Voegt geen nieuwe bebouwing toe in de<br />

polder - ++ +/-<br />

Zorgt voor een goede stadsrand naar de<br />

polder. +/- +/- +/-<br />

Toelichting:<br />

Het criterium ‘goede stadsrand’ wordt door de meeste deelnemers niet als relevant criterium gezien. Tijdens de<br />

startbijeenkomst werd door velen al gezegd dat de huidige scherpe overgang duidelijk en goed is. Daarom zijn alle scenario’s<br />

neutraal gescoord<br />

Golfend agrarisch landschap:<br />

De nieuwe functies tasten de openheid altijd aan maar geven naast de grondbank ook een economische garantie op een<br />

groene en open polder door de duurzame golffunctie. Hierbij moet wel aangetekend worden dat de huídige ecologische/<br />

culltuurhistorische waarden zullen worden aangetast. OF: het criterium opsplitsen: scenario 2 en 3 zetten nl in op behoud<br />

van de huidige waarden terwijl de golfbaan deze in eerste instantie teniet doet, maar wel zorgt voor een groene, open en<br />

duurzame toekomst (ook al komen voor de huidige waarden nieuwe of andere in de plaats (bijv de merel ipv de grutto) De<br />

privaatrechtelijke wijze van vastleggen vormt een zeer solide basis om het landschap groen te houden. Door de andere<br />

gronden door één partij te laten beheren is ook hier de groene functie geborgd. Het scenario voegt daarvoor nieuwe<br />

bebouwing toe aan de polder.<br />

Natuur en landbouw hand in hand:<br />

Het groene en open karakter wordt in zijn geheel behouden door feitelijk geen ingrepen te doen. Door (minimale) kap van<br />

bomen wordt de openheid zelfs vergroot. De oprichting van een grondbank en pachtovereenkomsten zorgen in dit scenario<br />

voor de duurzame openheid, naast bestemmingsplannen van de overheid. Er is in dit scenario echter geen sprake van<br />

fysieke maatregelen die deze openheid garanderen. De waardering door omwonenden zal slechts een ondersteunende rol<br />

spelen aangezien de gebruikswaarde gering is.<br />

De polder in!<br />

Het huidige groene en open karakter wordt vrijwel geheel gehandhaafd. In het zuidelijk deel verandert het landschap wel.<br />

Naast de grondbank garandeert de nieuwe gebruikswaarde van de polder (voor de regio) het karakter op lange termijn: onze<br />

mooie polder. Daarbij wordt ook hier een grondbankconstructie opgezet. Het uitloopgebied zorgt voor een nieuwe stadsrand.<br />

Daarin wordt een nieuwe boerderij annex educatie centrum gebouwd.<br />

69


8.3 TOETSINGSCRITERIA : LANDSCHAPPELIJKE-, ECOLOGISCHE-, CULTUURHISTORISCHE WAARDEN<br />

EN WATER(KWALITEIT)<br />

Behoudt (en respecteert) zoveel mogelijk<br />

cultuurhistorische waarden (o.a. de<br />

Karolingische verkaveling);<br />

Ontwikkelt (en behoudt voor de toekomst)<br />

de landschappelijke waarden en voorkomt<br />

negatieve effecten die de identiteit<br />

aantasten (o.a. de veenkreken);<br />

Respecteert en behoudt zoveel mogelijk<br />

ecologische waarden (met name de<br />

weidevogels (broedvogels en trekvogels)<br />

en rustgebied);<br />

Zorgt dat er geen verlaging van het<br />

waterpeil plaatsvindt en dat er niet meer<br />

dan autonome bodemdaling plaatsvindt;<br />

Zorgt dat er geen aantasting van de<br />

grondwaterkwaliteit en het grondwaterpeil<br />

plaatsvindt;<br />

Golfend agrarisch<br />

landschap<br />

Natuur en<br />

landbouw hand in<br />

hand<br />

De polder in!<br />

+/- ++ +<br />

+/- + ++<br />

- ++ +<br />

+/- ++ ++<br />

+/- ++ ++<br />

Toelichting:<br />

Het verschil in de eerste twee criteria zit in behouden versus ontwikkelen. Dat is de reden dat de beoordeling voor beiden per<br />

scenario anders uitpakt.<br />

Golfend agrarisch landschap:<br />

Hoewel bij de aanleg van de golfbaan wordt uitgegaan van de huidige verkavelingsstructuur, gaat toch altijd een deel van de<br />

verkaveling verloren. De nieuwe functie heeft grote invloed op de huidige verschijningsvorm en ecologie van het landschap.<br />

Wel worden nieuwe natuurwaarden langs de golfbaan gerealiseerd. Ten noorden van de golfbaan blijft de vogelbiotoop<br />

behouden, maar deze neemt wel in totaal oppervlakte af. Over de beïnvloeding van het watersysteem en met name het<br />

(grond)waterpeil zijn de golfexpert en het Hoogheemraadschap het niet met elkaar eens. Waar de heer Jol aangeeft geen<br />

problemen te zien, maakt het Hoogheemraadschap zich zorgen. Dat leidt tot de neutrale score. De waterkwaliteit wordt niet<br />

beïnvloed.<br />

Natuur en landbouw hand in hand:<br />

Beperkte tot geen ingrepen in het landschap vormen een goede uitgangspositie voor behoud van de waarden op het gebied<br />

van landschap, cultuurhistorie en ecologie. Bovendien vormen de weidevogels het uitgangspunt voor dit scenario. Specifi ek<br />

voor hen worden natte foerageerplekken aangelegd en wordt het beheer geoptimaliseerd. Ook treden ten aanzien van<br />

wateraspecten geen wijzigingen op (ervan uitgaande dat voor agrarische functie geen verdere verlaging nodig is). Omdat dit<br />

scenario uitsluitend huidige waarden van het landschap behoudt en geen nieuwe waarden ontwikkelt scoort het scenario hier<br />

minder hoog dan het scenario ‘De polder in!’.<br />

De polder in!<br />

In dit model wordt het landschap ontwikkeld wat ten koste kan gaan van huidige cultuurhistorische waarden zoals bij het<br />

vergraven van de veenkreken en het aanleggen van nieuwe paden. De struinpaden zullen een beperkte verstoring hebben<br />

op broedende weidevogels (wat op te lossen is door ze dan tijdelijk af te sluiten). Ten noorden van de Nieuwe Weg vindt<br />

verder geen verstoring plaats en er wordt een groot areaal natte gebieden aangelegd dat als foerageerplek kan dienen voor<br />

weidevogels. Ingrepen in de waterhuishouding zijn niet aan de orde.<br />

70


8.4 TOETSINGSCRITERIA : <strong>TOEKOMST</strong> AGRARIËRS EN AGRARISCH KARAKTER VAN DE POLDER<br />

Golfend agrarisch<br />

landschap<br />

Natuur en<br />

landbouw hand in<br />

hand<br />

De polder in!<br />

Behoudt het agrarisch karakter van de<br />

polder (de koe in de wei); - + +<br />

Draagt zorg voor levensvatbaarheid<br />

en duurzaamheid van agrarische<br />

bedrijfsvoering;<br />

- ++ +<br />

Verbetert de waardering voor agrarische<br />

werkzaamheden. +/- + ++<br />

Toelichting:<br />

Golfend agrarisch landschap:<br />

Op de percelen waar de golffunctie plaatsvindt gaat de agrarische functie verloren. De resterende kavels zullen maar een<br />

beperkte functie kunnen vervullen als productieruimte en met name een functie hebben voor agrarisch natuurbeheer. Ten<br />

noorden van de golfbaan is wel ruimte voor twee agrarische ondernemers. De levensvatbaarheid staat door confl ictsituaties<br />

met nieuwe landhuiseigenaren onder druk. Het niet uitvoeren van de landhuizen geeft de boeren hier meer perspectief. In<br />

totaal zullen 2 á 3 boeren hun bedrijf moeten beëindigen of van neveninkomsten afhankelijk zijn. Beheer van de golfbaan<br />

is daarbij een mogelijkheid voor verbreding. Over waardering van de agrarische werkzaamheden doet het scenario geen<br />

uitspraak.<br />

Natuur en landbouw hand in hand:<br />

Het agrarisch karakter wordt in dit scenario volledig behouden en heeft de meeste kansen. De inzet om weidevogels en<br />

cultuurhistorie maatgevend te laten zijn voor de toekomst kan de boeren in de toekomst mogelijk in hun ontwikkeling<br />

beperken. Echter daar staan dan neveninkomsten uit natuurbeheerpakketten tegenover, zoals voor het natuurlijk beheer van<br />

de laagste delen van de polder. Het infocentrum in Driegatenbrug en de informatieborden zullen een bijdrage leveren aan de<br />

waardering van agrarische werkzaamheden.<br />

De polder in!<br />

Het uitloopgebied, natte en drassige percelen in dit scenario geven het landschap een gevarieerd beeld dan slechts een<br />

agrarische door combinatie met verschillende vormen van agrarische natuurbeheer (van intensief tot extensief). De focus<br />

op agrarisch gebruik zorgt voor een duurzaam perspectief voor de boeren maar kent meer beperkingen dan in het scenario<br />

‘Landbouw en natuur hand in hand’. De inzet op verbreding van de landbouw en beheersvergoeding kan dat compenseren.<br />

