Verbreding van bewonersbetrokkenheid - Ids Breeuwsma / Hay van der sterren

de middelen vanuit BZK vrijgekomen met een cofinanciering uit ‘Europees geld’ (Europees
Fonds Voor Regionale Ontwikkeling).
b. In het kader van OBAZ zijn gemeentelijke instanties en non-profit instituties, waaronder NIM,
Talis Woondiensten en Tandem, Welzijnsorganisatie Nijmegen, als bron ‘aangeboord’. Er is
regulier overleg tussen buurtbewoners (vertegenwoordigers van het buurtcomité) en professionals
die deze instituties vertegenwoordigen. Daarnaast vindt apart overleg op afspraak
plaats met instituties afzonderlijk. Het benaderen en benutten van de lokale overheid en
instituties als ‘hulpbronnen’ lijkt steeds meer vanzelfsprekend te worden.
c. Er is zodoende meer inzet gerealiseerd van sociaal-cultureel werk, opbouwwerk, maatschap
pelijk werk, buurtbeheer door buurtconciërges en betaald werk door buurtbewoners in onder
andere het digitale trapveld en het buurtcentrum.
d. De financiële middelen staan deels ter beschikking aan de buurt via de Stichting Buurtcomité
Kolpingwijk. De middelen zijn bedoeld voor sociaal-culturele activiteiten, Kolping Digitaal en
de werknemers.
e. Binnen OBAZ heeft de buurt/het buurtcomité contacten gelegd met de gemeenteraad. Dit
kan gunstig zijn met het oog op de financiële besluitvorming rondom het Wijk Aanplak Plan
2004 t/m 2007.
f. Lokale private bronnen zijn de Sleutelspecialist uit de buurt (die gewerkt heeft t.b.v. K73 (het
buurtkantoor) en het buurtcentrum), de cafetaria (sponsoring activiteit) en verschillende particulieren.
g. Betrokkenen van buiten de buurt zijn de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (Opleiding
Culturele en Maatschappelijk Vorming) en Stichting Wijkwerk. De HAN ter ondersteuning van
het opbouwwerk bij de methodiekontwikkeling, voorbereiding, uitvoering en verslaglegging
van ABCD en Stichting Wijkwerk bij de (traject)begeleiding en verloning van de betaalde
medewerkers die bij de Stichting Buurtcomité Kolpingwijk in dienst zijn.
Deze derde bron is nog niet in volle omvang op capaciteiten onderzocht, maar de mogelijkheden van
de gemeente en diverse instituties zijn wel al veel door buurtbewoners gezocht en gebruikt. Aan het
begin van OBAZ zijn bijvoorbeeld de wensen uitgesproken voor buurtbeheer, opbouwwerk, maatschappelijk
werk en een wijkagent.
Bij ABCD worden instanties gezien als bronnen die voor de verbetering van het leefklimaat in de
buurt door buurtbewoners kunnen worden benaderd en ingezet. In dit opzicht is een groot aantal
initiatieven geslaagd te noemen. Maar niet alles wordt als geslaagd ervaren. Zo lijken gemeente en
andere instituties soms hoofdzakelijk vanuit hun eigen perspectief (aanbodgericht) te opereren en
nog onvoldoende vanuit de visie en plannen van de buurtbewoners. Zij beschouwen zichzelf te weinig
als ondersteuner of als ‘bron’ met behulp waarvan buurtbewoners hun problemen of vragen kunnen
oplossen. Zo had een deel van de buurt liever een wijkagent ‘oude stijl’ gehad om weer een vertrouwensband
mee op te kunnen bouwen of een buurtconciërge uit de buurt zelf. Er is nu weliswaar
een buurtconciërge, maar niet afkomstig uit de Kolpingbuurt.
De verschillende instellingen zijn niet nadrukkelijk op hun specifieke capaciteiten onderzocht. Dit zou
nog gerichter kunnen, mede met het oog op het aanboren van nieuwe contacten. Het meest recente
voorbeeld is het contact dat naar aanleiding van het vrijwilligersoverleg in het nieuwe buurtcentrum
met De Grift gelegd is in het kader van drugspreventie en mogelijke initiatieven daartoe.
Voortgang bron 4
1. De buurtbewoners
De buurtbewoners moeten voor hun buurt blijven zorgdragen. Het is in het belang van de buurt, dat een brede
buurtvertegenwoordiging in gesprek blijft met de gemeente als partner in het verbeteren van de leefbaarheid in
de buurt. De gemeente dient door de buurt te worden aangesproken op het deel waar zij verantwoordelijk voor is.
BCDABCDABCDABCDABCDABCDABCDABCDABCDONZEBUURTAANZETABCDABCDABCDABCD
30