Kunst in cijfers Kunst in cijfers - Rijksoverheid.nl
Kunst in cijfers Kunst in cijfers - Rijksoverheid.nl
Kunst in cijfers Kunst in cijfers - Rijksoverheid.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Eigen <strong>in</strong>komstennormen<br />
Cultuurproducerende <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen worden <strong>in</strong> de subsidieperiode 2013-2016<br />
gehouden aan normen voor hun totale eigen <strong>in</strong>komsten. Zo is er <strong>in</strong> 2013<br />
een m<strong>in</strong>imumnorm van 17,5% eigen <strong>in</strong>komsten ten opzichte van het totaal<br />
aan structurele subsidies. Daarbij geldt voor de periode 2013-2016 een<br />
groe<strong>in</strong>orm van gemiddeld één procentpunt per jaar. Instell<strong>in</strong>gen met<br />
een eigen <strong>in</strong>komstenpercentage van meer dan 30 zijn vrijgesteld van<br />
de groe<strong>in</strong>orm.<br />
Figuur 18 toont per categorie het percentage aan eigen <strong>in</strong>komsten ten<br />
opzichte van het totaal aan structurele subsidies. Voor elke categorie is<br />
het ongewogen gemiddelde weergegeven 6 . Bij de officiële vaststell<strong>in</strong>g<br />
van de eigen <strong>in</strong>komsten van de orkesten geldt een uitzonder<strong>in</strong>g voor de<br />
begeleid<strong>in</strong>gstaken. Hier is echter gekozen om het volledige beeld weer<br />
te geven. Dit betekent dat ook voor de orkesten alle structurele subsidies<br />
zijn meegenomen <strong>in</strong> de bereken<strong>in</strong>g.<br />
De gemiddelden <strong>in</strong> figuur 18 worden soms opgestuwd doordat er b<strong>in</strong>nen<br />
een categorie enkele <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn met aanzie<strong>nl</strong>ijke eigen <strong>in</strong>komstenpercentages.<br />
Bij de orkesten heeft bijvoorbeeld het Kon<strong>in</strong>klijk<br />
Concertgebouworkest zo’n opstuwend effect, met een eigen <strong>in</strong>komstenpercentage<br />
van ruim 100% ten opzichte van de structurele subsidies.<br />
Bij de musea zijn bijvoorbeeld het Van Gogh Museum, Het Mauritshuis<br />
en Het Muiderslot uitschieters met percentages van ver boven de 100.<br />
De categorieën festivals en ontwikkel<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen laten een zeer hoog<br />
gemiddeld percentage aan eigen <strong>in</strong>komsten zien. Deze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn<br />
<strong>in</strong> het algemeen <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate van subsidie afhankelijk. Ook hier geldt<br />
dat het percentage eigen <strong>in</strong>komsten sterk varieert per <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g.<br />
6<br />
De gemiddelde percentages aan eigen <strong>in</strong>komsten betreffen steeds ongewogen gemiddelden.<br />
Dit betekent dat het eigen <strong>in</strong>komstenpercentage van elke <strong>in</strong>dividuele <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen<br />
een categorie even zwaar weegt <strong>in</strong> de bereken<strong>in</strong>g.<br />
26 | <strong>Kunst</strong> <strong>in</strong> Cijfers