Centrum Voor Afstandsonderwijs - Ondernemersschool

THUISSTUDIE
PROEFHOOFDSTUK
ALGEMEEN SCHRIJNWERK
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be

Beste student,
Bedankt voor je interesse in onze thuisstudie algemeen schrijnwerk.
Beschik je al over de praktische vaardigheden, maar moet je je nog in orde te stellen met de
vestigingswet? Of wil je je kennis even opfrissen en zo snel mogelijk het erkende diploma
behalen? In al deze gevallen is deze overzichtelijke thuiscursus perfect voor jou! Het
boeiende beroep van schrijnwerker is beschermd in België. Dit houdt concreet in dat je een
officieel attest nodig hebt om het in hoofd- of bijberoep uit te mogen oefenen. Je studeert in
je eigen tempo en onder professionele begeleiding van een deskundige docent op
afstand. Zo bereid je je op professionele manier voor op het examen van de Centrale
Examencommissie. Wanneer je daar het examen succesvol hebt afgelegd, kan je
onmiddellijk aan de slag! Thuisstudie is echt de snelste weg naar het beroep van je
dromen!
Deze eigentijdse en boeiende thuiscursus kwam tot stand in samenwerking tussen het
Centrum Voor Afstandsonderwijs en zelfstandige beroepsdeskundigen. Een mooie
inhoudstafel en een duidelijke structuur maken de cursus zeer overzichtelijk. Alle
aspecten van het beroep worden helder uiteengezet. Je komt alles te weten over het
plaatsen van veranda’s, keukens, badkamers, ramen, deuren, wanden, plafonds en parket.
De cursus valt uiteen in volgende onderdelen:
• Administratieve kennis
In dit onderdeel kom je alles te weten over de registratie en de erkenning als aannemer
en de rechten en plichten van de onderaannemer. Je neemt kennis van de voornaamste
bepalingen in verband met de gunning en uitvoering van overheidsopdrachten en leert
alles over de tienjarige aansprakelijkheid en de noodzakelijke verzekeringen.
Je docent legt je het aannemingscontract op een heldere manier uit en leert je hoe een
bouwaanvraag wordt ingediend en uitvoeringsplannen en bestekken worden opgesteld.
Daarnaast kom je ook alles te weten over de veiligheidsreglementering en de principes
van kwaliteitsbeleid en certificatie.
2

Je leert algemene bouwonkosten incalculeren en verdiept je in de milieuwetgeving. Je
verwerft een basiskennis van milieuvergunningen en leert plannen lezen. Ook de
planningstechnieken worden in dit cursusdeel besproken.
• Sectorale beroepsbekwaamheid
Nadat je een algemene basiskennis hebt vergaard, verdiep je je in de gespecialiseerde
materie. Je wordt ingewijd in de wereld van de CE-markering, energieprestaties en
etikettering op het vlak van schrijnwerkers- en glazenmakersactiviteiten.
Een volgend hoofdstuk richt zich op de materialenkennis. Je komt alles te weten over
PVC, aluminium en de verschillende hout- en glassoorten. Daarnaast maak je kennis met
alle schrijnwerkmaterialen. Zagen, frezen, boren en schaven kennen geen geheimen
meer voor jou! Tot slot komen ook de isolatie- en dichtingsmaterialen uitgebreid aan bod.
In het hoofdstuk technische basiskennis leer je hoe je schrijn- en glaswerk
dimensioneert en hoe je materialen en glas kiest.
Het volgende hoofdstuk wijdt zich volledig aan de technieken die je als schrijnwerker
onder de knie moet hebben. Van het plaatsen van ramen, deuren, poorten, trappen,
veranda’s, vensterluiken, meubels, wanden, verlaagde plafonds, parket en lambrisering
over de beglazing en de behandeling van het glas tot het werken met verschillende
soorten siliconen en lijm… Op een overzichtelijke en heldere manier worden alle
technieken diepgaand besproken. Tot slot behandelt deze boeiende thuiscursus ook nog
de technische voorlichtingsnota’s van het WTCB en van de kwaliteitsstandaarden voor de
schrijnwerkers- en glazenmakersactiviteiten. Met al deze kennis op zak ben jij de vakman
waar iedereen op zit te wachten!
3

Op de volgende pagina bieden we je graag een gratis proefles aan van de thuisstudie
algemeen schrijnwerker. Je vindt hierin de volledige inhoudstafel, één hoofdstuk van de
cursus en een vragenreeks terug. Ook lees je er de manieren waarop je je professionele
docent persoonlijk kan contacteren wanneer je vragen hebt. Door deze gratis proefles kan je
alvorens je in te schrijven al eens rustig bekijken op welke manier en uit welke delen de
cursus is opgebouwd. Daarnaast kom je ook meer te weten over het reilen en zeilen van de
school, de manier waarop je je taken inlevert bij je docent, stage loopt,… Dankzij deze
proefles weet je kortom waar je je aan kan verwachten!
Zou je graag de volledige cursus inkijken alvorens je in te schrijven? Kom dan eens langs in
één van onze vestigingen in Antwerpen, Gent of Hasselt. Onze medewerkers zullen je graag
verder helpen en je inzage geven in een exemplaar van de cursus die je graag wil volgen!
Onze secretariaten zijn gevestigd op volgend adres:
Secretariaat Antwerpen: Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen
Secretariaat Gent: Elfjulistraat 39a, 9000 Gent
Secretariaat Hasselt: Simpernelstraat 27, 3511 Kuringen
Op de volgende pagina’s geven we je een voorproefje van de cursus. Hierin vind je:
- Informatie over je docent
- De volledige inhoudstafel van de cursus
- Een gratis hoofdstuk uit de cursus
- Een representatieve vragenreeks voor het examen
- Een inschrijvingsformulier
- Informatie over de opleiding en de school
4

INHOUDSTAFEL
1 De specifieke administratieve kennis
1.1. De CE-markering van de schrijnwerkversproducten
1.1.1 Kenmerken
1.1.2 Classificatie
1.1.3 Afwijking
1.1.4 Verplicht
1.1.5 Facultatief
1.2. Energieprestaties van gebouwen in verband met de schrijnwerkers- en
glazenmakeractiviteiten
1.2.1 Implementatie in de lidstaten
1.2.2 Invoering in Nederland
1.2.3 Invoering in België
1.3. Milieu en afval
1.3.1 Welke bedrijfsafvalstoffen moet ik apart opslaan en laten ophalen?
1.4. Etikettering gevaarlijke producten
1.4.1 Wat is een gevaarlijk product?
1.4.2 Verschillende verschijningsvormen van gevaarlijke producten
1.4.3 Voorbeelden van gevaarlijke producten
1.4.4 Wat zijn de gevaren van een gevaarlijk product?
1.4.5 Hoe kan ik een gevaarlijk product herkennen?
1.4.6 Wat zijn de R- en S-zinnen?
5