Samen met de nieuwe routes over land en door het water en de informatieborden zal de verbrede landbouw een grote impuls<br />

geven aan de waardering voor de boeren als beheerders van het landschap. Ook het recreatief en educatief centrum in de<br />

polder draagt daar aan bij.<br />

71


8.5 TOETSINGSCRITERIA : BELEVING, RECREATIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET GEBIED<br />

Golfend agrarisch<br />

landschap<br />

Natuur en<br />

landbouw hand in<br />

hand<br />

De polder in!<br />

Vergroot de beleving van de polder door<br />

(stedelijke) recreanten; + + ++<br />

Verbetert de toegankelijkheid voor<br />

extensieve recreatie; ++ + ++<br />

Biedt een oplossing voor de<br />

verkeersoverlast op de Zijldijk en de<br />

Nieuwe Weg;<br />

++ + +<br />

Verbetert de mogelijkheden voor educatie<br />

over het gebied en de polders; +/- + ++<br />

Vergroot de recreatieve toegankelijkheid<br />

voor iedereen. +/- + +<br />

Toelichting:<br />

Bij het criterium beleving gaat het over de mogelijkheid om het ‘verhaal’ achter het landschap te beleven. Bij<br />

‘toegankelijkheid’ gaat het om de hoeveelheid paden door de polder.<br />

Golfend agrarisch landschap:<br />

De verbreding van de kreken levert een bijdrage aan de beleving van het landschap te voet en per kano. De toegankelijkheid<br />

van de polder neemt door de nieuwe paden die onder andere langs de ‘golfschotsen’ liggen aanzienlijk toe. De holes van de<br />

golfbaan zelf zijn echter alleen toegankelijk voor spelers van de golfsport om onveilige situaties met vliegende golfballen te<br />

voorkomen. Over educatieve aspecten doet het scenario geen uitspraak. De Nieuwe Weg wordt opgeheven en daardoor is<br />

er een probleem minder. De Zijldijk wordt een fi etspad en is alleen voor de mensen die er wonen toegankelijk met de auto..<br />

Wanneer watersport in de noordpunt wordt gebundeld, wordt een nieuwe weg aangelegd om overlast te voorkomen.<br />

Natuur en landbouw hand in hand:<br />

De verbreding van de kreken en de volgelopbservatieposten leveren een bijdrage aan de beleving van het landschap.<br />

Naast bestaande fi etspaden op de Zijldijk en Nieuwe Weg, vergroten de ‘boerenlandpaden’ buiten het broedseizoen de<br />

toegankelijkheid voor wandelaars. Het informatiecentrum in Driegatenbrug vergroot de mogelijkheden voor educatie.<br />

De polder in!<br />

Het verbreden van de kreken en verschillende vormen van landgebruik maken het historisch kavelpatroon en daarmee de<br />

ontstaansgeschiedenis van het landschap beleefbaar. Nieuwe routes voor verschillende doelgroepen (fi etsers, kanoërs,<br />

joggers, wandelaars en struiners) maken de polder beleefbaar voor iedereen en vergroten de toegankelijkheid. De nieuwe<br />

‘boerderij’ in het zuiden combineert educatie met recreatie in de polder. Door het verbeteren van de gebruikswaarde krijgt de<br />

polder een functie voor de hele regio.<br />

72


8.6 TOETSINGSCRITERIA : FINANCIËLE, ORGANISATORISCHE EN BELEIDSMATIGE HAALBAARHEID<br />

Golfend agrarisch<br />

landschap<br />

Natuur en<br />

landbouw hand in<br />

hand<br />

De polder in!<br />

Is fi nancieel uitvoerbaar;<br />

+ +/- +/-<br />

Is organisatorisch haalbaar; +/- +/- +/-<br />

Is verenigbaar met de plannen van de<br />

- gemeente Teylingen<br />

- het relevante Provinciale en Rijks- beleid;<br />

-<br />

-<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

Heeft draagvlak bij grondeigenaren:<br />

- agrariërs<br />

- (institutionele) beleggers<br />

- gemeente<br />

-<br />

++<br />

n.t.b.<br />

++<br />

-<br />

n.t.b.<br />

+<br />

-<br />

n.t.b.<br />

Toelichting:<br />

Met betrekking tot de organisatorische haalbaarheid kan gesteld worden dat alledrie scenario’s in principe realiseerbaar zijn.<br />

Naarmate de afhankelijkheid van andere partijen echter groter is, enerzijds door het aantal benodigde partijen en anderzijds<br />

door de macht van deze partijen, wordt het adequaat vormgeven van het scenario binnen gestelde randvoorwaarden lastiger.<br />

Voor alle scenario’s geldt dat de gemeente afhankelijk is van andere partijen en in geen van de scenario’s staan partijen a<br />

priori op één lijn. Derhalve scoren de scenario’s hierop neutraal.<br />

De gemeente wordt hier genoemd als grondeigenaar. De score is nader te bepalen aangezien deze afhankelijk is van het<br />

besluit dat de gemeenteraad nog moet nemen<br />

Golfend agrarisch landschap:<br />

Wanneer de gronden tegen agrarische waarden kunnen worden verworven is het een haalbaar scenario. De golffunctie kan<br />

zichzelf fi nancieren en heeft de landhuizen niet nodig als fi nancieringsbron. Mogelijke meeropbrengsten kunnen ingezet<br />

worden ten bate van het landschap of aankoop van gronden. Van de opbrengsten van de landgoederen mag niet verwacht<br />

worden dat daarmee alle gronden kunnen worden aangekocht. Dit scenario is het enige scenario dat uitzicht biedt op dekking<br />

van een groot deel van de investeringen. Daarom wordt het iets hoger gewaardeerd.<br />

Een golfbaan past niet in het beleid van de gemeente Teylingen. In het scenario beperkt de golfbaan zich dan ook tot het<br />

grondgebied van <strong>Leiderdorp</strong>. Echter landhuizen worden door de gemeente Teylingen als zeer onwaarschijnlijk betiteld.<br />

Zonder dit ingredient (variant) is het scenario meer acceptabelvoor de gemeente Teylingen. Voor de provincie is een golfbaan<br />

een zeer onwaarschijnlijke optie in de Boterhuispolder waarvoor het streekplan moet worden herzien. Gezien de invloed op<br />

het landschap heeft het scenario weinig draagvlak bij de agrariërs. Voor andere grondeigenaren geldt dat zij mogelijkheid<br />

zien om rendement op gronden te maken waardoor men wel draagvlak aan het plan toekent.<br />

Natuur en landbouw hand in hand:<br />

Dit scenario voorziet niet in functies die voor dekking van de kosten kunnen zorgen. Daarom is het scenario aangewezen op<br />

derde geldstroom en subsidies. Feitelijk is daarom niets te zeggen over de haalbaarheid van dit scenario.<br />

Het scenario past redelijk in de wensen van Teylingen behalve dat extensieve recreatie een erg beperkte rol krijgt. Het<br />

scenario past in het beleid van de provincie hoewel de toegankelijkheid erg mager is gerealiseerd.<br />

Het scenario heeft groot draagvlak bij de agrariërs die hun huidige functie gecontinueerd zien. Bij (institutionele) beleggers is<br />

vrijwel geen draagvlak aangezien er maar een beperkt rendement in het vooruitzicht is.<br />

De polder in!<br />

De kosten van dit scenario zijn hoger dan van het vorige en ook hier ontbreekt de dekking binnen het plan. Daarom is<br />

ook over dit scenario niets te zeggen over de haalbaarheid. De inschatting is dat de kansen voor fi nanciering uit derde<br />

geldstroom en subsidies door verbeteren van recreatiemogelijkheden groter zijn dan bij het vorige scenario. In het<br />

uitloopgebied bestaan mogelijkheden voor commerciële exploitatie.<br />

De extensieve recreatie past goed in de recreatieve visie van de gemeente Teylingen. Het plan past niet volledig in het<br />

streekplan maar sluit wel aan op andere beleidsplannen, waardoor aanpassing van het streekplan een mogelijkheid is.<br />

Agrariërs zijn gematigd positief aangezien veel van de activiteiten doorgang vinden. Verbreding van de landbouw kan alleen<br />

op vrijwillige basis plaatsvinden. Voor (institutionele) beleggers geldt hetzelfde als bij het vorige scenario.<br />

73


NAWOORD<br />

Met de totstandkoming van deze rapportage is invulling gegeven aan de opdracht van de gemeenteraad om drie scenario’s<br />

te ontwikkelen voor de toekomst van de Boterhuispolder. Bewoners, ondernemers, belangengroepen en overheden hebben<br />

intensief gewerkt om dit binnen enkele maanden te realiseren. Daarnaast hebben specialisten hun oordeel over de scenario’s<br />

geveld, zodat een objectieve vergelijking kan worden gemaakt.<br />

De vurigheid van de gesprekken en discussies in de gebiedsateliers maken duidelijk dat we met een waardevol gebied<br />

te maken hebben. Wij vertrouwen erop dat de leden van het College van B&W en de <strong>Gemeente</strong>raad op basis van het<br />

voorliggende resultaat tot een goed en weloverwogen besluit zullen komen, waarmee de Boterhuispolder een mooie<br />

toekomst tegemoet gaat.<br />

Deelnemers aan de werkateliers zien verschillende mogelijkheden om onderdelen van de scenario’s te combineren tot een<br />

voor hen meest aantrekkelijk scenario. De scenario’s bieden deze mogelijkheid ook.Echter op deze plek raden wij u aan u<br />

eerst duidelijk uit te spreken voor een van de visies en pas daarna te discussieren over de invulling van de scenario’s.<br />

