Primair centraal zenuwstelsel non-Hodgkin lymfoom
Primair centraal zenuwstelsel non-Hodgkin lymfoom
Primair centraal zenuwstelsel non-Hodgkin lymfoom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
Intrathecale chemotherapie kan worden toegediend door middel van lumbaalpuncties en via<br />
een Ommaya reservoir. Voordelen van het Ommaya reservoir zijn een betere MTX-verdeling<br />
over de liquorruimte 60 , terwijl de toediening voor de patiënt makkelijker is zonder de kans op<br />
onbedoelde epidurale toediening. Nadelen zijn het infectierisico en het mogelijk optreden van<br />
complicaties bij het inbrengen van het Ommaya systeem. Herhaalde lumbaalpuncties<br />
hebben als additioneel risico het optreden van subdurale effusies. Over het totaal aantal te<br />
geven injecties bestaan geen consensus. De initiële dosis is MTX 12,5-15 mg of Ara-C 75-<br />
100 mg.<br />
Therapie-inductie wordt gegeven met MTX of MTX / Ara-C alternerend twee keer per week<br />
tot stabilisatie van het neurologisch beeld en negatieve liquorcytologie. Dit laatste lukt vaak<br />
niet. Het klinisch beeld bepaalt dan het moment van overgang naar een<br />
onderhoudsbehandeling. Onderhoudsbehandeling bestaat vervolgens uit een aantal injecties<br />
in afnemende frequentie bijvoorbeeld: 4 injecties / 1x per week, daarna 4 injecties / 1x per 2<br />
weken, vervolgens 6 injecties / 1x per 4 weken.<br />
Bij te hoge MTX-spiegels in de liquor, moet de MTX-dosis worden aangepast of de<br />
frequentie verlaagd. Intrathecaal toegediend MTX kan leucopenie en mucositis veroorzaken.<br />
Daarom is het te overwegen om bij patiënten die hiervoor at risk zijn leucovorin resue te<br />
geven (oraal, 12,5 mg 12 en 24 uur na de intrathecale injectie). Verder kan intrathecale MTX<br />
en Ara-C een chemische meningitis veroorzaken. Daarom kan gelijktijdig 4 mg<br />
dexamethason worden toegediend.<br />
Op focale tumorlocalisaties kan locale radiotherapie gegeven worden. Als dit cranieel<br />
gebeurt, dient men bedacht te zijn op verhoogde neurotoxiciteit van MTX. Vervanging door<br />
Ara-C is dan aan te bevelen. Zo mogelijk wordt de radiotherapie pas gegeven nadat het<br />
MTX-schema en eventuele systemische chemotherapie is afgewerkt.<br />
Systemische therapie, al dan niet gevolgd door hoge dosis therapie met<br />
stamceltransplantatie bij response kan overwogen worden, afhankelijk van de eerdere<br />
behandelingen en de mogelijkheid nog een systemische tumorremissie te bereiken.<br />
Uitsluitend op het CZS gerichte therapie moet als palliatief worden beschouwd 61, 62 .<br />
Naar de waarde van intraventriculair slow-release Ara-C wordt nog onderzoek gedaan.<br />
2.7 CZS-profylaxe met chemotherapie<br />
35<br />
40<br />
45<br />
50<br />
55<br />
Door het ontbreken van prospectieve studies bestaat hierover geen communis opinio. CZS<br />
profylaxe wordt door de meeste auteurs als een essentieel onderdeel van de<br />
behandelingsstrategie gezien bij het lymfoblastair <strong>lymfoom</strong> (B-cel en T-cel) en het Burkitt<br />
<strong>lymfoom</strong>. Voor de overige agressieve NHL is de waarde moeilijker aan te geven. Diffuus<br />
grootcellig <strong>lymfoom</strong> met een verhoogd LDH in combinatie met multiple extranodale<br />
localisaties komt mogelijk in aanmerking voor profylaxe 51, 54, 55 . CZS profylaxe is geïndiceerd<br />
wanneer de testis is aangedaan 56 . Bij een positief beenmerg werd voorheen voor CZS<br />
profylaxe een indicatie gezien. In meer recente literatuur worden echter wisselende<br />
standpunten ingenomen 50, 54, 63 . Ook over de waarde van de IPI om een keuze te maken<br />
wordt wisselend gedacht 50, 55, 64 . Bij localisatie van een diffuus grootcellig <strong>lymfoom</strong> in de<br />
paranasale sinus of orbita is het risico op CZS-disseminatie bij gecombineerde chemo- en<br />
radiotherapie onvoldoende hoog om CZS-profylaxe aan te bevelen. In een serie van 42 met<br />
gecombineerde chemo- en radiotherapie behandelde patiënten werd slechts 1 patiënt gezien<br />
met CZS-disseminatie. Het betrof hier een locale doorgroei na onvoldoende response op<br />
locale therapie 58 . CZS-profylaxe bij een epiduraal gelocaliseerde tumor lijkt niet nodig 59 .<br />
Indien wordt besloten tot CZS-profylaxe is het ook van belang om aandacht te schenken aan<br />
de keuze van het medicament, het type, het aanvangstijdstip en de frequentie van CZSprofylaxe,<br />
alsmede aan het al dan niet geven van systemische chemotherapie met o.a. hoge<br />
dosis intraveneus MTX en/of Ara-C.<br />
CZS-profylaxe kan gegeven worden als bij ALL, maar het aantal injecties dat zinvol is, staat<br />
niet vast. Ook hier geldt dat er op basis van de literatuur geen voorkeur kan worden<br />
CZS LYMFOMEN 8