1.4.7 Hoe kan ik als werkgever zorgvuldig tewerk gaan bij de aankoop van gevaarlijke
producten?
1.4.8 Wat zijn MSDS?
1.4.9 Tips om veilig en gezond te werken met gevaarlijke producten!
2 Materialenkennis
2.1. De isolatiematerialen voor de schrijnwerkers en glazenmakers activiteiten
2.1.1 De verschillende types van isolatiemateriaal
2.1.2 Synthetisch isolatie materiaal
2.1.3 Materialen van minerale oorsprong
2.1.4 Materialen van plantaardige oorsprong
2.1.5 De gebruiksklare PUR-schuim
2.2. De dichtingmaterialen voor de schrijnwerkers en glazenmakeractiviteiten
2.2.1 Situering en afbakening
2.2.2 De soorten voegen en het belang ervan
2.2.3 De verschillende types van siliconen
2.2.4 De neutrale siliconen
2.2.5 De azijnzuurhoudende siliconen
2.2.6 Het belang van een rugvulling
2.2.7 Het schilderen van kitten
2.2.8 De sterkte van de verbinding kit - ondergrond
2.2.9 Tips voor een goede afdichting
2.2.10 De lassoorten
6

2.2.11 Ramen in PVC
2.2.12 Ramen in aluminium
2.2.13 Ramen in hout
2.2.14 Ramen in PUR
2.2.15 Ramen in staal
2.2.16 Ecologisch verantwoord buitenschrijnwerk
2.2.17 Enkele houtsoorten voor buitenschrijnwerk
2.2.18 Het verschil tussen loofbomen en naaldbomen
3 De technische basiskennis
3.1. Het dimensioneren van de structuren voor het schrijn en glaswerk
3.1.1 Krimprichtingen van het hout
3.2. Technische specificaties
3.2.1 Houten buitenschrijnwerk
3.2.2 Bevestiging der vensters
3.3. Kiezen van het glas en het materieel
3.3.1 Enkel, dubbel en driedubbel. Welk glas kiezen in welke omstandigheden?
3.3.2 Gas of lucht?
3.3.3 Kijk naar de K-waarde!
3.3.4 Het tegengaan van hitte
3.3.5 Welk type glas voor een veranda
3.3.6 Welk type glas gebruiken voor borstweringen
3.3.7 Welk glas voldoet volgens NBN?
7

3.3.8 Afkitten van zelfreinigend glas
3.4. Gereedschapskennis
4 Oefenvragen
5 Kennis van de verschillende technieken
5.1. Algemene principes
5.2. De classificatie van ramen en deuren
5.2.1 Ramen
5.2.2 Deuren
5.3. Bescherming van de afgewerkte producten
5.4. Toleranties op fabricatie
5.5. Soorten ruwbouw
5.5.1 Spouwmuren van metselwerk
5.5.2 Beklede gevels
5.5.3 Geprefabriceerde gevelelementen
5.5.4 Gordijngevels
5.6. Toleranties op de ruwbouw
5.7. Het waterscherm
5.8. Het verankeren aan de ruwbouw
5.9. De dorpels
5.10. De maatbepaling
5.10.1 Waarop letten bij het opmeten van ramen en deuren
5.10.2 Hoe gaan we tewerk bij het opmeten van ramen en deuren
8

5.10.3 Renovatie
5.10.4 Het verwijderen van een raam
5.11. De voorlopige bevestigingsmiddelen
5.11.1 Opvulhout
5.11.2 Houten spieën
5.11.3 Kunststof spieën
5.11.4 Opblaasbare spieën of luchtkussens
5.12. Definitieve bevestigingsmiddelen
5.13. Toleranties op het geplaatste schrijnwerk
5.14. De verschillende controlepunten
5.14.1 Controle van de dag- en buitenmaten
5.14.2 Controle van de dorpel
5.14.3 Controle van de muren
5.15. De plaatsing van het schrijnwerk
5.15.1 Kozijnstijlen buitendeuren
5.15.2 Welke bevestigingsmiddelen
5.15.3 Voorbereiding schrijnwerkelement
5.15.4 Definitieve bevestiging
5.15.5 Controle op bevestiging
5.15.6 Aansluiting aan de gevelzijde
5.15.7 Aansluiting aan de binnenzijde
5.16. Rolluiken
9

5.16.1 Welke materialen
5.16.2 De opbouw van de rolluikkast
5.16.3 Thermische kwaliteiten van rolluiken
5.16.4 Hoogte van de muuropening
5.16.5 Onderdelen en benodigdheden
5.16.6 Het plaatsen van een rolluik
5.17. Luiken
5.17.1 De materialen voor luiken
5.17.2 Het uitzicht
5.17.3 De constructie
5.17.4 Het opmeten van luiken
5.17.5 Het openen en sluiten van luiken
5.17.6 Het plaatsen van sierluiken
5.17.7 Het plaatsen van slagluiken
5.18. Binnenafwerking van schrijnwerk
5.18.1 Afwerking zonder rolluik
5.18.2 Afwerking met rolluik
5.19. Garagepoorten
5.19.1 Wat is het doel van een garagepoort?
5.19.2 Welke soorten poorten bestaan er?
5.20. Inbraakvertraging
5.20.1 De eenvoudige inbraakvertragende middelen
10

5.20.2 Professionele inbraakvertragende middelen
5.20.3 De veiligheidsklassen bij inbraakvertragend sluitwerk
5.20.4 Inbraakvertragende deuren
5.20.5 Veiligheidsbeslag bij deuren
5.20.6 Inbraakvertragende ramen
5.20.7 Veiligheidsbeslag van ramen
6 Oefenvragen deel 2
7 Trappen
7.1. De eisen
7.2. De materialen
7.3. De traponderdelen
7.4. De draagstructuur
7.5. Buitentrappen
7.6. Trapvormen en soorten met rechte treden
7.6.1 De gewone, klassieke rechte steektrap
7.6.2 De ruimtebesparende rechte steektrap of molenaarstrap
7.6.3 De bordestrap
7.7. Trapvormen en trapsoorten met verdreven treden
7.7.1 De scheluwe trap
7.7.2 De kwartdraaitrap
7.7.3 De spiltrap
7.7.4 De wrongtrap
11

7.7.5 De Engelse trap
7.8. De maten en verhoudingen van trappen
7.8.1 De afmetingen van de treden
7.8.2 Bepaling van de optrede
7.8.3 Bepaling van de aantrede
7.8.4 Het bepalen van de wel of neus
7.8.5 De traphelling
7.8.6 Classificatie van trappen naar de traphelling
7.8.7 De leuning of handgreep
7.8.8 De vrije trapbreedte
7.8.9 Bordes
7.8.10 Bepaling van de breedte van het trapgat
7.8.11 Bepaling van de lengte van het trapgat
7.9. Oorzaken van en voorzorgen bij het kraken van een trap
7.10. Afwerking van de onderkant van een gesloten trap
7.11. Het nemen van de maten
7.11.1 De traphoogte
7.11.2 De bruto val
7.11.3 Het trapgat
7.11.4 De onderlinge situering
7.11.5 Dikte verdiepingsvloer
7.11.6 Opmerking
12