Het woord is aan de politiek.<br />

74


BIJLAGEN<br />

75


BIJLAGE 1 : FORUMBIJDRAGEN<br />

Om alle betrokken partijen individueel de mogelijkheid te geven de gemeenteraad te adviseren over de toekomst<br />

van de Boterhuispolder is de mogelijkheid van een ‘forumbijdrage’ in het leven geroepen. Partijen geven met<br />

behulp van een korte onderbouwing aan naar welk scenario hun voorkeur uitgaat, of naar welk scenario juist niet.<br />

Ook kan een los advies gegeven worden.<br />

Hieronder zijn de ingeleverde bijdragen in originele staat opgenomen.<br />

PIP VAN SCHIE, VEEHOUDER<br />

Van de drie scenario’s voor de Boterhuispolder is er maar een die echt bestaansrecht heeft. Namelijk landbouw<br />

en natuur. Het verleden heeft geleerd dat dit al jaren een goede invulling is, want zo is het nu zo gewaardeerde<br />

landschap ontstaan. De landbouw heeft zeker toekomst. Aangevuld met wandel- en fi etspaden die samenvallen<br />

met agrarische ontsluitingspaden zal de polder ook voor veel mensen toegankelijk zijn.<br />

Alleen bij dit scenario wordt aan alle randvoorwaarden voldaan.<br />

De ideeën van buurgemeenten sluiten hierbij aan.<br />

MARIJKE ALDERLIESTE, VERENIGING “HOUDT LEIDERDORP GROEN”<br />

De toekomst van de Boterhuispolder volgens de vereniging Houdt <strong>Leiderdorp</strong> Groen.<br />

Honderd vijftig woorden zijn te weinig voor het beschrijven van de rijke cultuurhistorie en grote natuurwaarden<br />

van de Boterhuispolder. Eigenlijk is deze unieke veenweidepolder niet te beschrijven, maar moet bekeken en<br />

beleefd worden bijvoorbeeld vanaf de Nieuwe Weg of vanaf de Zijldijk: een prachtig Hollands polderlandschap<br />

met koeien in de wei, ganzen op het land, een grutto op een paal en daarboven mooie wolkenluchten. Ingrijpen<br />

in dit landschap, of het nu een fi etspad of een golfbaan betreft, betekent een onomkeerbare vernietiging van<br />

de polder. <strong>Leiderdorp</strong> zou trots moeten zijn op het mogen beheren van één de laatste veenweidegebieden met<br />

een blokverkaveling en een gruttopopulatie die niet afneemt! Juist nu een weg is ingeslagen van agrarisch<br />

natuurbeheer met behulp van Europese subsidies, moet dit beleid worden voortgezet en worden gestimuleerd.<br />

Open en groen houden van de polder betekent behoud van de polder zoals die nu is met extensieve<br />

recreatie aan de randen en de garantie voor een goed bestaan van de agrariërs. Alleen dan blijven natuur en<br />

cultuurhistorie gespaard en kan de leiderdorper genieten van rust, groen en openheid, kortom de POLDER.<br />

ILSE WITVOET, HOLLAND RIJNLAND<br />

Holland Rijnland onderstreept de noodzaak om het groene en open karakter van de Boterhuispolder voor de<br />

lange termijn te garanderen en de kwaliteit en bereikbaarheid van de polder te versterken.<br />

In de Regionale Structuurvisie die op dit moment door Holland Rijnland wordt samengesteld, is o.a. aandacht<br />

voor de sterke landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de regio. Deze kwaliteiten dragen bij aan<br />

het (inter)nationale karakter van de regio.<br />

De regio streeft een hoogwaardige woonkwaliteit na. Hieraan is een hoogwaardig landschap met voldoende<br />

recreatieve mogelijkheden onlosmakelijk verbonden. Gezien de grote recreatieve druk op het buitengebied wil<br />

Holland Rijnland de bereikbaarheid van het landschap vergroten, waardoor een breder publiek de openheid, rust<br />

en de kleinschaligheid van het landschap kan ervaren.<br />

Door het scenario ‘Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en water(-sport)’ (nu: “De polder in!”, red.) wordt de bereikbaarheid van de<br />

polder vergroot, maar daarnaast blijft er oog voor het behoud van het agrarische- en cultuurhistorische karakter<br />

van de polder.<br />

76<br />

WOUT ANKER, IVN<br />

POLDERS<br />

Behalve de economische, recreatieve en cultuurhistorische waarde is er ook nog de educatieve waarde.<br />

Veel bewoners van <strong>Leiderdorp</strong> en omgeving zijn hier als forenzen gekomen. Zij zijn niet vertrouwd met het<br />

oorspronkelijke agrarische karakter van deze streek. Informatie daarover kan door publicaties en excursies<br />

voor belangstellenden. Een andere mogelijkheid is een structurele inpassing van “een kennismaking met<br />

je LEEFOMGEVING” in het onderwijs. Basisschoolleerlingen kunnen op niveau informatie krijgen over de<br />

geschiedenis ervan. Tevens kan aan de boerderij en de daarbij behorende polder een bezoek worden gebracht.<br />

Aandachtspunten kunnen o.a. zijn:<br />

De bedrijfsvoering met zijn producten;<br />

De natuurlijke eigenschappen van het polderland als veenweide gebied;<br />

De betekenis van molens met daarbij de waterbeheersing voor onze leefomgeving;


De fauna: zowel de gedomesticeerde als de wilde dieren die er zijn;<br />

Mondiaal gezien het unieke van dit gevarieerde polderlandschap; o.a. als we de nog resterende polders (b.v.<br />

Boterhuis- en Achthovener polder) vergelijken.<br />

JAN VAN DER GEEST, BEWONER EN ARGRARISCH GRONDGEBRUIKER <strong>BOTERHUISPOLDER</strong><br />

De huidige onafhankelijke status van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong> geeft nu nog de mogelijkheid om het<br />

toekomstbeeld voor de Boterhuispolder voor lange tijd vast te stellen.<br />

De vooraf gestelde doelstellingen worden het best gerealiseerd bij uitoefening van een scenario waarbij<br />

‘landbouw’ en ‘natuur’ samen optrekken.<br />

Landbouw omdat zij als enige het unieke veenweidegebied doelmatig kan exploiteren en natuur omdat zij kan<br />

toezien op het in stand houden van de ‘waarden’.<br />

Landbouw kan verder gaan onder beperkende voorwaarden en deels gecompenseerd worden met fi nanciële<br />

ondersteuning of door het verkrijgen van betaalde werkzaamheden uit natuurbeheer.<br />

De basis kan de oprichting van een grondbank zijn waarin te verwerven gronden worden ondergebracht.<br />

De aanvangsfi nanciering moet komen van hogere overheden als Provincie en landelijke overheid, en<br />

de exploitatiefi nanciering uit pachtopbrengsten van landbouwers en met compensatiebijdrage uit de<br />

gemeentebegroting. Langdurige pachtcontracten geven bescherming tegen omkeerbaarheid van de Groenzone.<br />

NANDA VAN BEEST, GEMEENTE LEIDEN<br />

N.B. In verband met te ruime overschrijding van het aantal woorden, is het stuk in overleg met de opsteller door de redactie<br />

ingekort.<br />

Boterhuispolder: Weten doet Beleven<br />

De komende jaren legt Leiden nadruk op de kwaliteit van de verbindingen naar het ommeland en het behoud.<br />

Maar minstens zo belangrijk is dat Leidenaars de grote kwaliteiten van hun omgeving beter leren kennen.<br />

Bekend maakt bemind; Leiden zet dus ook in op kennis, communicatie en de vele kansen die het bestaande<br />

water en groen biedt aan zijn bewoners.<br />

Redenerend vanuit deze doelen, welke corresponderen met de doelen uit de conceptvisie RSV Holland<br />

Rijnland ben ik van mening dat uitvoering van het ‘Golfscenario’ leidt tot een onomkeerbare, negatieve ingreep<br />

in dit, nergens in Nederland nog zo gaaf aanwezige, Karolingische landschap met unieke cultuurhistorische,<br />

landschappelijke en ecologische waarden. Daarbij wordt het gebied slechts voor een zeer beperkte doelgroep<br />

aantrekkelijk.<br />

Het is nu aan de gezamenlijke overheden om hieraan het benodigde planologische tegenwicht te bieden en<br />

zoveel mogelijk bewoners bewust te maken van dit erfgoed door ruimte te bieden voor extensieve recreatie en<br />

verbreding van de landbouw middels het scenario “Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en Water” (nu: “De polder in!”, red.).<br />

ROB SPERNA WEILAND, COMITE DOESBRUG<br />

Natuur, Cultuurhistorie en Agrarische bedrijfsvoering zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in de<br />

Boterhuispolder. Ontkoppeling of aantasting van deze waarden leidt onherroepelijk tot kwaliteitsvermindering.<br />

