Slangenpomp Concept 420 Gebruiksaanwijzing - RB Instrument

More documents

Recommendations

Info

Concept420_ibv_ned.pdf 5.2. Aangestuurd door extern 4..20 mA of 20..4 mA signaal 5.2.1. 4..20 mA • Plaats de jumper op de printplaat op positie 2. Het toerental gaat omhoog als het externe signaal sterker wordt. • Sluit de nulleider aan op klem 1 en de fase/netspanning op klem 2. • Sluit het negatieve mA signaal aan op klem 9 en het positieve mA signaal op klem 10. • Het maximale toerental (bij 20 mA) wordt met de potentiometers als volgt ingesteld: Aantal omwentelingen per minuut (U) = waarde P1 + waarde P2. De bereikschakelaar 1-SW-2 heeft geen functie in deze bedrijfsmodus. • Het toerental van de pomp resulteert lineair uit de waarde 0 tpm bij 4 mA en het met de beide potentiometers ingestelde grenstoerental bij 20 mA. Hiermee is het mogelijk de pomp in te stellen op verschillende omstandigheden. • Bij een signaal van 4,12 mA of minder stopt de aandrijving van de pomp. • Op klemmen 11 en 12 kan een zuiglans met vat-leeg-bewaking worden aangesloten. Bij vat-leegherkenning knippert de waarschuwings-LED L3 en de wisselaar (klemmen 5, 6 en 7) schakelt om om een extern alarm aan te sturen. • Als geen zuiglans is aangesloten, dienen klemmen 11 en 12 te worden gebrugd. 5.2.2. 20..4 mA • Plaats de jumper op de printplaat op positie 3. Het toerental gaat omlaag als het externe signaal sterker wordt. • Volg de instructies in paragraaf 5.2.1. (4..20 mA) met het volgende verschil: het toerental van de pomp resulteert lineair uit de waarde 0 tpm bij 20 mA en het met de beide potentiometers ingestelde grenstoerental bij 4 mA. 5.3. Aangestuurd door extern 0..20 mA of 20..0 mA signaal 5.3.1. 0..20 mA • Plaats twee jumpers op de printplaat op posities 1 en 2. Het toerental gaat omhoog als het externe signaal sterker wordt. • Sluit de nulleider aan op klem 1 en de fase/netspanning op klem 2. • Sluit het negatieve mA signaal aan op klem 9 en het positieve mA signaal op klem 10. • Het maximale toerental (bij 20 mA) wordt met de potentiometers als volgt ingesteld: Aantal omwentelingen per minuut (U) = waarde P1 + waarde P2. De bereikschakelaar 1-SW-2 heeft geen functie in deze bedrijfsmodus. • Het toerental van de pomp resulteert lineair uit de waarde 0 tpm bij 0 mA en het met de beide potentiometers ingestelde grenstoerental bij 20 mA. Hiermee is het mogelijk de pomp in te stellen op verschillende omstandigheden. • Bij een signaal van 0,12 mA of minder stopt de aandrijving van de pomp. • Op klemmen 11 en 12 kan een zuiglans met vat-leeg-bewaking worden aangesloten. Bij vat-leegherkenning knippert de waarschuwings-LED L3 en de wisselaar (klemmen 5, 6 en 7) schakelt om om een extern alarm aan te sturen. • Als geen zuiglans is aangesloten, dienen klemmen 11 en 12 te worden gebrugd. [ 8 ]