7.12. De rechte steektrap
7.13. De bordestrap
7.13.1 De vloertrede
7.13.2 Waarop moet je letten bij het opmeten van trappen ?
7.13.3 Hoe gaan we tewerk bij het opmeten van een trap?
7.14. Trapterminologie
8 binnendeuren
8.1. Algemene kennis der binnendeuren
8.1.1 Beweegbaarheid
8.1.2 Afsluitende functie
8.1.3 Lichtdoorlatend
8.1.4 Grootte
8.1.5 Vorm en uitzicht
8.1.6 Bevestiging in de muuropening
8.1.7 Samenstelling
8.1.8 De beweegbaarheid der deuren
8.1.9 Hang en sluitwerk
8.1.10 Afmetingen van de binnendeuren
8.1.11 Vereisten van een goede deur
8.1.12 De muuropening bij binnendeuren
8.1.13 Waarop moeten we letten bij het opmeten van binnendeuren?
8.1.14 Hoe gaan we tewerk bij het opmeten van binnendeuren?
13

8.1.15 Het plaatsen van een binnendeur
8.1.16 Opdekbinnendeuren
8.1.17 Plaatsing en onderhoud van RF-deuren
8.1.18 Rechnische voorschriften RF-deuren
9 Oefenvragen deel 3
10 De administratieve kennis
10.1. De registratie en erkenning als aannemer
10.1.1 Waarom is het belangrijk als aannemer geregistreerd te zijn?
10.1.2 Hoe kom je aan een registratie als aannemer?
10.1.3 Wat is de erkenning van de aannemers
10.1.4 Wat is het doel van de erkenning
10.1.5 Heeft een aannemer er belang bij erkend te zijn?
10.1.6 Kan de aannemer met de verkregen erkenning om het even welk werk
verrichten?
10.1.7 Wie bepaalt de erkenning die vereist is om een welbepaald werk te verrichten?
10.1.8 Op welk ogenblik moet de aannemer erkend zijn?
10.1.9 Wat zijn de voorwaarden om een erkenning te verkrijgen?
10.1.10 Hoe lang is de verkregen erkenning geldig?
10.1.11 Is er geen bijzondere regeling voor startende bedrijven?
10.1.12 Welke stappen moet je zetten om een erkenning te krijgen?
10.1.13 Samengevat
10.2. welke rechten en plichten hebben de hoofdaannemer en de onderaannemer?
10.2.1 Kan de onderaannemer rechtstreekse betaling eisen van de bouwheer?
14

10.2.2 Wanneer moet de aannemer inhouden op factuur en is hij hoofdelijk
aansprakelijk?
10.3. Gunning en uitvoering van overheidsopdrachten
10.3.1 De belangrijkste regels bij het gunnen van overheidsopdrachten
10.3.2 De belangrijkste regels over de uitvoering van overheidsopdrachten
10.3.3 De controleverzekering en de verzekering tienjarige aansprakelijkheid
10.3.4 Nuttige verzekeringen voor de aannemer
10.4. Het aannemingscontract en de rechten en plichten van de aannemer en de
bouwheer
10.4.1 Het aannemingscontract
10.4.2 De rechten en plichten van de partijen bij de uitvoering van de overeenkomst
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.5. Algemene bouwcultuur
10.5.1 Het indienen van een bouwaanvraag
10.5.2 In het Vlaams gewest
10.5.3 In het Waals gewest
10.5.4 In het Brussels hoofdstedelijk gewest
10.6. De uitvoeringsplannen en bestekken
10.6.1 De plannen
10.6.2 Het bestek
10.6.3 De meetstaat
10.7. De procedure van opvolging en controle van de werken en de oplevering
10.7.1 Wie is met de controle van de werken belast?
15

10.7.2 De oplevering
10.8. De veiligheidsreglementeringen
10.8.1 Veiligheid op de bouwplaats
10.8.2 Wat is de opdracht van de veiligheidscoördinator?
10.8.3 Verplichtingen als werkgever
10.9. Principes van kwaliteitsbeleid en certificatie
10.9.1 Certificering
10.9.2 Labeling
10.9.3 Accreditatie
10.10. Planningstechnieken
10.11. De algemene theorie van het lezen van plannen
10.11.1 Lezen van bouwplannen
10.11.2 Meten
10.12. Milieuvergunningen
10.13. Milieureglementering in verband met bodem en afval
10.13.1 Bodembeheer
10.13.2 Bouw en sloopafval
10.13.3 Specifieke afvalstoffen
10.14. Werkmeldingen
10.14.1 Werkmelding aan de RSZ
10.14.2 Andere werkmeldingen
11 keuken- en badkamermeubelen
16

11.1. Inleiding
11.1.1 Constructie van kasten in plaatmateriaal
11.2. Materialen
11.2.1 Kasten, deuren en ladevoorstukken of fronten
11.2.2 De ruggen
11.3. De sokkel
11.3.1 De gemetselde sokkel
11.3.2 De houten sokkel
11.3.3 De sokkel met sokkelverstellers
11.4. De constructie der kasten
11.4.1 Gelijmde kasten of constructies
11.4.2 Demontabele (uiteenneembaar) kasten of constructies
11.5. Afmetingen der kasten
11.5.1 Diepte der kasten
11.5.2 Breedte der kasten
11.5.3 Hoogte der kasten
11.6. De plaats der kasten
11.7. Het beslag: de scharnieren
11.7.1 Beslag voor kasten
11.7.2 De scharnieren
11.7.3 Samenstelling van het potscharnier
11.7.4 Verschillende uitvoeringen der potscharnieren
17

11.7.5 Montagemiddelen
11.7.6 Het afstellen van de deuren
11.7.7 Testen op scharnieren
11.8. Het beslag: de schuifgeleiders
11.8.1 Samenstelling der schuifgeleiders
11.8.2 De verschillende uitvoeringen der schuifgeleiders
11.8.3 Montagemiddelen
11.8.4 Het afstellen van het front van de schuif
11.8.5 Testen op schuifgeleiders
11.9. Legplankdragers
11.10. Kastverbinders
11.10.1 Volgens de constructie van de kast
11.10.2 Verschillende uitvoeringen
11.11. Kastophangers
11.11.1 Verschillende uitvoeringen
11.11.2 Verstelbaar
11.11.3 Belastingen
11.11.4 Testen op kastophangers
11.12. Sokkelverstellers
11.13. Inbouwtoestellen
12 Algemene plaatsingsprincipes glaswerk
12.1. Inleiding
18