Juist de kwaliteit van het gebied is de reden dat het nog open en groen is en om nu alles te doen om dat zo te<br />

houden. Het scenario dat deze kernwaarden als uitgangspunt heeft is onderbouwd fi nanciëel de meest zekere<br />

weg en sluit het beste aan bij de uitgangspunten van de <strong>Leiderdorp</strong>se Raad en bij die van Teylingen. Het is het<br />

enige scenario dat met succes aanspraak op subsidies voor verbetering van het landelijk gebied zal kunnen<br />

onderbouwen.<br />

Een zekere mate van recreatieve toegang tot het gebied, ondergeschikt aan de belangen van de kernkwaliteiten,<br />

zal de waardering voor de polder doen toenemen en mede draagkracht verschaffen voor langdurig behoud. De<br />

som der kwaliteiten is groter dan ieder deel op zich in deze polder.<br />

Houdt de drie-eenheid in ere, help waar mogelijk deze te versterken, werk mee aan de toekomst ervan en geniet<br />

van hoe het nu is.<br />

Boer, weidevogel, historisch landschap, geef hen en daarmee ons de ruimte.<br />

77


KO DROOGERS, ANWB<br />

Boterhuispolder: recreatie bij de stad<br />

Vanuit de ANWB vinden wij een inrichting van de polder die recht doet aan de ligging bij de verstedelijking de<br />

enige juiste keuze. In West Nederland is een groot te kort aan recreatiemogelijkheden dicht bij huis.<br />

De Boterhuispolder is wat betreft landschap al aantrekkelijk, maar het gebied moet goed ontsloten worden vanuit<br />

de stad (Leiden en <strong>Leiderdorp</strong>), en in het gebied moeten meer wandel-, en fi etspaden komen. Verder kan er een<br />

kano- en ruiterroute ontwikkeld worden en een rondje voor skaters en skeeleraars (door aanpassing van enkele<br />

fi etspaden).<br />

De oevers moeten toegankelijk gemaakt worden om aan te kunnen zitten en te kunnen afmeren.<br />

Langs de stadsrand het gebied intensiever inrichten, zodat veel recreanten juist hier opgevangen kunnen<br />

worden. Bovendien kan zo’n inrichting de polder mooier maken, omdat je de bebouwing minder ziet.<br />

Een openbaar toegankelijke golfbaan kan een fi nanciële drager zijn, maar dan moet deze ook deels op het<br />

gebied van Teijlingen kunnen komen.<br />

De boeren worden gastheer voor de stedeling en krijgen hier inkomen uit.<br />

JAN POOL, BEWONERSVERENIGING ESSENPARK<br />

REACTIE OP DE SCENARIO’S<br />

Uitgangspunten voor mij zijn:<br />

Behoud van het leefgebied van weide- en trekvogels. Hun aantal in Nederland neemt sterk af. Wij mogen daar<br />

niet aan bijdragen.<br />

Behoud van de open ruimte. Die is kostbaar zeker ook in de dichtbevolkte randstad. Maar wij laten ons<br />

landschap steeds meer verrommelen.<br />

Behoud van de cultuurhistorische waarde van de Boterhuispolder.<br />

Het scenario Natuur en Landbouw hand in hand heeft dan ook mijn absolute voorkeur.<br />

Extensieve recreatie middels wandelen en fi etsen past daarin, mits het vooral in de broedtijd niet verstorend<br />

werkt.<br />

Een Golfbaan past hierin zeker niet. Het landschap wordt bedorven en gaat ten koste van het vogelbestand. In<br />

de naaste omgeving zijn ook mogelijkheden genoeg voor deze vorm van elitaire recreatie.<br />

Overwogen moet worden het gebied waar mogelijk in eigendom en beheer te geven van Het Zuid-Hollands<br />

Landschap of Natuurmonumenten. Daarmee wordt ongewenste woningbouw voorkomen.<br />

Nagekomen reactie Jan Pool (19 september 2007):<br />

Naar aanleiding van de slotbijeenkomst van gisteravond sluit ik mij aan bij de velen die een combinatie<br />

van scenario 2 en 3 aan de Raad zouden willen suggereren, met de uitgangspunten van scenario 2 maar<br />

met belangrijke elementen uit scenario 3, met name extensieve recreatie. Na een dergelijk besluit zout dat<br />

combinatiescenario verder uitgewerkt moeten worden.<br />

RON GAST, STICHTING GROENE HART<br />

Bijdrage aan de scenariokeuze voor de <strong>BOTERHUISPOLDER</strong><br />

De Stichting Groene Hart heeft als doelstelling het kenmerkende landschap van het Groene Hart te beschermen<br />

en ontwikkelen. Behoud door ontwikkeling van de historische gegevenheden.<br />

Scenario Golfend agrarisch landschap betekent aantasting van het kenmerkende slagenlandschap met<br />

weilanden en water. Omdat er geen verstedelijking plaatsvindt (cf. de Nota Ruimte) ligt een golfbaan als<br />

“buffer”niet voor de hand. Er kleven veel meer nadelen dan voordelen aan zo’n keuze.<br />

Scenario tussen <strong>Leiderdorp</strong> en Water (nu: “De polder in!”, red.) kan evenmin positief worden beoordeeld. De<br />

recreatieve opgave lijkt te fors voor dit open gebied. Beter is het om de negatieve effecten van verstoringbronnen<br />

d.m.v. landschapselementen terug te dringen en de grootschalige open ruimte in tact te laten.<br />

78


Scenario Natuur en Landbouw Hand in Hand wordt door ons als voorkeursscenario bestempeld. Dit scenario<br />

sluit goed aan bij eerdere afspraken met de Streekcommissie Ade en de provincie. Er zijn wél enkele<br />

aandachtspunten. Enerzijds dient tegenover de duurzame inzet van agrariërs om meer te doen aan natuur<br />

en landschap een inkomensgarantie te staan. Anderzijds dient tegenover de afhankelijkheid van de inzet van<br />

agrariërs een zekerheid te bestaan voor natuurbeschermers voor wat betreft de grondeigendom situatie en het<br />

natuurresultaat. “Hand-in-Hand “ betekent immers óók Samen en Gedeeld verantwoordelijk ! Daarnaast heeft<br />

het waterbeheer via waterschap en provincie extra (kwalitatieve en kwantitatieve) impulsen nodig. Ook dit punt<br />

verdient nadere uitwerking.<br />

Aanvullende (nagekomen) reactie van Ron Gast:<br />

-Vooral richten op de relatie boer-natuur (hand-in-hand)<br />

-Extra element is de overgang land-water. (Kagerplassen)<br />

HARALD KOK, RENTMEESTER ROOMS CATHOLIJK OUDE ARMEN KANTOOR<br />

RCOAK heeft oog voor maatschappelijke belangen.<br />

RCOAK pleit voor het scenario van golfend landschap.<br />

Het scenario van een golfend landschap in het zuiden heeft door haar duurzame inrichting een onomkeerbare<br />

buffer tegen oprukkende “verstening”.Tevens heeft dit scenario door enige economische dragers de grootste<br />

kans op fi nanciële haalbaarheid.<br />

Het scenario van golfend landschap heeft draagvlak bij de betrokken grondeigenaar en geeft zekerheid aan de<br />

totstandkoming van plannen.<br />

In dit scenario is tevens ruimte om onderdelen van de andere twee scenario’s in te passen. Onderdelen als<br />

landbouw en natuur in één hand, nieuwe natuur in het midden van de polder en recreatiemogelijkheden kunnen<br />

met elkaar verweven worden.<br />

Ruimte en grond zijn in Nederland schaars, met name in de Randstad. Een polder één functie toekennen is<br />

maatschappelijk niet meer te verdedigen.<br />

Verwevenheid van functies moet de uitdaging zijn voor een duurzame inrichting voor de verre toekomst van de<br />

Boterhuispolder met een plaats voor alle belangen.<br />

HARRY HORLINGS, GOLFVERENIGING LEIDERDORP<br />

Alle Raadsfracties willen de Boterhuispolder tot in lengte van jaren groen houden. Een golfbaan dient dit doel bij<br />

uitstek, aangezien de investering voor het aanleggen ervan (enkele miljoenen) niet zomaar vernietigd zal kunnen<br />

worden. Een keuze voor golf is geen keuze tegen natuur; golf voegt zich naar de natuur. Bij het ontwerpen van<br />

een golfbaan wordt door landschaps- en golfbaanarchitecten met bestaande cultuurhistorie rekening gehouden<br />

en kunnen nieuwe natuurwaarden en recreatieve functies naar wens worden toegevoegd. Het onderhoud van de<br />

golfbaan wordt door daartoe opgeleide specialisten uitgevoerd overeenkomstig richtlijnen vervat in het Europese<br />

programma ‘Committed to Green’. De inrichting van het deel van de polder dat voor de golfbaan en ‘ingesloten<br />

natuurwaarden’ wordt gebruikt kost de <strong>Gemeente</strong> niets. Op de golfbaan kunnen meer dan 20.000 rondes golf per<br />

jaar worden gelopen waarmee ook tegemoet wordt gekomen aan de wens om <strong>Leiderdorp</strong>ers, van 9 tot 90 jaar en<br />

inclusief minder-validen, in beweging te krijgen en te houden.<br />

79


RUUD VAN SCHIE, VOORZITTER VANADE<br />

De Boterhuispolder, een uniek stukje landschap met een open en wijds karakter, verbinding tussen stedelijk en<br />

waterrijk weidegebied. Bovendien van groot cultuurhistorisch belang en een belangrijk (weide-)vogelgebied.<br />

Terecht dat de gemeente <strong>Leiderdorp</strong> een zorgvuldig en uitgebreid afwegingsproces volgt om te komen tot een<br />

inrichtingsplan dat de toekomst kan weerstaan.<br />

Eeuwenlang hebben boeren dit landschap gebruikt en gevormd tot wat het nu is. Elke verandering van functie<br />

en inrichting zullen het unieke karakter aantasten en voorgoed verloren doen gaan voor toekomstige generaties.<br />

