Voorlopig Ontwerp Nieuwe Driemanspolder - Gemeente Zoetermeer
Voorlopig Ontwerp Nieuwe Driemanspolder - Gemeente Zoetermeer
Voorlopig Ontwerp Nieuwe Driemanspolder - Gemeente Zoetermeer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Beschrijving <strong>Voorlopig</strong> <strong>Ontwerp</strong> <strong>Nieuwe</strong> <strong>Driemanspolder</strong><br />
wordt het water weer teruggepompt op de boezem. De piekberging kent - additioneel op de seizoensberging - een bergingscapaciteit van circa<br />
2 miljoen m 3 , bij een maximum peil van NAP –3,35 m.<br />
De seizoens- en piekberging zijn als randvoorwaardelijk beschouwd voor de inpassing van de overige functies (recreatie en natuur).<br />
Overige (technische aspecten) van waterberging en aspecten betreffende wateraanvoer en –afvoer en hoogwaterveiligheid/kadestabiliteit zijn<br />
reeds in hoofdstuk 4 besproken.<br />
Recreatie<br />
Voor het middengebied is een aantal (extensieve) recreatievormen relevant:<br />
• Wandelen (via padenstructuur en struinen);<br />
• Varen (kano en roeiboot);<br />
• Natuurbeleving (bijvoorbeeld ‘vogelen’ en natuurfotografie).<br />
In het middengebied wordt een drietal zones onderscheiden, vanuit de relatie natuur en recreatie (zie ook onderstaande kaart met een zonering<br />
van recreatie-intensiteiten):<br />
1. Natuur ondergeschikt aan recreatie (alle bovengenoemde recreatievormen relevant -> rood).<br />
2. Recreatie en natuur gelijkwaardig (varen niet of weinig relevant, overige recreatievormen wel).<br />
3. Recreatie ondergeschikt aan natuur (alleen struinen en natuurbeleving ofwel niet toegankelijk -> groen).<br />
Bij de keuze van recreatievormen is reeds rekening<br />
gehouden met kansen en knelpunten van meervoudig<br />
ruimtegebruik. Dat betekent bijvoorbeeld dat<br />
gemotoriseerde recreatievaart of intensieve<br />
oeverrecreatie (beiden vanuit hun sterke verstorende<br />
werking op met name vogels en vissen), niet als<br />
gewenste recreatievormen zijn beschouwd. Ook de<br />
recreatievormen wandelen, kanovaren of roeien hebben<br />
een (veelal geringer) verstorend effect op met name<br />
vogelsoorten. Genoemde vormen zijn vanuit<br />
recreatieoogpunt echter reeds als invulling van het<br />
minimaal ambitieniveau voor recreatie opgevat.<br />
Zonering van genoemde recreatievormen in ruimte en<br />
tijd, in combinatie met een realistisch ambitieniveau voor<br />
wat betreft moeras- en watervogels (met name vanuit<br />
het aspect verstoringgevoeligheid), zijn derhalve<br />
belangrijke uitgangspunten voor het ontwerp.<br />
Natuur<br />
De globale natuurdoelen zijn in deze ontwerpfase nader geconcretiseerd naar doelsoorten en levensgemeenschappen, resulterend in een<br />
ruimtelijke rangschikking van doeltypen natuur in het middengebied. Bij de keuze van doelsoorten en levensgemeenschappen is rekening<br />
gehouden met ecologische potenties en met kansen en knelpunten vanuit meervoudig ruimtegebruik (waterberging en recreatie).<br />
In het middengebied zijn daarbij tevens de volgende ecologische aandachtspunten relevant geacht voor het ontwerp:<br />
• De verstoringgevoeligheid van vogelsoorten in relatie tot de beoogde recreatievormen).<br />
• De overstromingsduur en –frequentie (piekberging) in relatie tot de ontwikkeling van verschillende typen ‘moerasnatuur’<br />
(‘droogvallend water en pioniermoeras’, ‘waterriet en biezen’, ‘bloemrijk rietland’, ‘grote zeggenmoeras’, ‘natte strooiselruigte’ en<br />
‘wilgenstruweel’).<br />
• Gewenste (variatie in) vochttoestand en beheer van verschillende typen ‘moerasnatuur’.<br />
• Gewenste waterkwaliteit voor ontwikkeling van een ‘gezond’ aquatisch ecosysteem (onder andere variatie in waterdiepte,<br />
optimaliseren oppervlakte ondiepe zones en natuurvriendelijke oevers, beperking strijklengte en aanleg van enkele diepere putten<br />
om fosfaatrijk slib effectief af te vangen).<br />
• Het minimaliseren van de kans op steekmuggenplagen.<br />
• Ontsluiting ten behoeve van natuurtechnisch beheer (maaien).<br />
Voor het middengebied is uitgegaan van de (gecombineerde) eisen van specifieke faunasoorten en -soortengroepen, welke vertaald zijn naar<br />
aspecten van inrichting en beheer. Het betreft de volgende faunasoorten(-groepen):<br />
1. Moerasvogels<br />
2. Watervogels van de Slobeend groep<br />
3. Watervogels van de Kuifeend groep<br />
4. Vleermuizen<br />
19