12.2. Correcte dimensionering van de beglazing
12.3. Kwaliteit van de beglazing
12.4. Kwaliteit van de ramen
12.5. Weren van contact tussen het glas en het raam; opspannen en speling
12.6. Dichtingsvoegen, ontwatering van de sponning
12.7. Verenigbaarheid der materialen
12.8. Bescherming tegen ultravioletstraling
12.9. Beperking van de thermische spanningen in de beglazing
12.10. Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
12.11. Behandeling van het glas op de bouwplaats
12.12. Specifiek materiaal voor de plaatsing van beglazing
12.13. De plaatsing van het glas
12.13.1 De steunblokjes
12.13.2 De stelblokjes
12.13.3 De plaats van de steun- en stelblokjes
12.13.4 Spatieblokjes
12.13.5 De plaats van de spatieblokjes
12.13.6 Schuimrubberbanden
12.13.7 De beglazingsvoeg
12.13.8 De glassponning
12.13.9 Werkwijze plaatsing van het glas
12.13.10 Het opmeten en snijden van glas
19

13 Oefenvragen deel 4
14 Parket
14.1. Algemeen
14.2. Soorten parket
14.3. Het massieve parket
14.3.1 Plankenparket
14.3.2 Zwevend geplaatste parket
14.3.3 Het bevochtigingapparaat
14.3.4 Gelijmde parketten
14.3.5 Keuze van het legpatroon bij een mozaiëkparket
14.3.6 Artistieke uitspattingen
14.4. Plaatsing in functie van de ruimte
14.5. Houtsoorten, hoe ze te kiezen?
14.6. Het juiste hout
14.7. De aanwezigheid van kwasten
14.7.1 Parket in eikenhout 1 ste keus
14.7.2 Parket in eikenhout 2 de keus
14.8. Keuze van de technische kwaliteiten
14.8.1 Slijtvastheid
14.8.2 Vochtgehalte van het hout
14.8.3 Werken van het hout
14.9. Vloerverwarming
20

14.10. Geluidsisolatie
14.11. Aansluittechnieken bij parket
14.11.1 Aansluiten met andere vloeren en ingewerkte elementen
14.11.2 Plinten
14.12. De verschillende afwerkingmogelijkheden
14.12.1 Traditioneel boenen
14.12.2 Vernis
14.12.3 Olie of mengvormen
14.13. Genagelde plaatsing van een plankenvloer
14.13.1 Leggen van de vloerplanken
14.13.2 Voorbereiding
14.13.3 Draagbalken als ondervloer
14.13.4 Isoleren
14.13.5 Eerste rij vloerplanken
14.13.6 Afkorten
14.13.7 Tand en groef
14.13.8 Plinten
14.13.9 Schuren
14.14 Plaatsing van een verlijmde parket
14.14.1 Voorbereiding
14.14.2 Ondergrond
14.14.3 Lijm
21

14.14.4 Waar beginnen?
14.14.5 Het aanbrengen van de lijm
14.14.6 Ongelijke breedtes
14.15. Onregelmatigheden
14.15.1 Eerst de kop
14.15.2 Deurlijsten
14.15.3 Moeilijke vormen
14.15.4 Aan de randen
14.16. Afwerking
14.16.1 wasoplosser
14.16.2 Poriënvuller
14.16.3 Vernissen of verglazen
14.16.4 werkwijze vernissen
14.16.5 Boenwas
14.16.6 Werkwijze boenen
14.16.7 Parketolie
14.16.8 Werkwijze parketolie
14.16.9 Houtbeits
14.16.10 Parket polish
14.17. Onderhoud
14.17.1 Tips voor onderhoud
14.17.2 Onderhoud van verglaasd parket
22

14.17.3 Onderhoud van geolied parket
14.18. Laminaatvloer
14.18.1 Wat is laminaat
14.18.2 Voor en nadelen
14.18.3 Ondervloer
14.18.4 Plaatsing laminaat
14.18.5 Tips in verband met laminaat
14.18.6 Onderhoud van laminaat
15 Wanden en plafonds
15.1. Bouwtechnische eigenschappen
15.1.1 Akoestiek
15.1.2 Geluidsabsorptie
15.1.3 Thermische isolatie
15.1.4 Brandveiligheid
15.1.5 Vochtweerstand
15.2. Materialen
15.2.1 Materiaalkeuze
15.2.2 Hout als draagstructuur
15.2.3 Grondstof
15.2.4 Opbouw
15.2.5 Metaal als draagstructuur
15.2.6 grondstof
23

15.2.7 Opbouw
15.2.8 Bekleding
15.2.9 Plaatsen van versterkingen
15.2.10 Plaatsing van planchetten
15.2.11 Plaatsing van gipsplaten
16 Oefenvragen deel 5
24

Woord van de docent
Beste student,
Fijn dat je gekozen hebt voor de thuisstudie algemeen schrijnwerk.
Ik ben Koen Michielssen, je docent. In 1990 stapte ik in het bedrijf van mijn vader als
zelfstandige in het algemeen schrijnwerk. Hier heb ik zestien jaar gewerkt, voornamelijk in
de villabouw. Onze specialisatie was houten ramen in retro-stijl, inclusief de volledige
verwerking en plaatsing. Toen we in 2006 met ons bedrijf stopten, ben ik in het onderwijs
gestapt. Ondertussen ben ik nu al vijf jaar leerkracht houtbewerking, schrijnwerk en
bijzondere schrijnwerkconstructies in. Naast het lesgeven ben ik nog steeds actief als
zelfstandige in bijberoep en doceer ik uiteraard deze cursus, waarin ik mijn jarenlange kennis
en ervaring heb samengevat!
Deze cursus legt de basis om een goede schrijnwerker te worden. In de verschillende
hoofdstukken worden tal van praktische tips uit de praktijk meegegeven waardoor deze
cursus zich onderscheidt van de klassieke, schoolse opleiding.
Zoals bij elke andere opleiding stopt het ook hier niet bij het lezen of leren van deze cursus.
Om een ‘echte’ schrijnwerker te worden geef ik gaandeweg een aantal tips mee. De
doelgerichte vragen bereiden je voor op het examen van de beroepscommissie.
Als je vragen hebt over de theorie van deze cursus of als je oefeningen hebt opgelost, kan
je die steeds aan me bezorgen per mail of met de post. Ik kijk deze dan met plezier na en
bezorg je dan de nodige feedback.
Ik wens je alvast veel succes bij het studeren!
Je docent, Koen Michielssen
Erkend schrijnwerker
25

Op de volgende pagina vind je een gratis onderdeel uit de cursus terug. Bepaalde termen of
woorden worden in eerdere hoofdstukken uitgelegd. Dit deel bouwt hierop verder. Heb je je
ingeschreven voor de volledige cursus en heb je toch nog vragen of wens je wat extra
voorbeelden? Dan kan je steeds terecht bij je professionele docent Koen Michielssen.
Tijdens deze opleiding heb je recht op één jaar gratis begeleiding van je docent via e-mail.
Hij antwoordt op al jouw vragen, zodat je de cursus volledig begrijpt!
26