Daarom pleit de Vereniging voor Agrarisch Natuurbeheer Ade voor een scenario waarin natuur en landbouw<br />

samen uitgangspunt zijn voor besluitvorming over de inrichting.<br />

In de wens van burgers om te recreëren en het gebied beter te beleven zien wij een uitdaging. Graag willen wij,<br />

samen met de grondgebruikers, bezien in hoeverre wij aan deze wens tegemoet kunnen komen, opdat we ook in<br />

de toekomst van dit landschap kunnen genieten.<br />

JEROEN BOON en FRANK TER BEEK, MILIEUFEDERATIE ZUID-HOLLAND<br />

De MZH onderschrijft de toestingscriteria zoals verwoord in par 1.1.<br />

Behoud van groene en open karakter van de polder, realisering van een onomkeerbare groenzone; behoud van<br />

ecologische waarden, het weidevogelgebied. Het gaat hier om een kwetsbaar veenweidegebied waarvoor een<br />

verantwoord peilbeheer essentieel is om verder inklinking en oxidatie van veen tegen te gaan.<br />

Kansen voor extensieve recreatie met respect voor de natuur.<br />

Daarin past geen golfterrein. Het eeuwenoude slotenpatroon is tevens lastig te combineren met een<br />

golfterrein. Nee, eerder denken wij aan meer agrarische educatieve activiteiten zoals kinderboerderij of een<br />

natuurbelevingszone, aansluiting aan wandel- en fi etsroutes. Er ligt al een golfbaan aan de overzijde van de<br />

Zijl en verdere wildgroei of concentratie van golfbanen in dit kwetsbare gebied vlakbij het verstedelijkte gebied<br />

vinden wij ongewenst. Bovendien is de golfbaanfunctie in strijd met<br />

het beleid van buurgemeente Teijlingen en de Provincie Zuid-Holland.<br />

Wij kiezen voor scenario ‘Natuur en landbouw hand in hand’, waar nodig aangevuld met recreatieve<br />

inrichtingsmaatregelen uit scenario ‘De Polder In!’ .<br />

MARIO VAN TEIJLINGEN, BEWONERSVERENIGING BLOEM EN ROOS, LEIDEN<br />

Wat is er mis met de volgende redeneerlijn:<br />

de Boterhuispolder bevat veel zeldzaam natuurschoon;<br />

In het verleden zijn door speculanten investeringen gedaan, die bij bestemmingen in de buurt van het huidige<br />

gebruik, grotendeels waardeloos worden. Dat was hun risico ook, dus dat zij niet staan te springen bij een voor<br />

hen maximaal scenario is logisch. Hun stem is dus irrelevant, omdat voor hen alleen het rendement telt. Dat<br />

rendement is dus negatief.<br />

Er zijn drie scenario’s: een scenario voor enkele belanghebbenden (een aantal exploitanten voor een<br />

watersportpaleis, een paar landhuizen en zeg 500 leden van een golfclub) waarvoor de polder moet worden<br />

aangepast, een scenario voor velen (recreatie, De Polder In) waarvoor de polder moet worden aangepast en een<br />

scenario voor velen waarvoor de polder “niet” moet worden aangepast.<br />

Er wordt net gedaan als of het ons recht is om een bijzondere plek te bestemmen als “uitrengebied” voor de<br />

dorpeling/stedeling waarbij dat overigens aan niemand is gevraagd (de vertegenwoordiger van Leiden wil niet<br />

golfen en wil geen intensieve recreatie!).<br />

Als het belang van velen gediend is met beide scenario’s (Natuur/Landschap en De Polder In), dan moet het<br />

belang van de natuur prevaleren. Cultiveer de bestaande natuur in de polder.<br />

80


PIET VAN DER POEL, VOORZITTER LTO-NOORD AFDELING ALKEMADE-JACOBSWOUDE<br />

Met een agrarisch positief advies van het LEI in de hand, is het ons duidelijk dat de agrarische sector in de<br />

Boterhuispolder voluit kansen moet krijgen om te blijven ondernemen. Alleen zo blijft de agrarische sector<br />

duurzaam de drager van de Boterhuispolder.<br />

Het spijt ons zeer dat APPM het nodig heeft gevonden om de door ons voorgestelde opties voor recreatieve<br />

verbeteringen uit het landbouw-/natuurscenario te halen. Deze opties, bijvoorbeeld een fi ets-wandelpad<br />

gecombineerd met kavelontsluiting, zouden wij graag in het scenario terugzien.<br />

In het Holland-Rijnlandoverleg, alsmede in elk atelier, is de voorkeur uitgesproken voor een harde overgang;<br />

laten we dit dan ook zo houden!<br />

Ons bestuur blijft ervan overtuigd dat de gemeente <strong>Leiderdorp</strong> - als eigenaar van de onderhavige landerijen<br />

- via een regulier pachtcontract de zeggenschap over de functie houdt. Daarmee geeft de gemeente aan de<br />

agrarische sector de broodnodige zekerheid over hun bedrijfsvoering. Alleen zo blijft duurzaamheid gewaarborgd.<br />

Met de pachtcontracten kan bovendien een beduidend betere opbrengst worden gerealiseerd dan nu het geval<br />

is.<br />

Voor ons staat vast dat het landbouw-/natuurscenario op deze manier verreweg de voorkeur verdient.<br />

EELCO HOOGVORST, BEWONERS DRIEGATENBRUG<br />

Als directe buren van de Boterhuispolder volgen wij de ontwikkelingen rondom deze polder met grote<br />

belangstelling.<br />

Een scenario waarbij ‘de koe in de wei blijft’ heeft daarbij onze voorkeur. Echter wij onderschrijven nadrukkelijk<br />

de ambitie van de gemeente ‘dat zij het open en groene karakter van de polder op de lange termijn wil<br />

garanderen’.<br />

Wij denken dat een beperkte recreatieve invulling voor een zo breed mogelijke doelgroep de kennis van de<br />

polder bij de inwoners van <strong>Leiderdorp</strong> e.o. zal vergroten. Daarmee zal de behoefte om de groene waarde van de<br />

polder te beschermen toenemen.<br />

Bij welke invulling van de Boterhuispolder dan ook, graag wijzen wij op de verplichtingen aan de bewoners van<br />

de wijk opgelegd (mede door de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>):<br />

‘Het karakter van polderlandschap in stand te laten casu quo te houden’<br />

De wijk Driegatenbrug vormt een ideale overgang tussen de stad enerzijds en het groene polderlandschap<br />

anderzijds. Het zou deze overgang en de verplichtingen jegens de bewoners in de wijk Driegatenbrug te niet<br />

doen als het polderlandschap grenzend aan de wijk Driegatenbrug ingrijpend veranderd wordt.<br />

81


BIJLAGE 2: RAPPORTEN EN BRONNEN<br />

In deze bijlage worden relevante rapporten, websites en andere bronnen genoemd, die gebruikt zijn bij de opstelling van<br />

dit eindrapport of nog gebruikt kunnen worden bij de verdere uitwerking van beleid voor de Boterhuispolder. Dit is uiteraard<br />

geen complete lijst, aanvullingen zijn onder meer te vinden op de website van de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>: www.leiderdorp.nl<br />

vervolgens kunt u rechts in beeld op het plaatje Boterhuispolder klikken.<br />

WEBSITES<br />

• www.leiderdorp.nl<br />

• www.teylingen.nl<br />

• www.pzh.nl<br />

• www.vrom.nl<br />

• www.werkgroepnld.nl<br />

• www.landschapnoordholland.nl<br />

• www.ethologie.nl<br />

• www.vogelsrijnwoude.nl<br />

• www.vanade.nl<br />

• www.rijnland.net<br />

• www.hollandrijnland.net<br />

FOTO’S EN ANDER BEELDMATERIAAL<br />

• Terra Incognita, 2007<br />

ANDERE BRONNEN<br />

• Nota Ruimte, VROM, april 2004, Den Haag<br />

• Nota Ruimte, uitvoeringsprogramma. VROM, 2006, Den Haag<br />

• De Zuidvleugel: motor in de Delta. Bestuurlijk platform Zuidvleugel, augustus 2006, Den Haag<br />

• Zuidvleugel Zichtbaar Groener, provincie Zuid-Holland e.a., 2005, Den Haag<br />

• Nota Belvedère (Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting, juli 1999), o.a. VROM en OCW, Den<br />

Haag<br />

• Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap het Groene Hart 1999-2003, Provincie Zuid-Holland, Den Haag<br />

• Streekplan Zuid-Holland West. Provinciale Staten, 2003, Den Haag<br />

• Coalitie akkoord Gedeputeerde Staten van Zuid Holland 2007-2011 t.a.v. groen. Provincie Zuid Holland, april 2007, Den<br />

Haag<br />

• Beleidsplan Groen Water en Milieu 2006-2010. Provincie Zuid Holland, september 2006, Den Haag<br />

• Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (in wording: 2007)<br />

• Europese Kaderrichtlijn Water: opgesteld in 2000, implementatietijd tot 2015<br />

• Nationaal Bestuursakkoord water. O.a. rijk, provincie, VNG en Unie van Waterschappen, 2003, Den Haag<br />

• Landschapsbeleidsplan Leidse Regio. Holland Rijnland, april 2001, Leiden<br />

• <strong>Gemeente</strong>lijk bestuursakkoord B5 (2006-2010), <strong>Leiderdorp</strong><br />

• Toekomstvisie <strong>Leiderdorp</strong> 2015. <strong>Leiderdorp</strong>, december 2001<br />