Concept420_ibv_ned.pdf 5.3.2. 20..0 mA • Plaats twee jumpers op de printplaat op posities 1 en 3. Het toerental gaat omlaag als het externe signaal sterker wordt. • Volg de instructies in paragraaf 5.3.1. (0..20 mA) met het volgende verschil: het toerental van de pomp resulteert lineair uit de waarde 0 tpm bij 20 mA en het met de beide potentiometers ingestelde grenstoerental bij 0 mA. 5.4. Aangestuurd door externe pulsen In deze bedrijfsmodus is de hoeveelheid te doseren product proportioneel aan het aantal pulsen dat gemeten wordt op de klemmen 13 en 14. Met debietmeters die pulsen als uitgangssignaal geven, kan zo een constante concentratie van het te doseren product in de basisvloeistof (bijv. water) worden bereikt. • Plaats de jumper op de printplaat op positie 4. • Sluit de nulleider aan op klem 1 en de fase/netspanning op klem 2. • Als geen zuiglans is aangesloten, dienen klemmen 11 en 12 te worden gebrugd. • Sluit de debietmeter of pulsgenerator aan op klemmen 13 en 14. • Klemmen 5, 6 en 7 kunnen worden gebruikt om een extern alarm aan te sturen. Zie paragraaf 5.2.1. Een puls is gedefinieerd als het sluiten van het aanstuurcontact gedurende minimaal 50 ms. De pomp registreert de stijgende pulsflank en kan maximaal 300 pulsen (dalende flanken) per minuut verwerken (5 Hz). Iedere stijgende flank initieert een rotatie van de rotor. Het aantal toeren per puls wordt ingesteld met de potentiometers en de bereikschakelaar 1-SW-2: • 1-SW-2 in linkerpositie (1): aantal omwentelingen per puls (U) = (waarde P1 + waarde P2) x 0,01. Hiermee kan een toerental van 0,01 tot 1 omwentelingen per puls worden ingesteld. • 1-SW-2 in rechterpositie (2): aantal omwentelingen per puls (U) = (waarde P1 + waarde P2) x 0,1. Hiermee kan een toerental van 0,1 tot 10 omwentelingen per puls worden ingesteld. Het normale arbeidstoerental is 5 tpm. Wanneer de impulsen vaker komen dan dat deze kunnen worden verwerkt, wordt afhankelijk van de instelling het toerental verhoogd en de impulsen gebufferd. Minimaal een slag wordt gebufferd, bovendien wordt maximaal 2,5 maal de ingestelde waarde toeren/impuls gebufferd. Daarnaast nog binnenkomende impulsen worden genegeerd, resp. zover genegeerd, dat de maximale buffering van 2,5 maal de instelwaarde niet wordt overschreden. De LED "Doseren" geeft via snel knipperen aan, wanneer meer impulsen aankomen dan kunnen worden verwerkt. 5.5. Aangestuurd door pulsbreedtemodulatie Het toerental van de pomp resulteert lineair uit de verhouding Ontast/periodeduur van een op de impulsingang aangesloten PWM-signaal. Een periode wordt door het sluiten van het contact op de impulsingang gestart en duurt tot de volgende keer sluiten van het contact. Ontast is gedefinieerd door de tijd dat het contact gesloten is. De minimale periodeduur ligt bij 3 seconden, de maximale periodeduur ligt bij 60 seconden. De minimale ontast is 50 ms. Het kleinste toerental is 0,1 tpm. Het maximale toerental bij 100% ontast komt overeen met het via de beide potentiometers ingestelde grenstoerental. Grenstoerental [tpm] = waarde P1 + waarde P2. De bereikschakelaar 1-SW-2 heeft in deze bedrijfsmodus geen functie. Wanneer bij gestopte pomp een periodestart door een gesloten contact op de impulsingang wordt gedetecteerd, gaat de microprocessor van de pomp van een PWM-aansturing met lange periodeduur (60 s) [ 9 ]
Page 1 and 2: Slangenpomp Concept 420 Gebruiksaan
Page 3 and 4: Concept420_ibv_ned.pdf 1. Basisuitr
Page 5 and 6: Concept420_ibv_ned.pdf 2.3. Verwijd
Page 7: Concept420_ibv_ned.pdf 4.1. Inbedri
Page 11 and 12: Concept420_ibv_ned.pdf [ 11 ]

Slangenpomp Concept 420 Gebruiksaanwijzing - RB Instrument

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?