GRATIS HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 11: KEUKEN- EN BADKAMERMEUBELEN
11.1 Inleiding
Keukenkasten kunnen op verschillende manieren gehangen, geplaatst en afgehangen
worden. Zo zijn er bijvoorbeeld het ophangen van de bovenkasten, het plaatsen en monteren
van de onderkasten, het bevestigen van het tablet, het afhangen en regelen van de deuren,
het monteren van de schuiven en plaatsen van allerlei draad- en uitschuifgarnituren.
11.1.1 Constructie van kasten in plaatmateriaal
Kasten in plaatmateriaal zijn bakken (corpussen) die aan één kant open zijn, al dan niet
voorzien van legplanken om dingen op te bergen. De open zijde is voorzien van een deur om
de kast af te sluiten. Tegenwoordig zijn kasten meer dan bakken met legplanken! Ze moeten
functioneel zijn, praktisch in gebruik of speciaal gemaakt worden om verschillende dingen in
te kunnen opbergen. Denk maar aan pottenladen of bestekladen. En een kast in een
dressing of badkamer wordt uiteraard niet op dezelfde manier geconstrueerd als een kast in
een keuken.
11.2 Materialen
11.2.1 Kasten, deuren en ladevoorstukken of fronten
Voor kasten in plaatmateriaal zijn er verschillende soorten plaatmaterialen beschikbaar:
- spaanderplaten beplakt met melamine, HPL, fineer (densiteit van het materiaal
bepaalt de kwaliteit)
- gewone MDF, MDF in de massa gekleurd en MDF beplakt met HPL of fineer, bekleed
met een folie, …
- multiplex bekleed met HPL, fineer, …
27

Voor kwaliteitskasten gebruikt men materiaal dat tenminste een dikte van 18 millimeter heeft.
Dunner bestaat ook, maar dit materiaal kan je best niet gebruiken, omdat het de kwaliteit niet
ten goede komt. Scharnieren, schuifgeleiders en verbindingsstukken hebben dan
bijvoorbeeld minder houvast vanwege de geringere dikte van het materiaal.
11.3 De ruggen
De rug wordt best voorzien van een degelijke plaat. Deze is immers verantwoordelijk voor
een groot deel van de stevigheid en de stabiliteit van de kast.
- Is de achterkant van de kast zichtbaar, dan gebruikt men best een dikkere plaat van
bijvoorbeeld 18mm.
- Komt de achterkant van de kast tegen de muur, dan wordt de rug meestal ingewerkt
in het corpus van de kast en opteert men eerder voor een dunnere plaat van 6 à 8
mm.
- Nog dunnere plaatsoorten doen afbreuk aan de kwaliteit.
11.4 De sokkel
Kasten worden nooit rechtstreeks op de vloer geplaatst, maar altijd bovenop een sokkel of
plint. Deze plaatst men 30 tot 100 mm vanaf de voorkant van het werkblad of aanrecht, zodat
men niet steeds met de voeten tegen de plint botst als men voor de kast staat. Naargelang
de plaats van de kast, in een natte of droge ruimte, zal men het materiaal van de plint
moeten aanpassen. Voor de sokkel zijn er doorgaans drie mogelijkheden van uitvoering: de
gemetselde sokkel, de houten sokkel en de sokkel met sokkelverstellers.
11.4.1 De gemetselde sokkel
Door gebruik te maken van een gemetselde sokkel, kunnen de kasten niet in contact komen
met het water waarmee de vloer gereinigd wordt. Hiervoor is een duidelijk plan van de
kasten nodig, zodat de sokkel op de juiste hoogte geconstrueerd kan worden. Het nadeel
hiervan is dat men de kasten niet zo gemakkelijk waterpas kan plaatsen, omdat men niet aan
alle hoeken van de onderkant van de kast kan komen.
11.4.2 De houten sokkel
De houten sokkel is niet geschikt voor natte ruimtes. Bij deze uitvoering plaatsen we links,
rechts en achteraan een plint.
28

Tegen deze plint wordt daarna een voorzetplint bevestigd, met een al dan niet zichtbare
bevestiging. Deze wordt later tegen de vloer afgewerkt met een aangepaste kit.
11.4.3 De sokkel met sokkelverstellers
Deze sokkel is de meest hedendaagse en meest gebruikte manier. Bij deze methode
worden vier sokkelverstellers onder de kast geplaatst. Een voorzetplint wordt door middel
van aangepaste beugels over de poten geklemd en tegen de vloer afgewerkt met een
aangepaste kit.
11.5 De constructie der kasten
De manieren waarop kasten geconstrueerd kunnen worden, zijn zeer verschillend. Toch er is
één regel waar men zich best aan houdt. De stijlen (zijkanten) lopen steeds door, zodat er
geen kopskanten van de platen zichtbaar zijn aan de zijkant van de kast. Naargelang de
grootte van de kast en de aard van het transport kunnen kasten gemonteerd en demontabel
gemaakt en geleverd worden.
11.5.1 Gelijmde kasten of constructies
- Gelijmd of geschroefd
- Drevels gelijmd en/of geschroefd
- Lamellen gelijmd en/of geschroefd
29

11.5.2 Demontabele (uit elkaar te halen) kasten of constructies
- Geschroefd
- Opgeschroefde montageblokken
- Ingewerkte verbindingsstukken
Om het monteren van deze meubels te vergemakkelijken, maakt men best gebruik van
drevels of lamello’s. Om kasten in elkaar te schroeven gebruikt men best dunne schroeven
(spaanplaatschroeven) of aangepaste schroeven met een voorboorpunt en infreeskop.
11.6 Afmetingen der kasten
11.6.1 Diepte der kasten
Afhankelijk van het type kast (bijvoorbeeld voor de badkamer, dressing, keuken, bureau,…)
is een veel gebruikte diepte voor diepe kasten 550 mm. Voor ondiepe kasten is dit 250 mm.
11.6.2 Breedte der kasten
Ook de breedte van de kasten is afhankelijk van het gebruik en de beschikbare plaats.
600 mm is een standaardbreedte voor kasten met inbouwtoestellen. Soms is de breedte van
de kasten ook afhankelijk van de standaardafmetingen van de deuren die men wil gebruiken.
11.6.3 Hoogte der kasten
Ook de hoogte van de kasten is afhankelijk van het gebruik
en de beschikbare plaats:
- de hoogte van een werkblad is afhankelijk van de
gebruiker. Maakt men gebruik van
gestandaardiseerde deuren en ladefronten, dan kan
men de hoogte van de sokkel of plint aanpassen om
de juiste hoogte te verkrijgen
- de hoogte van het werkblad varieert rond de 900 mm
en wordt steeds in samenspraak met de klant of de
architect bepaald.
30

