05.11.2014 Views

Inhoud - Stad Roeselare

Inhoud - Stad Roeselare

Inhoud - Stad Roeselare

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Artikel 31:<br />

Iedere kamerwoning moet een verantwoordelijke hebben die belast is met het dagelijks beheer<br />

van de kamerwoning en die toezicht uitoefent. Dit kan de verhuurder zijn of een door hem<br />

aangestelde persoon. De naam met adres van deze verantwoordelijke moet ter plaatse worden<br />

aangeplakt en moet opgenomen worden in het huishoudelijk reglement en in het huurcontract.<br />

Diegene die gelast is met het dagelijks beheer van het logementshuis dient, voor zover hij er<br />

werkelijk gehuisvest is, over voldoende private vertrekken te beschikken, pro rata de omvang<br />

van zijn gezin.<br />

De verhuurder of aangestelde verantwoordelijke zorgt ervoor dat de gemeenschappelijke delen<br />

van het gebouw minstens om de week een schoonmaakbeurt krijgen en bestendig in een nette<br />

staat worden gehouden. Een afzonderlijk lokaal voor de berging van het onderhoudsmaterieel<br />

dient voorzien te worden.<br />

DEEL 2: BRANDVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN<br />

Hoofdstuk 1: Algemeenheden<br />

Artikel 32:<br />

§ 1. doel<br />

De onderhavige artikels bepalen de minimale eisen waaraan de in afd. I - art. 1 bedoelde<br />

inrichtingen moeten voldoen om:<br />

- het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van brand te voorkomen,<br />

- de veiligheid van de aanwezigen te waarborgen,<br />

- het ingrijpen van de brandweer te vergemakkelijken.<br />

De voorschriften van deze politieverordening zijn toepasselijk onverminderd alle andere<br />

wettelijke of reglementaire bepalingen terzake.<br />

§ 2. terminologie<br />

Voor nadere toelichting van de terminologie die gebruikt wordt in onderhavige artikels wordt<br />

verwezen naar het K.B. van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie<br />

van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd op 19<br />

december 1997, inzonderheid bijlage 1.<br />

§ 3. indeling van de inrichtingen<br />

De inrichtingen worden verdeeld in drie categorieën:<br />

- categorie 1: de lage gebouwen: gebouwen waarvan de hoogte kleiner is dan 10 meter;<br />

- categorie 2: de middelhoge gebouwen: gebouwen waarvan de hoogte gelijk is aan of<br />

begrepen is tussen 10 meter en 25 meter;<br />

- categorie 3: de hoge gebouwen: gebouwen waarvan de hoogte groter is dan 25 m.<br />

De hoogte van een gebouw is conventioneel de afstand tussen het afgewerkte vloerpeil van de<br />

hoogste verdieping en het laagste peil van de door de brandweerwagens bruikbare wegen<br />

omheen het gebouw. Het dak met uitsluitend technische lokalen worden bij deze hoogtemeting<br />

niet meegerekend.<br />

Hoofdstuk 2: inplanting en toegangswegen<br />

Artikel 33: inplanting<br />

Het gebouw moet van de naastgelegen constructies en andere lokalen niet behorend tot de<br />

inrichting, gescheiden worden door wanden in metselwerk of beton of door wanden met een<br />

graad van weerstand tegen brand (Rf) van ten minste:<br />

- voor de categorie 1: Rf 1/2 uur.<br />

- voor de categorieën 2 en 3: Rf 1 uur.<br />

39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!