Inhoud - Stad Roeselare
Inhoud - Stad Roeselare
Inhoud - Stad Roeselare
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- Draaitrappen kunnen toegestaan worden mits zij voldoen aan bovengenoemde kenmerken.<br />
- Roltrappen kunnen aan ieder uiteinde worden stilgelegd.<br />
Artikel 14 Deuren.<br />
- Alle deuren die gelegen zijn in de evacuatiewegen kunnen gemakkelijk geopend worden, en<br />
draaien open in de richting van de uitgang.<br />
- De deuren die rechtstreeks op de openbare weg uitgeven mogen niet buiten de rooilijn komen.<br />
Indien deze deuren noodzakelijkerwijs naar binnen draaien, moeten zij openslaan tegen een<br />
vast gedeelte van het gebouw en er stevig aan bevestigd worden. Gedurende de openingsuren<br />
zijn deze deuren in geopende stand vastgezet.<br />
- Draaideuren of draaipaaltjes zijn als uitgang niet toegelaten.<br />
- De vleugels van glazen deuren dragen een merkteken dat volstaat om zich rekenschap te<br />
geven van hun aanwezigheid.<br />
- Elke deur met automatische sluitinrichting die niet gemakkelijk met de hand kan worden<br />
geopend, moet uitgerust zijn met een veiligheidsapparaat dat de deur automatisch op volle<br />
breedte opent wanneer de energiebron die de deur in werking stelt, uitvalt.<br />
- Automatische schuifdeuren zijn slechts toegelaten voor uitgangen die rechtstreeks naar buiten<br />
uitgeven. Deze bepaling geldt niet voor branddeuren en liftdeuren.<br />
Artikel 15 Aanduidingen.<br />
- Voor alle bouwlagen wordt het volgnummer aangebracht op de overlopen en in de<br />
vluchtruimte bij trappenhuizen en liften.<br />
- De plaats van elke uit- en van elke nooduitgang, nodig om te voldoen aan de bepalingen van<br />
art. 52.5, evenals de richting van de wegen, doorlopen en trappen die naar deze uitgangen<br />
leiden, worden aangeduid door de reddingsborden die voldoen aan de bepalingen betreffende<br />
de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk.<br />
- De verlichting van deze reddingsborden wordt aangesloten op de normale verlichting en op de<br />
veiligheidsverlichting ( zie art. 17).<br />
- Deuren die niet naar een uitgang leiden moeten een duidelijke vermelding ’geen uitgang’<br />
dragen.<br />
Verlichting en elektrische installaties.<br />
Artikel 16 Elektrische installaties.<br />
- De lokalen moeten behoorlijk verlicht zijn. Enkel elektriciteit is toegelaten als algemene<br />
kunstmatige verlichtingsbron.<br />
-De elektrische installaties voldoen aan de voorschriften van de geldende wettelijke en<br />
reglementaire teksten, evenals aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties<br />
(AREI).<br />
Artikel 17 Veiligheidsverlichting<br />
- De evacuatiewegen, de vluchtterrassen, de overlopen van de trappenhuizen, de liftkooien, de<br />
zalen of lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek, de lokalen waarin de autonome<br />
stroombronnen of de pompen voor de blusinstallaties opgesteld zijn, de stookafdelingen en de<br />
voornaamste elektriciteitsborden, zijn voorzien van een veiligheidsverlichting. Deze<br />
veiligheidsverlichting moet een horizontale verlichtingssterkte geven van:<br />
- ten minste 1 lux: ter hoogte van de grond of van traptreden, in de as van de vluchtweg;<br />
- ten minste 5 lux: op plaatsen van de vluchtweg waar een gevaarlijke toestand bestaat. Deze<br />
gevaarlijke plaatsen kunnen bijvoorbeeld zijn: een kruising, een overgang naar trappen,<br />
onvoorziene hoogteverschillen in het loopvlak.<br />
Deze veiligheidsverlichting mag gevoed worden door de normale stroombron, maar valt deze<br />
55