11.7 De plaats der kasten
- in de keuken: onderkasten, bovenkasten, kolomkasten, voorzien van legplanken,
schuiven, plaats voor inbouwtoestellen,…
- in de leefruimte: kasten met legplanken, schuiven, speciale plaatsen voorzien voor
audio-apparaten, …
- in de badkamer: kasten met legplanken en schuiven, …
- in het bureau: kasten met legplanken en schuiven, klasseersystemen, …
Let op dat je bij kasten in ‘natte’ ruimtes (keukens en badkamers) steeds aangepaste
materialen gebruikt voor de onderdelen die in contact komen met water!
11.8 Het beslag: de scharnieren
11.8.1 Beslag voor kasten
Er zijn tientallen fabrikanten van meubelbeslag. Het bespreken van al deze verschillende
beslagen en toepassingsmogelijkheden zou ons te ver leiden. Daarom maken we een
algemene beschrijving van de verschillende beslagen. Heb je een beslag nodig voor speciale
toepassingen, dan maak je best gebruik van een merkcatalogus.
11.8.2 De scharnieren
Bij plaatmaterialen kasten worden voornamelijk potscharnieren gebruikt
11.8.3 Samenstelling van het potscharnier
De pot of kom
Deze heeft een doorsnede van 26, 35 of 40 mm en wordt in de deur geboord en
vastgeschroefd. De pot- of komafstand bedraagt tussen de 3 en de 11 mm, afhankelijk van
de speling (frontaal gezien) en de dikte van de deur.
De montageplaat
Dit onderdeel wordt aan de binnenkant van de kast geschroefd, dit kan een rechte of een
kruisvormige montageplaat zijn. De dikte van de montageplaat is afhankelijk van de speling
die men frontaal aan de deur geeft en kan 0 tot 11 mm bedragen. Hierop wordt de
scharnierarm vastgeschroefd of vastgeklikt.
De arm
31

De arm is het onderdeel tussen de montageplaat en de pot van het scharnier. Er bestaan
verschillende uitvoeringen volgens de specifieke plaats, dikte en soort deur:
- zijwandmontage (hoekaanslag). Hierbij slaat de deur volledig op de zijkant van de
kast
- tussenwandmontage (dubbelaanslag). Hierbij slaan twee deuren deels op de dikte
van de kast
- inliggende montage. Hierbij draait de deur tussen de zijkanten en krijgen we een
inkijkende naad
De arm kan voorzien worden van een veer, zodat de laatste 10° a 15° uit zichzelf sluit. Soms
is de veer ook regelbaar.
32

11.8.4 Verschillende uitvoeringen der potscharnieren
Er bestaan verschillende uitvoeringen van potscharnieren naargelang het gebruik:
- scharnieren met een openingshoek van 90° tot 180°
- scharnieren voor dikke deuren
- kaderscharnieren die tegen een platte kant geplaatst worden
- hoekscharnieren, waarvan de voorkant van de kast onder een hoek staat van 25° tot
45°
- minischarnieren
- glasdeurscharnieren
- aluraamscharnieren
- vormdeurscharnieren
- koelkastscharnieren
11.8.5 Montagemiddelen
Het vast zetten van de pot van het scharnier en de montageplaat kan met verschillende
hulpstukken gebeuren:
- met spaanplaatschroeven dm. (doormeter) 3.5 mm en 15 of 17 mm lang
- met systeemschroeven dm. 6 mm en 10 mm en 11.5, 13 of 15 mm lang
- met persdrevels van verschillende dm.
- Met spreiddrevels van verschillende dm.
- Met snelmontageschroeven van verschillende dm.
33

11.8.6 Het afstellen van de deuren
De potscharnieren zijn voorzien van een aantal stelschroeven, zodat de deuren in drie
dimensies te regelen zijn:
- in de hoogte, door de montageplaat te verschuiven in de sleufgaten
- in de diepte, door middel van de achterste schroef waarmee men het scharnier
vastmaakt aan de montageplaat
- in de breedte, door middel van de voorste schroef
- de veerspanning, door middel van een extra schroef aanwezig op de scharnierarm
(niet op alle scharnieren aanwezig)
Voor deuren en laden zijn er transparante buffers of dempers, die aan de binnenkant van de
deuren of schuifvoorstukken worden gekleefd. Deze dienen om de slag bij het dichtslaan van
de deur of lade op te vangen. Ook kan er in het schuifsysteem of in de potscharnieren een
rem ingebouwd zijn, waardoor de deur of schuif afremt wanneer ze tegen het corpus
aankomt.
34

Het aantal scharnieren per deur
Het aantal scharnieren is afhankelijk van een aantal factoren,
zoals gewicht, breedte, het plaatmateriaal van de deur, de
scharnierkom en de montageplaat. De regel is dat de scharnieren
zo ver mogelijk uit elkaar geplaatst worden, zodat de elk
scharnier evenveel belast wordt. Als men de scharnieren te dicht
bij elkaar plaatst en deze slecht afgesteld worden, zullen ze
gewrongen worden en zal er een grotere slijtage optreden. Bij
extra brede deuren plaatst men best een scharnier teveel.
Raadpleeg hiervoor de catalogus of neem contact op met de
verdeler.
11.8.7 Testen op scharnieren
De scharnieren zijn getest op volgende zaken:
- slijtagetest of uithoudingstest, met of zonder gewicht. Bijvoorbeeld de scharnieren
200.000 keer een open- en sluitbeweging laten ondergaan
- statische belasting. Bijvoorbeeld een deur geopend op 45°, belast met een gewicht
van 300N, 10 keer gedurende 5 seconden
- dynamische belasting. Bijvoorbeeld een deur belast met 20kg, 50 keer een openen
sluitbeweging laten ondergaan
- overdrukbelasting. Bijvoorbeeld een deur volledig open laten staan en deze steeds
verder opendrukken, met een druk van 50N, 10 keer gedurende 5 seconden
11.9 Het beslag: de schuifgeleiders
Schuiven bestaan er in verschillende uitvoeringen naargelang het gebruik. Zo zijn er gewone
schuiven, voorraadschuiven met reling, binnenschuiven, tabletschuiven, hangmapschuiven,
draadrekschuiven, apothekerskastschuiven,… Men maakt gebruik van eenvoudige PVCgeleiders
tot zeer lichtlopende metalen geleidersystemen.
11.9.1 Samenstelling der schuifgeleiders
Schuifgeleiders zijn, naargelang de uitvoering en het merk, in vele lengtes te verkrijgen: van
250 tot 1000 mm.
De meeste schuifgeleiders zijn samengesteld uit drie delen:
35

- het corpusprofiel, dat links en rechts tegen de kastwand wordt geschroefd
- het ladeprofiel, dat links en rechts aan de schuif wordt bevestigd
- de rollers. Dit kunnen nylon of metalen wieltjes zijn, kogellagers bekleed met nylon of
kogels of walsen
De samenstelling van de schuifgeleiders is afhankelijk van de uitreiklengte van de schuif.
Enkel uittrekbare schuiven
Hier is de uittreklengte van de schuifgeleiders altijd kleiner dan de lengte van de schuif, dit
wil zeggen dat de schuif niet volledig uitgetrokken kan worden. Hier spreekt men van een
uittrekverlies. Dit verlies kan variëren van 36 tot 136 mm, naargelang de lengte van de
schuifgeleider
Volledig uittrekbare schuiven
Hier is de uittreklengte van de schuifgeleiders gelijk aan de lengte van de schuif.
Overuittrekbare schuiven
Hier is de uittreklengte van de schuifgeleiders groter dan de lengte van de schuif
Hoe men de schuif uitvoert, is afhankelijk van het te gebruiken ladeprofiel. Men kan
standaard of geïntegreerde ladeprofielen gebruiken:
36