• Bestemmingsplan Boterhuispolder 1969. <strong>Leiderdorp</strong>,<br />

• Aanpassingsplan Ade<br />

• Stadsrandvisie 2003, DLG<br />

• Visie op recreatie en toerisme: Teylingen. <strong>Gemeente</strong> Teylingen, juni 2007, Teylingen (o.a. beschikbaar via www.teylingen.<br />

nl )<br />

• Perspectief van de agrarische sector in de Boterhuispolder en de polder Achthoven. LEI BV, juli 2007, Den Haag<br />

• Boterhuispolder groen of groen, Vereniging Houdt <strong>Leiderdorp</strong> Groen, november 2006, <strong>Leiderdorp</strong><br />

• Rapportage project “Explicitering 300.000 ha”, fase 1 en 2. Sjerp de Vries & Jandirk Bulens. Alterra i.o.v. de A.N.W.B.<br />

Wageningen april 2001<br />

82


• Singelgolf, een nieuwe economische basis voor de landbouw en voor gebiedsontwikkeling door middel van golf.<br />

Innovatienetwerk. Utrecht december 2006.<br />

• Een golfbaan natuurlijk! De bijdrage van golfbanen aan de ontwikkeling van natuur, landschap en recreatief medegebruik.<br />

Natuur en Milieufederatie Utrecht et al. Utrecht, juli 2007<br />

• Groene functies in de Boterhuispolder. Een verkennend onderzoek naar de groene functies in relatie tot bodem en water.<br />

Grontmij. Waddinxveen december 2006.<br />

• Interne notitie ecologie, <strong>Leiderdorp</strong> 2007<br />

• ANWB fi etsatlas Nederland<br />

• fi etspadenplan provincie Zuid Holland, 2006<br />

• fi etsplan '96, voormalige vervoersregio Rijn- en Bollenstreek<br />

BIJLAGE 3: PROCESSTUKKEN<br />

Hieronder wordt een opsomming gegeven van de documenten die tijdens het proces zijn gerealiseerd en die terug te vinden<br />

zijn op de website van de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>: www.leiderdorp.nl<br />

• Startdocument, vastgesteld na de kick-offbijeenkomst van 22 mei 2007.<br />

• Impressie kick-offbijeenkomst, 22 mei 2007.<br />

• Verslag eerste werkatelier, 5 juni 2007.<br />

• Verslag tweede werkatelier, 26 juni 2007.<br />

• Verslag derde werkatelier, 17 juli 2007.<br />

• Defi nitief eindrapport, 12 oktober 2007.<br />

83


BIJLAGE 4: DEELNEMENDE PARTIJEN<br />

Het enthousiasme om mee te werken in de gebiedsprocessen was overweldigend. Er zijn zoveel mensen die zich hebben<br />

aangemeld dat ervoor gekozen is om de groep te splitsen in twee teams. Het werkteam heeft in drie ateliers gewerkt aan het<br />

opstellen van de scenario’s. Het meedenkteam heeft ontstane ideeën bediscussieerd, aangescherpt en zaken aan het geheel<br />

toegevoegd.<br />

In de selectie is uitgegaan van een goede afspiegeling van de betrokkenen bij de Boterhuispolder op verschillende<br />

schaalniveaus.<br />

Onderstaande personen zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de werkateliers. Het grootste deel van dit werkteam heeft<br />

hier gehoor aan kunnen geven. Een aantal mensen heeft (in verband met vooral te weinig tijd) zich meer bezig gehouden<br />

met advisering op de achtergrond.<br />

Alderlieste, mw.<br />

Anker, dhr.<br />

*Balkenende, dhr.<br />

Bancken, dhr.<br />

Beest, mw. van<br />

Droogers, dhr.<br />

Folkerts, dhr.<br />

*Gast, dhr.<br />

Geest, dhr. v/d<br />

Hendriks, mw.<br />

Horlings, dhr.<br />

*Jap, dhr.<br />

Kok, dhr.<br />

Korteweg, dhr.<br />

Lendfers, dhr.<br />

Melle, dhr. Van<br />

Mooren, mw.<br />

Poel, dhr. v/d<br />

Radema, mw.<br />

Schie, mw. van<br />

Schie, dhr. van<br />

Schonewille, dhr.<br />

Sperna Weiland, dhr.<br />

*Vellekoop, mw.<br />

Waanders, dhr.<br />

Wiel, mw. v/d<br />

Witvoet, mw.<br />

Wulp, dhr.<br />

Houdt <strong>Leiderdorp</strong> Groen<br />

IVN<br />

Landschapsbeheer Zuid Holland<br />

Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />

<strong>Gemeente</strong> Leiden<br />

Regiokantoor ANWB<br />

Hoogheemraadschap van Rijnland<br />

Stichting Groene Hart<br />

Bewoner zijldijk<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />

Staatsbosbeheer, directie West<br />

Overwater Rentmeesterskantoor/RCOAK<br />

Bewonersvereniging Bloem en Roos<br />

Vertegenwoordiger BPF<br />

Bewonersvereniging Leyhof<br />

Melkveehouder<br />

LTO<br />

<strong>Gemeente</strong> Alkemade<br />

Veehouder<br />

VANADE<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

Stichting Comité Doesbrug<br />

Provincie Zuid Holland<br />

Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

Holland Rijnland<br />

<strong>Gemeente</strong> Teylingen<br />

*Geen actieve deelname in de werkateliers, wel hebben zij alle stukken ontvangen.<br />

84


MEEDENKTEAM:<br />

Amsterdam, dhr/mw van bewoonster<br />

Beek, dhr. ter<br />

Milieufederatie Zuid-Holland<br />

Blaey, dhr. de<br />

Leidse Ommelanden<br />

Bosch, mw.<br />

Bewoner Zijldijk<br />

Bredewold, dhr./mw. Bewonersvereniging Watertuin<br />

Bree, dhr. de<br />

Bewoner zijldijk<br />

Brouwers, dhr.<br />

Vogelwerkgroep Koudekerk-Hazerswoude<br />

Brussee, dhr./mw. Stichting Behoud <strong>Leiderdorp</strong>se Bomen<br />

Croonen, dhr.<br />

DLG, secr. Landinrichting<br />

Dekker, dhr./mw. Bewoner Dijkwacht<br />

Dopper, dhr.<br />

Bewoner / voormalig medewerker Rijkswaterstaat<br />

Duller, dhr./mw. van Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />

Dijk, dhr. Van<br />

Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />

Egmond, dhr/mw van Bewoner Zijldijk<br />

Fijan, mw.<br />

Hoogheemraadschap van Rijnland<br />

Geest, dhr. v/d<br />

Bewoner Zijldijk<br />

Hoogvorst, dhr. Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />

Holland, Mw van Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />

Jong, dhr. de<br />

Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />

Kazatzidis, dhr. Bewoner<br />

Kempen, dhr/mw van Bewoner Zijldijk<br />

Kerkvliet, dhr.<br />

Leader+ PG Leidse Ommelanden<br />

Korpershoek en Compier Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />

Kraaijenhagen, dhr. Bewoner Zijldijk<br />

Kroes, mw.<br />

St. Ruiter- en Menroutes Zuid-Holland<br />

Lansen, mw.<br />

Bomenbond Rijnland<br />

Mackelenberg, dhr. van Milieudienst West Holland<br />

Moor, mw. de<br />

Provincie Zuid Holland<br />

Mulder, mw.<br />

Bewoonster <strong>Leiderdorp</strong><br />

Muntinghe, dhr. Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />

Noordover, dhr. Asopos de Vliet<br />

Pool, dhr.<br />

Bewonersvereniging Essenpark<br />

Projectbureau RSV Holland Rijnland<br />

Randenraat, van Vertegenwoordiger BPF<br />

Rijling, mw.<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

Rijsbergen, dhr./mw. Bewoner Zijldijk<br />

Schellekens, mw. IVN <strong>Leiderdorp</strong><br />

Schepers, dhr.<br />

Provincie Zuid Holland<br />

Schie, mw. van Botenstalling Zijldijk<br />

Schoch, dhr.<br />

Bomenbond Rijnland<br />

Straaten, dhr. van Bewonersverening Leyhof<br />

Tol, dhr./mw. van Bewoners<br />

Walsem, dhr. van <strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

Wijsman, dhr./mw. Bewoner<br />

85


BIJLAGE 5 : BELEIDSKADERS<br />

Over de Boterhuispolder is in de bestaande beleidsdocumenten veel terug te vinden. Het schaalniveau waarvoor beleid is<br />

opgesteld verschilt uiteraard. Voor volledigheid worden hieronder de hoofdlijnen van beleidskaders uit het startdocument<br />

nogmaals weergegeven, onderverdeeld naar nationaal, regionaal en lokaal niveau.<br />

Nationaal beleid<br />

Op nationaal niveau vormt het beleid voor Nationaal Landschap het Groene Hart de hoogste prioriteit. Hierbij spelen de<br />

groenblauwe kwaliteiten, recreatieve functies en de relatie stad-land een grote rol. Hieronder wordt kort ingegaan op de<br />

belangrijkste (nationale) beleidsdocumenten die voor de Boterhuispolder relevant zijn.<br />

