06.07.2014 Views

Genetica en trauma; kwetsbaarheid en ontvankelijkheid - lezing

Genetica en trauma; kwetsbaarheid en ontvankelijkheid - lezing

Genetica en trauma; kwetsbaarheid en ontvankelijkheid - lezing

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6<br />

die t<strong>en</strong> opzichte van de z.g. normale eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> in hooge<br />

mate van elkaar verschill<strong>en</strong>. (…) De procreatie van kinder<strong>en</strong><br />

door ouderpar<strong>en</strong>, die onderling in geestelijk <strong>en</strong> (of) lichamelijk<br />

opzicht zeer sterk uite<strong>en</strong>loop<strong>en</strong>, moet word<strong>en</strong> afgerad<strong>en</strong>,<br />

weg<strong>en</strong>s het gevaar van disharmonieën in de organism<strong>en</strong><br />

hunner kinder<strong>en</strong>” (p.12).<br />

In 1958 neemt Waterink (1890-1966), van 1926 tot 1961 hoogleraar<br />

in de pedagogiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam,<br />

de balans op in zijn Theorie der Opvoeding, <strong>en</strong> weegt de<br />

invloed<strong>en</strong> van erfelijkheid <strong>en</strong> opvoeding teg<strong>en</strong> elkaar af. 3<br />

Hij waarschuwt daarbij teg<strong>en</strong> de extrem<strong>en</strong> van empirisme<br />

<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etisch determinisme. Over het laatste schrijft hij:<br />

“Vooral nu in de laatste veertig jar<strong>en</strong> het vraagstuk van de<br />

erfelijkheid zo sterk de aandacht kreeg <strong>en</strong> niemand het meer<br />

aandurft de erfelijkheid van geestelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te<br />

ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, komt m<strong>en</strong> er hoe langer hoe meer toe in bepaalde<br />

kring<strong>en</strong> zich met e<strong>en</strong> min of meer fatalistische houding over<br />

te gev<strong>en</strong> aan de gedachte: wij zijn nu e<strong>en</strong>maal zoals wij zijn.<br />

Zij acht<strong>en</strong> heel het lev<strong>en</strong> met alle lev<strong>en</strong>suiting<strong>en</strong> bepaald door<br />

het van de ouders ontvang<strong>en</strong> erfgoed. Vooral in de kring<strong>en</strong> van<br />

h<strong>en</strong>, die bij hun werk veel te do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met psychopat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> achterlijk<strong>en</strong>, met criminele <strong>en</strong> sociaal minderwaardige<br />

kinder<strong>en</strong>, heerst dikwijls e<strong>en</strong> soort paedagogisch pessimisme,<br />

dat moeilijk in overe<strong>en</strong>stemming te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> is met de vele<br />

arbeid, die zij toch in de practijk van het lev<strong>en</strong> voor deze<br />

‘erfelijk belast<strong>en</strong>’ verricht<strong>en</strong>.” (pp.141-142).<br />

Dit paedagogisch pessimisme vind<strong>en</strong> we bijvoorbeeld in e<strong>en</strong><br />

in 1934 te Amsterdam door T.J. Stomps gehoud<strong>en</strong> rectorale<br />

oratie, waar wij lez<strong>en</strong>: ‘Elke ontwikkeling hangt dus af van<br />

de inw<strong>en</strong>dige erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> van uitw<strong>en</strong>dige<br />

milieufactor<strong>en</strong>, waarbij aan de eerste verreweg de grootste<br />

betek<strong>en</strong>is toekomt’. Maar Stomps was dan ook e<strong>en</strong> botanicus,<br />

terwijl onder Waterinks verantwoordelijkheid in het Pedologisch<br />

Instituut de rioolratt<strong>en</strong> hun intrede ded<strong>en</strong> - om te<br />

zi<strong>en</strong> hoe zij reageerd<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> andere omgeving.<br />

Waterink wijst dus pedagog<strong>en</strong> die teveel waarde hecht<strong>en</strong> aan<br />

de g<strong>en</strong>etische bagage van kinder<strong>en</strong> op de inconsist<strong>en</strong>tie van<br />

hun inzet om de lev<strong>en</strong>sloop van minder goed bedeeld<strong>en</strong> te<br />

verander<strong>en</strong>, maar ook verwijt hij h<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>zijdig de nadruk<br />

legg<strong>en</strong> op de betek<strong>en</strong>is van de omgeving, dat ze de invloed<br />

van de erfelijkheid niet will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

“E<strong>en</strong> opvatting als deze heeft in onderscheid<strong>en</strong> vorm alle<br />

eeuw<strong>en</strong> door de geest<strong>en</strong> bekoord. Feit is, dat de <strong>en</strong>e m<strong>en</strong>s, ook<br />

het <strong>en</strong>e zeer jonge kind, gans anders reageert op de ‘Umwelt’<br />

dan het andere. (…) Bij het standpunt van het empirisme is<br />

het onverklaarbaar, dat e<strong>en</strong>eiige tweeling<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels gelijk<br />

zijn van karakter <strong>en</strong> meestal op dezelfde wijze reager<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

niet die variaties verton<strong>en</strong>, welke anders onder kinder<strong>en</strong> van<br />

hetzelfde ouderpaar word<strong>en</strong> opgemerkt.” (p. 147).<br />

Waterink betoogt dat het bij de erfelijkheid altijd gaat om<br />

aanleg, dat wil dus zegg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> mogelijkheid van e<strong>en</strong><br />

ontwikkeling in e<strong>en</strong> bepaalde richting. Interessant is dat hij<br />

opmerkt dat het individu ook zelf invloed uitoef<strong>en</strong>t op zijn<br />

milieu. We noem<strong>en</strong> dat nu actieve g<strong>en</strong>-omgeving correlatie;<br />

ik kom daar later op terug. Ook aardig is zijn beschrijving<br />

van de verschill<strong>en</strong>de ontwikkelingspad<strong>en</strong> die kinder<strong>en</strong> met<br />

bepaalde erfelijke aanleg kunn<strong>en</strong> gaan, <strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> kind met<br />

e<strong>en</strong> aangebor<strong>en</strong> ‘sterk driftlev<strong>en</strong>’ in de <strong>en</strong>e omgeving makkelijk<br />

op het slechte pad terecht zou kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, maar in e<strong>en</strong><br />

andere omgeving zich juist bov<strong>en</strong>gemiddeld nuttig zou<br />

Prof.dr. M.J. Bakermans-Kran<strong>en</strong>burg

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!