- standaard ladeprofielen gebruikt men als er een volledig houten ladebak voorzien is
- geïntegreerde ladeprofielen. Deze dienen als zijkanten van de schuif en zijn in
verschillende breedtes te verkrijgen. Voor deze schuiven moet een bodem en front
gemaakt worden en naargelang de uitvoering van het achterstuk vraagt dit ook even
de aandacht.
11.9.2 De verschillende uitvoeringen der schuifgeleiders
Er bestaan verschillende uitvoeringen van schuiven met een aangepaste schuifgeleider. Er
bestaan verschillende soorten geleiders. Deze zijn verschillende naargelang de plaats waar
ze gemonteerd moeten worden:
- geleiders met zijmontage. Deze worden tussen de schuif en de kastwand geplaatst
- geleiders met opliggende montage. Deze worden tussen de schuif en de kastwand
geplaatst, maar hebben een dragende montagestrip. Deze moet onderaan de
schuifwand worden geplaatst
- geleiders met groefmontage. Deze worden in een groef van de schuifzijkant geplaatst
- geleiders met legbordmontage. Hier wordt de legplank bovenop de geleider
geplaatst, zodat deze niet zichtbaar is
- geleidersystemen met rollen. Deze hebben meestal langs één kant een dwangloop;
de rollen lopen dus in een U-profiel. Aan de andere kant hebben ze een vrije loop met
een speling van +/- 2mm
- de meeste geleidersystemen zijn voorzien van een uittrekblokkering, zodat men de
schuif niet kan laten vallen bij het uittrekken.
- Sommige geleidersystemen zijn voorzien van een zelfsluitigsmechanisme, zodat de
schuif automatisch de laatste 50 mm uit zichzelf sluit en niet blijft openstaan.
Ook naargelang de opbouw van de schuif bestaan er verschillende geleiders. Naast de
standaardgeleiders bestaan er:
- geleiders voor volledig houten schuiven, zichtbaar of weggewerkt
37

- geleiders waarvan het ladeprofiel fungeert als zijkant van de schuif, waar de geleider
is in weggewerkt.
11.9.3 Montagemiddelen
- met spaanplaatschroeven dm. 3.5 mm en 15 mm lang of 17 mm lang
- met systeemschroeven dm. 6 en 10mm en 11.5, 13 of 15 mm lang
11.9.4 Het afstellen van het front van de schuif
Je kan met een enkel of dubbel frontstuk werken. Deze worden op volgende manier
gemonteerd:
- een enkel front. Hier moeten de schuifgeleiders voorzien zijn van frontsteunen.
Tegen deze frontsteunen wordt het frontstuk bevestigd, waardoor het geheel 3-
dimensionaal verstelbaar wordt. Ongeveer 1.5 à 2 mm in de breedte, hoogte en
diepte
- een dubbel front. Hierbij maak je een volledige schuifbak en heb je een tweede
voorfront. Je gebruikt hier een 2-dimensionale frontversteller die 2 mm in de hoogte
en de breedte verstelbaar is. Met een schroef in de frontversteller wordt het front aan
de ladebak bevestigd. Je kan dan eventueel extra schroeven voorzien
11.9.5 Testen op schuifgeleiders
Naargelang de uitvoering van de schuifgeleiders kunnen ze belast worden met 15 tot 50 à
60kg. Er bestaan ook extreem zware uitvoeringen tot wel 100kg. De belasting wordt steeds
aangegeven in de merkcatalogussen.
Omdat schuifgeleiders moeten voldoen aan bovenstaande belastingen, worden ze op
verschillende manieren getest:
- slijtagetest of uithoudingstest. Hier laat men de lade bijvoorbeeld 80.000 tot
100.000 keer een open- en sluitbeweging ondergaan.
- statische belasting. Bij deze test wordt de lade op een hoek van het front 10 keer 10
seconden belast met een gewicht van 150 à 300N.
- zijdelingse belasting. Bij deze test wordt de lade op het front 10 keer 10 seconden
belast met een gewicht van 150 à 200N
38

- uittrek- en sluittest. Bij deze test laat men de lade 10 keer met een snelheid van 1,3
à 1.5m/sec open en dicht gaan.
Alle testen worden belast uitgevoerd (alsof de lade gevuld is). De gewichten die men tijdens
deze testen gebruikt, zijn verschillend naargelang de fronthoogte (gebruik van de lade).
11.10 Legplankdragers
Deze bestaan in enorm veel verschillende uitvoeringen. Je raadpleegt dus best een
catalogus. Ze worden gemaakt in metaal en kunststof of een combinatie ervan, voor losse en
vaste legplanken, voor glazen schappen,…
11.11 Kastverbinders
11.11.1 Volgens de constructie van de kast
- verbindingsstukken voor haakse constructies (hoek, T of
kruisverbinding). Deze verbindingsstukken kan je gebruiken
in combinatie van drevels of lamello’s om de constructies zo
gemakkelijker te monteren.
- verbindingsstukken voor niet-haakse constructies
11.11.2 Verschillende uitvoeringen
Opzetverbindingsstukken
Als je niet beschikt over de juiste mallen of een CNC-machine, is dit een goede oplossing.
Toch is het niet altijd wenselijk, omdat deze opzetverbindingsstukken in de weg kunnen
zitten of te zichtbaar geplaatst zijn. Deze verbindingsstukken bestaan uit drie delen: één deel
voor op de stijl, één deel voor op de regel van de kast en ook een schroef om deze beide
delen met elkaar te verbinden.
Weggewerkte verbindingsstukken
Omdat deze in de onderdelen van de kasten worden ingewerkt, is de dikte van de
plaatmaterialen belangrijk. Er bestaan verschillende systemen:
39

- met excentrieken. Dit zijn de meest voorkomende systemen. Ze zijn samengesteld uit
een excentriek, verbindingsschroef en afdekkap. Bij dit systeem worden de
onderdelen samengetrokken door het excentriek te verdraaien.
- met een klemsysteem. Deze trekt de onderdelen samen door een klem-mechanisme.
11.12 Kastophangers
11.12.1 Verschillende uitvoeringen
Er bestaan zichtbare en weggewerkte kastophangers:
Zichtbare kastophangers
Deze bestaan steeds uit een paar (links en rechts) en worden respectievelijk in de linker- en
rechterbovenhoek aan de binnenkant van de kast geplaatst. Hiervoor moet je een gat in de
rug van de kast boren, waar je de haak dan kan doorsteken. Dit gat wordt volledig bedekt
door de kastophanger.
40

Onzichtbare of weggewerkte kastophangers
Deze kunnen links en rechts gebruikt worden en worden achter de rug geplaatst en aan de
kastwand bevestigd. Om het verstellen mogelijk te maken, maak je enkele gaatjes in de rug
van de kast. Deze dek je nadien af met plastic stopjes.
11.12.2 Verstelbaar
Een goede kastophanger is verstelbaar in twee of drie richtingen. Dit verschilt naargelang de
uitvoering van 3 tot 16 mm.
41