Nota Ruimte (LNV/EZ/VROM/V&W, 2004)<br />

De Boterhuispolder maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap het Groene Hart. De Nota Ruimte stelt<br />

hierover dat Nationale Landschappen gebieden zijn met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende<br />

landschapskwaliteiten en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Deze moeten behouden<br />

blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. Binnen nationale landschappen is daarom ‘behoud door<br />

ontwikkeling’ het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. De landschappelijke kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze<br />

waarop de gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de nationale landschappen zich sociaal-economisch<br />

voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of worden<br />

versterkt.<br />

Nota Ruimte, uitvoeringsprogramma (VROM/LNV/V&W/EZ/OCW, 2006)<br />

Hierin constateert het rijk dat o.a. in de Zuidvleugel en in het Groene Hart sprake is van een complexe stapeling van<br />

strategische opgaven en projecten. Hoofdstuk 7 van het uitvoeringsprogramma geeft de voortgang weer van de rijksdoelen<br />

met betrekking tot de groene ruimte uit de Nota Ruimte. Daarnaast agendeert het nieuwe acties die bijdragen aan het<br />

bereiken van deze doelstellingen. Er wordt nader ingegaan op bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond<br />

de steden, vergroting van de toeristisch recreatieve mogelijkheden, behoud en versterking van de variatie tussen stad en<br />

land, borging en ontwikkeling van natuurwaarden. Verder wordt ingegaan op ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit, de<br />

borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarden en duurzame en vitale landbouw.<br />

Voor de Boterhuispolder gelden de voorgaande punten.<br />

Zuidvleugel (augustus 2006)<br />

In het bestuurlijk platform Zuidvleugel hebben rijk, provincie, regio’s (zoals Holland Rijnland) en de gemeenten Rotterdam<br />

en Den Haag zitting. De Zuidvleugel streeft ondermeer naar een aaneengesloten stelsel van stads- en regioparken met<br />

onderlinge verbindingen en robuuste verbindingen naar onder meer het Groene hart. Deze leggen door een onomkeerbare<br />

groeninvulling de grenzen van de steden vast en verrijken het landschap. Er is een uitvoeringsprogramma opgesteld: de<br />

nota “De Zuidvleugel: motor in de Delta”. In het programma wordt uitgegaan van een extra impuls voor groene en blauwe<br />

kwaliteiten vanuit recreatief perspectief.<br />

In de overgangszone naar het Groene Hart liggen kansen voor de ontwikkeling van groene en waterrijke milieus en het<br />

bieden van hoogwaardig recreatief landschap, recreatieve ontwikkeling van het groen zal vooral rondom steden plaatsvinden.<br />

Belvedere (juli 1999)<br />

In deze nota zijn gebieden aangewezen die cultuurhistorisch waardevol zijn. Eén van die gebieden is de streek rond Oud-<br />

Ade. De Boterhuispolder maakt, vanwege de bijzondere verkaveling die deels uit de Karolingische tijd stamt, onderdeel<br />

daarvan uit. Het beleid van de Nota Belvedere is gericht op het instandhouden en ontwikkelen van de cultuurhistorische<br />

identiteit.<br />

Groene Hartbeleid (ontwikkelingsprogramma)<br />

De Boterhuispolder behoort tot het westelijk veenweidegebied. In de nota worden o.a. de cultuurhistorische karakteristieken<br />

benoemd.<br />

Recreatie en toerisme worden in het algemeen als bron van economische ontwikkelingen en drager van het landschap<br />

gezien. Als ontwikkelingsperspectief voor het gebied waartoe de Boterhuispolder behoort, wordt een veenweidepark<br />

in de westfl ank beschreven. Behoud van het open veenweidelandschap staat echter voorop. Voor het gebied rond de<br />

Boterhuispolder is nog geen uitvoeringsprogramma geformuleerd.<br />

86


Regionaal beleid<br />

Op regionaal niveau zijn de meeste beleidsdocumenten met betrekking tot de Boterhuispolder te onderscheiden. Ook hier<br />

zijn groene, blauwe en recreatieve functies weer van groot belang, maar is er ook aandacht voor concretere punten zoals<br />

waterpeil en de toekomst van de agrariërs. Hieronder wordt kort ingegaan op de belangrijkste (regionale) beleidsdocumenten<br />

die voor de Boterhuispolder relevant zijn.<br />

Streekplan en ander provinciaal beleid<br />

In het streekplan “Zuid-Holland West” van 2003 is de Boterhuispolder aangemerkt als “Agrarisch gebied plus”. De plus<br />

is vanwege het waardevol weidevogelgebied. De polder behoort tot het Hollands Plassengebied en het Groene Hart;<br />

bebouwing ervan is niet toegestaan. Daarnaast moet er aandacht zijn voor de recreatieve verbindingen tussen het stedelijk<br />

en het landelijk gebied. Het gaat hier onder andere om het inrichten van de overgangszone tussen deze steden en het open<br />

Plassengebied, de groene Kaagwig. De Kaagwig moet een ecologische, recreatieve en waterrijke stad-land verbinding<br />

vormen. En deze wig moet de toegankelijkheid van het Plassengebied vanuit Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> verbeteren.<br />

De provincie wil haar inwoners voldoende ruimte bieden om te recreëren op korte afstand van waar zij wonen. Daar wordt<br />

aan gewerkt in het programma Groen In en Om de Stad (GIOS). Deze gebieden verbinden de stedelijke gebieden met<br />

de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) en het vitale platteland. Het zijn recreatieve groengebieden die vrij<br />

en gratis toegankelijk zijn voor het publiek en zijn goed bereikbaar via wandel- en fi etspaden vanuit de woongebieden. In<br />

deze gebieden kan recreatie samengaan met andere functies, zoals natuurbescherming en landbouw. Van 2006 tot 2010<br />

ontwikkelt de provincie vier regioparken (Rottemeren, IJsselmonde, Groenblauwe Slinger, Eiland van Dordt). Daarnaast<br />

worden drie bestaande regioparken (Den Haag-Katwijk, Hollands Plassengebied, Midden-Delfl and) ingepast in de GIOSstructuur.<br />

Coalitie akkoord Gedeputeerde Staten van Zuid Holland 2007-2011 t.a.v. groen (Provincie Zuid Holland, april 2007)<br />

GS willen de komende 4 jaar 3500 ha extra groen- en recreatiegebieden ontwikkelen. Daarvoor willen zij een actieplan<br />

“Verbetering kwaliteit van het landschap” opstellen en uitvoeren, dat tot doel heeft om onder andere een overgangszone<br />

te creëren tussen stad en landschap. Het actieplan moet voor de zomer van 2008 gereed zijn. GS zetten hiervoor via het<br />

Provinciaal meerjaren programma groen 385 miljoen euro in. De prioriteiten gaan uit naar het uitvoeren van grote integrale<br />

gebiedsontwikkelingsprojecten, waar onder de As Leiden Katwijk.<br />

Bodem en water/ Hoogheemraadschap Rijnland<br />

De Boterhuispolder bestaat uit een veenpakket (ca. 10 meter dik) dat met een klein laagje zeeklei (0,50 meter) is afgedekt.<br />

Uit maaiveldhoogtemetingen blijkt dat het maaiveld in de periode 1955-1998 gemiddeld 0,3 cm/per jaar is gedaald. De<br />

Boterhuispolder is daarmee een veenweidegebied met een matige maaivelddaling. Het pakket is wel gevoelig voor zettingen.<br />

In de Boterhuispolder wordt een waterpeil van NAP -2,11/-2,21 m (resp. zomer- en winterpeil) gehandhaafd. Deze peilen zijn<br />

in het peilbesluit 2000 van het Hoogheem raad schap vastgelegd. Het maaiveld in de polder ligt niet op een vast niveau. De<br />

hoogten variëren van NAP -1,90 m tot NAP -1,40m. De hogere percelen liggen voornamelijk langs de oude krekenstelsels,<br />

maar vormen geen aaneengesloten zone. Ook de randen van de polder liggen enigszins hoger. De drooglegging varieert van<br />

-0,20 m op de laagste plekken tot 0,7m op de hoogste plekken. In de winter is de drooglegging 0,10m groter door instelling<br />

van het winterpeil.<br />

Er zijn geen grote knelpunten aanwezig t.a.v. waterkwaliteit en kwantiteit. Als gevolg van peilstijgingen kunnen echter laag<br />

gelegen percelen incidenteel met wateroverlast worden geconfronteerd. Er ligt voor zover bekend op dit moment geen<br />

extra wateropgave voor de Boterhuispolder. Het algemene beleid van het Hoogheemraadschap is om peilverlagingen af<br />

te stemmen op de autonome maaivelddaling. Een extra vergroting van de drooglegging door peilverlaging is in dergelijke<br />

gebieden niet wenselijk i.v.m. gevoeligheid voor maaivelddaling. Verder streeft Rijnland naar robuuste peilgebieden waarbij<br />

inliggende peilvakken zoveel als mogelijk worden tegengegaan. De onderbemaling in het noordoosten is destijds – i.v.m. lage<br />

maaiveldliggen – een uitzondering hierop geweest.<br />

Rijnland heeft nog geen concreet beleid ontwikkeld t.a.v. het gebruik van de Boterhuispolder als overlooppolder van overtollig<br />

boezemwater. (Zie ook het rapport Groene functies in de Boterhuispolder van Grontmij).<br />

Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (in wording)<br />

Eerder dit jaar heeft BVR adviseurs gebiedsateliers georganiseerd voor het veenweide- en plassengebied in de regio Holland<br />

Rijnland. Het eindresultaat hiervan zal worden meegenomen in de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland.<br />

Uit de ateliers is naar voren gekomen dat het behoud en herstel van het karakteristieke veenweide- en plassenlandschap<br />

het uitgangspunt (het leidend principe) is. De traditionele veehouderij heeft dit landschap voor een belangrijk deel<br />

