Maatregelencatalogus - STeenuil Overleg NEderland
Maatregelencatalogus - STeenuil Overleg NEderland
Maatregelencatalogus - STeenuil Overleg NEderland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Maatregelen ter verbetering van voedselvoorziening voor steenuil<br />
Solitaire boom en bomenlaan als perfecte voedselplek<br />
Solitaire bomen zijn vrijstaande, prominent aanwezige bomen op het erf of in een<br />
graslandperceel. Ze zijn bewust als solitaire boom geplant of overblijfselen van een<br />
bosje of houtwal. Een bomenlaan is een rij bomen, bijvoorbeeld aan weerszijden van<br />
een oprijlaan. Solitaire bomen zijn vooral eik, iep, beuk, noot of kastanje. Voor bomenlanen<br />
worden meestal linde, populier of beuk gebruikt.<br />
Steenuilen gebruiken solitaire bomen en bomenlanen als uitkijkpost of rustplaats. In<br />
solitaire bomen met holten broeden ze ook. Uit de boom gevallen of op de grond<br />
rondscharrelende jonge uilen kunnen er bij gevaar in klimmen vanwege de ruwe<br />
stam. Onder solitaire fruit- en notenbomen vinden muizen voedsel. Vanwege de grote<br />
hoeveelheid rupsen op de bladeren vormen ze ook een belangrijke voedselbron voor<br />
de jonge steenuiltjes. Solitaire bomen of een bomenlaan mogen niet ontbreken in<br />
een steenuilenterritorium. Bovendien dragen ze bij aan de verfraaiing van het erf en<br />
het landschap.<br />
Aanplant en onderhoud<br />
De meest geschikte locatie voor een solitaire boom is voor of naast het woonhuis,<br />
zodat het huis mooi ‘in het groen’ komt te liggen. Een boom aanplanten in de nabijheid<br />
van een bestaande nestplek van steenuilen is ook een goede locactie. U kunt ook<br />
bomen planten op markante punten op of buiten het erf, mits op voldoende afstand<br />
van andere bomen, struiken of gebouwen. Een bomenlaan kunt u aan beide zijden<br />
van een oprijlaan neerzetten.<br />
Juiste boommaat<br />
Voor de aanplant van solitaire bomen kunt u het beste gebruik maken van plantmateriaal<br />
met een stamomtrek van acht tot tien centimeter. Gebruik voor een bomenlaan<br />
jonge bomen met een omtrek van tien tot twaalf centimeter.<br />
De juiste boom op de juiste plek<br />
Wanneer u bomen aanplant, moet u inheemse, streekeigen soorten of rassen gebruiken<br />
De boomsoort moet ook passen bij de grondsoort en waterhuishouding (bijlage<br />
4). Het is tevens belangrijk dat de soorten voedsel bieden aan vogels en insecten,<br />
waardoor extra aantrekkelijk zijn. Plant de bomen in de wintermaanden van eind<br />
oktober tot half maart, maar niet tijdens een vorstperiode. Zet geen bomen blindelings<br />
in een open weidegebied, want broedende weidevogels mijden de omgeving<br />
van een boom.<br />
Ruimte om volwassen boom<br />
Bij het planten van een boom moet rekening gehouden worden met de afmeting van<br />
een volwassen boom. De kruin van een volgroeide boom kan, afhankelijk van de soort,<br />
een omtrek van tien tot twintig meter hebben. Plant daarom een solitaire boom met<br />
een grote kruin niet te dicht bij de aanwezige beplantingen en gebouwen.<br />
Gebruik steunmateriaal<br />
Plaats naast de boom één of twee boompalen en bevestig de boom hier met steunband<br />
aan vast. Doe dat niet te strak en controleer jaarlijks of de band nog goed zit.<br />
Haal na enkele jaren de boompalen weg. Wacht daar niet te lang mee. Het tijdig weghalen<br />
bevordert namelijk de groei van de wortels.<br />
steenuil onder de pannen – maatregelencatalogus deel 4 – 55