Vragenreeks
Op het einde van elk hoofdstuk (of na enkele hoofdstukken) vind je oefeningen die je thuis
kan maken. Je kan deze gedurende één jaar (via e-mail) naar jouw persoonlijke docent Koen
Michielssen sturen. Hij zal deze oefeningen dan verbeteren en je vervolgens feedback
bezorgen. Door het maken van deze oefeningen ben je beter voorbereid op de vragen van
het examen!
1) Beschrijf de sokkel met sokkelverstellers:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2) Beschrijf in het kort de samenstelling van een potscharnier:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3) Beschrijf in het kort de samenstelling der schuifgeleiders:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4) Beschrijf de verschillende uitvoeringen van kastophangers:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5) Beschrijf in het kort de behandeling van het glas op de bouwplaats:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
42

6) Beschrijf de plaats van steun- en stelblokjes:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7) Beschrijf de werkwijze van de plaatsing van het glas!:
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
43

Handleiding bij de opleiding
Hoe kan ik huistaken inzenden?
Bij elk hoofdstuk in de cursus zal je oefeningen en huistaken vinden. De oplossingen zijn
vaak terug te vinden op de studentenpagina. Je kan deze taken ook steeds doorsturen
naar je persoonlijke docent via e-mail of met de post. Deze zal je taken dan verbeteren
en je er feedback op geven. Deze huistaken zijn er ter ondersteuning van je persoonlijke
leertraject. Je kiest dus zelf of je deze doorstuurt naar je docent en kan perfect examen
komen afleggen zonder de huistaken door te sturen naar je docent. Uiteraard kan je je
docent ook steeds via e-mail contacteren als je vragen hebt in verband met de cursus!
Hoe kan ik mijn examen afleggen?
Als je klaar bent met studeren, kan je kosteloos examen afleggen op één van onze
campussen in Antwerpen, Gent of Hasselt. Je kan dit examen bijna elke werkdag
afleggen. Op die manier leg je dit examen af wanneer jij er echt klaar voor bent. Erg
flexibel dus!
Hoe kan ik stage lopen?
Om de praktijk onder de knie te krijgen, kan je kosteloos stage lopen bij jou in de buurt.
Deze stage is volledig vrijblijvend. Je kiest dus zelf of je stage loopt of niet. Het is
uiteraard wel een goede referentie om later professioneel aan de slag te gaan en
praktijkervaring op te doen.
44

Ben je overtuigd van de professionele kwaliteit van onze cursus? Dan kan je je
inschrijven via onderstaand inschrijvingsformulier.
INSCHRIJVINGSFORMULIER ALGEMEEN SCHRIJNWERKER
Firmanaam en BTW-nummer
Naam
Voornaam
Straat + huisnummer
Postcode + gemeente / stad
Telefoon
GSM
E-mailadres 1
Geboortedatum
Heeft u reeds les bij ons gevolgd?
Wenst u een factuur?
JA / NEE – CURSUS:
JA / NEE
Handtekening
Gelieve het cursusgeld te storten op rekeningnummer 001-5806085-32 van CVA, Frankrijklei 127 te
2000 Antwerpen met vermelding van je naam + naam thuisstudie + je adres. Je inschrijving is pas
definitief geldig nadat je het inschrijvingsgeld met de juiste vermeldingen hebt overgeschreven. Bij
annulatie of stopzetting van de opleiding wordt het inschrijvingsgeld niet terugbetaald. Meer
inlichtingen kan je verkrijgen via e-mail op info@centrumvoorafstandsonderwijs.be, op de website
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be of op het nummer 03/292.33.30. Bij ondertekening van
het inschrijvingsformulier verklaar je akkoord te gaan met onze algemene voorwaarden.
45

Waarom kiezen voor het Centrum Voor Afstandsonderwijs (CVA)?
CVA is een erkende opleidingsverstrekker
• CVA is erkend opleidingsverstrekker van de overheid. Zo ben je zeker van de
kwaliteit en kan je van subsidies genieten.
• CVA heeft het ISO 9001-2000 certificaat. Dit is een onafhankelijk
kwaliteitslabel dat na een grondige audit aan onze school werd toegekend.
Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen
een positieve beoordeling. Regelmatige controles garanderen de kwaliteit
volgens de laatste normen.
• CVA is erkend door een groot aantal beroepsfederaties.
CVA staat voor professionalisme en kwaliteit
Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door
zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring.
Wij garanderen een maximaal contact tussen studenten en docenten.
CVA staat voor klantvriendelijkheid en flexibiliteit
• Je bepaalt zelf wanneer je aan je nieuwe toekomst werkt. Je kan onze opleiding
starten en de cursus instuderen wanneer het voor jou het beste uitkomt.
• Je kan een gratis hoofdstuk op onze website downloaden. Op deze manier krijg
je een beter beeld van de specifieke opleiding. Deze eerste hoofdstukken helpen
je bij het maken van de juiste studiekeuze.
• Bovendien kan je de cursus die je interesse wekt steeds eens rustig komen
inkijken op één van onze secretariaten. Zo ben je zeker dat je kiest voor de
opleiding die het beste bij jou past!
46

• Indien je twijfels of vragen hebt, ben je ook steeds welkom op ons secretariaat
voor een vrijblijvend, adviserend gesprek met één van onze professionele
opleidingsconsulenten.
CVA creëert opleidingen die voor iedereen betaalbaar zijn
• Voor het examen worden geen extra kosten aangerekend. Bovendien krijg je
een onbeperkt aantal herkansingen indien je de eerste keer niet slaagt. Ook
deze herkansingen zijn volledig kosteloos. Een sterke examengarantie dus!
• CVA zorgt ervoor dat de thuiscursussen zo voordelig mogelijk zijn voor de student
door ze op een economische manier te laten drukken zonder dat ze iets van hun
kwaliteit en duidelijke structuur verliezen.
CVA heeft een ijzersterke reputatie
• Binnen de branche van afstandsleren heeft onze school een sterke reputatie
uitgebouwd. Onze diploma’s zijn hierdoor een mooi visitekaartje, waarmee je bij
je cliënten of toekomstige werkgever meteen een positieve indruk maakt.
• Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak door
het volgen van een thuiscursus bij ons. Kijk eens rond in je omgeving en je kent
vast en zeker wel iemand die bij ons een opleiding heeft gevolgd!
47

Deze cursus wordt uitgegeven door:
Centrum Voor Afstandsonderwijs, onderdeel van de Ondernemersschool
Frankrijklei 127 – 2000 Antwerpen
Telefoon: 03.292.33.30
Mail: info@thuisstudie.be
Ondernemingsnummer: 0811.009.080
Erkenningsnummer: DV.0107588
Copyright
© Centrum Voor Afstandsonderwijs, Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Ondanks al de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kan noch de auteur, noch de
uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien
uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
48