87


gevormd. Activiteiten die bijdragen aan het behoud en herstel van het karakteristieke landschap zijn welkom en/of worden<br />

gestimuleerd. Activiteiten die hieraan afbreuk doen worden ontmoedigd en/of geweerd. Geconstateerd wordt dat binnen<br />

de veeteelt ontwikkelingen spelen als verbreding, intensivering en schaalvergroting, naast de traditionele veehouderij.<br />

De voortzetting van agrarische bedrijvigheid na bedrijfsbeëindiging is vaak onzeker. In de uitwerking van dit punt lijkt<br />

een trekkende rol weggelegd voor de agrariërs/LTO, ondersteund door overheden, om te verkennen welke vormen van<br />

bedrijfsvoering een betere continuïteit garanderen voor agrarisch landgebruik op een wijze dat het leidend principe geen<br />

geweld wordt aangedaan.<br />

Over toerisme en recreatie wordt tijdens de ateliers opgemerkt dat het genieten van het veenweide- en plassengebied direct<br />

kan bijdragen aan het behoud (herstel) van het gebied. Voor zover het karakter van het landschap niet wordt aangetast zou<br />

het recreatief en toeristisch gebruik gestimuleerd moeten worden.<br />

Specifi ek voor de Boterhuispolder zegt de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland:<br />

De Boterhuispolder is een gave groene wig tussen Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> en vormt groot contrast met verstedelijkt gebied. Dit<br />

is een grote kwaliteit van dit gebied die behouden moet blijven. Stadsranden worden gevormd door water en/of infra en zijn<br />

helder, een bufferzone is niet nodig en zou afbreuk doen aan de landschappelijke kwaliteit en de ruimtelijke samenhang van<br />

het gebied. Inzetten op luwte en behoud van de openheid, met langs de stad, de Kaag en de dijk ruimte voor ontwikkelingen,<br />

die het landschap niet aantasten en de zichtlijnen vanuit de stad niet belemmeren. Verder beter toegankelijk maken van de<br />

polder, met name nabij het water, goede verbindingen met de stad door langzaam-verkeer-verbindingen in de stad door te<br />

trekken. Zoeken naar een duurzame vorm van landbouw die ervoor zorgt dat de polder polder blijft met koeien in de wei.<br />

Bijvoorbeeld door gronden in een fonds te stoppen beheerd door LTO.<br />

API-Ade<br />

Het ontwerp Aanpassingsplan Ade is in juni 2006 vastgesteld door de provincie Zuid-Holland. Hiermee is de weg vrijgemaakt<br />

voor de vrijwillige kavelruil om uitwerking te kunnen geven aan het Aanpassingsplan. De API Ade ziet in de Boterhuispolder<br />

een agrarische bestemming als belangrijkste element en voor enkele delen is er ook plaats voor natuurbestemming.<br />

B&W van <strong>Leiderdorp</strong> hebben aangegeven niet akkoord te kunnen gaan met het ontwerp Aanpassingsplan. Zij hebben de<br />

landinrichtingscommissie verzocht een ruimere invulling te geven aan de Boterhuispolder, die het mogelijk maakt om de<br />

Kaagwig als overgangszone tussen het stedelijk gebied van de Leidse agglomeratie en het open plassengebied, samen met<br />

Teylingen en de provincie te ontwikkelen.<br />

Landschapsbeleidsplan Leidse regio en Warmond 2002<br />

Het landschapsbeleidsplan Leidse Regio geeft aan hoe de regio aankijkt tegen haar omringende groengebieden. Om deze<br />

gebieden te behouden worden robuuste randen gecreëerd met zogenaamde lijsten om de openheid van het waardevolle<br />

landschap (de parels) te behouden. In het plan is de Boterhuispolder aangemerkt als veenweidegebied met het accent op<br />

natuur en recreatie. De tegen Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> gelegen randen van de polder zijn aangemerkt als “stadsrandlijst”. Dit<br />

betekent dat hier plaats is voor nieuwe riet- en waterelementen, dat aanwezige en nieuwe infrastructuur goed ingepast moet<br />

worden en dat nieuwe recreatieve en ecologische verbindingen tussen stad en buitengebied ontwikkeld kunnen worden.<br />

Lokaal beleid<br />

Tenslotte zijn de meeste gedetailleerde plannen te vinden op lokaal niveau. Hierbij is aandacht voor de toegankelijkheid<br />

vanuit de stad de polder in en voor (extensieve) recreatie. Een ander relevant beleidsaspect komt naar voren in een<br />

participatieplan, waarin wordt uitgesproken om de burgers zoveel mogelijk bij de inrichting van de Boterhuispolder te<br />

betrekken. Hieronder een selectie van de belangrijkste plannen en visies.<br />

Stadsrandvisie<br />

De gemeente heeft eind 2003 aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG) opdracht gegeven om een gebiedsvisie voor de polder<br />

op te stellen. In deze visie, die onder de naam “Stadsrand <strong>Leiderdorp</strong>” op 17 februari 2004 uitkwam, wordt gesteld dat de<br />

polder een imposant veenweidegebied is met grote waarden voor recreanten en natuur. Het gebied is te kenmerken als een<br />

achtertuin van de stad, waar stedelingen echter niet goed in kunnen. DLG pleit voor een betere ontsluiting van de polder voor<br />

fi etsers, voetgangers en kanoërs, omdat daardoor de kwaliteit van het gebied beter beleefd kan worden. “Dit levert draagvlak<br />

op voor behoud en beheer van het toekomstige landschap”. Deze visie is nooit vastgesteld.<br />

88<br />

Bestemmingsplan Boterhuispolder (1969)<br />

Het huidige bestemmingsplan dateert uit 1969. In dat plan is aan het grootste deel van de polder een agrarische bestemming<br />

toegekend. Ook is aan een groot deel van de polder een verkeersbestemming toegekend. Indertijd was namelijk een deel<br />

van de rondweg rondom Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> geprojecteerd door de polder.<br />

Andere ontwikkelingen kunnen dus pas plaatsvinden na herziening of vrijstelling van het bestemmingsplan. Het<br />

bestemmingsplan “Boterhuispolder” zal in de 2 e helft van 2007 worden herzien.


Bestuursakkooord B5 2006-2010<br />

In dit akkoord heeft het college het volgende over de Boterhuispolder opgenomen: “Het college wil het groen en de<br />

open karakters van haar polders ook op lange termijn garanderen en concretiseert daartoe de stadsrandzone in de<br />

Boterhuispolder. Voor nieuw te ontwikkelen plannen geldt dat de Provinciale wegen N445 en N446, alsmede de Rijn, de<br />

Zijl en de Does de natuurlijke begrenzing van het <strong>Leiderdorp</strong>s woongebied blijven. De invulling van de Boterhuispolder als<br />

golfbaan ziet het college als een wenkend perspectief en zal nadere uitwerking krijgen.“<br />

In het akkoord is verder ook opgenomen dat de ambitie ‘”<strong>Leiderdorp</strong>, poort naar het groene hart” uit de toekomstvisie 2015<br />

verder wordt uitgewerkt, conform de afspraken uit de het Landschapsbeleidsplan van de regio.<br />

Toekomstvisie 2015 (<strong>Leiderdorp</strong>, december 2001)<br />

Het college zet het beleid voort zoals dit is beschreven in de “Toekomstvisie <strong>Leiderdorp</strong> 2015”.<br />

Als ambitie 5 wordt daarin genoemd dat <strong>Leiderdorp</strong> “Poort naar het Groene Hart” zou moeten zijn. Veel inwoners van<br />

<strong>Leiderdorp</strong> hebben aangegeven dat zij in de toekomst meer van de unieke ligging aan de rand van het Groene Hart gebruik<br />

zouden willen maken om het wonen aangenamer te maken.<br />

Participatieplan, projectplan en randvoorwaarden (<strong>Leiderdorp</strong>, maart 2007)<br />

Deze plannen en randvoorwaarden (zie H2) zijn begin dit jaar door de raad vastgesteld. In het participatieplan wordt<br />

omschreven hoe de opzet zal zijn van het participatieproces, alwaar ter goede voorbereiding een inventarisatieronde aan<br />

vooraf is gegaan. Het Projectplan geeft o.m. in korte lijnen aan wat het doel en gewenst resultaat is. Beide plannen geven<br />

ook een planning en fasering van het geheel. De uitgangspunten komen overeen met voorgenoemde documenten.<br />

<strong>Gemeente</strong> Teylingen: visie op recreatie & toerisme<br />

De gemeente Teylingen werkt aan een visie op recreatie en toerisme. De Boterhuispolder komt hier ook in voor en dan met<br />

name met betrekking tot fi ets- en wandelpaden. Er is in ieder geval volle bereidheid om samen te werken zodat de visie voor<br />

de Boterhuispolder voor het Teylingse en <strong>Leiderdorp</strong>se gedeelte zo goed mogelijk op elkaar wordt aangepast.<br />

Dit document is opgesteld in opdracht van :<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />

Statendaalder 1<br />

Postbus 35<br />

2350 AA <strong>Leiderdorp</strong><br />

door<br />

Jan Maurits van Linge en Henk de Wit<br />

Terra Incognita, Stedenbouw en landschapsarchitectuur<br />

Tweede Morgendreef 18<br />

5233 NP ‘s Hertogenbosch<br />

Marieke van Duijn en Frank van Vliet<br />

APPM Management Consultants<br />

Spicalaan 8<br />

2132 JG Hoofddorp<br />

89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!