29.10.2014 Views

Primair centraal zenuwstelsel non-Hodgkin lymfoom

Primair centraal zenuwstelsel non-Hodgkin lymfoom

Primair centraal zenuwstelsel non-Hodgkin lymfoom

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1 <strong>Primair</strong> <strong>centraal</strong> <strong>zenuwstelsel</strong> <strong>non</strong>-<strong>Hodgkin</strong> <strong>lymfoom</strong><br />

5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

1.1 Incidentie en risicofactoren<br />

Het primaire <strong>centraal</strong> <strong>zenuwstelsel</strong> (hersenweefsel, ogen, liquor, zenuwwortels) <strong>non</strong>-<strong>Hodgkin</strong><br />

<strong>lymfoom</strong> (PCZSL) is vrij zeldzaam. Het moet worden onderscheiden van een systemisch <strong>non</strong><br />

<strong>Hodgkin</strong> <strong>lymfoom</strong> met <strong>centraal</strong> <strong>zenuwstelsel</strong> (CZS) disseminatie (in dit geval meestal<br />

meningeaal gelocaliseerd). Een initiële epidurale NHL localisatie behoort er niet toe, maar is<br />

een uiting van een systemisch NHL. PCZSL komt vooral voor bij patiënten tussen de 45 en<br />

70 jaar oud met een mediane leeftijd van ongeveer 60 jaar. Het komt iets meer voor bij<br />

mannen dan bij vrouwen (ratio 1,4-2:1). Ongeveer 1% van alle tumoren van het centrale<br />

<strong>zenuwstelsel</strong> en 1 à 2% van alle <strong>non</strong>-<strong>Hodgkin</strong> lymfomen zijn een PCZSL. De laatste<br />

decennia is het voorkomen van PCZSL sterk gestegen, waarbij dit niet volledig verklaard kan<br />

worden door de toegenomen incidentie van AIDS, of verbetering van diagnostiek. In de<br />

Verenigde Staten is de incidentie ondertussen gestegen tot ruim 5% van alle primaire<br />

<strong>centraal</strong> <strong>zenuwstelsel</strong>tumoren met een risico van 30 per miljoen personen per jaar 1, 2 .<br />

Een hogere incidentie wordt gezien bij patiënten die een aangeboren of verworven<br />

immuundeficiëntie hebben, zoals bij HIV-infecties en patiënten die met immunosuppresiva<br />

worden behandeld (transplantaties, autoimmuunziekten). AIDS-patiënten hebben een risico<br />

van 2-6%. Dit risico neemt echter toe met de duur van de ziekte, terwijl uit obductiemateriaal<br />

(12% PCZSL) blijkt dat de diagnose tijdens het leven lang niet altijd wordt vermoed. Onder<br />

invloed van highly active antiretroviral therapy (HAART) lijkt de incidentie weer af te nemen.<br />

Het risico voor transplantatiepatiënten is het grootst na hart-, long- en levertransplantatie (2-<br />

7%) en het laagst bij niertransplantatie en allogene stamceltransplantatie (1-2%). Bij<br />

congenitale immunodeficiëntie is het risico 4% 3 .<br />

Tenzij uitdrukkelijk anders wordt vermeld, wordt hier verder alleen het PCZSL bij<br />

immunocompetente personen besproken. Gezien de korte prognose van het PCZSL bij AIDS<br />

patiënten en de veelal complexe situatie door andere tegelijkertijd voorkomende<br />

aandoeningen en het gebruik van diverse medicamenten, verdient het aanbeveling het<br />

beleid te individualiseren. Hierbij zullen een AIDS-expert, een hematoloog en een neurooncoloog<br />

betrokken moeten zijn.<br />

35<br />

40<br />

45<br />

50<br />

55<br />

1.2 Klinische presentatie<br />

De symptomatologie van het PCZSL is erg wisselend en afhankelijk van de locatie en de<br />

uitgebreidheid. De klinische presentatie bestaat meestal uit een combinatie van<br />

karakterveranderingen, focale uitval, epilepsie, visusstoornissen en tekenen van intracraniële<br />

drukverhoging. Zowel oculaire (5-25%) als leptomeningeale localisaties (25-40%) komen<br />

frequent voor 4, 5 . Deze kunnen zowel bij presentatie als ten tijde van een recidief optreden.<br />

Het primaire leptomeningeale PCZSL zonder parenchymateuze localisaties blijkt niet<br />

zeldzaam, geschat vormt dit 7% van de PCZSL 6 .<br />

Eventuele visusklachten berusten vaak op een bilaterale maligne lymphomateuze vitreïtis of<br />

uveïtis (IOL, intraoculair <strong>lymfoom</strong>) 7 . Ongeveer 25% van de patiënten met PCZSL heeft ten<br />

tijde van het stellen van de diagnose een (asymptomatische) oculaire manifestatie.<br />

Daarenboven ontwikkelt nog eens meer dan een kwart van de patiënten met PCZSL een IOL<br />

tijdens het ziektebeloop 2, 4 . Omgekeerd ontwikkelt meer dan 80%-90% van de patiënten met<br />

primair IOL later een cerebrale manifestatie. Ook zonder evidente CZS-localisaties moet een<br />

oculair <strong>lymfoom</strong> daarom worden opgevat als een uiting van PCZSL.<br />

Het klinische beloop van een PCZSL kan opmerkelijk zijn. Bekend zijn de snelle, vaak<br />

complete en soms langdurig remissies op corticosteroïden 8 . Door het snelle oncolytisch<br />

effect van steroïden is het starten daarvan voordat histologische verificatie is verkregen<br />

berucht om de interferentie met de diagnostiek van een PCZSL. Bij verdenking op een<br />

PCZSL moet derhalve slechts in het uiterste geval tot het geven van steroïden worden<br />

CZS LYMFOMEN 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!